4.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen – waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt – wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
zij op 21 december 2021 te Hardenberg als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de Meijerstraat, aanmerkelijk onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
- terwijl de voorruit van de door verdachte bestuurde personenauto niet of gedeeltelijk ijsvrij was (gemaakt) en/of deze voorruit beslagen/bewasemd was en
- terwijl het zicht door die (voor)ruit werd belemmerd en
- terwijl verdachte ter plaatse bekend was en
- terwijl verdachte enige tijd voor haaientanden als bedoeld in artikel 80 van Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, inhoudende: “Bestuurders moeten voorrang verlenen aan de bestuurders op de kruisende weg”, had gewacht, welke haaientanden op het wegdek voor de kruisende weg, de Van Uterwyckallee, waren aangebracht,
- onvoldoende heeft opgelet op het (tegemoetkomende) verkeer en de verkeerssituatie ter plaatse en
- bij het afslaan naar links, teneinde de Van Uterwyckallee op te rijden, zich niet ervan heeft vergewist dat tegemoetkomend verkeer aanwezig was en
- bij het afslaan naar links in strijd met artikel 18 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een haar op dezelfde weg dan wel rijbaan tegemoetkomende voetgangster en fietser niet heeft laten voorgaan en
- in aanrijding is gekomen met voornoemde voetgangster en fietser en
- na voornoemde aanrijding niet is gestopt, maar is doorgereden over (de benen van) voornoemde fietser,
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.