ECLI:NL:RBOVE:2021:4455
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Tozo-uitkering wegens inkomsten uit IOAW-uitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 29 november 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, een zelfstandig ondernemer, en het college van burgemeester en wethouders van Zwolle. De eiser had een aanvraag ingediend voor een Tozo-uitkering, die was afgewezen door verweerder op basis van het feit dat de eiser, samen met zijn partner, inkomsten uit een IOAW-uitkering ontving die boven het sociaal minimum lagen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de afwijzing van de aanvraag op goede gronden was gebaseerd. De eiser had eerder een IOAW-uitkering ontvangen, en de rechtbank oordeelde dat de IOAW-uitkering als inkomen moest worden meegerekend bij de beoordeling van de Tozo-aanvraag. De rechtbank benadrukte dat de Tozo-regeling bedoeld is voor ondernemers die door de coronacrisis in financiële problemen verkeren, maar dat de eiser met zijn IOAW-uitkering over een minimuminkomen beschikte. De rechtbank vond het niet oneerlijk dat de inkomsten uit de IOAW-uitkering in de beoordeling werden meegenomen, omdat dit in lijn was met de regelgeving. De rechtbank concludeerde dat de aanvraag van de eiser om een Tozo-uitkering terecht was afgewezen en verklaarde het beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en de uitspraak werd openbaar gemaakt op de eerstvolgende donderdag na de uitspraakdatum.