4.3.1Bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 1 en 2 ten laste gelegde
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van de onder 1 ten laste gelegde ‘diefstal met geweld’ en de onder 2 ten laste gelegde ‘mishandeling’ op grond van de navolgende bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt:
1. het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 22 augustus 2021, met als bijlagen de foto’s van het letsel, zakelijk weergegeven en voor zover hier van belang, inhoudende:
(…) Ik ben op 22 augustus 2021 in mijn huis in Heerde mishandeld. (…) [verdachte] heeft mij pijn gedaan en letsel toegebracht. (…) Hij heeft mij meerdere keren op de grond gegooid. Dit deed pijn. (…) Hij pakte mij bij mijn rechterarm en trok mij de wc uit. (…) Ik heb een blauwe plek op mijn rechterarm. (…) Ik kon op een gegeven moment mijn telefoon terugpakken, dus ik hield hem heel strak vast in mijn linkerhand. Hij begon heel agressief mijn vingers los te trekken, één voor één. (…) Aan mijn linkerhand heb ik een pijnlijke middelvinger. Deze is dik en blauw en ik heb een schaafplek op mijn duim. (…) Toen heeft hij de telefoon weer opnieuw bekeken op de wc beneden. (…) Ik zag dat hij de wc uit kwam en hij duwde mij met twee handen achteruit, waardoor ik achteruit tegen de trap aanviel. (…) Ik viel met mijn linker bil op een trede. Die is nu ook geschaafd en blauw. (…) Toen ik dreigde weg te komen, deed hij zijn twee armen om mij heen zodat ik geen kant op kon. (…) Hij heeft mij gedwongen mijn telefooncode te geven. (…) Hij duwde mij op de bank. (…) Ik klapte hierdoor met mijn achterhoofd tegen de muur achter de bank. (…) Ik draaide het slot eraf en ik deed de deur open, maar toen was [verdachte] er al en hij slingerde mij aan de kant, waardoor ik op de grond terechtkwam en hij trok de deur dicht. (…) Hij heeft uiteindelijk mijn huis na 03:00 uur verlaten. Toen hij door kennissen of vrienden in een bus werd opgehaald, heeft hij mijn huissleutels, mijn enige autosleutel en mijn mobiele telefoon meegenomen. (…) Ik zei tegen de bestuurder van de bus dat [verdachte] mijn telefoon en sleutels nog had en dat ik die terug moest hebben. (…);
2. een schriftelijk bescheid, inhoudende een letselrapportage van 27 augustus 2021, opgemaakt door de forensisch arts van de GGD Noordoost-Gelderland, zakelijk weergegeven en voor zover hier van belang, inhoudende:
(…) Onderzoek huisarts: blauwe plekken op rechter bovenarm, linker bil. Schaafwond duim links strekzijde. Middelvinger links blauw en dik bij het laatste vingerkootje met asdrukpijn. (…) Het huidige tijdsinterval kan passen bij de ouderdom van het letsel. (…) Letsel aan: de linkerarm, de linkerhand, de rechterarm, het linkerbeen en het rechterbeen. (…);
3. het proces-verbaal van de terechtzitting van 27 december 2021, als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven en voor zover hier van belang, inhoudende:
(…) Ik wilde in de telefoon van [slachtoffer] kijken, omdat er iets op zou staan wat te maken heeft met vreemdgaan. (…) Ik heb de telefoon in eerste instantie vrij makkelijk uit de handen van [slachtoffer] kunnen pakken. De telefoon ging vervolgens een aantal keren over en weer. (…) Toen [slachtoffer] haar telefoon in haar hand had en ik de telefoon in mijn handen wilde krijgen, heb ik haar vingers van die hand losgetrokken. (…) Ik heb [slachtoffer] geduwd waardoor zij tegen de trap is gevallen. (…) Ik heb mijn armen om haar borsten geslagen om haar vast te houden. (…) Ik heb [slachtoffer] op de bank geduwd waardoor zij met haar hoofd tegen de muur terechtkwam. (…) Ik kan mij herinneren dat [slachtoffer] een briefje van € 50,00 door de