ECLI:NL:RBOVE:2022:2348

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 augustus 2022
Publicatiedatum
16 augustus 2022
Zaaknummer
9643513 \ CV EXPL 22-222
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over terugbetaling politieke bijdragen en auteursrechtinbreuk na politieke breuk tussen leden en hun partij

In deze zaak strijden de eisers, bestaande uit wethouder [A] en raadsleden [B], [C] en [D] van de gemeente Kampen, tegen de vereniging Gemeente Belang Kampen (GBK) over de afwikkeling van hun politieke breuk. De eisers vorderen terugbetaling van ongeveer € 7.000 aan jaarlijkse bijdragen die zij aan GBK hebben betaald, welke zij beschouwen als een soort spaarpot. De kantonrechter oordeelt echter dat de bijdragen overeenkomstig de partijregels zijn betaald en er geen recht op terugbetaling bestaat. Daarnaast heeft de kantonrechter geoordeeld dat de eisers inbreuk hebben gemaakt op de auteursrechten van GBK door het verkiezingsprogramma van de partij te kopiëren en onrechtmatig hebben gehandeld door de website van GBK te blokkeren en haar sociale media te kapen. GBK heeft hierdoor kosten gemaakt van circa € 6.500, die de eisers moeten vergoeden. De eisers zijn niet verplicht om de partijbijdrage voor 2022 te betalen, omdat het initiatief tot hun uitsluiting van de partij van GBK kwam en dit voor de jaarwisseling al speelde. De kantonrechter heeft de vorderingen van de eisers in conventie afgewezen en de vorderingen van GBK in reconventie toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 9643513 \ CV EXPL 22-222
Vonnis van 16 augustus 2022
in de zaak van

1.[A] ,

wonende in [woonplaats] ,
2.
[B],
wonende in [woonplaats] ,
3.
[C],
wonende in [woonplaats] ,
4.
[D],
wonende in [woonplaats] ,
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
gemachtigde: [A] te [woonplaats] ,
tegen
de vereniging met rechtspersoonlijkheid
GEMEENTE BELANG KAMPEN,
statutair gevestigd in Kampen,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
gemachtigde: mr. M.W. IJzerman te Kampen.
Partijen zullen hierna [A] c.s. (dan wel afzonderlijk [A] , [B] , [C] en [D] ) en GBK worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het (tussen)vonnis van 12 april 2022 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- de akte houdende overlegging producties van de zijde van GBK;
- de pleitaantekeningen van GBK;
- de mondelinge behandeling op 4 juli 2022 waarvan de griffier zittingsaantekeningen heeft gemaakt.
1.2.
Nadat een minnelijke regeling niet haalbaar was gebleken, is vonnis bepaald.

2.Korte samenvatting

2.1.
Partijen strijden over de afwikkeling van hun politieke breuk. In conventie is de vraag of [A] c.s. nadat zij uit hun lidmaatschap van GBK werden ontzet recht hebben op teruggave van de bijdrage die zij als raadsleden en wethouder de laatste jaren aan GBK hebben betaald. De kantonrechter beantwoordt deze vraag ontkennend. In reconventie speelt de vraag of [A] c.s. tegenover GBK onrechtmatig hebben gehandeld door content van de website van GBK te verwijderen en GBK het beheer van haar Facebook- en Instagrampagina te ontnemen. Ook is de vraag of [A] c.s. inbreuk hebben gemaakt op het auteursrecht van GBK door het verkiezingsprogramma van GBK te kopiëren en te gebruiken voor hun nieuwe politieke partij Hart voor Kampen. De kantonrechter beantwoordt deze vragen bevestigend. Hierna zal de kantonrechter haar oordeel toelichten. In dat kader zijn de volgende feiten relevant.

