ECLI:NL:RBOVE:2021:2536

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
24 juni 2021
Publicatiedatum
23 juni 2021
Zaaknummer
08-952287-19
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel uit drugshandel en witwassen

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 24 juni 2021 uitspraak gedaan in een ontnemingsprocedure tegen een 35-jarige man die veroordeeld was voor verschillende strafbare feiten, waaronder opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en gewoontewitwassen. De rechtbank oordeelde dat de man een bedrag van € 107.113,-- aan de Staat moest afstaan, dat was vastgesteld als wederrechtelijk verkregen voordeel uit zijn criminele activiteiten, met name de handel in harddrugs. De vordering van de officier van justitie was gebaseerd op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, dat de mogelijkheid biedt om ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel te vorderen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08-952287-19
Datum vonnis: 24 juni 2021
Vonnis op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende op de vordering op grond van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht (Sr) van de officier van justitie ten aanzien van de veroordeelde:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1985 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .

1.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie vordert dat de rechtbank het bedrag vaststelt waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e Sr wordt geschat en de veroordeelde de verplichting oplegt tot betaling aan de Staat van het geschatte voordeel tot een bedrag van € 113.795,--.

2.De procedure

De vordering is behandeld op de openbare terechtzitting van 10 juni 2021. De veroordeelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. R.B.J.G. Baggen, advocaat in Arnhem, is op die terechtzitting verschenen en op de vordering gehoord.
Het standpunt van de officier van justitie
Op de zitting van 10 juni 2021 heeft de officier van justitie mr. C.P. Dronkers zijn vordering gehandhaafd.
Het standpunt van de raadsman
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de ontnemingsvordering moet worden afgewezen, omdat verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder feit 2 tenlastegelegde feit ‘witwassen’ en hierdoor de samenhang met de ontnemingsvordering ontbreekt.
De raadsman heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd.

3.De beoordeling van de vordering

3.1
Veroordeling
De veroordeelde is bij vonnis van deze rechtbank van 24 juni 2021 veroordeeld, voor zover van belang, voor de strafbare feiten:
feit 1,het misdrijf: opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, aanhef en onder C, van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 2,het misdrijf: gewoontewitwassen;
feit 3,het misdrijf: een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van art. 10, voorbereiden of bevorderen, door stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
3.2
De beoordeling van de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel
Berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel
De rechtbank is bij de berekening van het wederrechtelijk voordeel uitgegaan van het veroordelend vonnis, de in de bijlage bij dit vonnis opgenomen bewijsmiddelen en de uit deze bewijsmiddelen voortvloeiende – als aannemelijk aan te merken – gegevens waarop het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel kasopstelling, BVH nummer 2019109235, documentcode [documentcode] , onderzoek WASBEER/ ON23019001, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant] , en gesloten op 18 februari 2020 is gebaseerd.
Uitgaande van gewoontewitwassen in de periode van 1 januari 2017 tot en met 15 oktober 2019 berekent de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel als volgt:
Aankoop Bitcoins € 9.000,--
Stortingen bankrekeningen € 73.120,--
Aankoop Volvo C 30 € 7.150,--
Aankoop caravan / chalet € 8.500,--
Aankoop caravan / chalet € 5.000,--
Kampgeld [camping] € 1.145,--
Huishoudelijke uitgaven volgens de Nibud norm
€ 10.160,--
Totaal € 114.075,--
Van dit totaal wordt afgetrokken een bedrag van € 40,-- legale inkomsten en twee bedragen contant geld die bij de doorzoeking in de woning van [verdachte] zijn aangetroffen, te weten € 200,-- in een portemonnee en € 120,-- in een glazen pot. Het totaal van de berekening is na aftrek van deze drie bedragen € 113.795,--.
De Volvo C30 is bij vonnis van 24 juni 2021 door de rechtbank verbeurdverklaard omdat sprake is van een voorwerp dat aan verdachte toebehoort en dat door middel van of uit de baten van het strafbare feit is verkregen. Om die reden dient de opbrengst van het voertuig in mindering te worden gebracht worden op de betalingsverplichting van het wettelijk verkregen voordeel (zie bijv. ECLI:NL:HR:2018:1768).
De rechtbank zal bij de vaststelling van de betalingsverplichting rekening houden met de verbeurdverklaring van de auto en de waarde daarvan op de datum van inbeslagneming van € 6.682,--, zoals blijkt uit de beslaglijst.
De conclusie
Gelet op het hiervoor overwogene stelt de rechtbank op grond van wettige bewijsmiddelen de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel vast op € 113.795,--.
3.3
De vaststelling van de betalingsverplichting
De rechtbank is van oordeel dat aan de veroordeelde de verplichting moet worden opgelegd tot betaling aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van een bedrag van € 107.113,--.

4.De wettelijke voorschriften

De oplegging van de maatregel is gegrond op artikel 36e Sr.

