ECLI:NL:RBOVE:2020:518

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
11 februari 2020
Publicatiedatum
10 februari 2020
Zaaknummer
08-952858-18 (P) en 08-760150-17 TUL
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor mensenhandel, ontucht en kinderporno met minderjarige slachtoffers

Op 11 februari 2020 heeft de Rechtbank Overijssel een 21-jarige man uit Zwolle veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar en tbs met dwangverpleging. De man werd schuldig bevonden aan mensenhandel, ontucht en het bezit, vervaardigen en verspreiden van kinderporno. Hij had via Instagram minderjarige meisjes geronseld en hen gedwongen tot seksuele handelingen en het maken van pornografisch materiaal. De rechtbank oordeelde dat de man de slachtoffers had uitgebuit en hen had gedwongen tot het verrichten van seksuele handelingen, waarbij hij ook dreigde met het openbaar maken van hun naaktfoto's. De slachtoffers, die allemaal onder de 18 jaar waren, hebben recht op schadevergoeding, die de man moet betalen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de kwetsbaarheid van de slachtoffers zwaar meegewogen in de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer 08-952858-18 (P) en 08-760150-17 TUL
Datum vonnis: 11 februari 2020
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1999 in [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
nu verblijvende in PI Almelo te Almelo

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 14 januari 2020 en 11 februari 2020.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. W.E.M. van Erp en van hetgeen door verdachte en de raadsvrouw mr. J. Rump, advocaat te Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, na nadere omschrijving van de tenlastelegging van 15 augustus 2019, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan:
feit 1:mensenhandel jegens de minderjarige [slachtoffer 1] ;
feit 2:mensenhandel jegens de minderjarige [slachtoffer 2] dan wel een poging daartoe;
feit 3:het plegen van ontuchtige handelingen met [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] , toen zij nog geen zestien jaar waren, welke handelingen (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam
en/of
feitelijke aanranding van de eerbaarheid door hen te dwingen ontuchtige handelingen te plegen;
Feit 4:het bezitten, vervaardigen en verspreiden van kinderporno;
Feit 5:poging tot afdreiging van [slachtoffer 5] .
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 3 januari 2019 t/m 16 januari 2019 te Zwolle en/of te Arnhem en/of te Oosterbeek, althans in Nederland, een ander, te weten [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2006 ( [slachtoffer 1] ),
(sub 2)
heeft geworven met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1] , terwijl die
[slachtoffer 1] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
(sub 5)
ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, dan wel (enige) handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die (seksuele) handelingen, terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
en/of
(sub 8)
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele handelingen van die [slachtoffer 1] , met of voor een derde tegen betaling, terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
Immers heeft verdachte
-die [slachtoffer 1] op Instagram benaderd onder het account van [instagramaccount 1] , waarbij
hij zich voordeed als een meisje met de naam [slachtoffer 3] en/of
-die [slachtoffer 1] , middels het personage van [slachtoffer 3] , gevraagd of zij geld wilde verdienen en/of
-die [slachtoffer 1] , middels het personage van [slachtoffer 3] , geïntroduceerd bij "de baas" (zijnde (tevens) verdachte) die haar zou helpen om geld te verdienen en/of
-die [slachtoffer 1] heeft opgedragen naaktfoto's van zichzelf naar hem te sturen en/of
-die [slachtoffer 1] heeft opgedragen erotische/pornografische filmpjes en/of foto's te maken van zichzelf terwijl zij seksuele handelingen verrichtte met/bij zich zelf en/of
-die [slachtoffer 1] via whatsapp heeft geïnstrueerd welke seksuele handelingen zij moest verrichten en/of welke erotische poses zij moest aannemen en/of
-die [slachtoffer 1] , via whatsapp, een erotisch/pornografisch "instructie-filmpje" van die [slachtoffer 3] toe gestuurd en/of
-die [slachtoffer 1] opgedragen die erotische/pornografische filmpjes en/of foto's van zichzelf te koop aan te bieden via Instagram en/of
-die [slachtoffer 1] opgedragen zichzelf via Instagram voor de prostitutie aan te bieden en/of
-die [slachtoffer 1] geïnstrueerd dat zij op haar bio van Instagram de volgende tekst moest zetten: "foto is 5 euro, filmpje is 15 euro en voor 300 euro ben ik van jou en trio met vriendin van me (13 j) is 500 euro ", waarbij verdachte haar tevens instrueerde haar leeftijd (12 jaar) te vermelden op haar bio en/of
-de prijzen bepaald die [slachtoffer 1] zou krijgen voor de door haar te verrichten seksuele handelingen en/of
-de prijzen bepaald die de klanten moesten betalen voor die erotische/pornografische foto's en filmpjes en/of
-zelf onderhandeld met potentiële klanten van [slachtoffer 1] middels haar account op instagram waarbij hij, verdachte zich voordeed als [slachtoffer 1] en/of
-die [slachtoffer 1] opgedragen een screenshot te maken van haar beeldscherm telkens als zij werd benaderd met een verzoek door een potentiële klant, waarbij verdachte dan bepaalde of die [slachtoffer 1] die klant kon accepteren en/of
-indien verdachte de klant accepteerde, een tikkie gestuurd naar die [slachtoffer 1] welke [slachtoffer 1] moest doorsturen naar de potentiële klant en/of
-tegen [slachtoffer 1] gezegd dat 70% van de verdiensten voor verdachte waren en 30% voor [slachtoffer 1] , waarbij verdachte aangaf dat zij bonussen kon verdienen als zij veel klanten zou hebben en/of