3.De feiten

3.1.
GBK werd op 15 september 2004 opgericht. Het statutaire doel van de vereniging luidt als volgt: (a) het stimuleren van een eerlijke en doelmatige gemeentepolitiek in de gemeente Kampen, (b) directe of indirecte deelname aan de gemeentepolitiek van de gemeente Kampen en (c) het optimaal behartigen van de belangen van alle burgers in de gemeente Kampen, ongeacht de aard of achtergrond (zie artikel 2 van de statuten van GBK). Artikel 10 van de statuten van GBK luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
1. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit de jaarlijkse bijdragen van de gewone leden en van de donateurs, alsmede uit erfstellingen, legaten, schenkingen en andere inkomsten.
2. Ieder gewoon lid is jaarlijks een bedrag verschuldigd, welk bedrag wordt vastgesteld door de algemene vergadering. (…).
3.2.
Tijdens de ledenvergadering van 13 december 2017 is het Huishoudelijk reglement van GBK d.d. 15 september 2004 opnieuw vastgesteld. Artikel 6 van dit reglement luidt als volgt:
a. De ledenvergadering is op woensdag 1 juni 2016 akkoord gegaan met het voorstel het contributiebedrag te verlagen naar minimaal € 1,- per jaar m.i.v. 1 januari 2017.
b. De bijdrage van raadsleden en wethouders wordt, na een voorstel van het bestuur, bepaald door de ledenvergadering. In de algemene ledenvergadering van 15 september 2004 zijn deze bijdragen als volgt vastgesteld:
- Raadsleden: € 450,00 per jaar;
- Wethouders: € 1.000,00 per jaar;
c. Men moet minimaal 3 jaar lid van GBK zijn om deel te nemen aan de verkiezingen van de kandidaat raadsleden (kieslijst).
3.3.
In de fractievergadering van GBK van 24 mei 2018 is het Fractiereglement van GBK vastgesteld. Artikel 25 sub a van dit reglement luidt als volgt:
De raadsleden en de wethouders dragen bij aan de partijkas van GBK conform het huishoudelijk reglement.
3.4.
[A] c.s. zijn van 2018 tot 19 februari 2022 lid geweest van GBK. [A] is in die periode wethouder geworden in de gemeente Kampen en [B] , [C] en [D] werden lid van de gemeenteraad aldaar.
3.5.
Tussen partijen is in 2021 een geschil ontstaan over de vaststelling van de kandidatenlijst van GBK voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2022. Binnen de partij waren stemmen opgegaan om de in het Huishoudelijk reglement neergelegde eis van minimaal drie jaar lidmaatschap (om op de kieslijst te kunnen komen) te schrappen. [A] c.s. waren het daar niet mee eens. Tijdens de Algemene Ledenvergadering (ALV) van 18 december 2021 ontstond hierover een conflict.
3.6.
Bij brief van 28 december 2021 heeft het bestuur van GBK [A] c.s. laten weten dat zij vanaf die datum als leden waren geroyeerd. [A] c.s. wezen erop dat de statuten de figuur van royement niet kennen.
3.7.
Bij brief van 29 december 2021 hebben [A] c.s. GBK laten weten dat zij, nu zij zich teruggetrokken hadden van de kieslijst voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2022, het door hen bij GBK voor deelname aan die verkiezingen “gestalde” bedrag van € 7.191,00 opvragen. Bij e-mail van 1 januari 2022 heeft het bestuur van GBK laten weten daarvoor geen enkel aanknopingspunt te zien.
3.8.
Bij brief van 30 december 2021 heeft GBK aan [A] c.s. bericht hen uit het lidmaatschap te ontzetten. [A] c.s. hebben daartegen tijdig intern beroep aangetekend.
3.9.
Op of omstreeks 8 februari 2022 hebben [A] c.s. hun politieke activiteiten voortgezet onder de naam “Hart voor Kampen”.
3.10.
Op 19 februari 2022 heeft de ALV van GBK met de daarvoor benodigde gekwalificeerde meerderheid van stemmen (definitief) besloten om [A] c.s. uit hun lidmaatschap te ontzetten.

