ECLI:NL:RBOVE:2021:4640

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 december 2021
Publicatiedatum
9 december 2021
Zaaknummer
08-007126-85
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een 66-jarige man na ernstige misdrijven

Op 9 december 2021 heeft de Rechtbank Overijssel de terbeschikkingstelling van een 66-jarige man verlengd met twee jaar. De man, die sinds 1986 onder de maatregel valt na een veroordeling voor poging tot doodslag en bedreiging, verblijft momenteel in de FPC de Pompestichting. De rechtbank heeft de vordering tot verlenging van het Openbaar Ministerie beoordeeld, waarbij de veiligheid van anderen en het recidivegevaar van de terbeschikkinggestelde centraal stonden. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende rapportages van deskundigen, waaronder psychologen en psychiaters, die het recidivegevaar als hoog inschatten. De terbeschikkinggestelde heeft in het verleden stappen in de goede richting gezet, maar blijft kwetsbaar en afhankelijk van een beveiligde omgeving. De rechtbank concludeert dat de maatregel moet worden verlengd om de veiligheid van de samenleving te waarborgen. De beslissing is genomen na een zorgvuldige afweging van de adviezen van deskundigen en de omstandigheden van de terbeschikkinggestelde.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08-007126-85
Datum uitspraak: 9 december 2021
Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[betrokkene]
geboren op [geboortedatum] 1955, te [geboorteplaats] ,
verblijvende bij de FPC de Pompestichting, LFPZ, Brand 75 te Zeeland
hierna te noemen: de terbeschikkinggestelde.

1.De aanleiding

Bij vonnis van 3 januari 1986 van de rechtbank Almelo is de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege opgelegd (hierna: de maatregel), na bewezenverklaring van de misdrijven:
- poging tot doodslag;
- bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
De maatregel is ingegaan op 12 februari 1986. De maatregel is voor de laatste keer verlengd
op 8 augustus 2019 door de rechtbank Overijssel en eindigt, behoudens nadere voorziening,
op 10 juli 2021.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:
  • het op 13 april 2021 door mw. E.P.M.T. Brouns, directeur patiëntenzorg psychiater, plaatsvervangend hoofd van de instelling en drs. L. Aa-Van Schijndel, behandelcoördinator/GZ-psycholoog BIG Pompestichting LFPZ Zeeland opgestelde advies verlenging terbeschikkingstelling;
  • een afschrift van de wettelijke aantekeningen over de periode van 23 juli 2019 tot en met 1 september 2021;
  • een (ongedateerd) afschrift van een verslag van de op 15 april 2021 gehouden zorgconferentie;
Daarnaast heeft de rechtbank kennis genomen van:
  • de Pro Justitia rapportage van 26 juli 2021, opgemaakt en ondertekend door dr. W.F. van Kordelaar, klinisch psycholoog;
  • de Pro Justitia rapportage van 26 juli 2021, opgemaakt en ondertekend door J.R. Nijdam, psychiater.

