Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats],
[eiser],
1.[gedaagde 1] ,wonende te [woonplaats] ,
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats] ,
[gedaagde 1] c.s.,
1.De procedure
2.Waar gaat het in deze zaak om?
3.Het geschil
4.De beoordeling
Maar [eiser] betwist deze stellingen van [gedaagde 1] c.s. en stelt dat zij het gepachte niet wederom als hoeve heeft kunnen verpachten, maar dat zij de gronden opnieuw regulier heeft verpacht aan andere pachters van het landgoed, terwijl de woning ‘antikraak’ is verhuurd en een deel van de bedrijfsgebouwen wordt gebruik voor opslag. [eiser] stelt belang te hebben bij overdracht van de fosfaatrechten, omdat zij deze ten goede wil laten komen aan het door haar beheerde landgoed als geheel.
In dit verband heeft [gedaagde 1] c.s. ook aangevoerd dat het hem niet vrij staat om, zoals [eiser] heeft gevorderd, inzage te verstrekken in de fosfaatrechtenbeschikking, overdracht van de fosfaatrechten en inzage in de verkoopfacturen, bankbescheiden en/of boekhouding, omdat [A] , als medegerechtigde in de maatschap, daaraan geen medewerking wil verlenen.
“zulks telkens met voorbehoud van alle rechten en plichten ter zake”. De pachtkamer ziet dan ook niet in op grond waarvan [A] niet gehouden zou zijn om zijn medewerking te verlenen aan het overdragen van fosfaatrechten en/of inzage te verlenen als gevorderd. Daarbij komt dat [gedaagde 1] c.s. niet heeft gesteld, noch met een beroep op bepalingen uit de maatschapsakte heeft onderbouwd, dat [gedaagde 1] c.s. niet zelfstandig bevoegd zou zijn om in deze kwestie namens de maatschap te handelen.
- € 85,21 aan explootkosten,
- € 121,00 aan griffierecht
- € 1.245,00 aan salaris gemachtigde (2,5 liquidatiepunten à € 498,00 per punt volgens het thans geldende liquidatietarief),