Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De feiten
22 december 2021 [C] , [D] en [F] , tevens echtgenoot van [C] . [F] heeft daarbij de dagelijkse leiding over het bedrijf.
3.Het verzoek: ontbinding van de arbeidsovereenkomst en een loonvordering
(8 maanden x € 802,70 =) € 6.421,60 bruto.
5.De beoordeling
van het verzoek en het tegenverzoek m.b.t. de verzochte ontbinding
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). Een dergelijke situatie doet zich hier niet voor. Daarover wordt het volgende overwogen.
€ 1.087,86. De navolgende bedragen aan loon en wettelijke verhoging zijn daarom toewijsbaar:
€ 1.087,86 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is beëindigd, 1 juli 2022.
€ 2.350,00 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 1 augustus 2022 tot aan de dag van de gehele betaling indien dit bedrag niet voor 1 augustus 2022 voldaan is;
€ 1.087,86 bruto per maand vanaf 1 april 2022 tot 1 augustus 2022;
€ 693,00 aan verschuldigd griffierecht;