-gedreigd (via app/sms-bericht(en) pornografische foto's/fimpjes van [slachtoffer 1] , waar zij herkenbaar op stond, te verspreiden naar bekende(n) van [slachtoffer 1] toen zij wilde stoppen met de werkzaamheden en verdachte had geblokt op haar social media;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2018 t/m 9 januari 2019 te Zwolle en/of te Delft, althans in Nederland, een ander, te weten [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2003 ( [slachtoffer 2] ),
(sub 2)
heeft geworven met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 2] , terwijl die [slachtoffer 2] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, en/of
(sub 5)
ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, dan wel (enige) handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die (seksuele) handelingen, terwijl die [slachtoffer 2] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
Immers heeft verdachte
-die [slachtoffer 2] op Instagram (herhaaldelijk) benaderd door haar een persoonlijk bericht te sturen met de vraag of zij snel geld wilde verdienen door hoertje te spelen en met mannen te neuken en/of
-die [slachtoffer 2] onder druk gezet om haar wachtwoord van instagram aan hem te geven en/of
-die [slachtoffer 2] opgedragen naaktfoto's van zichzelf naar hem te sturen en/of
-die [slachtoffer 2] (vervolgens) op snapchat aangeboden voor prostitutie door een naaktfoto van die [slachtoffer 2] , onder vermelding van haar instagramaccount, op snapchat te zetten met daarbij de tekst "pijpen beffen en neuken" en/of
-de prijzen bepaald op pijpen 100, neuken 150, anaal extra 100, dat is 350 per klant en/of
-die [slachtoffer 2] opgedragen een apart instamgramaccount aan te maken " [instagramaccount 2] " en/of
-tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij, verdachte, zijn dames meestal 25% geeft en/of
-die [slachtoffer 2] op intimiderende wijze opgedragen en geïnstrueerd om erotische/pornografische foto's te maken van zichzelf en/of
-die [slachtoffer 2] op intimiderende wijze opgedragen seksafspraken te maken met potentiële klanten die reageerden op de betreffende snapchat waarin die [slachtoffer 2] voor prostitutie werd aangeboden en/of
-tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij haar baas is en zij zijn hoertje is en hij haar supervisor is en zij vanaf nu van hem is en naar hem moet luisteren en hij wil dat zij geld voor hem maakt en/of
-zelf onderhandeld met potentiële prostitutieklanten van [slachtoffer 2] middels haar account op instagram waarbij hij, verdachte zich voordeed als [slachtoffer 2] en/of
-die [slachtoffer 2] opgedragen een locatie te regelen waar zij klanten kan ontvangen en/of
-druk gezet en/of gehouden op die [slachtoffer 2] om in de prostitutie te werken door te dreigen naaktfoto's van die [slachtoffer 2] , waar zij herkenbaar op stond, te verspreiden naar vriendinnen van die [slachtoffer 2] ;
althans
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2018 t/m 9 januari 2019 te
Zwolle en/of te Delft, althans in Nederland, ter uitvoering van zijn, verdachtes voorgenomen misdrijf om een ander, te weten [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2003 ( [slachtoffer 2] ),
(sub 2)
te werven met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 2] , terwijl die [slachtoffer 2] de
leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
(sub 5)
ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, dan wel (enige) handeling(en) te ondernemen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die (seksuele) handelingen, terwijl die [slachtoffer 2] de leeftijd van

18 jaar nog niet had bereikt,

Immers heeft verdachte
-die [slachtoffer 2] op Instagram (herhaaldelijk) benaderd door haar een persoonlijk bericht te sturen met de vraag of zij snel geld wilde verdienen door hoertje te spelen en met mannen te neuken en/of
-die [slachtoffer 2] onder druk gezet om haar wachtwoord van instagram aan hem te geven en/of
-die [slachtoffer 2] opgedragen naaktfoto's van zichzelf naar hem te sturen en/of
-die [slachtoffer 2] (vervolgens) op snapchat aangeboden voor prostitutie door een naaktfoto van die [slachtoffer 2] , onder vermelding van haar instagramaccount, op snapchat te zetten met daarbij de tekst "pijpen beffen en neuken" en/of
-de prijzen bepaald op pijpen 100, neuken 150, anaal extra 100, dat is 350 per klant en/of
-die [slachtoffer 2] opgedragen een apart instamgramaccount aan te maken " [instagramaccount 2] " en/of
-tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij, verdachte, zijn dames meestal 25% geeft en/of
-die [slachtoffer 2] op intimiderende wijze opgedragen en geïnstrueerd om erotische/pornografische foto's te maken van zichzelf en/of
-die [slachtoffer 2] op intimiderende wijze opgedragen seksafspraken te maken met potentiële klanten die reageerden op de betreffende snapchat waarin die [slachtoffer 2] voor prostitutie werd aangeboden en/of
-tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij haar baas is en zij zijn hoertje is en hij haar supervisor is en zij vanaf nu van hem is en naar hem moet luisteren en hij wil dat zij geld voor hem maakt en/of
-zelf onderhandeld met potentiële prostitutieklanten van [slachtoffer 2] middels haar account op instagram waarbij hij, verdachte zich voordeed als [slachtoffer 2] en/of
-die [slachtoffer 2] opgedragen een locatie te regelen waar zij klanten kan ontvangen en/of
-druk gezet en/of gehouden op die [slachtoffer 2] om in de prostitutie te werken door te dreigen naaktfoto's van die [slachtoffer 2] , waar zij herkenbaar op stond, te verspreiden naar vriendinnen van die [slachtoffer 2] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 december 2018 tot en met 12 februari 2019 te Zwolle en/of te Oosterbeek en/of te Arnhem en/of te Gouda en/of te Tiel, in ieder geval telkens in Nederland, met
- [slachtoffer 1] , geboren [geboortedatum 2] 2006 en/of