3.De procedure

De officier van justitie heeft op 3 juni 2021 een vordering ingediend tot verlenging van bovenvermelde termijn met twee jaren.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzittingen van 15 juli 2021, 2 september 2021 en 25 november 2021.
De rechtbank heeft op de terechtzitting van 25 november 2021 gehoord:
  • de terbeschikkinggestelde, via een Skype-verbinding aanwezig, bijgestaan door zijn raadsman mr. J. Anker, advocaat te Leeuwarden;
  • de officier van justitie mr. K. de Valk;
  • mevrouw Aa-van Schijndel, voornoemd, via een Skype-verbinding aanwezig, als deskundige.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaren. De officier van justitie stoelt zijn vordering op de adviezen van de kliniek, de psycholoog en de psychiater. De officier van justitie benadrukt daarbij dat het recidivegevaar volgens de deskundigen onverminderd hoog is. De terbeschikkinggestelde is afhankelijk van een verblijf in een beveiligde omgeving. De officier van justitie verzet zich tegen een verlenging van één jaar omdat voor de in gang gezette stappen meer tijd nodig is en in dat verband verlenging met één jaar niet productief zal zijn.
De terbeschikkinggestelde en zijn raadsman vinden dat de maatregel verlengd kan worden op basis van het wettelijk criterium, maar hebben bezwaar tegen een verlenging met twee jaren.
De terbeschikkinggestelde zelf heeft ter zitting te kennen gegeven dat hij in zijn huidige situatie geen kwaliteit van leven heeft. Hij voelt zich opgesloten, kan zich niet ontplooien en voelt zich ongelukkig. Het is voor hem belangrijk dat er meer duidelijkheid komt over een eventueel vervolg bij Trajectum. Hij vreest dat, wanneer hij een verlenging van twee jaren krijgt, het in gang zetten van eventuele vervolgstappen (bijvoorbeeld plaatsing bij Trajectum) onnodig lang zal gaan duren.
De raadsman heeft ter zitting bepleit dat er in de zaak van de terbeschikkinggestelde argumenten zijn om de verlenging van de maatregel, ondanks het advies van de deskundigen, te beperken tot één jaar. De maatregel in deze zaak duurt al 35 jaar. Dat maakt dat de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit meer op de voorgrond komen. De raadsman heeft verder te kennen gegeven dat het in de jaren 2015 tot en met 2018 relatief goed ging met de terbeschikkinggestelde en dat destijds de mogelijkheid van een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel ter sprake is geweest. Door de gebeurtenissen van 1 mei 2019 is het zover echter niet gekomen. Uit de aanvullende rapporten van externe onafhankelijke deskundigen blijkt dat plaatsing in de LFPZ vanuit het oogpunt van veiligheid niet nodig is. Ook de kliniek zelf heeft inmiddels een verlaging van het beveiligingsniveau doorgevoerd. Ook is begeleid verlof aangevraagd en is het CCE druk doende een woonprofiel voor terbeschikkinggestelde op te stellen. Tot slot wijst de raadsman er op dat er de afgelopen twee jaren geen incidenten zijn geweest. De terbeschikkinggestelde stelt zich goed op en gedraagt zich goed binnen de kliniek.
Kort en goed stelt de raadsman dat er sprake is van nieuwe ontwikkelingen rondom de terbeschikkinggestelde die maken dat een verlenging van de maatregel van één jaar op zijn plaats zou zijn. Voor de terbeschikkinggestelde zal verlenging van één jaar het nodige perspectief bieden en hem (nog) meer motiveren.

