In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 26 april 2021 een beschikking gegeven in een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor. Verzoekster, een besloten vennootschap, heeft een verzoek ingediend om getuigen te horen over de liquidatie van Bailiff Holding B.V., waarvan verweerder de enig aandeelhouder was. Verzoekster stelt dat verweerder bewust heeft aangestuurd op de liquidatie van Bailiff om zijn betalingsverplichtingen jegens verzoekster te ontlopen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat verzoekster geen concrete aanknopingspunten heeft aangedragen die het vermoeden van onrechtmatig handelen door verweerder kunnen onderbouwen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor zou leiden tot een 'fishing expedition', wat niet is toegestaan. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen en verzoekster veroordeeld in de proceskosten van verweerder, die zijn begroot op € 1.435,00. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. K.J. Haarhuis.