ECLI:NL:RBOVE:2022:2267

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
4 augustus 2022
Publicatiedatum
3 augustus 2022
Zaaknummer
71.008629.22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorbereiding van mensensmokkel door verkoop van buitenboordmotoren aan smokkelaars

Op 4 augustus 2022 heeft de Rechtbank Overijssel een 26-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden voor het voorbereiden van mensensmokkel. De verdachte verkocht buitenboordmotoren aan mensensmokkelaars, die deze motoren gebruikten voor rubberboten om vluchtelingen naar Engeland te smokkelen. Ondanks zijn eigen ervaringen als vluchteling, droeg de man bij aan de instandhouding van een illegaal circuit dat misbruik maakt van de kwetsbare positie van vluchtelingen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de tenlastelegging, die onder andere het verwerven van rubberboten en zwemvesten omvatte. De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele onderdelen van de tenlastelegging, zoals een auto en opslag bij een bedrijf, omdat deze niet bestemd waren voor mensensmokkel. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het gepleegd was, en legde een gevangenisstraf op die volledig in de penitentiaire inrichting moet worden uitgezeten. De rechtbank verklaarde ook verschillende in beslag genomen voorwerpen verbeurd, waaronder een personenauto en een telefoontoestel, omdat deze gebruikt waren bij het plegen van het strafbare feit.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 71.008629.22 (P)
Datum vonnis: 4 augustus 2022
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1996 te [geboorteplaats] (Irak),
wonende aan [adres] ,
nu verblijvende in de P.I. Rotterdam.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 21 juli 2022.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. G. Wilbrink en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. M.C. Levy, advocaat in Rotterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 12 juni 2021 tot en met 11 januari 2022 mensensmokkel heeft voorbereid door onder andere rubberboten, buitenboordmotoren en zwemvesten te verwerven of voorhanden te hebben.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Hij op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 12 juni 2021 tot en met 11 januari 2022 te Nieuwleusen en/of Hoogeveen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en) ter voorbereiding van het misdrijf om personen- behulpzaam te zijn bij het zich verschaffen van toegang tot en/of doorreis door en/of- (uit winstbejag) behulpzaam te zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Groot-Brittannië en/of een (andere) lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen, in elk geval een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaaden/of hen (telkens) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen hadden te vermoeden dat die toegang en/of die doorreis en/of dat verblijf wederrechtelijk was, hetgeen een misdrijf is als strafbaar gesteld in artikel 197a van het Wetboek van Strafrecht,
door opzettelijk voorwerpen en/of vervoersmiddel(en) en/of een ruimte, bestemd tot het begaan van dat misdrijf heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, te weten- een of meer rubberbo(o)t(en) en/of- een boottrailer en/of- buitenboordmotor(en) en/of- reddings/zwemvesten en/of- een of meer niet op zijn naam gestelde reisdocumenten en/of- een auto (Ford Focus voorzien van kenteken [kenteken] ) en/of- een opslag bij het bedrijf [bedrijf] .

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden, met uitzondering van de opslag bij het bedrijf [bedrijf] en de auto. Deze zaken waren niet bestemd voor mensensmokkel.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw stelt zich op het standpunt dat het merendeel van de ten laste gelegde handelingen wettig en overtuigend bewezen kunnen worden. De raadsvrouw stelt dat de boottrailer, de auto, de opslag bij het bedrijf [bedrijf] en de reisdocumenten niet bestemd waren voor mensensmokkel. Van deze onderdelen moet verdachte vrijgesproken worden.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan.
De rechtbank zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, omdat verdachte het feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit (artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering). [1]
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 21 juli 2022;
  • het proces-verbaal van bevindingen ‘Onderzoek inbeslaggenomen goederen bij [bedrijf] , Hoogeveen’, opgemaakt op 17 januari 2022, pagina’s 920 tot en met 927;
  • het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming woning [adres] , inclusief beslaglijst, opgemaakt op 17 januari 2022, pagina’s 928 tot en met 930;
  • het proces-verbaal van bevindingen ‘Reisbeweging Ford Focus op 01-11-2021 naar [bedrijf] , Hoogeveen’, opgemaakt op 8 december 2021, pagina’s 428 tot en met 435;
  • het proces-verbaal van bevindingen ‘Reisbeweging Ford Focus op 03-12-2021 naar de Markt, Hoogeveen’, opgemaakt op 23 december 2021, pagina’s 487 tot en met 494.