- [slachtoffer 3] , geboren [geboortedatum 4] 2006 en/of
- [slachtoffer 4] , geboren [geboortedatum 5] 2003 en/of
die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van voornoemde personen, te weten:
-het wrijven over de blote borsten en/of het likken van de blote borsten door/van die [slachtoffer 1] en/of
-het wrijven over de schaamstreek/clitoris door/van die [slachtoffer 1] en/of
-het zichzelf vingeren door die [slachtoffer 1] en/of
-het spreiden van de schaamlippen van/door die [slachtoffer 3] en/of
-het uit elkaar trekken van de billen van/door die [slachtoffer 3] en/of
-het opentrekken van de schaamlippen en de anus van/door die [slachtoffer 3] en/of
-het zichzelf vingeren door die [slachtoffer 3] en/of
-het wrijven met de hand en/of de vinger(s) over de schaamstreek/schaamlippen door/van die [slachtoffer 4] en/of
en/of
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 december 2018 tot en met 12 februari 2019 te Zwolle en/of te Oosterbeek en/of te Arnhem en/of te Gouda en/of te Tiel, in ieder geval telkens in Nederland,
- [slachtoffer 1] , geboren [geboortedatum 2] 2006,
- [slachtoffer 3] , geboren [geboortedatum 4] 2006,
- [slachtoffer 4] , geboren [geboortedatum 5] 2003,
door één of meer feitelijkheden en/of bedreiging met één of meer feitelijkheden heeft gedwongen tot het plegen van een of meer ontuchtige handelingen, bestaande uit
-het wrijven over de blote borsten en/of het likken van de blote borsten door/van die [slachtoffer 1] en/of
-het wrijven over de schaamstreek/clitoris door/van die [slachtoffer 1] en/of
-het zichzelf vingeren door die [slachtoffer 1] en/of
-het spreiden van de schaamlippen van/door die [slachtoffer 3] en/of
-het uit elkaar trekken van de billen van/door die [slachtoffer 3] en/of
-het opentrekken van de schaamlippen en de anus van/door die [slachtoffer 3] en/of
-het zichzelf vingeren door die [slachtoffer 3] en/of
-het wrijven met de hand en/of de vinger(s) over de schaamstreek/schaamlippen door/van die [slachtoffer 4] , welke een of meer feitelijkheden en/of bedreiging met één of meer
feitelijkheden bestonden uit
-het opzettelijk door gebiedende taal instrueren van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] welke handelingen zij moesten verrichten en/of
-het dreigen met eerder, op aandringen van verdachte, door [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] gemaakte naaktfoto's en/of naaktfilmpjes van zichzelf openbaar te maken en/of naar derden te versturen indien zij niet opnieuw naaktfoto's en/of naaktfilmpjes voor hem zouden maken en naar hem zouden sturen en/of
-het misbruik maken van de afhankelijkheidssituatie en/of de vertrouwensrelatie die verdachte met [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] had opgebouwd en/of
-het misbruik maken van een geestelijke overwichtssituatie door het leeftijdsverschil tussen verdachte en [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of
[slachtoffer 4] en het feit dat zij kwetsbaar en beïnvloedbaar waren;
4.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 december 2017 met 21 februari 2019, te Zwolle en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) afbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of films en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen - te weten een HP Desktop en/of een tablet Samsung en/of een Samsung Galaxy A5 en/of een Iphone 7 en/of een Iphone 5 en/of het Dropboxaccount van [verdachte] @live.nl en/of de ICloudaccount van [verdachte] @icloud.com-
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van 18 jaar
nog niet had bereikt, te weten,
- [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum 2] 2006) en/of
- [slachtoffer 5] (geboren [geboortedatum 6] 2004) en/of
- [slachtoffer 6] (geboren [geboortedatum 7] 2003) en/of
- [slachtoffer 7] (geboren [geboortedatum 8] 2003) en/of
- [slachtoffer 3] (geboren [geboortedatum 4] 2006) en/of
- [slachtoffer 8] (geboren [geboortedatum 9] 2005) en/of
- [slachtoffer 4] (geboren [geboortedatum 5] 2003) en/of
- [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum 3] 2003) en/of
- een of meerdere onbekend gebleven minderjarige(n), was / waren betrokken of schijnbaar was / waren betrokken
heeft verspreid en/of aangeboden en/of vervaardigd en/of verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit (onder meer):
het met de penis en/of met de mond/tong oraal penetreren van het lichaam van een minderjarige en/of het met de penis en/of met de mond/tong anaal penetreren van het lichaam van een minderjarige (afbeelding 12: [bestandsnaam] .mp4)
en/of
het met de vinger vaginaal penetreren van het eigen lichaam van de genoemde
minderjarige [slachtoffer 1] en/of genoemde [slachtoffer 3] (afbeelding 1: [bestandsnaam] .MOV; afbeelding 2: [bestandsnaam] .MP4)
en/of
het met de penis en/of met de vinger/hand en/of met de mond/tong betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een minderjarige (Afbeelding 12: [bestandsnaam] .mp4)
en/of
het met de vinger/hand betasten en/of aanraken van de eigen geslachtsdelen en/of borsten en/of billen door genoemde [slachtoffer 1] en/of genoemde [slachtoffer 3] en/of genoemde [slachtoffer 4]
(afbeelding 2: [bestandsnaam] .MP4)
en/of
het geheel en/of gedeeltelijk naakt (laten) poseren door genoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 2] , waarbij deze perso(o)n(en) poseert/poseren in een striptease-act/houding en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeelding 3: [bestandsnaam] .JPG;
afbeelding 4: thumbnail [bestandsnaam] .jpg;
afbeelding 5: [bestandsnaam] .PNG
afbeelding 6: [bestandsnaam] .PNG
afbeelding 7: [bestandsnaam] .JPG
afbeelding 8: [bestandsnaam] .jpg
afbeelding 2: [bestandsnaam] .MP4)
en/of
het houden van een (stijve) penis dichtbij het lichaam van een minderjarige (afbeelding 12: [bestandsnaam] .mp4)
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
5.
