Etef vordert, na wijziging van eis, dat de voorzieningenrechter, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis in kort geding,
I. gedaagden, ieder voor zich, veroordeelt om de Langelermaatweg 13, 15, 17, 19, 21, 23, 25, 33, 35 en de Berfloweg 4 te 7553 JD respectievelijk 7553 JR Hengelo (Ov.), kadastraal bekend gemeente Hengelo, sectie S, percelen 99, 297, 298, 610, althans de door hen bewoonde dan wel in gebruik zijnde onroerende zaak/zaken van Etef aan de Langelermaatweg en Berfloweg, daaronder begrepen zowel de woningen, de (bedrijfs)panden als het omliggende en daarbij behorende terrein, dan wel onderdelen daarvan, met al degenen die en al hetgeen dat zich daarin of daarop bevinden respectievelijk bevindt, binnen 48 uur na de betekening van dit vonnis, althans binnen een zodanige andere termijn als bij dit vonnis in goede justitie te bepalen is, volledig en behoorlijk te verlaten en te ontruimen en leeg en in behoorlijke staat ter vrije beschikking van Etef te stellen en vervolgens verlaten en ontruimd te houden, zulks met machtiging aan Etef om bij gebreke van volledige voldoening hieraan deze verlating, ontruiming en dit vervolgens verlaten en ontruimd houden zelf te bewerken eventueel met behulp van de sterke arm van Politie en Justitie op kosten van gedaagden;
II. bepaalt dat dit vonnis binnen de in artikel 557a lid 3 Rv genoemde termijn van 1 jaar na de dag waarop het vonnis is uitgesproken of indien de tenuitvoerlegging van het vonnis na verloop van een bepaalde termijn wordt toegestaan tot 1 jaar na die dag waarop de termijn verstrijkt, ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging in de onder I. genoemde onroerende zaken aan de Langelermaatweg 13, 15, 17, 19, 21, 23, 25, 33, 35 en aan de Berfloweg 4, kadastraal bekend gemeente Hengelo, sectie S, percelen 99, 297, 298, 610, daaronder begrepen zowel de woningen, de (bedrijfs)panden als het omliggende en daarbij behorende terrein, dan wel onderdelen daarvan, bevindt of deze betreedt en telkens wanneer zich dat voordoet op hunner kosten;
III. gedaagden, hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, veroordeelt in de kosten van dit geding, waaronder salaris en verschotten, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis en voor het geval dat voldoening van deze kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de 14de dag na dagtekening van het vonnis, en te vermeerderen met de na het vonnis te maken kosten van tenuitvoerlegging daarvan, waaronder de eventueel te maken ontruimingskosten op vertoon van de daartoe nodige, in dit vonnis te vermelden, bescheiden, op de voet van artikel 3:299 lid 3 BW.