ECLI:NL:GHARL:2018:236

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
9 januari 2018
Publicatiedatum
9 januari 2018
Zaaknummer
200.230.356/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak over schorsing van conservatoir beslag in kort geding

In deze zaak heeft Oranje Nutrition Holding B.V. een spoedappel ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland, waarin conservatoire derdenbeslagen zijn opgeheven. De zaak betreft een geschil tussen Oranje Nutrition en Botec B.V. over de uitvoering van een opdracht voor de bouw van een babymelkpoederfabriek. Oranje Nutrition is ontevreden over de uitvoering en heeft conservatoir beslag gelegd onder verschillende cliënten van Botec ter verzekering van haar vordering van € 1.055.829,50. In eerste aanleg heeft de voorzieningenrechter de beslagen opgeheven, wat Oranje Nutrition in hoger beroep probeert te schorsen. De rolraadsheer heeft echter besloten dat er om proceseconomische redenen geen afzonderlijke behandeling van de incidentele vordering tot schorsing zal plaatsvinden voorafgaand aan de beslissing in het spoed kort geding. De rolraadsheer overweegt dat schorsing van het vonnis niets verandert aan de opheffing van de beslagen, die pas herleven bij vernietiging van het vonnis in hoger beroep. De zaak is verwezen naar de rol voor verdere procedure.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.230.356/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland C/17/157767 / KG ZA 17-281)
rolbeschikking van 9 januari 2018 in de zaak van:
Oranje Nutrition Holding B.V.,
gevestigd te Heerenveen,
appellante,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna:
Oranje Nutrition,
advocaat: mr. J.J. Hengst, kantoorhoudend te Heerenveen,
tegen
Botec B.V.,
gevestigd te Nunspeet,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna:
Botec,
advocaat: mr. H. Stroeve, kantoorhoudend te 's-Gravenhage.

1.Het geding in hoger beroep

1.1
Het verloop van de procedure is als volgt:
- de dagvaarding in kort geding in spoedappel tevens houdende vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging ex art. 351 Rv in spoedappel van 19 december 2017, waarin de grieven zijn opgenomen (met producties);
- de conclusie van eis van 2 januari 2018.
1.2
De zaak is verwezen naar de rol van heden voor een rolbeschikking.

2.De beoordeling

2.1
Het gaat in deze zaak in het kort om het volgende.
2.2
Oranje Nutrition heeft aan Botec opdracht gegeven voor de bouw van een babymelkpoederfabriek in Heerenveen. Oranje Nutrition is niet tevreden over de uitvoering van de opdracht door Botec.
2.3
Op 11 oktober 2017 heeft Oranje Nutrition verlof gekregen van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland om conservatoir derdenbeslag te leggen onder zestien cliënten van Botec en onder de Rabobank te Utrecht. Botec heeft deze beslagen gelegd ter verzekering van haar vordering op Botec tot terugbetaling van een gedeelte van de aanneemsom en tot vergoeding van schade. De vordering van Oranje Nutrition bedraagt € 1.055.829,50 inclusief btw.
2.4
In eerste aanleg heeft Botec in kort geding opheffing van de beslagen gevorderd.
2.5
Bij vonnis van 22 november 2017, waarvan beroep, heeft de voorzieningenrechter de door Oranje Nutrition ten laste van Botec gelegde derdenbeslagen opgeheven. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en Oranje Nutrition is in de proceskosten verwezen.
2.6
In hoger beroep vordert Oranje Nutrition (voor zover thans relevant) bij wege van incident dat het vonnis van de voorzieningenrechter van 22 november 2017 wordt geschorst.
2.7
Ter onderbouwing van deze incidentele vordering stelt Oranje Nutrition dat zij een spoedeisend belang heeft bij schorsing van het beroepen vonnis: "Het belang is mede hierin gelegen dat in geval van vernietiging van het vonnis het beslag herleeft en het beslag nog steeds doel kan treffen, omdat beslag is gelegd onder derden, opdrachtgevers van Botec die met Botec in een langlopend bouwtraject zitten waarvoor uitgesmeerd in de tijd
(6-12 maanden) een aanneemsom moet worden betaald, die dus nog niet volledig zal zijn voldaan. Daardoor kan het beslag nog steeds doel treffen. Het belang is er verder in gelegen dat Botec BV op geen enkele andere wijze verhaal biedt." Aldus tot zover Oranje Nutrition.
2.8
De rolraadsheer overweegt als volgt. Aangezien het hier gaat om een constitutief opheffingsvonnis van de voorzieningenrechter, dat uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, zijn de conservatoire derdenbeslagen met het doen van de uitspraak opgeheven
(HR 20 januari 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1619). Schorsing van het beroepen vonnis verandert hier niets (meer) aan. Pas door de vernietiging in hoger beroep van het vonnis van de voorzieningenrechter van 22 november 2017 herleven de beslagen, met dien verstande dat wijzigingen in de rechtstoestand van het beslagen goed in de periode tussen de opheffing en de vernietiging moeten worden geëerbiedigd (HR 23 februari 1996, ECLI:NL:HR:1996:AD2496). Met haar incidentele vordering kan Oranje Nutrition derhalve niet bereiken wat haar voor ogen staat. Teneinde in dit spoed kort geding geen tijd te verspillen (en nodeloze kosten te maken) zal de rolraadsheer beslissen dat er om redenen van proceseconomie geen afzonderlijke behandeling van het incident zal plaatsvinden voorafgaand aan de beslissing in het spoed kort geding.
2.9
De zaak zal naar de rol worden verwezen om voort te procederen.
De beslissing
De rolraadsheer:
bepaalt dat er geen afzonderlijke behandeling van de incidentele vordering van Oranje Nutrition tot schorsing tenuitvoerlegging zal plaatsvinden voorafgaand aan de beslissing in het spoed kort geding;
verwijst de zaak naar de rol van
23 januari 2018voor memorie van antwoord.
Deze rolbeschikking is gegeven door mr. J.H. Kuiper, rolraadsheer, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 9 januari 2018 in bijzijn van de griffer.