Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[A] B.V.
[gedaagde sub 3],
[gedaagde sub 4],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 8 december 2021 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- de door de curator overgelegde producties 16 tot en met 24,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 5 april 2022 met daaraan gehecht
2.Inleiding
3.De rechtbank gaat uit van de volgende vaststaande feiten
“belangrijke wijzigingen ten opzichte van de oorspronkelijke beschikking”onder meer genoemd dat niet langer (in een consortium) wordt samengewerkt met het Stodt, Norma MPM en Ten Cate Advanced Composites, maar met Composite Technology Centre (CTC) en Machinefabriek Emmen.
:
4.Het geschil
5.De beoordeling
Dagvaarding nietig/curator niet-ontvankelijk?
voordatde provincie subsidie terugvorderde. Vast staat dat de vennootschap, afgezien van de subsidie en (aanzienlijke) investeringen door [gedaagde] c.s. zelf, geen inkomsten genereerde die nodig waren om de continuïteit te waarborgen. Niet is betwist dat [D] een lening aan de vennootschap had verstrekt en die opeiste toen hij hoorde dat de vennootschap er financieel slecht voor stond. [D] heeft uiteindelijk ook het faillissement van de vennootschap aangevraagd. Omdat de provincie op dat moment ook een vordering op de vennootschap had en kon dienen als steunvordering, was het faillissement onvermijdelijk.
kunnenvoldoen.
4.982,00(2 punten × tarief VI € 2.491,00)