hij in of omstreeks de periode van december 2017 t/m 18 januari 2018 te Zwolle en/of te Oldenzaal, althans in Nederland, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met smaad, smaadschrift of openbaring van een geheim, [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum 6] 2004, te dwingen tot afgifte van 2500 euro, althans een of meer geldbedragen, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 5] , althans aan een ander of anderen dan aan verdachte, met voormeld oogmerk (meermalen) aan die [slachtoffer 5] berichtjes heeft
gestuurd waarin hij, verdachte stelt dat zij, [slachtoffer 5] , hem geld moest geven omdat hij anders naaktfoto's van haar zou sturen aan haar vriendinnen en/of haar instagram-account zou hacken en die naaktfoto('s) zou posten op instagram en/of op andere wijze die naaktfoto's openbaar zou maken; terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Inleiding [1]
Bij vonnis van 4 december 2017 (parketnummer 08.76050-17) is verdachte door deze rechtbank veroordeeld voor feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd, en het bezitten, vervaardigen en verspreiden van kinderporno.
Kort hierna, op 2 februari 2018, ontving de politie een melding inhoudende dat de
dertienjarige [slachtoffer 5] had aangegeven niet meer te willen leven omdat ene zekere [verdachte] naaktfoto’s en- filmpjes van haar had en haar daarmee afperste dan wel chanteerde. [2] Op 14 februari 2018 heeft [slachtoffer 5] aangifte van afdreiging gedaan (feit 5). Zij verklaarde, kort weergegeven, dat die [verdachte] na de kerst van 2017 contact met haar had opgenomen en € 2500,-- van haar had geëist. Als zij niet zou betalen dan zou hij een naaktfilmpje van haar verspreiden. Toen zij weigerde te betalen heeft deze jongen het filmpje daadwerkelijk naar leerlingen van haar school gestuurd. [3]
De politie heeft de tussen [slachtoffer 5] en deze jongen gevoerde WhatsApp gesprekken op 8 februari 2019 onderzocht en hieruit bleek dat de jongen gebruik maakte van het nummer [telefoonnummer] . Bij de politie was ambtshalve bekend dat dit telefoonnummer aan verdachte toebehoorde. [4]
Bij doorzoeking in de woning van verdachte en op het werk van verdachte op 18 oktober 2018 is een aantal gegevensdragers (HP Desktop, een tablet Samsung en een telefoon Samsung Galaxy SM0A520F) van verdachte in beslag genomen. [5]
Na onderzoek is op deze gegevensdragers kinderpornografisch materiaal aangetroffen, waaronder naaktfoto's en/of video's van acht geïdentificeerde minderjarige meisjes (feit 4). Ten aanzien van drie van deze meisjes is op deze foto’s en/of video’s te zien dat zij bij zichzelf ontuchtige handelingen verrichten door seksueel bij zichzelf binnen te dringen (feit 3).
Op 8 januari 2019 is door [vader slachtoffer 1] bij de politie melding gedaan dat hij op de telefoon van zijn twaalfjarige dochter [slachtoffer 1] naaktfilmpjes had aangetroffen. [6]
Op 9 januari 2019 heeft hij aangifte gedaan van seksuele uitbuiting van [slachtoffer 1] omdat een man haar seksuele handelingen zou hebben laten verrichten voor geld [7] (feit 1, mensenhandel).
Op 12 februari 2019 heeft de vijftienjarige [slachtoffer 2] bij de politie in een informatief gesprek verklaard dat een onbekende man genaamd [verdachte] haar in december 2018 via Instagram had benaderd met de vraag of zij zijn hoertje wilde zijn en wilde neuken en pijpen voor geld. [8] Op 6 mei 2019 heeft [slachtoffer 2] vervolgens aangifte van seksuele uitbuiting gedaan [9] (feit 2, mensenhandel).
Op 12 februari 2019 is verdachte aangehouden. Onder hem werd een roze Iphone7 in beslag genomen. [10] Bij doorzoeking in zijn woning op 21 februari 2019 is een Iphone 5 in beslag genomen. [11]
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich, overeenkomstig de inhoud van een aan de rechtbank overgelegd requisitoir, op het standpunt gesteld dat de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich, overeenkomstig de inhoud van de aan de rechtbank overgelegde pleitnota, op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van het hem onder 3 ten laste gelegde feit. Daartoe heeft zij aangevoerd dat [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] hun foto’s en filmpjes vrijwillig hebben gemaakt en niet op enigerlei wijze door verdachte zijn gedwongen om deze te maken. Ten aanzien van [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] ontbreekt volgens de raadsvrouw bovendien de voor artikel 245 Sr vereiste interactie.
