ECLI:NL:RBOVE:2021:164

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
12 januari 2021
Publicatiedatum
15 januari 2021
Zaaknummer
8704837 CV EXPL 20-2226
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake onbetaalde factuur en oproeping bewindvoerder

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel, is Stichting Waternet de eisende partij tegen een gedaagde die onder bewind staat. De procedure is gestart met een dagvaarding op 4 augustus 2020, gevolgd door verschillende conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde, die begeleiding ontvangt, onder beschermingsbewind staat, waardoor zij niet bevoegd is om zelf in rechte op te treden. Dit is vastgesteld op 11 september 2020. De kantonrechter heeft op basis van jurisprudentie van de Hoge Raad de eisende partij in de gelegenheid gesteld om de bewindvoerder van de gedaagde op te roepen, zodat deze kan worden betrokken in de procedure. De kantonrechter heeft Stichting Waternet opgedragen om de bewindvoerder, BeschermingsBewind Twente B.V., per aangetekende brief op te roepen en heeft een termijn gesteld voor de bewindvoerder om te reageren op de vordering. Het vonnis is op 12 januari 2021 uitgesproken door mr. F.E.J. Goffin.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer : 8704837 \ CV EXPL 20-2226
Vonnis van 12 januari 2021
in de zaak van
de stichting
STICHTING WATERNET,
gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam,
eisende partij, hierna te noemen Stichting Waternet,
gemachtigde: Gerechtsdeurwaarderskantoor H.J. Jansen B.V.,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
verschenen in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 4 augustus 2020 met één productie,
- de conclusie van antwoord van 3 september 2020,
- de conclusie van repliek van 27 oktober 2020,
- de conclusie van dupliek van 24 november 2020.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Voordat aan een inhoudelijke beoordeling wordt toegekomen, wordt het navolgende overwogen. In de conclusie van antwoord geeft [gedaagde] aan dat zij begeleiding ontvangt en dat zij, samen met haar begeleiders, een aanvraag tot bewindvoering heeft ingediend. De kantonrechter heeft ambtshalve onderzoek gedaan en geconstateerd dat op 11 september 2020 ten behoeve van [gedaagde] een beschermingsbewind in de zin van artikel 1:431 BW is ingesteld. Dit brengt mee dat zij op grond van artikel 1:441 BW niet bevoegd is om zelf in rechte op te treden. De Hoge Raad heeft bij arrest van 7 maart 2014 (ECLI:NL:HR:2014:525) bepaald dat indien de rechter in de loop van het geding van het bewind op de hoogte raakt, de rechter, zo nodig ambtshalve, de meest gerede partij in staat dient te stellen de bewindvoerder op te roepen. De kantonrechter zal Stichting Waternet derhalve in de gelegenheid stellen om de bewindvoerder van [gedaagde] , BeschermingsBewind Twente B.V., bij aangetekende brief in het geding op te roepen, zoals in het dictum bepaald.
2.2
Om de behandeling van de zaak te bespoedigen geeft de kantonrechter de bewindvoerder in overweging op onderstaande datum te berichten of zij de vordering erkent (zoals kan worden afgeleid uit het standpunt van [gedaagde] ) dan wel of zij verweer wenst te voeren.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
stelt Stichting Waternet in de gelegenheid om de bewindvoerder van [gedaagde] , BeschermingsBewind Twente B.V., per aangetekende brief met inachtneming van de voor dagvaarding geldende termijnen, als partij in het geding op te roepen tegen de rol van 2 februari 2021 te 10:00 uur, teneinde de bewindvoerder van [gedaagde] als partij in dit geding te betrekken en alsnog zijn standpunt te bepalen ten aanzien van de vordering van Stichting Waternet,
3.2.
bepaalt dat Stichting Waternet een afschrift van de processtukken van het geding met alle producties, waaronder een afschrift van dit vonnis, (ongeveer) tegelijkertijd met de oproeping per aangetekende post met bericht van ontvangst toezendt aan de bewindvoerder van [gedaagde] ,
3.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.E.J. Goffin, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 12 januari 2021. (BLd(O)