4.Het geschil in conventie

4.1.
[A] c.s. vorderen dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, GBK zal veroordelen om aan [A] c.s. tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen:
(A) de hoofdsom van € 7.149,00;
(B) de buitengerechtelijke incassokosten van € 732,45 dan wel een betaling door de kantonrechter in goede justitie te bepalen;
(C) de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 13 januari 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
(D) de proces- en nakosten.
4.2.
Aan hun vorderingen leggen [A] c.s., samengevat, ten grondslag dat zij door de ontzetting uit het lidmaatschap van GBK recht hebben op teruggave van de door hen in de periode 2018 tot en met 2021 aan GBK in bewaring gegeven gelden tot een bedrag van
€ 7.149,00. Ter onderbouwing van hun standpunt verwijzen [A] c.s. naar hun eigen schriftelijke verklaringen en een zestal andere schriftelijke verklaringen van oprichters en (voormalige) (bestuurs-)leden van GBK. Volgens [A] c.s. blijkt uit al deze verklaringen dat de door hen betaalde bedragen louter zijn gebaseerd op onderlinge afspraken tussen de leden van GBK en dat de betalingen specifiek zijn bedoeld als “spaarpot” en voorts dat opeenvolgende besturen, raadsleden en wethouders daar ook altijd naar hebben gehandeld.
4.3.
GBK voert als verweer dat er geen grondslag is voor terugbetaling van de jaarlijkse bijdrage die [A] c.s. aan haar hebben betaald. GBK betwist dat sprake is van een bewaargevings- of spaarovereenkomst.
4.4.
Op de stellingen en verweren van partijen zal de kantonrechter, voor zover van belang voor de beoordeling van het geschil, hierna ingaan.

5.Het geschil in reconventie

5.1.
GBK vordert dat de kantonrechter bij vonnis (waarbij onder [A] c.s. alle vier de gedaagden gezamenlijk dan wel ieder van hen afzonderlijk moet worden verstaan):
(I) voor recht zal verklaren dat [A] c.s. tegenover GBK onrechtmatig hebben gehandeld door de website van GBK offline te halen en/of zich toegang te verschaffen tot deze website en/of teksten en foto’s van de website van GBK te verwijderen;
(II) voor recht zal verklaren dat [A] c.s. inbreuk hebben gemaakt op het auteursrecht van GBK op teksten in het verkiezingsprogramma van GBK;
(III) [A] c.s. zal bevelen deze inbreuk op het auteursrecht van GBK per direct te staken en gestaakt te houden, op straffe van een dwangsom;
(IV) voor recht zal verklaren dat [A] c.s. tegenover GBK onrechtmatig hebben gehandeld door GBK het beheer te ontnemen van de Facebookpagina van GBK, welke momenteel de naam Hart voor Kampen heeft, en de Instagrampagina van GBK, welke momenteel de naam Hart voor Kampen heeft;
(V) [A] c.s. per direct zal verbieden de Facebookpagina en Instagrampagina van GBK te beheren, op straffe van een dwangsom;
(VI) [A] c.s. zal veroordelen om GBK in staat te stellen weer het beheer te kunnen voeren van haar Facebookpagina en Instagrampagina, op straffe van een dwangsom;
(VII) [A] c.s. zal veroordelen aan GBK te betalen een bedrag van € 6.505,58;
(VIII) [A] zal veroordelen aan GBK te betalen een bedrag van € 1.000,00;
(IX) [B] zal veroordelen aan GBK te betalen een bedrag van € 450,00;
(X) [C] zal veroordelen aan GBK te betalen een bedrag van € 450,00;
(XI) [D] zal veroordelen aan GBK te betalen een bedrag van € 450,00;
(XII) [A] c.s. hoofdelijk zal veroordelen in de werkelijke proceskosten ex artikel 1019h Rv met betrekking tot de handhaving van IE-rechten, begroot op € 5.100,37;
(XIII) [A] c.s. hoofdelijk zal veroordelen in de proces- en nakosten in reconventie.
5.2.
[A] c.s. voeren gemotiveerd verweer.
5.3.
Op de stellingen en verweren van partijen zal de kantonrechter, voor zover van belang voor de beoordeling van het geschil, hierna ingaan.

6.De beoordeling in conventie

Bewaargeving of sparen?

