Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
II”opgenomen. Aangezien de Wet wapens en munitie (WWM) geen categorie IIII kent en de Romeinse variant van het cijfer 4 bovendien niet als IIII maar als IV moet worden geschreven, gaat de rechtbank ervan uit dat er sprake is van een kennelijke verschrijving. Er is een “I” teveel of te weinig geplaatst. De opsteller van de tenlastelegging kan in beginsel slechts het oog hebben gehad op categorie “II”, of “III”, aangezien munitie alleen kan worden verschoten met wapen van één van deze categorieën. Aangezien het in dit geval gaat om munitie die enkel kan worden verschoten met een vuurwapen van de categorie III, kan het niet anders dan dat de opsteller van de tenlastelegging het oog heeft gehad op munitie van de categorie III. De rechtbank zal de tenlastelegging aldus verbeterd lezen.
- verkort proces-verbaal onderzoek vuurwerk Centraal Onderzoeksteam Vuurwerk (COV) van 18 februari 2019 (pag. 1492 e.v.);
- aanvullend proces-verbaal van bevindingen vuurwerk van 28 februari 2020 (pag. 10, 11 en 12);
- het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 15 november 2021, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
- proces-verbaal onderzoek wapen van 24 januari 2019 (pag. 1052 en 1053);
- het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 15 november 2021, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
216 (tweehonderdenzestien) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
108 (honderdacht) dagen;
mr. F.M.A. 't Hart, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E. Koning, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 29 november 2021.