ECLI:NL:RBOVE:2021:3634

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 september 2021
Publicatiedatum
29 september 2021
Zaaknummer
ak_21_397
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onterecht opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting door onduidelijke communicatie over registratie kenteken

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 29 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag parkeerbelasting die aan eiser was opgelegd door de ambtenaar belast met de heffing van gemeentelijke belastingen van de Regionale Belastingsamenwerking Deventer, Olst-Wijhe en Raalte. Eiser had op 5 januari 2021 een naheffingsaanslag van € 68,03 ontvangen, welke door verweerder op 11 februari 2021 ongegrond was verklaard. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld op 1 maart 2021. Tijdens de zitting op 15 juli 2021 heeft eiser verklaard dat hij niet op de hoogte was van de noodzaak om zijn kenteken opnieuw te registreren in de app 2Park voor de nieuwe contractperiode die op 1 januari 2021 inging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente Deventer onvoldoende duidelijk heeft gecommuniceerd over de voorwaarden voor het gebruik van de parkeervergunning. De rechtbank oordeelde dat de onduidelijke informatie over de registratie van het kenteken voor risico van de verweerder moet blijven. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de naheffingsaanslag herroepen. Tevens is bepaald dat het door eiser betaalde griffierecht van € 49,- aan hem moet worden vergoed.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL
Bestuursrecht
Zittingsplaats Zwolle
Registratienummer: Awb 21/397

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam 1],

wonende te [woonplaats], eiser,
en
de ambtenaar belast met de heffing van gemeentelijke belastingen van de Regionale Belastingsamenwerking Deventer, Olst-Wijhe en Raalte,verweerder,
gemachtigde: [naam 2].

Procesverloop

Verweerder heeft op 5 januari 2021 aan eiser een naheffingsaanslag parkeerbelasting ten bedrage van € 68,03 opgelegd.
Bij uitspraak op bezwaar van 11 februari 2021 heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Eiser heeft op 1 maart 2021 tegen voormelde uitspraak op bezwaar beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 juli 2021. Eiser is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