6.1.
Tussen partijen is in geschil hoe de jaarlijkse bijdrage van raadsleden en wethouders als bedoeld in artikel 10 van de statuten in samenhang gelezen met artikel 6 van het Huishoudelijk reglement van GBK moet worden geduid. [A] c.s. betogen dat deze bijdrage moet worden gekwalificeerd als bewaargeving dan wel sparen ter financiering van de eerstvolgende verkiezingen, terwijl GBK meent dat sprake is van een verplichte afdracht aan de verenigingskas van GBK ten behoeve van de dekking van diverse kosten (zaalhuur, printen van campagneflyers, licentie e-mailsysteem, etc.).
6.2.
De kantonrechter is van oordeel dat [A] c.s. zich als (voormalige)
(raads-)leden (en wethouder) van GBK hebben geconformeerd aan de statuten, het Huishoudelijk reglement en het Fractiereglement van GBK door vanaf 2018 ieder jaar de jaarlijkse bijdrage van € 450,00 respectievelijk € 1.000,00 te betalen. Van een onverplichte betaling is geen sprake, nu deze bijdrage voortvloeit uit de hiervoor genoemde regelingen. [A] c.s. hebben onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd waaruit volgt dat zij hun jaarlijkse bijdrage aan GBK in bewaring hebben gegeven en/of dat deze bijdrage moet worden aangemerkt als spaargeld dat bij het verlaten de partij aan hen moet worden geretourneerd. Weliswaar hebben [betrokkene 1] , [betrokkene 2] , [betrokkene 3] , [betrokkene 4] , [betrokkene 5] en [betrokkene 6] , in hun hoedanigheid van oprichter en/of voormalig raadslid/wethouder/(bestuurs-)lid, in min of meer gelijke bewoordingen schriftelijk het standpunt van [A] c.s. bevestigd dat er binnen GBK was afgesproken dat raadsleden en wethouders jaarlijks € 450,00 respectievelijk € 1.000,00 zouden “sparen” en dat dit geld in een “spaarpotje” zou worden gestopt, maar zij hebben ook allen eenduidig verklaard dat dit “spaargeld” als budget voor de verkiezingen – en daarmee voor GBK – was bedoeld. Dat een raadslid en/of wethouder bij beëindiging van zijn lidmaatschap van GBK, om welke reden dan ook, recht zou hebben op (gedeeltelijke) teruggave van zijn ingelegde “spaargeld”, volgt niet uit de hiervoor genoemde verklaringen en is ook niet anderszins gebleken. Anders gezegd: als er al sprake is van sparen of reserveren, dan vindt dat plaats door en voor GBK en niet voor individuele leden.
6.3.
Het voorgaande betekent dat de vorderingen van [A] c.s. moeten worden afgewezen.
Proceskosten
6.4.
[A] cs. zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van GBK worden tot op heden begroot op € 746,00 aan salaris gemachtigde (2 punten x tarief € 311,00) en nakosten (€ 124,00).

