“V: Was u in het bezit van een telefoon en wat is de toegangscode van uw telefoon?
A: Op dit moment niet, die is van mij afgenomen. (…) De telefoon is aan het begin van de week van mij afgenomen. Dit is gedaan door de man die ons eten en matrassen bracht. (…)
V: Wat is uw reactie op de verdenkingen tegen u?
A: (…) Ik wist dat ik bezig was met tabak (…).
O: U bent gisteravond 21 januari 2021 omstreeks 18.45 uur aangehouden in een bedrijfshal (…).
V: Wat was u hier aan het doen?
A: Ik werkte daar en ik sliep daar. (…)
V: Wat hielden uw werkzaamheden in?
A: Ik moest die bladeren in een machine stoppen zodat die bladeren kleiner werden. Er waren daar bladeren in die hal (…)
V: In een eerdere vraag heeft u verklaard dat u bezig was met tabak. In de laatste vraag zegt u dat u niet wist dat het om tabak ging. Hoe kunt u dat verklaren?
A: (…) lk had in het begin helemaal niet door dat het hier om tabak ging. Na enige tijd wel, dat gaf me geen prettig gevoel en daarom wilde ik ook terug naar huis vertrekken.
V: Hoe lang deed u deze werkzaamheden al?
A: Afgelopen vrijdag ben ik daar gearriveerd. (…)
V: Wat zijn uw verdiensten voor uw werkzaamheden?
A: Het was 17 euro zoveel per uur. Maar er werd ons ook beloofd dat we nog een goede premie zouden krijgen. Dus we zouden meer verdienen. Dat maakte het nog aantrekkelijker. (…) Het geld zou mij cash worden uitbetaald. (…) Dus ik heb 150 euro ongeveer gekregen.
V: Hoe was de huisvesting geregeld?
A: Er was een bank waar iemand op sliep, er waren opblaasmatrassen en die man bracht nog meer matrassen. Dat was in de loods. (…)
V: Hoe was de werkverdeling tussen u en de zeven mannen?
A: Iedereen had zijn eigen taak. Iedereen deed iets. (…) Ik weet dat iedereen zijn eigen uitleg kreeg. Sommigen moesten de bladeren nog kleiner maken, maar iedereen had zijn eigen taak. (…)
V: Heeft u een toegangssleutel van het pand?
A: Nee. Tegen ons werd gezegd dat we niet naar buiten mochten, dus deed niemand dat. (…)
O: In de loods is ook een tabaksdroger aangetroffen. (…)
V: Hij heeft al gezegd dat er een machine stond.
A: Ik heb daar de bladeren in gestopt.”