ECLI:NL:RBOVE:2021:1089

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
15 maart 2021
Publicatiedatum
15 maart 2021
Zaaknummer
AK_ 20 _ 1362
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot wijziging van persoonsgegevens in de basisregistratie personen

In deze zaak heeft eiseres, geregistreerd in de basisregistratie personen (brp) met de naam [naam 2] en geboortedatum 8 oktober 1988, verzocht om wijziging van haar geregistreerde naam, geboortedatum en het opnemen van de persoonsgegevens van haar ouders. Dit verzoek werd door het college van burgemeester en wethouders van Almelo afgewezen, omdat niet onomstotelijk kon worden vastgesteld dat de geregistreerde gegevens onjuist waren. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.

De rechtbank heeft op 4 maart 2021 de zaak behandeld, waarbij eiseres in persoon verscheen, bijgestaan door haar gemachtigde, en verweerder vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde en C.H.M. Witteman-Brattinga. De rechtbank overwoog dat de wetgeving vereist dat voor het wijzigen van gegevens in de brp onomstotelijk moet vaststaan dat deze feitelijk onjuist zijn. Eiseres heeft verschillende documenten overgelegd ter ondersteuning van haar verzoek, waaronder een DNA-onderzoek en identiteitsbewijzen, maar de rechtbank concludeerde dat de echtheid van de gegevens niet voldoende was aangetoond.

De rechtbank oordeelde dat er vraagtekens waren bij de documenten die eiseres had overgelegd, zoals de Hukou van haar ouders, en dat er inconsistenties waren in de identiteitsbewijzen. Hierdoor kon niet worden vastgesteld dat zowel de nieuwe als de oude gegevens op dezelfde persoon betrekking hadden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees erop dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op de eerstvolgende donderdag na de datum van uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL
Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 20/1362

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats 1] , eiseres,

gemachtigde: mr. A.H. Diels,
en

het college van burgemeester en wethouders van Almelo, verweerder

gemachtigde: mr. P.A.J.S. Lathouwers.

Procesverloop

Bij besluit van 11 december 2019 heeft verweerder het verzoek van eiseres om wijziging van haar in de basisregistratie personen (hierna: brp) geregistreerde naam, geboortedatum en het alsnog opnemen van de persoonsgegevens van haar ouders, afgewezen.
Bij besluit van 3 juni 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 maart 2021.
Eiseres is in persoon verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde en C.H.M. Witteman- Brattinga.

