In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 17 augustus 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Enschede over de intrekking van een bijstandsuitkering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser, die vanaf 8 januari 2010 een bijstandsuitkering ontving, zijn inlichtingenplicht heeft geschonden door niet tijdig melding te maken van ontvangen letselschadevergoedingen en huwelijkscadeaus. De verweerder had de uitkering van eiser opgeschort en later ingetrokken, en ook een terugvordering ingesteld van eerder betaalde bijstand. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verweerder onvoldoende had onderbouwd dat de eiser recht op bijstand had verloren, en dat er onvoldoende bewijs was dat de eiser de inlichtingenplicht had geschonden. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiser, rekening houdend met de uitspraak. Tevens is verweerder veroordeeld tot betaling van proceskosten aan eiser.