De rechtbank overweegt dat de boottrailer, de auto en de opslag bij het bedrijf [bedrijf] niet bestemd waren voor de uitvoering van het misdrijf dat verdachte heeft voorbereid; mensensmokkel. In artikel 46 Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) wordt voorbereiding van een misdrijf strafbaar gesteld wanneer de dader ruimten of vervoermiddelen
“bestemd tot het begaan van dat misdrijf”verwerft of voorhanden heeft. Het gaat dus niet om ruimten of vervoermiddelen die bij de voorbereiding zelf worden gebruikt (HR 12 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ1956). De rechtbank zal verdachte van deze onderdelen vrijspreken.
De rechtbank overweegt ten aanzien van het voorhanden hebben van de in de tenlastelegging genoemde reisdocumenten het volgende. Verdachte heeft verklaard dat hij deze documenten voorhanden had omdat een mensensmokkelaar deze documenten, al dan niet bewust, bij verdachte heeft achter gelaten. Verdachte heeft deze documenten vervolgens voor die persoon bewaard. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat het een feit van algemene bekendheid is dat er valse/vervalste reisdocumenten worden gebruikt bij mensensmokkel en dat hij dat ook weet. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte deze reisdocumenten voorhanden had, terwijl deze bestemd waren voor het misdrijf mensensmokkel.
Ten aanzien van de tekst van de tenlastelegging overweegt de rechtbank ten slotte nog het volgende. Ten laste is gelegd voorbereidingshandelingen van mensensmokkel. De steller van de tenlastelegging heeft in de tenlastelegging de tekst van artikel 197a lid 1 en lid 2 Sr opgenomen. Hierdoor is in de tenlastelegging de zinsnede opgenomen “
terwijlverdachte en zijn mededader(s)wist(en) of ernstige redenen hadden te vermoeden dat die toegang en/of die doorreis en/of dat verblijf wederrechtelijk was”. Gelet op de inhoud van de tenlastelegging in combinatie met het verhandelde ter zitting begrijpt de rechtbank deze zinsnede aldus dat de (onbekend gebleven)
plegersvan de mensensmokkel, die door verdachte werd voorbereid, wetenschap dienen te hebben van de wederrechtelijkheid van die toegang, die doorreis en/of dat verblijf. De rechtbank zal de tenlastelegging in die zin aanpassen. Verdachte is hiermee niet in zijn belangen geschaad.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
Hij in de periode van 12 juni 2021 tot en met 11 januari 2022 in Nederland, ter voorbereiding van het misdrijf om personen- behulpzaam te zijn bij het zich verschaffen van toegang tot en/of doorreis door en/of- uit winstbejag behulpzaam te zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Groot-Brittannië of een lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen, in elk geval een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaaden hen telkens daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, terwijl de plegers van dit misdrijf wisten of ernstige redenen hadden te vermoeden dat die toegang en/of die doorreis en/of dat verblijf wederrechtelijk was, hetgeen een misdrijf is als strafbaar gesteld in artikel 197a van het Wetboek van Strafrecht,
opzettelijk voorwerpen en vervoersmiddelen bestemd tot het begaan van dat misdrijf heeft verworven en voorhanden heeft gehad, te weten- rubberboten en- buitenboordmotoren en- reddings/zwemvesten en- niet op zijn naam gestelde reisdocumenten.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 46 en 197a Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf:
voorbereiding van mensensmokkel, meermalen gepleegd.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert verdachte te veroordelen tot een gevangenisstaf van achttien maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw stelt zich op het standpunt dat de rechterlijke toetsing voor het opvragen van historische verkeersgegevens ontbreekt, ze verwijst daarbij naar het Prokuratuur arrest (ECLI:EU:C:2020:18). Dit vormverzuim moet volgens de raadsvrouw leiden tot compensatie in de strafmaat. De raadsvrouw bepleit het opleggen van een gevangenisstraf van twaalf maanden waarbij het onvoorwaardelijke deel van de straf gelijk is aan het voorarrest, met de standaard proeftijd van twee jaren.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
De rechtbank houdt bij de strafoplegging rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank zal geen rekening houden met het door de raadsvrouw aangedragen vormverzuim, omdat de rechtbank de historische printgegevens van verdachte, waar het vormverzuim zich volgens de raadsvrouw voordoet, niet als bewijs gebruikt.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorbereiden van mensensmokkel. Hij verkocht onder andere buitenboordmotoren aan mensensmokkelaars. De rechtbank acht het op basis van de inhoud van het dossier aannemelijk dat het gaat om enkele tientallen buitenboordmotoren. Deze motoren waren bestemd voor rubberboten die worden ingezet voor het smokkelen van vluchtelingen naar Engeland. Vluchtelingen proberen vanaf het vaste land van Europa over het Kanaal naar Engeland te varen. Het Kanaal is de drukst bevaren vaarroute ter wereld en dergelijke rubberboten zijn geen zeewaardige vaartuigen. De overtocht is levensgevaarlijk en loopt in veel gevallen fataal af. Mensensmokkel is een zeer kwalijk feit, waarbij mensen als handelswaar worden gezien waarmee geld te verdienen valt en waarmee het Europese asielbeleid wordt ondermijnd. Verdachte heeft, ondanks zijn eigen traumatische ervaringen als vluchteling, bijgedragen aan de instandhouding van dit illegale circuit, waarbij vaak misbruik gemaakt wordt van de kwetsbare positie van vluchtelingen. De vreemdelingen zijn bereid grote risico’s te nemen en betalen forse bedragen aan de smokkelaars. Verdachte kende de smokkelaars met wie hij samenwerkte van zijn eigen smokkelpogingen naar Engeland.