7.De beoordeling in reconventie

Ten aanzien van de website van GBK

7.1.
GBK stelt dat [A] c.s. tegenover haar onrechtmatig hebben gehandeld door op 24 en 29/30 december 2021 zonder opdracht of toestemming de website van GBK (www.gbkampen.com) offline te halen en/of zich toegang te verschaffen tot de website en/of teksten en foto’s van de website van GBK te verwijderen. Volgens GBK hebben [A] c.s. daarmee het exclusieve recht van GBK geschonden om de website te beheren.
7.2.
[A] c.s. voeren als verweer dat zij daartoe gerechtigd waren, omdat het content betreft die door henzelf is geschreven en daarom ook door hen verwijderd mag worden.
7.3.
De kantonrechter stelt vast dat [C] bij e-mail van 24 december 2021 de inloggegevens van de website van GBK – en daarmee het beheer van de website – aan (de heer [E] van) GBK heeft overgedragen. Nadien hebben [A] c.s. opnieuw content (teksten en e-mailadressen) van de website van GBK verwijderd, waarvoor GBK geen opdracht of toestemming had verleend. Dat zij daarbij gezamenlijk optrokken is niet in geschil.
7.4.
De kantonrechter overweegt dat GBK gemotiveerd heeft toegelicht dat zij met toestemming en zonder enig voorbehoud van [A] c.s. werken van [A] c.s. (teksten en foto's) op haar website heeft geplaatst en dat GBK daarom ingevolge artikel 8 van de Auteurswet als maker van die werken moet worden aangemerkt. Nu [A] c.s. dit onvoldoende hebben betwist, moet worden aangenomen dat de werken van [A] c.s. in naam van GBK en voor haar rekening op de website van GBK zijn geplaatst en dat [A] c.s. dit niet op persoonlijke titel hebben gedaan. Dit betekent dat de sub (I) gevorderde verklaring voor recht toewijsbaar is. Daarbij betrekt de kantonrechter dat het voor de beoordeling van deze vordering niet relevant is dat [A] c.s. toestemming hadden van website-host Jimbo om content van de website van GBK te verwijderen. Bovendien heeft Jimbo haar toestemming gebaseerd op het feit dat [C] destijds nog als beheerder voor GBK stond geregistreerd. De kantonrechter overweegt daarnaast dat het gedrag van [A] c.s. niet los kan worden gezien van de ontstane politieke breuk met GBK en daardoor zelfs rechtstreeks lijkt te zijn ingegeven, hetgeen de onrechtmatigheid van de inbreuk nog eens onderstreept.
Ten aanzien van het verkiezingsprogramma van GBK en Hart voor Kampen
7.5.
GBK stelt dat [A] c.s. inbreuk hebben gemaakt op haar auteursrecht door het (brondocument van het) verkiezingsprogramma 2022-2026 van GBK te kopiëren en te gebruiken voor Hart voor Kampen. Volgens GBK is er sprake van slaafse nabootsing waardoor bij het publiek verwarring is/kan ontstaan.
7.6.
[A] c.s. voeren als verweer dat het verkiezingsprogramma 2022-2026 van GBK vooral het werk van [A] is en dat zij daarom gerechtigd zijn om dit programma ook voor Hart voor Kampen te gebruiken, omdat Hart voor Kampen hetzelfde politieke gedachtegoed huldigt als GBK.
7.7.
Op basis van een vergelijking van het verkiezingsprogramma 2022-2026 van GBK met dat van Hart voor Kampen stelt de kantonrechter vast dat de tekst, stijl, indeling en opmaak van beide verkiezingsprogramma's nagenoeg identiek zijn. Hetgeen hiervoor in 7.4 is overwogen, geldt ook hier. Weliswaar staat vast dat [A] een (wezenlijke) bijdrage heeft geleverd aan de tekst van het verkiezingsprogramma van GBK, maar dat laat onverlet dat GBK als maker van dat werk in de zin van artikel 8 van de Auteursrecht moet worden aangemerkt. [A] c.s. hebben niet gesteld dat [A] een voorbehoud heeft gemaakt als het gaat om de (auteurs)rechten op zijn teksten die in het verkiezingsprogramma van GBK zijn opgenomen en dit is ook niet gebleken. Dat Hart voor Kampen hetzelfde politieke gedachtegoed propageert als GBK maakt niet dat [A] c.s. voor hun nieuwe partij het verkiezingsprogramma van GBK zomaar één-op-één mogen overnemen. In dat verband acht de kantonrechter het van belang dat in het verkiezingsprogramma van GBK op bladzijde 2 in het colofon expliciet staat vermeld dat GBK copyright heeft en auteur is.