De onder 1, 2, 4 en 5 ten laste gelegde feiten kunnen volgens de raadsvrouw bewezen worden verklaard. Ten aanzien van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten benadrukt de raadsvrouw namens verdachte dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] de verweten gedragingen zelf ook wilden.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde:
Als eerste feit is verdachte ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de in sub 2, sub 5 en sub 8 van artikel 273f lid 1 Sr strafbaar gestelde vormen van mensenhandel ten opzichte van de toentertijd 12 jarige [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2006 ( [slachtoffer 1] ).
Bij de beoordeling van het ten laste gelegde gaat de rechtbank uit van de volgende uit het dossier blijkende feiten en omstandigheden.
[slachtoffer 1] heeft bij de politie, kort gezegd, het volgende verklaard.
Zij kwam via Instagram in contact met een meisje, genaamd [slachtoffer 3] , die haar vroeg of zij geld wilde verdienen. [12] Dit meisje maakte gebruik van het account [instagramaccount 1] . [13]
[slachtoffer 1] zou een account van ‘de baas’ krijgen en moest hem haar nummer geven, hetgeen zij heeft gedaan. [14]
De baas zei vervolgens wat zij moest doen. [15] Zij moest naaktfoto’s en filmpjes van zichzelf maken waarop zij seksuele handelingen met zichzelf verrichtte en zij moest deze naar de baas sturen. [16]
De baas gaf aan wat zij op de filmpjes moest doen. Zij moest haar lichaam laten zien en aan zichzelf zitten. Ook moest zij met haar borsten spelen. Toen zij het niet helemaal begreep heeft de baas een filmpje van [slachtoffer 3] gestuurd waarin te zien was hoe het eruit moest zien. [17] Ze moest kreungeluiden maken en zichzelf vingeren. [18]
Ook moest zij afspraken met jongens en mannen maken. [19] Verder moest zij in haar bio van Instagram de tekst: “
foto is 5 euro, filmpje is 15 euro en voor 300 euro ben ik van jou” zetten. [20] [21] Ook moest zij haar leeftijd (12 jaar) vermelden in haar bio. [22]
[slachtoffer 1] stuurde foto’s en filmpjes via Instagram aan klanten. Zij moest van de baas telkens een screenshot van haar beeldscherm maken als zij door een klant werd benaderd. De baas gaf aan of zij het filmpje mocht maken. De baas stuurde dan een tikkie die zij kon doorsturen naar de klant. Als de baas aangaf dat de tikkie was betaald dan kon zij de foto doorsturen. [23] Zij heeft ongeveer 10 tikkies verstuurd. [24]
De baas zou 70 procent krijgen. De rest was voor [slachtoffer 1] . [25]
Er waren meerdere klanten die wilden afspreken. Zij heeft een afspraak gemaakt met een jongen voor seks. Die jongen zou hier € 300,-- voor betalen. [26]
Ze heeft nooit geld van de baas gekregen. [27] De baas zou het geld een keer contant brengen maar dit is nooit gebeurd. [28]
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij ‘de baas’ was, dat hij zich als [slachtoffer 3] had voorgedaan en dat hij van het account [instagramaccount 1] gebruik heeft gemaakt. Ook heeft hij aan [slachtoffer 1] gevraagd om een prijslijst op haar bio van Instagram te zetten [29] en heeft hij via het account van [slachtoffer 1] een prijzenlijst en tikkies naar potentiële klanten verstuurd. [30]
Verdachte heeft ter zitting van 14 januari 2020 [31] , kort gezegd, verklaard dat het goed zou kunnen dat hij het account [instagramaccount 1] heeft gebruikt om met [slachtoffer 1] in contact te komen en dat het ook goed zou kunnen dat hij zich daarbij als een meisje onder de naam [slachtoffer 3] heeft voorgedaan.
Hij was de baas en het kan kloppen dat hij aan [slachtoffer 1] heeft gevraagd of zij geld wilde verdienen.
Ook heeft hij [slachtoffer 1] gevraagd of zij naaktfoto's van zichzelf wilde maken. Hij heeft een account voor haar aangemaakt en heeft tegen haar gezegd dat zij mannen moest lokken om daarmee af te kunnen spreken. [slachtoffer 1] heeft hem naaktfilmpjes en foto’s gestuurd.
Hij heeft aanwijzingen aan [slachtoffer 1] gegeven om naaktfilmpjes en foto's van zichzelf te maken terwijl zij seksuele handelingen met zichzelf verrichtte.
Ook heeft hij aanwijzingen gegeven welke poses zij moest aannemen. Het zou kunnen dat hij een pornografisch "instructie-filmpje" van [slachtoffer 3] heeft gestuurd. Hij heeft aan [slachtoffer 1] de optie geboden om zichzelf via Instagram voor de prostitutie aan te bieden. Het is goed mogelijk dat zij dit als opdracht heeft ervaren, aldus verdachte.
Verdachte heeft gezegd welke prijslijst [slachtoffer 1] op haar Instagram account kon plaatsen.