5.De beslissing

De rechtbank:
  • stelt het bedrag waarop het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op
  • legt de veroordeelde de verplichting op tot betaling van
  • bepaalt de duur van de gijzeling die met toepassing van artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering ten hoogste kan worden gevorderd op 1.080 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Stam, voorzitter, mr. B.T.C. Jordaans en
mr. C.E. Vording, rechters, in tegenwoordigheid van S. Wongsokerto, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 24 juni 2021.
Buiten staat
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland, onderzoek ON23019001/Wasbeer, procesverbaalnummers PL0600-2019460842, PL0600-2019109235, PL0600-2019459045, gesloten op 23 januari 2020. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel kasopstelling d.d. 18 februari 2020 (pag. 179 tot en met 188), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De onderzoeksperiode is vastgesteld van 1 januari 2017 tot en met 15 oktober 2019.
Uit de analyse van de bankrekeningen van [verdachte] blijkt dat er in de eerste twee maanden voorafgaande aan de onderzoeksperiode van zijn bankrekening geen contante geldbedragen zijn opgenomen. Het beginsaldo van 1-1-2017 wordt op € 0,-- gesteld.
Op 2 juni 2017 is € 40,-- contant opgenomen.
[verdachte] heeft in de onderzoeksperiode een ZW-uitkering van het UWV en een WW-uitkering van de gemeente Hengelo ontvangen. Geen van deze twee uitkeringen is contant uitbetaald.
Bovenstaande informatie geeft een totaal bedrag van legale contante ontvangsten van € 40,--.
Bitcoins
Uit het PV restinformatie van het onderzoek Bentley blijkt dat [verdachte] in 2017 voor € 9.000,-- aan Bitcoins contant heeft aangekocht.
Uit de opgevraagde gegevens bij de Belastingdienst kan worden opgemaakt dat:
a. Er in de periode 2017/2018 geen bron van inkomsten bekend is bij de Belastingdienst.
b. Er niets is dat wijst op het legaal bezit van enig vermogen dat de aankoop van € 9.000 aan
Bitcoins ( zie tabel 1) bij de verdachte [naam] kan verklaren.
Tabel 1: overzicht van de transactiegegevens
Naam Transacties
[verdachte] datum hoeveelheid BTC hoeveelheid in EUR
16-12-2017 0,2143727 € 4.000,00
11-11-2017 0,6567551 € 4.000,00
24-08-2017 0,2129064 € 1.000,00
Contante bankstortingen
Voor het opstellen van deze eenvoudige kasopstellingen is van de verdachte [verdachte] onderstaande bankrekeningen en bankmutaties in de opgevraagde onderzoeksperiode opgevraagd en geanalyseerd:
Uit de gevorderde gegevens bij de ABN AMRO Bank van rekeningnummer [rekeningnummer 2] t.n.v. [verdachte] blijkt onder andere het volgende:
Van 01-02-2017 tot 19-12-2017 € 18.060,--
Van 08-01-2018 tot 31-12-2018 € 36.620,--
Van 13-01-2019 tot 05-08-2019 € 18.440,--
Totaal € 73.120,--
Aankoop Volvo C 30
Uit RDW gegevens en gegevens van de Belastingdienst bleek dat [verdachte] een Volvo C30 met het kenteken [kenteken] op zijn naam heeft staan. Volgens het RDW was de vorige eigenaar [bedrijf] . Uit gevorderde gegevens bij [bedrijf] blijkt dat er door [verdachte] € 7.150,-- contant is betaald voor de aanschaf van deze Volvo.
Aankoop twee caravans/chalets
In 2019 heeft [verdachte] twee caravans / chalets gekocht op [camping] . De eerste caravan staat op veld 14 plek 12 en is door hem in augustus 2019 gekocht voor € 8.500,--. De tweede caravan staat op veld 14 plek 17 en is door hem in maart 2019 gekocht voor € 5.000,--. Beide bedragen zijn contant betaald.
Betaling kampgeld [camping]
Voor de caravan op veld 14 plek 17 heeft [verdachte] kampgeld contant betaald ten bedrage van € 1.145,--.
Eindsaldo contant geld
Bij de doorzoeking aan de [adres] , de woning van [verdachte] , is inbeslaggenomen:
In de portemonnee € 200,--
In een glazen pot € 120,--
In een eenvoudige kasopstelling wordt op grond van vorenstaande rekening gehouden met een eindsaldo contant geld van € 320,--.
Recapitulatie wederrechtelijk verkregen voordeel
Beginsaldo € 0,--
Legale inkomsten € 40,-- +
Contant
€ 320,---/-
Beschikbaar voor het doen van uitgaven € 280,-- -/-
Feitelijke contante uitgaven:
Aankoop Bitcoins € 9.000,--
Stortingen bankrekeningen € 73.120,--
Aankoop Volvo C 30 € 7.150,--
Aankoop caravan / chalet € 8.500,--
Aankoop caravan / chalet € 5.000,--
Kampgeld [camping]
€ 1.145,--
Totaal € 103.915,--
Wederrechtelijk verkregen voordeel
€ 103.635,--.
2.
Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek Wasbeer, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] en gedateerd 6 februari 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Van bankrekeningnummer [rekeningnummer 1] ten name van [verdachte] zijn geen uitgaven gedaan die betrekking hebben op huishoudelijke uitgaven.
Er zijn in de onderzoeksperiode geen uitgaven voor voeding, was- en schoonmaakmiddelen, persoonlijke verzorging en huisdieren (twee katten) afgeschreven. Deze kosten zullen naar alle waarschijnlijkheid contant betaald zijn.
Ter informatie: [verdachte] bezit twee katten.
Voor een éénpersoonshuishoudens heeft Nibud de volgende bedragen vastgesteld:
(…)
Afgerond
€ 10.160,--.
Bron:
Budgethandboek Nibud 2017
Budgethandboek Nibud 2018
Budgethandboek Nibud 2019