Uit het voorgaande volgt dat [A] c.s. inbreuk hebben gemaakt op het auteursrecht van GBK. De sub (II) gevorderde verklaring voor recht is daarom toewijsbaar. Dit geldt ook voor het sub (III) gevorderde. De gevorderde (hoogte van de) dwangsom zal ook worden toegewezen, omdat [A] c.s. daartegen geen apart verweer hebben gevoerd.
Ten aanzien van de Facebook- en Instagrampagina van GBK
7.8.
GBK stelt dat zij rechthebbende is op het beheer van de Facebook- en Instagrampagina Gemeente Belang Kampen en dat [A] c.s. GBK haar dit beheer onrechtmatig hebben ontnomen door deze pagina’s te “kapen” en vervolgens te gebruiken voor Hart voor Kampen.
7.9.
[A] c.s. voeren als verweer dat de Facebook- en Instagramaccounts die voor uitingen van GBK werden gebruikt privébezit/eigendom zijn van [C] en op zijn naam staan. [A] c.s. stellen dat [C] deze pagina’s heeft opgezet, gevuld en bijgehouden met eigen content en dat van overdracht aan GBK geen sprake kan zijn.
7.10.
De kantonrechter overweegt dat een Facebook- en Instagrampagina door merken, bedrijven en organisaties kan worden gebruikt om zichtbaar te zijn en in contact te komen met hun doelgroep. Facebook- en Instagramgebruikers kunnen een pagina ‘volgen’ waardoor zij een update van deze pagina op hun eigen pagina ontvangen. Zij zijn dan volgers van deze pagina. De Facebook- en Instagrampagina wordt aangemaakt vanuit een persoonlijk Facebook- en Instagramaccount en wijziging van de inhoud van de pagina is alleen mogelijk door de beheerder (en door de eventueel door de beheerder aan te wijzen redacteuren). De persoon die de pagina aanmaakt, wordt automatisch de beheerder ervan. Deze beheerder kan zijn functie (rol) overdragen aan een opvolgend beheerder. Wie beheerder is van een pagina is niet (voor iedereen) zichtbaar en de beheerder van de pagina plaatst berichten en updates op de pagina niet uit eigen naam maar uit naam van degene onder wiens vlag wordt geopereerd. De inhoud van de Facebook- en Instagrampagina is openbaar. De kantonrechter neemt tot uitgangspunt dat degene die een pagina aanmaakt in beginsel aanspraak kan maken op het beheer van die pagina. Dit kan anders zijn indien degene die de pagina heeft aangemaakt dat voor of in opdracht van een ander heeft gedaan of wanneer hij moet worden geacht de pagina te hebben overgedragen.
7.11.
Met betrekking tot de Facebook- en Instagrampagina Gemeente Belang Kampen is de kantonrechter van oordeel dat GBK als rechthebbende op het beheer van deze pagina's moet worden aangemerkt en overweegt daartoe als volgt.
7.12.
De Facebookpagina Gemeente Belang Kampen is in 2015 aangemaakt met als doel om GBK als politieke partij te promoten en om in contact te komen met kiezers en sympathisanten. GBK stelt dat de Facebookpagina in haar opdracht door [C] is aangemaakt. Daartoe heeft GBK de volgende feiten en omstandigheden aangevoerd: (1) de Facebookpagina had al vanaf het begin de naam van GBK, (2) de Facebookpagina verwees al vanaf het begin naar allerlei zaken van GBK zoals een verwijzing naar de website van GBK, het kiesprogramma van GBK en een aantal mededelingen van het bestuur van GBK, (3) het bestuur en andere leden van GBK instrueerden wat op de Facebookpagina diende te komen zoals de kerstgroet van 2021, (4) meerdere leden van GBK hadden het beheer van de Facebook zoals [C] , [E] , [A] en [betrokkene 5] , (5) alle berichten zijn namens GBK geplaatst, (6) GBK betaalde de kosten voor de Facebookpagina, (7) GBK betaalde de kosten van mediatrainingen voor haar leden, waaronder Facebook en (8) met [C] is besproken dat zodra hij zou stoppen met social media, er binnen GBK een opvolger zou worden gezocht. Volgens GBK geldt het voorgaande in grote lijnen ook voor de Instagrampagina waarop zij zich vanaf juli 2019 manifesteert. [A] c.s. hebben dit alles onvoldoende gemotiveerd betwist. Daarmee is voldoende vast komen te staan dat [C] het beheer van de Facebook- en Instagrampagina in opdracht van – of in ieder geval ten behoeve van en/of voor GBK – heeft uitgevoerd. De op de pagina geplaatste berichten en updates zijn door [C] als beheerder van de pagina uit naam van GBK geplaatst, en niet uit zijn eigen naam. Het beheer van de Facebookpagina komt naar het oordeel van de kantonrechter toe aan GBK. Het spreekt voor zich dat GBK er als politieke partij belang bij heeft om haar digitale achterban voor zichzelf te houden en dat onduidelijkheid daarover haar schaadt; het aantal mensen dat haar pagina op enig moment volgt is voor haar van publicitaire en electorale waarde. [A] c.s. is daarom gehouden het beheer en de inlog- en toegangscodes aan GBK over te dragen (vgl. de door GBK aangehaalde uitspraken van de rechtbank Rotterdam van 7 maart 2019, ECLI:NL:RBROT:2019:1800 en rechtbank Gelderland van 18 oktober 2019, ECLI:NL:RBGEL:2019:4651).
7.13.
Het voorgaande betekent dat het door GBK gevorderde sub (IV), (V) en (VI) met betrekking tot de Facebook- en Instagrampagina van GBK, op de hierna te vermelden wijze en versterkt met een dwangsom, zal worden toegewezen.
Ten aanzien van de kosten van Facebookpromotie en ICT-support
7.14.
GBK stelt dat zij kosten heeft moeten maken doordat [A] c.s. haar onrechtmatig het beheer had afgenomen van de Facebook- en Instagrampagina Gemeente Belang Kampen. Volgens GBK was zij vanwege de snel naderende gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022 genoodzaakt om een externe, in dit geval Brainpink, in te schakelen die voor haar een nieuwe Facebookpagina heeft gemaakt en promotie heeft uitgevoerd. Daarnaast was het nodig om de website van GBK te laten herstellen en te laten beveiligen, omdat [A] c.s. onder andere content hadden verwijderd en zich eigenhandig toegang hadden verschaft, aldus GBK. GBK vordert vergoeding van deze kosten tot een bedrag van € 6.505,58.
7.15.
Het verband tussen deze kosten en de hiervoor vastgestelde onrechtmatige gedragingen is duidelijk. Nu [A] c.s. tegen (de hoogte van) deze vordering geen apart verweer hebben gevoerd, zal de gevorderde betaling van € 6.505,58 worden toegewezen.
Ten aanzien van de bijdrage voor het jaar 2022
7.16.
GBK stelt dat [A] c.s. op grond van artikel 8 lid 5 van de statuten gehouden zijn om de jaarlijkse bijdrage voor 2022 te betalen, ondanks het feit dat hun lidmaatschap op 19 februari 2022 is beëindigd. [A] c.s. betwisten dit.
7.17.
Artikel 8 lid 5 van de statuten van GBK luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar eindigt, blijft desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel door het lid verschuldigd.
7.18.
Naar de letter van deze bepaling heeft GBK strikt genomen gelijk, aangezien het lidmaatschap van [A] c.s. formeel pas na de jaarwisseling ten einde kwam. Gelet op de context en het feitelijke verloop van de ontstane politieke breuk, in het bijzonder het gegeven dat het initiatief tot de uitsluiting uitging van GBK en het bestuur van GBK het besluit daartoe reeds op 27 december 2021 had genomen (met de bedoeling om het per direct in te laten gaan), is de kantonrechter echter van oordeel dat het ook voor 2022 nog moeten afdragen van de jaarlijkse bijdrage naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. De kantonrechter zal daarom de vorderingen sub (VIII) t/m (XI) afwijzen.
Proceskosten
7.19.
Ten aanzien van het deel van de vorderingen dat betrekking heeft op de inbreuk van [A] c.s. op het auteursrecht van GBK vordert GBK ex artikel 1019h Rv vergoeding van de werkelijke proceskosten tot een bedrag van € 5.100,37. [A] c.s. zullen evenwel op basis van het liquidatietarief worden veroordeeld in de proceskosten. Daartoe overweegt de kantonrechter dat het geschil in de kern geen typische IE-kwestie is maar de afwikkeling van een relatie-breuk betreft. De kosten aan de zijde van GBK worden dan ook begroot op € 622,00 aan salaris gemachtigde (2 punten x tarief € 311,00).