Aangezien hij zelf toegang tot haar Instagram account had heeft hij de prijslijst "
foto is 5 euro, filmpje is 15 euro en voor 300 euro ben ik van jou en trio met vriendin van me (13 j) is 500 euro" uiteindelijk zelf op haar Instagram account gezet.
De onderhandelingen met potentiële klanten van [slachtoffer 1] liepen via verdachte. Zowel [slachtoffer 1] als verdachte hebben de contacten geregeld. Zij hadden het gezamenlijk beheer over het account en werkten samen.
Als [slachtoffer 1] door potentiële klanten werd benaderd dan moest zij daarvan een screenshot voor verdachte maken. Verdachte stuurde dan een tikkie die [slachtoffer 1] naar de klant kon doorsturen. Als de klant betaalde dan kwam dat op de rekening van verdachte.
Verdachte heeft tegen [slachtoffer 1] gezegd dat de richtlijn was dat hij 70% van de verdiensten kreeg en dat 30% voor haar was.
Verdachte ontkent dat hij ook gedreigd geeft om naaktfoto’s en filmpjes van [slachtoffer 1] te verspreiden als zij wilde stoppen. Hij heeft juist gezegd dat het prima was als [slachtoffer 1] zou willen stoppen.
Verdachte heeft in totaal ruim € 3.000,-- verdiend in de vorm van kleinere bedragen, afkomstig van 41 verschillende klanten. Dat betrof deels gestort geld na een tikkie, maar deels betrof het contante betalingen. Het is ook voorgekomen dat richting de klant een afspraak werd voorgewend, waarna verdachte naar de plaats van de afspraak kwam en deze klant verzocht geld te betalen, onder het dreigement dat de klant anders zou worden aangegeven bij de politie omdat deze seksafspraken had gemaakt met een minderjarige meisje, aldus verdachte.
De verklaring van [slachtoffer 1] wordt verder ondersteund door WhatsApp-gesprekken tussen haar en verdachte in de periode van 5 januari 2019 tot en met 7 januari 2019. [32]
Verdachte heeft ter terechtzitting bekend dat hij de in het dossier aangetroffen WhatsApp- en sms gesprekken met [slachtoffer 1] heeft gevoerd. [33]
Uit deze WhatsApp-gesprekken blijkt verder onder meer dat verdachte [slachtoffer 1] heeft opgedragen erotische/pornografische foto's van zichzelf te koop aan te bieden via Instagram [34] en dat hij het bedrag bepaalde dat [slachtoffer 1] zou krijgen voor de door haar te verrichten seksuele handelingen en dat hij ook de prijzen heeft bepaald die de klanten moesten betalen voor de foto's en filmpjes.
Op 5 januari 2019 om 15:04:12 heeft [slachtoffer 1] een screenshot van Instagram aan verdachte verstuurd waarop staat: “
Poppyyy, Promoot me en ik reageer sneller op dm, 12y, Foto € 5, Filmpje € 15, Trio met vriendin van me € 500 (13y), Voor € 300 ben ik helemaal voor jou”.Onder dit bericht staat geschreven:
“Ik moest dit in min bio zetten van [slachtoffer 3] . [35]
De conclusie is op grond van de door verdachte bij de politie en ter terechtzitting afgelegde verklaring dat verdachte de genoemde [slachtoffer 3] is geweest.
Uit onderzoek naar de inhoud van WhatsApp verkeer in de telefoon van [slachtoffer 1] is verder gebleken dat zij op 5 januari 2019 om 20:34:20 uur een filmpje heeft verstuurd waarop zij in hockeykleding is te zien en zichzelf langzaam vingert. [36] Dit filmpje is ook op de Iphone7 van verdachte aangetroffen. [37]
Uit de inhoud van chatgesprekken blijkt dat [slachtoffer 1] verdachte op 7 januari 2019 heeft geblokkeerd op sociale media en dat verdachte vervolgens op 7 januari 2019 om 20:45:35 aan [slachtoffer 1] heeft geschreven: “
Isgoed blok maar prima” waarop [slachtoffer 1] op 7 januari 2019 om 21:07:29 aan verdachte schreef: “
kan je pls die filmpjes verwijderen??” waarop verdachte op 7 januari 2019 om 21:07:42 reageerde met: “
Soek het uit”. [38]
Vervolgens heeft verdachte op 11 januari 2019 om 10:49:41 een sms-bericht naar [slachtoffer 1] gestuurd met als inhoud: “
Weetje wat ik stuur wel alles door je hebt aantal afspraken geskipt en koste mij dus geld”. Op 16 januari 2019 om 19:42:45 uur heeft verdachte een sms-bericht naar [slachtoffer 1] gestuurd met als inhoud: “
Vooral die ene in hockey tenue is heel herkenbaar x”. [39]
Gelet hierop is naar het oordeel van de rechtbank , in tegenstelling tot wat verdachte heeft verklaard, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [slachtoffer 1] heeft gedreigd bedoelde foto’s en filmpjes van haar te verspreiden als zij zou stoppen.
Op grond van het vorenstaande stelt de rechtbank vast dat alle feitelijkheden zoals opgesomd in de tenlastelegging onder 1 hebben plaatsgevonden.
Vervolgens dient te worden beoordeeld hoe dit handelen van verdachte moet worden gekwalificeerd.
Artikel 273f Sr, waarop de tenlastelegging is toegesneden, luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
"1. Als schuldig aan mensenhandel wordt (…) gestraft:
(...)
2º. degene die een ander werft, vervoert, overbrengt, huisvest of opneemt, met het oogmerk van uitbuiting van die ander (…), terwijl die ander de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;
(...)