wc heeft gespoeld. Toen zij dat had gedaan, heb ik haar uit de wc getrokken. (…) Ik heb haar een duw gegeven waardoor zij ten val is gekomen. (…) Het begon allemaal nadat ik haar telefoon voor de eerste keer had afgepakt. (…) Ik ben op een gegeven moment weggegaan met de telefoon en de autosleutel. (…) Ik constateerde later dat ik ook een sleutelbos had gepakt. (…) Ik had de sleutels van [slachtoffer] uit de keukenla gepakt. (…) Het letsel aan de handen, de armen en de benen kan inderdaad door het lostrekken van de vingers, het vasthouden, het duwen en het trekken zijn ontstaan. (…)
4.3.2Bewijsoverwegingen ten aanzien van het onder 1 en 2 ten laste gelegde
De rechtbank stelt vast dat uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen blijkt dat verdachte op 22 augustus 2021 in Heerde aangeefster [slachtoffer] heeft mishandeld, zoals onder 2 met het eerste, tweede, derde, zesde, zevende en achtste gedachtestreepje is ten laste gelegd. Aangeefster heeft verklaard dat deze geweldshandelingen hebben plaatsgevonden en verdachte heeft bekend zich op die wijze te hebben gedragen. Door de gedragingen van verdachte heeft aangeefster pijn en letsel opgelopen. Dit wordt ondersteund door letselbeschrijving, waaruit blijkt dat het bij aangeefster geconstateerde letsel, zoals de blauwe plekken op haar handen, de armen en de benen en de dikke middelvinger, kan passen bij de door de verdachte verrichte geweldshandelingen. De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 2 ten laste gelegde ‘mishandeling’.
De rechtbank acht het onder het vierde en vijfde gedachtestreepje ten laste gelegde pakken van een mes en dat op het hoofd van aangeefster richten en het met een arm om de keel van aangeefster slaan en houden niet bewezen. De verklaring van aangeefster vindt op deze punten geen steun in andere bewijsmiddelen. Gelet daarop zal de rechtbank verdachte hiervan vrijspreken.
Feit 1: Diefstal (met geweld)
De rechtbank stelt vast dat uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen blijkt dat verdachte de genoemde mishandeling van aangeefster heeft gepleegd met het specifieke doel om tegen de wil van aangeefster als heer en meester te kunnen beschikken en te kunnen blijven beschikken over haar mobiele telefoon. Uit zowel de verklaring van aangeefster als de verklaring van verdachte blijkt dat verdachte de telefoon van aangeefster met geweld heeft afgepakt en, nadat zij probeerde haar telefoon terug te pakken, geweld heeft gebruikt om de telefoon in zijn bezit te houden en daarmee uiteindelijk ook de woning te kunnen verlaten. In dit tijdsbestek zijn door verdachte meerdere geweldshandelingen verricht. Vóórdat verdachte het huis van aangeefster verliet, heeft hij – zo heeft hij verklaard – ook de sleutels van aangeefster uit de keukenla gepakt en meegenomen. Dit wegnemen was zonder toestemming van aangeefster en daarom wederrechtelijk. Omdat op basis van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting niet kan worden vastgesteld dat verdachte aangeefster heeft mishandeld met het specifieke doel om het bezit van de autosleutel en de bos sleutels te verkrijgen, dan wel zich daar van te verzekeren, is de rechtbank van oordeel dat ten aanzien van deze goederen enkel sprake is geweest van ‘eenvoudige’ diefstal. De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 ten laste gelegde ‘diefstal van een telefoon, vergezeld en gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk
om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, of bij betrapping op heterdaad zich hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, evenals ‘de diefstal van een autosleutel en van een sleutelbos’.