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 23 maart 2022. Verdachte is niet eerder voor soortgelijke feiten veroordeeld.
De rechtbank heeft bovendien het reclasseringsrapport van 7 juni 2022 bij haar oordeel betrokken. Verdachte heeft er bij de reclassering en ter zitting blijk van gegeven dat hij de strafwaardigheid van zijn handelen inziet. Voor herhaling wordt niet gevreesd. De rechtbank ziet daarom geen meerwaarde in het opleggen van een deels voorwaardelijke straf.
Gelet op de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is gepleegd acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden met aftrek van het voorarrest passend en geboden.
De tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
Verdachte heeft tijdens de zitting afstand gedaan van alle inbeslaggenomen zwemvesten, grondplaten, rubberboten, de buitenboordmotor en boottrailer.
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de telefoon en de auto moeten worden onttrokken aan het verkeer, omdat deze zijn gebruikt bij het plegen van het ten laste gelegde feit. De geldbedragen kunnen terug naar verdachte, omdat niet is vastgesteld dat verdachte dit geld heeft verdiend door het plegen van het strafbare feit.
De raadsvrouw verzoekt de telefoon aan verdachte terug te geven, omdat verdachte via die telefoon nauwelijks relevante gesprekken heeft gevoerd over het ten laste gelegde. De auto moet, volgens de raadsvrouw, worden teruggeven aan de partner van verdachte, omdat het goed niet onder de tenlastelegging valt.
De rechtbank is van oordeel dat de telefoon, de personenauto en de geldbedragen verbeurd moeten worden verklaard. Voor de telefoon en auto geldt dat het voorwerpen betreffen met behulp waarvan het feit is begaan of voorbereid.
De geldbedragen betreffen voorwerpen die aan verdachte toebehoren en die hij ten eigen bate kan aanwenden en die geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van het strafbare feit zijn verkregen. Verdachte kreeg contant betaald voor zijn ‘diensten’ en droeg het geld bij zich in zijn kleding. Verdachte heeft verklaard dat hij ook legaal verkregen geld (zwart loon) contant ontvangen heeft en ook zo over contant geld kon beschikken. Ook al is door vermenging niet meer vast te stellen of de inbeslaggenomen bankbiljetten specifiek verkregen zijn door levering van goederen bestemd voor de mensensmokkel, zal de rechtbank het inbeslaggenomen geld verbeurd verklaren.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 33, 33a en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
voorbereiding van mensensmokkel, meermalen gepleegd;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
twaalf maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
de in beslag genomen voorwerpen
-
verklaart verbeurdde in beslag genomen voorwerpen, op de beslaglijst genoemd onder:
  • Nummer 1. Personenauto [kenteken] (PL2700-22-002768-17 Ford focus Bijzonderheden codering IBN C.1, zilver, merk: Ford, chassisnr: [nummer] )
  • Nummer 8. Telefoontoestel (PL2700-22-002768-1, grijs, merk: Apple)
  • Nummer 9. 300 EUR (PL2700-22-002768-23 bankbiljetten 3 x 100)
  • Nummer 10. 40 EUR (PL2700-22-002768-25 bankbiljetten 2 x 40)
  • Nummer 11. 150 EUR (PL2700-22-002768-24 bankbiljetten 3 x 50 euro)
  • Nummer 12. 10 EUR (PL2700-22-002768-26 bankbiljet 1 x 10 euro)
  • Nummer 13. 1 EUR (PL2700-22-002768-27 munt 1 x 1 euro).
Dit vonnis is gewezen door mr. S.K. Huisman, voorzitter, mr. C.J. Sangers-de Jong en mr. J.T. Pouw, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Y.W. van den Bosch, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 4 augustus 2022.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het politiedossier onderzoek 27KAREELA, onderzoeksnummer 27FCF210011 en het beslagdossier. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.