2.2Verweerder heeft de relevante elementen geloofwaardig geacht, maar heeft zich op het standpunt gesteld dat eiseres op grond daarvan niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel. Op 8 juli 2021 heeft een herbeoordelingplaatsgevonden van Senegal als veilig land van herkomst en eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat Senegal voor haar en haar dochter niet als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt. Verweerder heeft daarom de asielaanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 30b, eerste lid, en onder b, van de Vw. Daarnaast heeft verweerder geen aanleiding gezien om ambtshalve een verblijfsvergunning regulier op grond van artikel 8 van het EVRMte verlenen. Tenslotte komt eiseres volgens verweerder niet in aanmerking voor uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vw, omdat zij dit niet met medische stukken heeft onderbouwd.
3. Eiseres is het niet eens met dit besluit. De rechtbank zal hierna ingaan op hetgeen zij heeft aangevoerd.
Verblijfsvergunning asiel
4. De rechtbank stelt vast dat niet in geschil is dat Senegal in zijn algemeenheid als veilig land van herkomst kan worden beschouwd. Wel in geschil is de vraag of Senegal voor eiseres en haar dochter als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt.
5. Eiseres voert aan dat zij bij terugkeer naar Senegal vreest voor haar criminele oom, deze vrees past binnen de informatie die algemeen bekend is over de situatie van vrouwen en meisjes in Senegal met betrekking tot besnijdenis. Volgens eiseres kunnen vrouwen en meisjes in Senegal zich vaak niet onttrekken aan vrouwenbesnijdenis en ondernemen de Senegalese autoriteiten in de praktijk weinig om besnijdenis te bestrijden door een gebrek aan capaciteit. Zij verwijst hierbij naar de artikelendie zij in de zienswijze heeft overgelegd. Eiseres kan zich dan ook niet met succes tot de Senegalese autoriteiten wenden voor hulp en bescherming. Uit het bestreden besluit volgt volgens eiseres niet op welke wijze door verweerder bekeken en meegewogen is of Senegal in de praktijk de verplichtingen uit de relevante mensenrechtenverdragen naleeft, los van de vraag of Senegal een veilig land van herkomst is. De enkele constatering dat besnijdenis in Senegal bij wet verboden is, is daartoe onvoldoende. Ten slotte wijst eiseres erop dat ze een kwetsbare, alleenstaande moeder is en analfabeet. Zij zal zichzelf en haar dochtertje niet kunnen beschermen tegen het risico van besnijdenis. De belangen van haar minderjarige dochter zijn door verweerder onvoldoende meegewogen.
6. De rechtbank stelt voorop dat nu verweerder Senegal als veilig land van herkomst heeft aangemerkt, sprake is van een algemeen rechtsvermoeden dat vreemdelingen uit Senegal geen bescherming nodig hebben. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat Senegal in haar specifieke omstandigheden niet veilig is. Wegens dit rechtsvermoeden geldt daarbij een hoge drempel. Dit laat onverlet dat verweerder wat eiseres aanvoert over haar specifieke individuele omstandigheden zal moeten onderzoeken en zal moeten motiveren of dit er al dan niet toe leidt dat Senegal voor eiseres en haar dochter niet veilig is.
7. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich terecht en voldoende gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat Senegal ten aanzien van haar persoonlijk en haar dochter niet als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt. De rechtbank legt hieronder uit waarom.