4.3.3Bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 3 en 4 ten laste gelegde
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het onder 3 ten laste gelegde ‘dealen van hennep’ en het onder 4 ten laste gelegde ‘dealen van cocaïne’ op grond van de navolgende bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt:
1. de verklaring van [slachtoffer] van 22 augustus 2021, zakelijk weergegeven en voor zover hier van belang, inhoudende:
(…) Op 22 augustus 2021 had [verdachte] cocaïne bij zich. (…) Ik heb de cocaïne gelijk van hem afgepakt. Dit zat in zijn broek, welke op de grond lag en daar viel dit zakje uit. Ik heb dit direct doorspoeld in de wc. (…) Hij vroeg mij om het geld van de waarde van de cocaïne. Dat was € 50,00. (…)
Op 2 september 2021, verklaarde [slachtoffer] , zakelijk weergegeven en voor zover hier van belang, inhoudende:
(…) [verdachte] dealde al vanaf februari 2021. (…) [verdachte] vertelde toen dat hij alleen in weed zou handelen. Later kwam ik erachter dat hij ook verschillende andere drugs verkocht. Dat was een maandje later. [verdachte] heeft dat toegegeven en hij heeft dat zelf aan mij verteld. (…) Hij verkocht ook cocaïne. (…) [verdachte] gebruikte sinds kort een ‘dealtelefoon’, de iPhone. Hij had deze sinds een paar weken. (…) Het kan wel kloppen dat deze telefoon sinds begin augustus in gebruik was. (…) Daarvóór dealde hij via zijn eigen telefoon, de zwarte Samsung. (…);
2. het proces-verbaal van bevindingen van het onderzoek naar de witte iPhone van 23 augustus 2021, zakelijk weergegeven en voor zover hier van belang, inhoudende:
(…) Het gaat om een witte iPhone. De telefoon werd in beslag genomen. (…) Op het toestel bleek WhatsApp geïnstalleerd te zijn. De gebruiker had op WhatsApp als profielnaam ingesteld: Meneer 3m. (…) Als profielfoto was een foto van een prijslijst van verschillende soorten drugs en de medicijnen Kamagra (viagra) en slaappillen ingesteld. (…) Hierbij merk ik, verbalisant, op dat het envelopje-symbool kennelijk staat voor cocaïne en het broccoli-symbool voor hennep. (…) In de fotogalerij van het toestel trof ik, verbalisant, een selfie-foto van verdachte aan. (…) De foto is genomen op 4 augustus 2021 om 01:17 uur. (…) Daarnaast trof ik, verbalisant, in de fotogalerij nog een foto van een drugs-bestellijst aan, evenals twee foto’s van reclame-uitingen van Mijnheer 3M aan. Hierbij merk ik, verbalisant, op dat de term/naam SOS in de drugsscene gebruikt wordt als naam voor cocaïne. (…) In de WhatsApp-chatgeschiedenis trof ik, verbalisant, 17 gesprekken aan. Vrijwel al deze gesprekken gaan over het leveren, het afspraken en het kopen van drugs. Het gaat over verschillende soorten drugs. (…) Een voorbeeld van een gesprek is het gesprek dat plaatsvond op dinsdag 3 augustus 2021 23:43 uur tot en met 23:45 uur: Er wordt gevraagd: ‘Tijd voor 1g SOS?’. Door de gebruiker van de iPhone wordt gereageerd: ‘Jawel, maar kan nu alleen afhaal. [adres] .’. Het kwam in dit geval niet tot een afspraak, want het was al laat. (…);
3. het proces-verbaal van bevindingen van het onderzoek naar de witte iPhone van 2 september 2021, zakelijk weergegeven en voor zover hier van belang, inhoudende:
(…) Een gesprek op 3 augustus tot en met 7 augustus 2021 gaat over het kopen van hele coke en wiet. (…) Een gesprek op 3 augustus tot en met 16 augustus 2021 op gaat over het kopen van ‘W’. (…) Een gesprek op 14 augustus 2021 gaat over het kopen van een jointje. (…) In een gesprek op 3 augustus 2021 wordt een filmpje gestuurd door een dealer van een zakje met hennep. (…) Naast de selfie-foto trof ik, verbalisant, 5 andere foto’s van verdachte en 5 filmpjes van verdachte op de telefoon aan. Betreffende items zijn alle in de nacht van 4 augustus gemaakt. (…) Op een ingesproken bericht in de chat met ‘ [slachtoffer] ’ is een mannenstem te horen. (…) Een collega-verbalisant herkende de mannenstem als de stem van verdachte. (…) Gelet op de bevindingen kan worden vastgesteld dat de onderzochte iPhone 7 in gebruik was, dan wel is geweest bij verdachte. (…);
