ECLI:NL:RBOVE:2021:3553
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-beschikking en huurprijsrelevantie
In deze zaak heeft eiser, gebruiker van een woning te Enschede, beroep ingesteld tegen de WOZ-beschikking die door verweerder was vastgesteld op € 364.000,- per waardepeildatum 1 januari 2019. De beschikking was gebaseerd op de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) en was eerder ongegrond verklaard bij uitspraak op bezwaar. Eiser stelde dat de huurprijs van de woning € 600,- per maand bedroeg en dat de WOZ-waarde relevant was voor de maximale huurprijs. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde van invloed was op de huurprijs, omdat hij niet kon onderbouwen dat de woning als sociale huurwoning kwalificeerde. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, omdat de gestelde normen niet in het belang van eiser waren gegeven, waardoor de relativiteit ontbrak. De uitspraak werd gedaan op 3 september 2021, na een zitting waarin eiser en verweerder zich hebben laten vertegenwoordigen door gemachtigden. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.