Overwegingen

1. Eiseres staat sinds 15 augustus 2006 in de basisregistratie personen (brp) geregistreerd met de voornaam [naam 1] de achternaam [naam 2] , de geboortedatum 8 oktober 1988 en de geboorteplaats Ruian. Deze inschrijving, die heeft plaatsgevonden in de gemeente Heythuysen, is gebaseerd op een door eiseres afgelegde verklaring onder ede.
2. Op 5 maart 2019 heeft eiseres verweerder verzocht om correctie van haar voornaam in [naam 3] haar geboortedatum in 18 november 1977 en de geboorteplaats in Ruian City en de wijziging van haar nationaliteit van “onbekend” in “Chinese”. Tevens is daarbij verzocht alsnog de gegevens van haar in dat verzoek met name genoemde ouders op te nemen. Verweerder heeft geweigerd de gevraagde wijzigingen in het brp door te voeren omdat op basis van de door eiseres overgelegde documenten niet onomstotelijk blijkt dat de geregistreerde gegevens onjuist zijn.
3. De relevante wetgeving
Wet basisregistratie personen (Wet brp)
Artikel 1.4
Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor het bijhouden van persoonsgegevens in de basisregistratie overeenkomstig afdeling 1 van hoofdstuk 2.
Artikel 2.8, tweede lid,
De gegevens over de burgerlijke staat worden, indien zij feiten betreffen die zich buiten Nederland hebben voorgedaan, ontleend aan een geschrift als bedoeld onder a, bij gebreke hiervan aan een geschrift als bedoeld onder b of c, bij gebreke ook hiervan aan een geschrift als bedoeld onder d en bij gebreke ten slotte ook hiervan aan een geschrift als bedoeld onder e:
a. een akte over het desbetreffende feit, die is opgenomen in de registers van de Nederlandse burgerlijke stand;
b. een in Nederland gedane rechterlijke uitspraak over het desbetreffende feit die in kracht van gewijsde is gegaan;
c. een buiten Nederland overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akte die ten doel heeft tot bewijs te dienen van het desbetreffende feit, of een over dat feit gedane rechterlijke uitspraak, of bij gebreke daarvan een akte van bekendheid of beëdigde verklaring, bedoeld in artikel 45 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;
d. een geschrift dat overeenkomstig de plaatselijke voorschriften is opgemaakt door een bevoegde instantie, waarin het desbetreffende feit is vermeld;
e. een verklaring over het desbetreffende feit die betrokkene ten overstaan van een door het college aangewezen ambtenaar onder eed of belofte heeft afgelegd, die op schrift is gesteld en door betrokkene is ondertekend.
Artikel 2.58, eerste lid,
Het college van burgemeester en wethouders voldoet binnen vier weken kosteloos aan het verzoek van betrokkene hem betreffende gegevens in de basisregistratie te verbeteren, aan te vullen of te verwijderen, indien deze feitelijk onjuist dan wel onvolledig zijn of in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt. Het verzoek bevat de aan te brengen wijzigingen.
4. Zoals de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State meermaals heeft overwogen (onder meer in de uitspraak van 29 augustus 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2839) moeten de gegevens in de brp betrouwbaar en duidelijk zijn. De gebruikers van die gegevens moeten erop kunnen vertrouwen dat de gegevens juist zijn. Voor de gegevens omtrent de burgerlijke staat die niet aan de Nederlandse burgerlijke stand kunnen worden ontleend, heeft de wetgever een rangorde aangegeven in de documenten waaraan deze gegevens mogen worden ontleend. Aan een "lager" document mogen gegevens worden ontleend wanneer op het tijdstip van inschrijving in redelijkheid geen "hoger" document kan worden overgelegd. Dit doet evenwel niet af aan de plicht van de burger om eventueel ook na de inschrijving alsnog zo sterk mogelijke documenten te leveren (Kamerstukken II 2011-2012, 33 219, nr. 3, blz. 126). Het bewijs dat eenmaal in de brp opgenomen gegevens feitelijk onjuist zijn, kan alleen worden geleverd door overlegging van de juiste brondocumenten. Voor het wijzigen van eenmaal in de brp geregistreerde gegevens zal gelet op het systeem van de Wet brp onomstotelijk moeten vaststaan dat deze feitelijk onjuist zijn.
5. Ten aanzien van het antwoord op de vraag of verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat eiseres niet heeft aangetoond dat de in de basisregistratie opgenomen gegevens onomstotelijk onjuist zijn, overweegt de rechtbank als volgt.
Eiseres is geregistreerd op basis van een door haar op 10 augustus 2006 ten overstaan van een ambtenaar van de gemeente Heythuysen afgelegde verklaring onder ede. Daarbij heeft zij onder meer de geboortedatum 8 oktober 1988 doorgegeven.
Bij het correctieverzoek heeft eiseres de navolgende documenten overlegd:
- een geboorteakte
- een Hukou
- een Chinees paspoort
- een reisdocument
- rapporten van de Koninklijke Marechaussee
en
- een verblijfsdocument IND.
Tevens heeft eiseres bij schrijven van 18 oktober 2019 aanvullende documenten overlegd, te weten:
- een door Verilabs uitgevoerd DNA-onderzoek, waarin wordt geconcludeerd dat
[naam 4] de biologische vader van eiseres is en [naam 5] de biologische
moeder. Tevens blijkt hieruit dat beide ouders zich met een geldig
legitimatiebewijs hebben gelegitimeerd bij het Nederlandse Consulaat-Generaal te
Shanghai.
- een beëdigde vertaling van een oude Chinese identiteitskaart van voor haar vertrek
uit China
Niet in geschil is dat uit onderzoek van Bureau Documenten (BDoc) van de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) onder meer de conclusie kan worden getrokken dat de volgende documenten als echt zijn bestempeld:
- de overgelegde originele Hukou met de notariële akte met vertaling en legalisaties,
- de originele notariële akte, opgemaakt op basis van een Chinese identiteitskaart,
- de originele identiteitskaart uit China (met een geldigheid van 14 mei 2013 tot 14 mei 2033)
- het op 1 maart 2005 te Zhejiang afgegeven paspoort
en het op 28 februari 2007 in Den Haag afgegeven paspoort, beiden onder de naam
[naam 6] geboren op 18 november 1977.
De rechtbank stelt vast dat de registratie in het brp gelet op het systeem van de wet slechts kan worden gewijzigd indien onomstotelijk, dus met 100% zekerheid, vast staat dat:
- de oude gegevens, dus de eerder door eiseres afgelegde verklaring onder ede, onjuist zijn;
- de nieuwe gegevens juist zijn;
- en dat zowel de nieuwe als de oude gegevens op dezelfde persoon zien.
De rechtbank is van oordeel dat in ieder geval niet wordt voldaan aan die laatste voorwaarde. In dat verband stelt de rechtbank vast dat verweerder terecht opmerkt dat de Hukou (het huishoudregister) van de ouders vraagtekens oproept nu daar wordt gesproken over een second-born-son en niet valt uit te sluiten dat er ook nog één of meerdere meerderjarige zussen kunnen zijn die inmiddels van de Hukou van de ouders zijn verwijderd. Dat laatste zou kunnen betekenen dat de gestelde nieuwe identiteit aan een van die zussen toebehoort. Daarnaast komen er in de door eiseres overgelegde paspoorten/identiteitskaarten liefst drie verschillende identiteiten naar voren en is er sprake van wisselende ID-cardnummers, en het gebruik van een alias [naam 7]
Voorts is de rechtbank van oordeel dat de echtheid van de verschillende paspoorten/identiteitskaarten weliswaar is erkend, maar dat dit gelet op de jurisprudentie niet wil zeggen dat ook de inhoud op juistheid is gecontroleerd. In dat verband stelt de rechtbank vast dat niet duidelijk is of en op welke wijze de Chinese ambassade in Nederland de identiteit van eiseres heeft gecontroleerd alvorens het laatste nieuwe paspoort af te geven.
Het geheel overziende is de rechtbank van oordeel dat niet onomstotelijk vaststaat dat zowel de nieuwe als de oude gegevens op dezelfde persoon zien.
Reeds hierom wordt niet aan de voorwaarden voldaan en kan het bestreden besluit in stand blijven.
6. Het beroep is ongegrond.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.J.B. Cornelissen, rechter, in aanwezigheid van
M.W. Hulsman, griffier op
De uitspraak wordt openbaar gemaakt op de eerstvolgende donderdag na deze datum.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.