In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Overijssel, heeft de kantonrechter op 26 oktober 2021 een vonnis gewezen in een zaak tussen [eiseres] en [gedaagde]. De zaak betreft een geschil over de vraag of er een betalingsregeling is overeengekomen tussen partijen. In een eerder tussenvonnis van 17 augustus 2021 had de kantonrechter geoordeeld dat [gedaagde] haar stelling dat een betalingsregeling was overeengekomen, onvoldoende had onderbouwd. Na het tussenvonnis hebben partijen opnieuw gediscussieerd over het bestaan van een betalingsregeling, waarbij [eiseres] haar eis heeft gewijzigd en een bedrag van € 610,00 heeft gevorderd, te vermeerderen met wettelijke rente en kosten.
De kantonrechter heeft in het vonnis van 26 oktober 2021 vastgesteld dat uit e-mailcorrespondentie blijkt dat er wel degelijk een betalingsregeling is overeengekomen. De kantonrechter heeft echter besloten dat [eiseres] eerst in de gelegenheid moet worden gesteld om te reageren op deze e-mails voordat er een definitieve uitspraak kan worden gedaan. De kantonrechter heeft de zaak aangehouden en bepaald dat deze opnieuw op de rol zal komen op 9 november 2021, zodat [eiseres] haar standpunt kan verduidelijken. Dit vonnis benadrukt het belang van een zorgvuldige procesorde en het recht van partijen om op nieuwe bewijsstukken te reageren voordat een eindbeslissing wordt genomen.