Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
“…gegevens betreffende producten [en], systemen…”en wás deze informatie alleen daarom al bestempeld als geheim/vertrouwelijk in de arbeidsovereenkomst en het personeelshandboek. Verdachte werd zodoende geacht dat te weten. De rechtbank overweegt ten overvloede dat zij volstrekt ongeloofwaardig acht de verklaring van verdachte dat het hem niet duidelijk was dat hij deze informatie niet mocht delen, omdat de informatie toch al op straat lag, wat daar ook van zij. Met deze stelling is immers niet te rijmen dat klaarblijkelijk belanghebbenden buiten [bedrijf 1] , in verband met in China op de markt te brengen stoomturbines, verdachte herhaaldelijk en gedurende een lange periode (grote) geldbedragen wilden betalen en ook daadwerkelijk betaalden om de informatie tot hun beschikking te krijgen. Verdachte heeft bovendien ter zitting verklaard [11] dat hij ook nieuwe informatie heeft verstrekt, zoals unieke berekeningen, en ook dat de specifieke bijdrage van verdachte erin bestond dat hij de juiste tekeningen uit de database selecteerde, hetgeen, zo begrijpt de rechtbank, een ingewikkelde, tijdrovende klus is. Gelet op het voorgaande is van afwezigheid van alle schuld geen sprake.
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
anders dan als ambtenaar, werkzaam zijnde in dienstbetrekking naar aanleiding van hetgeen hij in strijd met zijn plicht in zijn betrekking heeft gedaan, een gift of belofte aannemen dan wel vragen, meermalen gepleegd.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelden
NJ1999/801). Indien een benadeelde partij dergelijke proceskosten als onderdeel van de schade in de zin van artikel 51f Sv vordert, dient zij in zoverre in die vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard.
NJ2000/413, en zie hierna onder 8.5).
NJ2002/123).
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
anders dan als ambtenaar, werkzaam zijnde in dienstbetrekking naar aanleiding van hetgeen hij in strijd met zijn plicht in zijn betrekking heeft gedaan, een gift of belofte aannemen dan wel vragen, meermalen gepleegd.
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat verdachte:
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 dagen;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit 2 tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 10.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 augustus 2016 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 85 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;