4. het proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 1] van 1 september 2021, met als bijlage een foto van contactpersoon ‘meneer 3M’ en een getoonde politiefoto van verdachte, zakelijk weergegeven en voor zover hier van belang, inhoudende:
(…) Ik ken verdachte als meneer 3M. Zo noemde hij zich op snapchat. (…) Hij komt uit [adres] . (…) Opmerking verbalisant: Getuige toont mij, verbalisant, een contactpersoon in zijn mobiele telefoon. Deze contactpersoon meneer 3M heeft een profielfoto op WhatsApp. De persoon op de foto herken ik als de aangehouden verdachte. (…) Ik heb alleen wiet bij hem gekocht. (…) Ik denk dat ik zo’n vier maanden geleden voor de eerste keer van deze dealer heb gekocht. (…) Ik heb toen volgens mij voor € 40,00 of
€ 60,00 aan wiet gekocht. (…) In totaal heb ik 4 of 5 keer bij hem gekocht. (…) U toont mij een foto van de verdachte. Ja, dat is hem. Dat is de dealer uit [adres] . (…);
5. het proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 2] van 1 december 2021, zakelijk weergegeven en voor zover hier van belang, inhoudende:
(…) Ik begrijp van u dat mijn telefoonnummer voorkomt in de telefoon van een aangehouden drugsdealer. Ik heb hooguit 1 of 2 keer cocaïne van deze dealer gekocht. (…);
6. het proces-verbaal van bevindingen van 23 augustus 2021, met als bijlagen de fotobladen van de aangetroffen goederen, zakelijk weergegeven en voor zover hier van belang, inhoudende:
(…) In de woning van verdachte troffen wij (…) de volgende zaken aan: een plastic bakje met drie grote gripzakken hennep in de slaapkamer en twee losse gripzakken in de woonkamer. (…) Wij verbalisanten zagen dat in de gripzakken een groene vaste stof zat waaraan een sterke lucht hing die wij meteen herkenden als die van hennep. (…) Op het politiebureau werd de hennep gewogen: het brutogewicht betrof 65 gram. (…);
7. het proces-verbaal van bevindingen van 26 augustus 2021, met als bijlagen onder meer fotobladen van de digitale weegschaal met witte poederresten, de aangetroffen hennepresten, hasj en witte poederresten en een grote hoeveelheid lege, ongebruikte gripzakjes, alsook het in de brievenbus van verdachte aangetroffen pakje sigaretten met contant geld, zakelijk weergegeven en voor zover hier belang, inhoudende:
(…) In de woning werden diverse restanten aangetroffen die wezen op drugs(…): een digitale weegschaal, poederresten op de salontafel, gripzakje met hennepresten en een bekje met een klein brokje hasj. (…) Tevens werd er een groot aantal lege, ongebruikte gripzakjes aangetroffen onder de salontafel. De grote hoeveelheid aan ongebruikte gripzakjes kan worden gezien als een indicatie voor de handel in drugs. (…) In de brievenbus van verdachte zat een pakje sigaretten met daarin drie briefjes van € 20,00. Het is mij verbalisant ambtshalve bekend dat sigarettenpakjes vaak gebruikt worden in het drugscircuit voor het onopvallend overgeven van verdovende middelen of geld. Het achterlaten van drugs en/of geld in een brievenbus is tevens een bekend fenomeen. (…);
4.3.4Bewijsoverwegingen ten aanzien van het onder 3 en 4 ten laste gelegde
Het artikel 359a Sv-verweer