3.De beoordeling

De vordering is op 3 juni 2021 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek
van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
Het advies van de instelling
De terbeschikkinggestelde is een zwakbegaafde/licht verstandelijk beperkte man met een zwak gestructureerde en kwetsbare identiteit. Er is sprake van een gemengde persoonlijkheidsstoornis met voornamelijk paranoïde en schizoïde kenmerken. Daarnaast is hij bekend met kortdurende, terugkerende psychotische decompensaties bij oplopende angst, spanningen en stress. Tevens is er sprake van verslavingsproblematiek (alcohol en cannabis). Tijdens de behandeling in het kader van de terbeschikkingstelling is er tweemaal sprake geweest van ernstige recidive. Gebleken is dat, indien er behandeldruk en dan met name resocialisatiedruk wordt opgelegd, de terbeschikkinggestelde meer beheersing en structuur afdwingt (ook door toenemend delictgevaar).
Gedurende zijn verblijf in De Voorde lijkt hij, na jarenlange behandeling, enige stappen vooruit te maken. Echter, op 1 mei 2019 mislukt ook deze resocialisatiepoging wanneer de terbeschikkinggestelde op geleide van een conflict met een medebewoner zich onttrekt aan de begeleiding en overgaat tot middelengebruik. Hij weet op dergelijke momenten de besproken vaardigheden/voornemens vanuit de therapie/behandeling niet te generaliseren. Dit resulteert in een blijvend hoog risico tot terugval in gewelddadig gedrag wanneer terbeschikkinggestelde op zichzelf is aangewezen zonder externe begeleiding.
Op 27 februari 2020 volgt plaatsing binnen de LFPZ te Zeeland waar de terbeschikkinggestelde tot op heden verblijft. De terbeschikkinggestelde zelf kan zich niet vereenzelvigen met plaatsing binnen de LFPZ. In dat kader wordt om een zorgconferentie verzocht en gepland op 15 april 2021.
De kernproblematiek is onvoldoende behandelbaar gebleken en staat nog immer op de voorgrond. De terbeschikkinggestelde is voor wat betreft risicohantering thans volledig afhankelijk van verblijf binnen een beveiligde omgeving. Dit maakt dat het risico op recidive nog immer als onveranderd hoog wordt ingeschat. Waar de zorgconferentie mogelijk perspectief kan bieden voor een plaatsing elders dan de LFPZ, is de verwachting dat de terbeschikkinggestelde nog immer, mogelijk blijvend, afhankelijk zal zijn van externe begeleiding, beveiliging en controle ten behoeve van het couperen van het delictgevaar. Derhalve wordt geadviseerd de tbs-maatregel te verlengen voor de duur van twee jaren.
Ter zitting heeft de deskundige toegelicht dat er is gesproken over het doen van een aanvraag bij Trajectum. Volgens de deskundige moet er in aanloop naar een daadwerkelijke aanvraag bij Trajectum eerst sprake zijn van goedgekeurd begeleid verlof en moet het verloop van dat verlof vervolgens een periode worden gemonitord. De interne commissie is akkoord met begeleid verlof, en de aanvraag ligt nu voor bij de landelijke toetsingscommissie. De deskundige verwacht dat daar in de eerste maanden van 2022 een beslissing op zal komen. Het is volgens de deskundige van groot belang om ten aanzien van de aanvraag bij Trajectum zorgvuldig te werk te gaan, zeker met het oog op het voorval in mei 2019. Vervolgens zal de LFPZ status van terbeschikkinggestelde moeten worden opgeheven, moet transmuraal verlof worden aangevraagd en tot slot moet er gekeken worden welke plek bij Trajectum geschikt is voor terbeschikkinggestelde. Mogelijk geldt een wachtlijst. De deskundige schat in dat dit traject zeker driekwart jaar in beslag zal nemen. De deskundige handhaaft dan ook het gegeven advies van een verlenging van twee jaren. De deskundige benadrukt dat er qua snelheid niets verandert. De kliniek ziet en erkent de belangen van de terbeschikkinggestelde en spant zich daar voor in.
Het advies van de psycholoog
Ten aanzien van het recidiverisico geeft de psycholoog aan dat riskante situaties kunnen ontstaan als de terbeschikkinggestelde zijn evenwicht onverhoeds verstoord raakt. Dat kan gebeuren na een onopgemerkte spanningsopbouw leidend tot psychologisch isolement waarin hij gedrag van anderen verkeerd inschat en waarin niet veel hoeft te gebeuren om het evenwicht te verliezen en tot handelen te komen. Het kan ook gebeuren als de terbeschikkinggestelde onverhoeds te dealen heeft met een gebeurtenis die hem scherp uit evenwicht brengt.
De psycholoog wijst er in het kader van de risicoprognose op dat deze voorbij gaat aan het gegeven dat de terbeschikkinggestelde jarenlang goed heeft gefunctioneerd in de longcare-omgeving van De Voorde en dat de onttrekking heeft plaatsgevonden toen hij daar alweer bijna een jaar weg was. De ingrediënten voor verantwoord risicomanagement zijn onder andere een voorspelbare verblijfsomgeving met inzicht in verstandelijke beperkingen en de uitingsvormen daarvan in het functioneren van de terbeschikkinggestelde en de daarbij passende op zijn persoon afgestemde supportieve bejegening die terug te vinden is in het activiteitenprogramma en de dagstructuur. Uit het onderzoek van de psycholoog komt naar voren dat de LFPZ-plaatsing vanuit het oogpunt van beveiliging niet nodig is. Wel zal het realiseren van een adequaat alternatief tijd vergen, reden waarom de status vooralsnog gehandhaafd zal moeten worden.