5º. degene die een ander ertoe brengt zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling (…) dan wel ten aanzien van een ander enige handeling onderneemt waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar stelt tot het verrichten van die handelingen (…), terwijl die ander de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;
(…)
8º. degene die opzettelijk voordeel trekt uit seksuele handelingen van een ander met of voor een derde tegen betaling (…) terwijl die ander de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt.”
Aan de verdachte is onder 1 ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan mensenhandel als bedoeld in artikel 273f lid 1 respectievelijk sub 2, sub 5 en sub 8 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank duidt de verschillende cumulatief tenlastegelegde onderdelen hieronder respectievelijk aan als het ten 1e, ten 2e en ten 3e tenlastegelegde.
Ten aanzien van het ten 1e ten laste gelegde (artikel 273f lid 1 aanhef en sub 2 Sr):
Dit onderdeel ziet op de uitbuiting van minderjarigen, een specialis van mensenhandel zoals strafbaar gesteld in lid 1 onder 1º Sr. Er hoeft met betrekking tot dit sublid geen sprake te zijn van de in lid 1onder 1º Sr genoemde dwangmiddelen. De rechtbank ziet zich met betrekking tot artikel 273f lid1, aanhef en sub 2 ten laste gelegde gesteld voor de volgende vragen:
1. Heeft verdachte de in de tenlastelegging genoemde persoon geworven? (de zogenaamde handeling);
2. Heeft verdachte gehandeld met het oogmerk van uitbuiting?
3. Heeft de in de tenlastelegging genoemde persoon de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt?
Ten aanzien van de onder 1 genoemde vraag overweegt de rechtbank als volgt.
Werven:
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de bewijsmiddelen zoals hiervoor weergegeven dat verdachte [slachtoffer 1] heeft geworven. Uit de bewijsmiddelen blijkt namelijk dat verdachte zich heeft voorgedaan als [slachtoffer 3] en in die hoedanigheid aan [slachtoffer 1] heeft gevraagd of zij geld wilde verdienen met het maken van naaktfilmpjes en foto’s van zich zelf. Ook heeft hij gezegd welke handelingen en poses zij daarbij moest aannemen. Daarnaast moest [slachtoffer 1] van verdachte seksafspraken met jongens en mannen maken.
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte lief deed en allemaal leuke dingen zei en dat zij daar blij van werd. [40] Uit WhatsAppberichten valt af te leiden dat verdachte [slachtoffer 1] veel complimentjes gaf en haar regelmatig hartjes en kusjes (xx) stuurde. [41]
Op 5 januari 2019 om 09:15 uur heeft verdachte haar geschreven: “
je luistert al goed” en “
Hb echt wat aan jou x”. [42]
Oogmerk van uitbuiting:
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde dient vervolgens te worden vastgesteld dat verdachte heeft gehandeld met het oogmerk van uitbuiting. Hiervoor is vereist dat “het handelen van verdachte, naar hij moet hebben beseft, als noodzakelijk en dus door hem
gewild gevolgmeebracht dat de ander door hem werd of zou kunnen worden uitgebuit.”
De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend. Immers, uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte [slachtoffer 1] op manipulatieve wijze ertoe heeft aangezet om naaktfoto’s en video’s naar klanten te sturen en seksafspraken met klanten te maken zodat hij deze klanten kon chanteren. Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij [slachtoffer 1] heeft benaderd om samen geld te verdienen en dat hij dacht dat het makkelijk geld verdienen was: “mensen willen seks voor geld en dan pakken wij het af”. [43]
Dit deed hij om er zelf beter van te worden. Verdachte ontving al het geld. Naar het oordeel van de rechtbank is bij tewerkstelling van een minderjarige in de seksindustrie per definitie sprake van uitbuiting omdat de lichamelijke en geestelijke integriteit en persoonlijke vrijheid van het slachtoffer in dergelijke gevallen altijd in het geding is. Uit de bewezenverklaarde gedragingen is voorts voldoende gebleken dat verdachte ook het oogmerk heeft gehad om aangeefster uit te buiten.
Voor zover de raadsvrouw zich op het standpunt heeft gesteld dat [slachtoffer 1] heeft ingestemd met de uitbuiting, overweegt de rechtbank dat instemming met de situatie door het slachtoffer niet relevant is bij het in artikel 273f, lid 1 onder 2º strafbaar gestelde, juist omdat in dit artikel de bescherming van het minderjarige slachtoffer centraal staat.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank ook wettig en overtuigend bewezen dat sprake is van het oogmerk van uitbuiting.
Leeftijd:
Nu voorts is gebleken dat [slachtoffer 1] in de ten laste periode de 18-jarige leeftijd nog niet had bereikt, komt de rechtbank tot bewezenverklaring van het ten 1e ten laste gelegde.
Ten aanzien van het ten 2e ten laste gelegde (artikel 273f lid 1 aanhef en sub 5 Sr):
Ook in lid 1 onder 5º van artikel 273f Sr ontbreekt de eis dat sprake moet zijn van dwangmiddelen, omdat dit onderdeel ziet op de bescherming van minderjarigen.
De rechtbank ziet zich hier gesteld voor de vraag of verdachte [slachtoffer 1] ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, terwijl zij de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt.
