ECLI:NL:RBOVE:2021:4443
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de mate van arbeidsongeschiktheid van een medisch specialist en de praktische schatting door het UWV
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 26 november 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een medisch specialist (neuroloog), en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) over de mate van arbeidsongeschiktheid. Eiser was sinds 1992 werkzaam als neuroloog en had zich gedeeltelijk ziekgemeld op 1 augustus 2017. Het UWV had in een primair besluit van 20 augustus 2019 de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 68,74%, maar in een bestreden besluit van 19 maart 2020 werd dit percentage herzien naar 64,73%. Eiser en eiseres (de werkgever) hebben hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft de beroepen op 15 september 2021 behandeld. Eiser heeft aangevoerd dat de praktische schatting van het UWV onterecht was, omdat hij op de datum in geding volledig arbeidsongeschikt was en niet in zijn eigen functie werkte. Eiseres heeft ook betoogd dat de werkzaamheden die eiser verrichtte niet passend waren voor een medisch specialist. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het UWV de praktische schatting op juiste wijze heeft uitgevoerd en dat de medische rapporten zorgvuldig tot stand zijn gekomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de feitelijke werkzaamheden van eiser in medische zin passend waren en dat er geen grond was om aan de schatting te twijfelen.
De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Centrale Raad van Beroep.