8.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
8.1.
wijst de vorderingen van [A] c.s. af;
8.2.
veroordeelt [A] c.s. hoofdelijk, in die zin dat als de één betaalt de anderen in zoverre zullen zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van GBK tot op heden begroot op € 746,00;
in reconventie
8.3.
verklaart voor recht dat [A] c.s. tegenover GBK onrechtmatig hebben gehandeld door de website van GBK offline te halen en/of zich toegang te verschaffen tot de website van GBK en/of teksten en foto’s van de website van GBK te verwijderen;
8.4.
verklaart voor recht dat [A] c.s. inbreuk hebben gemaakt op het auteursrecht van GBK op teksten in het verkiezingsprogramma van GBK;
8.5.
beveelt [A] c.s., gezamenlijk dan wel ieder voor zich, met onmiddellijke ingang vanaf de datum van betekening van dit vonnis iedere handeling waardoor inbreuk wordt gemaakt op het auteursrecht van GBK, of welke anderszins onrechtmatig is jegens GBK, te staken en gestaakt te houden en daarbij met name (maar niet uitsluitend) ieder gebruik van teksten, kopjes en indeling van het verkiezingsprogramma van GBK te staken en gestaakt te houden, op straffe van een aan GBK te verbeuren dwangsom van € 5.000,00 per overtreding, te verhogen met een bedrag van € 500,00 voor elke dag en/of dagdeel dat de overtreding voortduurt, met een maximum van € 50.000,00;
8.6.
verklaart voor recht dat [A] c.s. tegenover GBK onrechtmatig hebben gehandeld door GBK het beheer te ontnemen van de Facebookpagina van GBK, welke momenteel de naam Hart voor Kampen heeft, en de Instagrampagina van GBK, welke momenteel de naam Hart voor Kampen heeft;
8.7.
verbiedt [A] c.s., gezamenlijk dan wel ieder voor zich, met onmiddellijke ingang vanaf de datum van betekening van dit vonnis te beheren de Facebookpagina van GBK, welke momenteel de naam Hart voor Kampen heeft, en de Instagrampagina van GBK, welke momenteel de naam Hart voor Kampen heeft, op straffe van een aan GBK te verbeuren dwangsom van € 2.500,00 per overtreding, te verhogen met een bedrag van € 500,00 voor elke dag en/of dagdeel dat de overtreding voortduurt, met een maximum van € 25.000,00;
8.8.
veroordeelt [A] c.s. om GBK binnen drie dagen na betekening van dit vonnis in staat te stellen weer het beheer te kunnen voeren van de Facebookpagina van GBK, welke momenteel de naam Hart voor Kampen heeft, en de Instagrampagina van GBK, welke momenteel de naam Hart voor Kampen heeft, waaronder het verschaffen van inlogcodes en wachtwoorden, op straffe van een aan GBK te verbeuren dwangsom van € 2.500,00, te verhogen met een bedrag van € 500,00 voor elke dag en/of dagdeel dat [A] c.s geen uitvoering geven aan deze veroordeling, met een maximum van € 25.000,00;
8.9.
veroordeelt [A] c.s. hoofdelijk, in die zin dat als de een betaalt de anderen in zoverre zullen zijn bevrijd, aan GBK te betalen het bedrag van € 6.505,58;
8.10.
veroordeelt [A] c.s. hoofdelijk, in die zin dat als de een betaalt de anderen in zoverre zullen zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van GBK tot op heden begroot op € 622,00;
in conventie en in reconventie
8.11.
verklaart 8.2, 8.5, 8.7, 8.8, 8.9 en 8.10 uitvoerbaar bij voorraad;
8.12.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Koene, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 16 augustus 2022. (PS)
(KA(O)