Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
: poging tot doodslag.
Rechtbank Overijssel
Op 28 oktober 2021 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een 55-jarige vrouw uit Almelo, die werd beschuldigd van poging tot doodslag op haar zus. De vrouw stak haar zus met een mes in de hartstreek tijdens een incident dat plaatsvond op 16 mei 2021. De aanleiding voor de aanval was de wens van de vrouw om opgenomen te worden op de psychiatrische afdeling van het ziekenhuis, wat haar zus probeerde te faciliteren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw ten tijde van het delict volledig ontoerekeningsvatbaar was, als gevolg van een ernstige psychische aandoening, namelijk schizofrenie. Hierdoor werd haar geen straf opgelegd, maar werd zij ontslagen van alle rechtsvervolging en werd er een zorgmachtiging verleend voor behandeling in een psychiatrisch ziekenhuis.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks haar psychische toestand, zich bewust was van de gevolgen van haar handelen. De officier van justitie en de raadsman van de verdachte waren het erover eens dat de verdachte niet strafbaar was, gezien haar psychische toestand. De rechtbank volgde dit advies en besloot dat de verdachte intensieve psychiatrische zorg nodig had om recidive te voorkomen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van adequate behandeling voor mensen met ernstige psychische aandoeningen die in conflict komen met de wet.
De rechtbank heeft het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven en de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging, met de nadruk op de noodzaak van een zorgmachtiging voor haar behandeling.