ECLI:NL:RBOVE:2022:2260
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Eervol ontslag op grond van artikel 8:8 CAR/UWO en de toepassing van ontslaggronden bij een impasse
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 2 augustus 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de gemeente Borne en een medewerker die eervol ontslag had gekregen. De medewerker, eiser, was sinds 1 november 2018 in dienst als medewerker bouwkundig toezicht. Na verschillende functioneringsgesprekken en een ontwikkelassessment, waarbij de leidinggevende twijfels had over zijn functioneren, werd op 12 december 2019 het ontslag verleend op basis van artikel 8:8 van de CAR/UWO. Eiser maakte bezwaar tegen dit besluit, maar de gemeente verklaarde het bezwaar ongegrond. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een verstoorde arbeidsrelatie en dat herplaatsing niet mogelijk was. De rechtbank concludeerde dat de ontslaggrond terecht was toegepast, omdat er geen uitzicht meer was op herstel van de samenwerking. Eiser had onvoldoende gereageerd op de verwijten en er waren geen pogingen ondernomen om de verhoudingen te herstellen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en het bestreden besluit bleef in stand.