ECLI:NL:RBOVE:2021:3443

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
1 september 2021
Publicatiedatum
6 september 2021
Zaaknummer
08/123169-21 en RK 21/10143
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over niet-ontvankelijkheid klaagschrift inzake beslag op iPhone 8

Op 1 september 2021 heeft de raadkamer van de rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een zaak betreffende een klaagschrift dat was ingediend door een gedetineerde klager, geboren in 1996 in Litouwen. Het klaagschrift, gedateerd 7 juli 2021, was ingediend door zijn raadsman, mr. V.P.J. Tuma, en betrof een beslag dat was gelegd op een iPhone 8-telefoon. Klager klaagde over de handhaving van het beslag en het uitblijven van een last tot teruggave van de telefoon.

Tijdens de openbare zitting op 1 september 2021 werd de zaak behandeld, waarbij de officier van justitie, mr. L. van der Werff, klager en zijn raadsman aanwezig waren. De rechtbank heeft kennisgenomen van relevante stukken uit het dossier van de strafzaak tegen klager. De officier van justitie stelde dat het klaagschrift niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat het beslag op de telefoon reeds was beëindigd; de telefoon was op 9 juli 2021 aan klager teruggegeven, wat door klager was bevestigd.

De raadkamer heeft vastgesteld dat het klaagschrift inderdaad niet-ontvankelijk moest worden verklaard, aangezien het beslag op de iPhone 8-telefoon was geëindigd door de teruggave aan klager. De raadkamer merkte op dat zelfs als klager de telefoon nog niet had ontvangen, het klaagschrift niet-ontvankelijk zou zijn geweest, omdat de officier van justitie een last tot teruggave had gegeven. De beslissing werd genomen door mr. B.W.M. Hendriks, rechter, en de beschikking werd openbaar uitgesproken op 1 september 2021.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/123169-21
Klaagschriftnummer: RK 21/10143
Beschikking van de enkelvoudige raadkamer op het klaagschrift op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[klager],
geboren op [geboortedatum] 1996 in [geboorteplaats] (Litouwen),
thans gedetineerd in de PI Almelo,
domicilie kiezende aan het kantooradres van zijn raadsman mr. V.P.J. Tuma,
kantoorhoudende aan de Ruimtesonde 1 te (3824 MZ) Amersfoort,
verder te noemen: klager.

1.Het verloop van de procedure

Het klaagschrift, gedateerd 7 juli 2021, is op 7 juli 2021 op de griffie van de rechtbank ontvangen. Het klaagschrift is ingediend namens klager, door zijn raadsman
mr. V.P.J. Tuma, advocaat te Amersfoort.
Het klaagschrift betreft een op grond van artikel 94 Sv gelegd beslag op een iPhone 8-telefoon. Er wordt -zakelijk weergegeven- geklaagd over de handhaving van het beslag en het uitblijven van een last tot teruggave.
Het klaagschrift is behandeld op de openbare zitting van de raadkamer van 1 september 2021. Bij de behandeling zijn de officier van justitie mr. L. van der Werff, klager en de raadsman gehoord.
De raadkamer heeft kennis genomen van de door de officier van justitie overgelegde relevante stukken uit het dossier van de strafzaak tegen klager.

2.De bevoegdheid van de rechtbank

De rechtbank Overijssel is bevoegd van het klaagschrift kennis te nemen.

3.De ontvankelijkheid

De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het klaagschrift niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Het beslag is reeds beëindigd, omdat de in beslag genomen iPhone 8-telefoon aan klager is teruggegeven. Dit blijkt uit een op 9 juli 2021 door klager ondertekend bewijs van ontvangst. Klager en zijn raadsman conformeren zich - in afwijking van de inhoud van het klaagschrift - aan het standpunt van de officier van justitie, met dien verstande dat het klaagschrift niet-ontvankelijk is.
De raadkamer stelt vast dat uit het door klager ondertekende bewijs van ontvangst van 9 juli 2021, opgenomen op pagina 650 van het dossier, blijkt dat de telefoon inmiddels aan klager is teruggegeven. Klager heeft overigens ook in raadkamer verklaard dat hij de in beslag genomen iPhone 8-telefoon heeft teruggekregen. Het beslag op de iPhone 8-telefoon is dan ook geëindigd door teruggave daarvan. De raadkamer is daarom van oordeel dat het klaagschrift niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
Ten overvloede merkt de raadkamer nog op dat het klaagschrift ook in het geval dat klager de inbeslaggenomen telefoon nog niet daadwerkelijk had terug ontvangen, niet ontvankelijk verklaard zou zijn vanwege het feit dat de officier van justitie een last tot teruggave had gegeven. Immers is met de door de officier van justitie gegeven last tot teruggave van de onder klager inbeslaggenomen telefoon op grond van art. 134 Sv aan dat beslag een einde gekomen, ongeacht of die telefoon feitelijk is teruggeven.
Dit moet leiden tot niet-ontvankelijkheid van het klaagschrift (Hoge Raad 14 november 2017, ECLI:NL:HR:2017:2861).

4.De beslissing

De raadkamer verklaart het klaagschrift
niet-ontvankelijk.
Deze beschikking is gegeven door mr. B.W.M. Hendriks, rechter, in tegenwoordigheid van
N. Klunder, griffier, ondertekend door de rechter en de griffier en in het openbaar uitgesproken op 1 september 2021.