In deze zaak hebben eiseressen, werkzaam als behandelfunctionaris Administratief Beroep bij de Belastingdienst, bezwaar gemaakt tegen de indeling van hun werkzaamheden in groepsfunctie C. De rechtbank Overijssel heeft op 18 juli 2022 uitspraak gedaan in deze bestuursrechtelijke procedure. De eiseressen stelden dat hun werkzaamheden, waaronder telefonische gesprekken met belastingplichtigen, als 'horen' in de zin van artikel 7:16 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moeten worden aangemerkt, wat hen recht zou geven op indeling in de hogere groepsfunctie E. De rechtbank oordeelde dat de telefonische gesprekken, die essentieel zijn voor de beoordeling van administratieve beroepen, inderdaad als 'horen' moeten worden gekwalificeerd. Dit betekent dat de eiseressen voldoen aan de eisen voor indeling in groepsfunctie E, omdat zij ook werkzaamheden uit fase 3 van deze functie verrichten. De rechtbank vernietigde de bestreden besluiten van de staatssecretaris van Financiën en droeg hem op nieuwe besluiten te nemen, waarbij de indeling in groepsfunctie E met terugwerkende kracht moet worden toegepast. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van de eiseressen.