Inzake advisering over verlenging van de tbs-maatregel valt volgens de psycholoog niet in te zien dat binnen twee jaar een wijziging van het tbs-kader aan de orde zal kunnen zijn. De psycholoog adviseert daarom de tbs-maatregel met twee jaren te verlengen. Wel beveelt de psycholoog aan om de casus van de terbeschikkinggestelde in bespreking te brengen met Trajectum om te kijken of hij doorgeplaatst kan worden (op langere termijn) naar forensisch beschermd wonen.
Het advies van de psychiater
Het recidiverisico wordt als hoog (geweldsdelict) en als matig tot hoog (seksueel delict) geacht als er geen adequaat hulpverleningsnetwerk en externe structuur aanwezig zou zijn. Het risico op geweld in bredere zin moet zonder het huidige kader als hoog worden beschouwd.
Volgens de psychiater is uitplaatsing naar een long-care voorziening op dit moment niet mogelijk omdat de terbeschikkinggestelde nog geen verlofkader heeft en er ook geen concrete instelling beschikbaar is waar de terbeschikkinggestelde naar toe zou kunnen worden overgeplaatst. Op langere termijn zou dit wel mogelijk kunnen zijn, waarbij specifiek aan een plaatsing binnen Trajectum wordt gedacht. Indien dit traject helder is, komt beëindigen van de long-stay status in zicht. Op langere termijn lijkt verblijf binnen een gestructureerde beschermde woonvoorzienig met 24-uurs zorg het hoogst haalbare voor de terbeschikkinggestelde.
Inzake advisering over verlenging van de tbs-maatregel verwacht de psychiater dat binnen twee jaar een (voorwaardelijke) beëindiging van de tbs-maatregel niet mogelijk zal zijn. De psychiater adviseert daarom de maatregel met twee jaren te verlengen.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt allereerst vast dat op de vordering tot verlenging niet uiterlijk twee maanden na de dag waarop de vordering is ingediend, is beslist. De rechtbank acht dit
ongewenst, maar volstaat met de constatering dat genoemde termijn is overschreden.
Wat betreft de verlenging van de maatregeling overweegt de rechtbank het volgende.
Gelet op dat wat in het voorgaande is overwogen is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de maatregel is opgelegd ter zake van een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen, te weten poging tot doodslag. Aan de criteria voor de verlenging van de terbeschikkingstelling is voldaan. De rechtbank stelt op basis van de rapporten van de instelling, de psycholoog, de psychiater en wat ter zitting is toegelicht, vast dat sprake is van een nog steeds aanwezige stoornis en van een onveranderd hoog recidiverisico.
Wat betreft de duur van de verlenging overweegt de rechtbank het volgende.
De terbeschikkinggestelde heeft de afgelopen periode, mede door zijn eigen inzet, stappen in de goede richting gezet. Het beveiligingsniveau is verlaagd en op dit moment loopt er een aanvraag voor begeleid verlof en wordt een aanvraag voor plaatsing bij Trajectum door de kliniek onderzocht én ondersteund. Daarmee zou beëindigen van de long-stay status van de terbeschikkinggestelde op termijn in zicht kunnen komen, hetgeen voor de terbeschikkinggestelde een belangrijke stip op de horizon is. Gelet op de positieve voortgang van het traject en de wijze waarop de kliniek dit aanpakt, heeft de rechtbank er vertrouwen in dat de kliniek zo zorgvuldig en voortvarend als mogelijk is te werk zal gaan en de terbeschikkinggestelde op de hoogte zal houden omtrent de vorderingen.
Terbeschikkinggestelde is echter, vanwege zijn beperkingen, een kwetsbare persoon bij wie de kernproblematiek onvoldoende behandelbaar is gebleken en nog immer op de voorgrond staat. Terbeschikkinggestelde zal wat risicohantering betreft, naar het zich laat aanzien, volledig afhankelijk blijven van een gestructureerde beschermde (woon)omgeving.
Op dit moment moet het begeleid verlof van terbeschikkinggestelde nog worden goedgekeurd en aanvangen en is er nog niets concreets bekend over de mogelijkheid van eventuele verdere vervolgstappen zoals de aanvraag bij Trajectum voor een vervolgplek. De realiteit is nu eenmaal dat dit de nodige tijd in beslag neemt. Toetsing na één jaar zal dit traject niet kunnen bespoedigen, zodat verlenging met één jaar in die zin ook niet meer perspectief zou kunnen bieden.
Gelet op de adviezen van de deskundigen en de ter zitting gegeven toelichting zal het realiseren van de condities op basis waarvan een wijziging van het tbs-kader in beeld zou kunnen komen naar het oordeel van de rechtbank in ieder geval nog meer dan twee jaren in beslag nemen. De rechtbank zal de maatregel daarom met twee jaren verlengen.

4.De beslissing

De rechtbank
-
verlengtde terbeschikkingstelling van
[betrokkene]met
twee jaren.
Aldus gegeven door mr. J. Faber, voorzitter, mr. M.J.G.B. Heutink en mr. M. van Berlo, rechters, in tegenwoordigheid van mr. W. Verhagen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 9 december 2021.