Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
hij op of omstreeks 12 april 2020 te Enschede door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [aangeefster] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, door- aan de benen van die [aangeefster] te trekken, waardoor die [aangeefster] (languit) op de bank kwam te liggen en/of (vervolgens) de rok van die [aangeefster] uit te trekken, ondanks dat die [aangeefster] die rok vast probeerde te houden en/of- (nadat die [aangeefster] haar benen had opgetrokken) te zeggen “als je niet gewoon wil, dan maar hardhandig”, althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking en/of- (vervolgens) aan de benen van die [aangeefster] te trekken, waardoor die [aangeefster] (languit) op de bank kwam te liggen en/of (vervolgens) de string van die [aangeefster] uit te trekken en/of- (nadat die [aangeefster] wederom haar benen had opgetrokken) aan de benen van die [aangeefster] te trekken, waardoor die [aangeefster] (languit) op de bank kwam te liggen en/of- (vervolgens) de schaamstreek en/of vagina van die [aangeefster] te betasten en/of
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
je zal wel boos op me zijn weet wel loop al de hele week mee in kop”. Echter, niet kan, met enige mate van zekerheid, worden vastgesteld dat dit bericht enig verband houdt met hetgeen verdachte ten laste is gelegd. Dat geldt in zekere zin ook voor de overige in het dossier aanwezige berichten.