10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het primair bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het primair bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen, terwijl dat geweld zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft;
- verklaart verdachte strafbaar voor het primair bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van
3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij de reclassering van Tactus Verslavingszorg te Zwolle, op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- actief deelneemt aan de gedragsinterventie Alcohol en Geweld of een andere gedragsinterventie die is gericht op middelengebruik. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. Verdachte houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
- zich laat onderzoeken en, indien nodig, zich aansluitend ambulant laat behandelen bij de forensische polikliniek JusTact van Tactus Verslavingszorg of een soortgelijke instelling, ter beoordeling van de reclassering, indien en zo lang als de reclassering dit gedurende de proeftijd noodzakelijk acht. Verdachte zal zich dan houden aan de regels die door of namens de leiding van de polikliniek zullen worden gegeven;
- meewerkt aan controles van het gebruik van alcohol om het middelengebruik te beheersen. De reclassering mag bij deze controle gebruik maken van urineonderzoek, alcoholmeter en ademonderzoek (blaastest). De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- op geen enkele wijze contact opneemt en/of onderhoudt met [slachtoffer] , geboren op
[geboortedatum 2] 1955 in [geboorteplaats 2] , zo lang het Openbaar Ministerie dit nodig acht;
- zich niet ophoudt binnen een straal van 3,5 (drieënhalve) kilometer van de woning van [slachtoffer] , geboren op geboren op [geboortedatum 2] 1955 in [geboorteplaats 2] , gelegen aan de [adres] in De Krim, zo lang het Openbaar Ministerie dit nodig acht;
- draagt de reclassering en het Openbaar Ministerie op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] geheel toe tot een bedrag van
€ 12.859,34(zegge: twaalfduizend achthonderdnegenenvijftig euro en vierendertig cent), bestaande uit € 5.359,34 materiële schade en € 7.500,- immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van
€ 12.859,34(zegge: twaalfduizend achthonderdnegenenvijftig euro en vierendertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 april 2021, met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op
€ 2.419,40(zegge: tweeduizend vierhonderdnegentien euro en veertig cent), alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot hoofdelijke betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 12.859,34(zegge: twaalfduizend achthonderdnegenenvijftig euro en vierendertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 april 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 99 dagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte of zijn mededader heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte of zijn mededader aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
opheffing schorsing voorlopige hechtenis
- heft op de schorsing van de voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M. van Vuure, voorzitter, mr. S.H. Peper en
mr. J.T. Pouw, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.H. Doldersum, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 5 augustus 2021.