ECLI:NL:RBOVE:2021:703
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het duurzaam ontbreken van arbeidsvermogen in het kader van de Wajong-uitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 17 februari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) over de toekenning van een Wajong-uitkering. Eiser, geboren op 19 mei 2000, heeft het Parry-Rombergsyndroom, wat leidt tot cognitieve, visuele en fysieke beperkingen. Eiser heeft in het verleden verschillende aanvragen voor een beoordeling van zijn arbeidsvermogen ingediend, maar het UWV heeft hem niet in aanmerking gebracht voor een Wajong-uitkering, omdat het ontbreken van arbeidsvermogen niet duurzaam zou zijn. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen geschil is over het feit dat eiser geen arbeidsvermogen heeft, maar dat partijen verdeeld zijn over de vraag of dit ontbreken duurzaam is. De rechtbank heeft de argumenten van eiser en het UWV tegen elkaar afgewogen. Eiser stelt dat hij duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft, terwijl het UWV meent dat er in de toekomst mogelijkheden zijn voor ontwikkeling van arbeidsvermogen.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het UWV voldoende onderbouwing heeft gegeven voor de stelling dat het ontbreken van arbeidsvermogen niet duurzaam is. De rechtbank heeft daarbij gekeken naar de medische situatie van eiser, de begeleiding die hij ontvangt en de mogelijkheden voor ontwikkeling van zijn vaardigheden. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen reden is om aan te nemen dat de mogelijkheden tot ontwikkeling zo gering zijn dat dit op voorhand uitgesloten is. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.