De rechtbank stelt vast dat uit het proces-verbaal van bevindingenblijkt dat de verbalisanten op 23 augustus 2021 waren belast met de aanhouding buiten heterdaad van verdachte op bevel van de officier van justitie. Hoewel de verdachte door de verbalisanten niet in de woning werd aangetroffen, troffen verbalisanten in de woning ‘op zicht’ in de slaapkamer een plastic bakje met drie grote gripzakken hennep en in de woonkamer twee losse gripzakken in de woonkamer aan. De woorden ‘op zicht’ impliceren naar het oordeel van de rechtbank dat de verbalisanten (opsporingsambtenaren) ‘zoekend aan het rondkijken waren’, waartoe zij op grond van artikel 96 Sv bevoegd zijn. De verbalisanten constateerden dat in de gripzakken een groene vaste stof zat waaraan een sterke lucht hing die zij direct herkenden als de geur van hennep. Dit was aanleiding voor de inbeslagname van de aangetroffen hennep, een verboden middel op grond van de Opiumwet. De gripzakken bevonden zich niet in afgesloten kasten of ruimtes, maar waren open en bloot in de woning te zien. Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat met deze handelwijze van de verbalisanten in de woning van verdachte geen sprake is geweest van een doorzoeking, zijnde het systematisch doorzoeken ter inbeslagname.De rechtbank is dan ook van oordeel dat er geen sprake is van een vormverzuim zoals bedoeld in artikel 359a Sv, dat tot bewijsuitsluiting zou moeten leiden. De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman.
Feit 3 en feit 4: Dealen van hennep en cocaïne
De ex-vriendin van verdachte, [slachtoffer] , is als getuige gehoord en heeft verklaard dat verdachte sinds februari 2021 in verschillende soorten drugs heeft gedeald. Hij heeft daarvoor aanvankelijk gebruik gemaakt van een (zwarte) Samsung telefoon en vervolgens van de inbeslaggenomen witte iPhone. De resultaten van het digitale onderzoek naar de witte iPhone ondersteunen de verklaring van deze getuige. Zo betrof de WhatsApp-profielfoto van de telefoon een prijslijst van verschillende soorten drugs, waarop onder meer cocaïne en hennep vermeld stonden. Daarnaast werden in de fotogalerij van de telefoon meerdere (selfie-)foto’s en filmpjes aangetroffen waarop de verdachte herkenbaar te zien is. Ook werd in de fotogalerij een foto van een drugs-bestellijst aangetroffen, evenals reclame-uitingen van ‘meneer 3M’. Uit de WhatsApp-chatgeschiedenis blijkt vervolgens van gesprekken over het leveren, het afspreken en het kopen van drugs door en/of van die ‘meneer 3M’. Bovendien is op een door de gebruiker van de iPhone ingesproken voice-bericht de mannenstem van verdachte te horen.
De rechtbank slaat verder acht op de getuigenverklaringen van de personen die verdachte, (‘meneer 3M’) als drugsdealer kennen en die wiet en/of cocaïne van hem hebben gekocht. Deze gebruikersverklaringen worden ondersteund door de inhoud van de op de witte iPhone aangetroffen WhatsApp-gesprekken die in augustus 2021 hebben plaatsgevonden. Bovendien blijkt uit processen-verbaal van bevindingen dat in de woning van de verdachte is aangetroffen: 65 gram (bruto gewicht) aan hennep, een digitale weegschaal met poederresten, een grote hoeveelheid (ongebruikte) gripzakjes en een in de brievenbus van verdachte aangetroffen sigarettenpakje met drie coupures van € 20,00. Naar het oordeel van de rechtbank is het voorhanden hebben van deze voorwerpen kenmerkend voor een drugsdealer. Hoewel niet vastgesteld kan worden wat de exacte omvang is geweest van de handel in drugs, kan de rechtbank op basis van het hiervoor overwogene over de stukken in het procesdossier wél vaststellen dat verdachte daadwerkelijk hennep voorhanden heeft gehad en in hennep en cocaïne heeft gedeald in de ten laste gelegde periode. De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich in de ten laste gelegde periode schuldig heeft gemaakt aan het onder 3 ten laste gelegde ‘dealen van hennep’ en het onder 4 ten laste gelegde ‘dealen van cocaïne’.