ECLI:NL:RBOVE:2021:3906
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van aanvragen om bijstandsuitkering wegens onvoldoende duidelijkheid over hoofdverblijf
In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, gedateerd 19 oktober 2021, zijn de beroepen van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvragen om bijstandsuitkering ongegrond verklaard. Eiser had bijstandsaanvragen ingediend op 13 februari, 23 maart en 29 april 2020, maar deze werden door het college van burgemeester en wethouders van Hengelo afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij zijn hoofdverblijf had op het opgegeven adres in Hengelo. De rechtbank oordeelde dat de afwijzingen terecht waren, omdat eiser niet voldoende bewijs had geleverd dat hij daadwerkelijk op het opgegeven adres woonde. Tijdens een huisbezoek op 6 maart 2020 werd geconstateerd dat de woning niet bewoonbaar was en er geen persoonlijke spullen of voedsel aanwezig waren. Eiser had weliswaar buren die verklaarden dat hij vaak thuis was, maar deze verklaringen waren te vaag en niet onderbouwd met concrete feiten. De rechtbank benadrukte dat het aan eiser was om duidelijkheid te verschaffen over zijn woonsituatie, wat hij niet had gedaan. Hierdoor kon het recht op bijstand niet worden vastgesteld, en werden de beroepen ongegrond verklaard.