De feiten
1. Eiser beschikt met ingang van 8 juli 2020 over een bewonersvergunning voor de zone Binnenstad, te gebruiken voor twee kentekens. De vergunning was geldig tot en met
31 december 2020. De geldigheid van deze vergunning is bij besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer van 21 december 2020 verlengd; de geldigheidsduur van de vergunning loopt nu van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021.
Op 5 januari 2021 stond de auto van eiser met kenteken [kenteken 1] geparkeerd aan de Nieuwe Markt te Deventer. De parkeercontroleur van de gemeente Deventer heeft op die dag om 15.24 uur geconstateerd dat voor het parkeren aldaar geen geldig parkeerrecht bestond.
De standpunten van partijen
2. Eiser heeft zich op het standpunt gesteld dat de naheffingsaanslag ten onrechte aan hem is opgelegd. De verschuldigde parkeerbelasting is door hem voldaan. De gemeente Deventer heeft geen duidelijke uitleg gegeven over de twee parkeerapps en heeft de spelregels veranderd zonder daarover duidelijk te communiceren.
3. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat de naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht is opgelegd. Op 5 januari 2021 was het kenteken [kenteken 1] niet gekoppeld en geactiveerd in de webapp 2Park (hierna: 2Park). Eiser heeft dan ook niet voldaan aan de gebruiksvoorwaarden die aan de parkeervergunning zijn verbonden.
De beoordeling door de rechtbank
4. De rechtbank ontleent aan het verweerschrift met bijlagen het volgende.
Het systeem van parkeervergunningen van de gemeente Deventer kent twee onderdelen, te weten de online omgevingen van het Parkeerloket en 2Park. In het Parkeerloket kan de vergunninghouder online de betaling, verlenging, wijziging of beëindiging regelen en in 2Park het gebruik van de vergunning. Een koppeling met 2Park is alleen nodig als een vergunning op twee kentekens staat. Vanaf het moment dat een vergunninghouder een van de auto’s parkeert, moet in 2Park het juiste kenteken actief zijn. Als het kenteken niet is aangemeld, dan is er geen geldig parkeerrecht.
De gemeente Deventer heeft eiser bij e-mail van 8 juli 2020 bericht dat hij bovenaan de wachtlijst staat voor een bewonersvergunning en dat na betaling ervan de vergunning actief is.
Op 9 juli 2020 is na betaling door eiser de vergunning aan hem verleend. Eiser heeft op dezelfde dag in het Parkeerloket voor zijn vergunning twee kentekens opgegeven ([kenteken 2] en [kenteken 3]).
Op 10 december 2020 heeft eiser in het Parkeerloket het kenteken [kenteken 2] vervangen door [kenteken 1]. Naar aanleiding van deze wijziging is aan eiser een e-mail gezonden met daarin een instructie voor de kentekenwijziging. In deze instructie wordt eiser erop gewezen dat het maken van een koppeling met 2Park is vereist om te kunnen wisselen tussen de twee kentekens.
Bij besluit van 21 december 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer de bewonersvergunning van eiser verlengd voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2020. In dit besluit staat vermeld dat, als eiser twee kentekens op de vergunning heeft staan, hij tijdig het kenteken van de te parkeren auto in 2Park registreert.
5. Verweerder heeft aan het vorenstaande ter zitting toegevoegd dat een parkeeractie nooit langer kan duren dan de periode waarvoor is betaald. Voor het jaar 2020 heeft eiser de vergunning tot en met 31 december 2020 betaald. In 2Park stond als einddatum ook 31 december 2020 vermeld. In december 2020 kon voor de nieuwe contractsperiode vanaf
1 januari 2021 echter nog geen parkeeractie worden gestart. Eiser had met ingang van
1 januari 2021 in 2Park een nieuwe actie moeten starten door het kenteken opnieuw in te voeren en opnieuw een vinkje te plaatsen. Eiser heeft op 6 januari 2021 alsnog de parkeeractie voor kenteken [kenteken 1] uitgevoerd.
6. Eiser heeft in dit verband ter zitting verklaard dat hij alle handelingen heeft verricht die hij moest verrichten en dat hij er niet over is geïnformeerd dat hij voor de nieuwe contractperiode met ingang van 1 januari 2021 opnieuw in 2Park een kenteken moest registreren en een vinkje moest plaatsen. De communicatie van de gemeente Deventer is onduidelijk geweest. Er zijn meer bewoners die met een naheffingsaanslag parkeerbelasting zijn geconfronteerd.
7. Volgens vaste jurisprudentie [1] is pas sprake van parkeren met een vergunning als aan alle voorwaarden is voldaan. Deze voorwaarden dienen naar het oordeel van de rechtbank echter wel voldoende duidelijk te zijn. De rechtbank overweegt dat eerst ter zitting duidelijk is geworden dat de oorzaak van het ontbreken van een parkeerrecht op 5 januari 2021 erin is gelegen dat eiser bij ingang van de geldigheidsduur van de nieuwe bewonersvergunning voor 2021, te weten 1 januari 2021, in 2Park opnieuw het kenteken [kenteken 1] had moeten registreren. Door verweerder is niet bestreden dat eiser op 10 december 2020 dit kenteken zowel in het Parkeerloket als al in 2Park had geregistreerd en dat eiser dit voertuig ook op 5 januari 2021 via 2Park had aangemeld. Verweerder heeft ter onderbouwing van zijn standpunt verwezen naar de verlengingsbrief van 21 december 2020. In deze brief, waarbij aan eiser de bewonersvergunning voor 2021 werd verleend, wordt er weliswaar op gewezen dat als er twee kentekens op de vergunning staan, tijdig in 2Park het kenteken van het te parkeren voertuig moet worden geregistreerd, maar niet is vermeld dat ook als dit al eerder is gebeurd, dit per 1 januari 2021 opníeuw moet gebeuren. De rechtbank stelt vast dat ook overigens niet is gebleken dat dit voor eiser voldoende duidelijk kon zijn. Deze onvolledige wijze van informeren moet naar het oordeel van de rechtbank voor risico van verweerder blijven. De naheffingsaanslag parkeerbelasting is dan ook ten onrechte aan eiser opgelegd.
8. Het beroep is gegrond. De rechtbank zal de uitspraak op bezwaar vernietigen en met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht zelf in de zaak voorzien door de naheffingsaanslag parkeerbelasting met kenmerk 0501211524003911 te herroepen.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding, nu niet is gebleken van kosten die op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor vergoeding in aanmerking komen.
Wel zal verweerder worden opgedragen om het door eiser betaalde griffierecht aan hem te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt de uitspraak op bezwaar;
  • herroept de naheffingsaanslag parkeerbelasting met kenmerk 0501211524003911;
  • bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;
  • draagt verweerder op het door eiser betaalde griffierecht van € 49,- aan hem te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.M. den Dulk, rechter, in aanwezigheid van
H. Blekkenhorst, griffier, op
De uitspraak wordt openbaar gemaakt op de eerstvolgende donderdag na deze datum.
Afschrift verzonden op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Voetnoten

1.Zie het arrest van de Hoge Raad van 17 december 1997, ECLI:NL:HR:1997:AA3336.