Uit de bewijsmiddelen is gebleken dat verdachte aanwijzingen heeft gegeven ten aanzien van wat [slachtoffer 1] op de foto’s en filmpjes moest doen die zij in opdracht van verdachte van zichzelf maakte. Bovendien moest zij een prijslijst van de foto’s, filmpjes en seksafspraken op haar Instagram zetten en moest zij seksafspraken met mannen maken.
Ook verzorgde verdachte de betalingen door tikkies naar [slachtoffer 1] te versturen die zij kon doorsturen. Ook stuurde verdachte via het Instagram account van [slachtoffer 1] zelf tikkies aan klanten.
Door voormelde handelingen heeft verdachte [slachtoffer 1] bewogen om zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met derden tegen betaling.
[slachtoffer 1] had op dat moment de 18-jarige leeftijd nog niet bereikt. Daarmee is de hierboven gestelde vraag in bevestigende zin beantwoord.
Aldus komt de rechtbank tot bewezenverklaring van het ten 2e tenlastegelegde
Ten aanzien van het ten 3e ten laste gelegde (artikel 273f lid 1 aanhef en sub 8 Sr):
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte daadwerkelijk enig voordeel heeft getrokken uit de seksuele handelingen van [slachtoffer 1] . Zoals hiervoor is overwogen verzorgde verdachte de betalingen door tikkies naar [slachtoffer 1] te versturen. Uit de WhatsApp-gesprekken tussen [slachtoffer 1] en verdachte in de periode van 5 januari 2019 en 7 januari 2019 blijkt dat verdachte in totaal acht tikkies naar [slachtoffer 1] heeft verstuurd. [44] Ook heeft verdachte zelf tikkies aan klanten verstuurd. [45] Verdachte heeft op de zitting van 14 januari 2020 verklaard dat als een klant de tikkie betaalde het geld op de rekening van verdachte terecht kwam.
In totaal heeft verdachte in de periode van 26 november 2018 tot en met 13 februari 2019 141 bijschrijvingen op zijn rekening gehad afkomstig via tikkie. Het ging om een totaal bedrag van € 3246,--. [46]
Aldus komt de rechtbank tot integrale bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde feit.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde ( [slachtoffer 2] )
Als tweede feit is verdachte ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de in sub 2, en sub 5 van artikel 273f lid 1 Sr strafbaar gestelde vormen van mensenhandel ten opzichte van [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2003 ( [slachtoffer 2] ),
[slachtoffer 2] heeft bij de politie, kort gezegd, verklaard dat zij in december 2018 via Instagram door een jongen genaamd [verdachte] uit Zwolle werd benaderd met de vraag of zij snel geld wilde verdienen door hoertje te spelen en mannen te neuken. Dat bleef hij zeggen. [47]
Ook vroeg [verdachte] om haar wachtwoord van Instagram zodat hij haar bio zou kunnen veranderen en op die manier klanten binnen zou kunnen krijgen. Omdat hij boos werd heeft [slachtoffer 2] haar wachtwoord uiteindelijk aan hem gegeven. [48] Vervolgens heeft zij haar wachtwoord snel veranderd. Daarom heeft verdachte niets op Instagram kunnen zetten. [49]
Vervolgens bleef [verdachte] zeuren dat [slachtoffer 2] naaktfoto’s van zichzelf naar hem moest sturen. Hij vroeg om een foto van haar borsten en van haar vagina. [50]
Omdat zij bang was dat hij boos zou reageren [51] heeft [slachtoffer 2] een foto van haar borsten en een foto van haar vagina gemaakt en deze foto’s via Instagram naar [verdachte] gestuurd. [52]
[verdachte] heeft een van deze naaktfoto’s op snapchat gezet. Daaronder heeft hij haar Instagramaccount vermeld met de tekst: “pijpen beffen en neuken" met een bepaald bedrag. [53] Dit heeft zij van een klant genaamd [klant] gehoord die met haar wilde afspreken om te neuken voor geld. [54]
Ook vier of vijf andere klanten hebben haar benaderd. [55]
Via WhatsApp vroeg [verdachte] of er nog klanten waren binnen gekomen. [56]
[verdachte] had gezegd dat als [slachtoffer 2] geen zin meer had hij de beide foto’s naar al haar vrienden zou sturen. [57]
[verdachte] heeft zich op het Instagram account van [slachtoffer 2] drie keer als haar voorgedaan en onder haar naam met klanten onderhandeld over wanneer zij konden afspreken voor seks. [58]
Uiteindelijk heeft [slachtoffer 2] hem op WhatsApp en Instagram geblokkeerd. [59]
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij een foto van [slachtoffer 2] heeft ontvangen. [60]
Hij denkt dat als je een foto stuurt je dan ook voor hoertje wil spelen. [61] Ze wilden allebei geld verdienen. [62]
Hij wilde met [slachtoffer 2] hetzelfde doen als met [slachtoffer 1] , te weten via haar Instagramaccount met klanten seksafspraken proberen te maken, deze klanten vervolgens via een tikkie of contant laten betalen en dan het geld krijgen. [63]
Verdachte heeft het wachtwoord van het Instagram account van [slachtoffer 2] ontvangen. Toen hij op haar Instagram account was heeft [slachtoffer 2] het wachtwoord echter weer veranderd. Hierdoor kon hij niet op haar Instagramaccount om mensen binnen te halen en dat irriteerde hem. Hij kan daarom boos zijn overgekomen. Geld is zijn inspiratie. [64]
Het kan het wel kloppen dat hij zich op het Instagram account van [slachtoffer 2] heeft voorgedaan als [slachtoffer 2] en dat hij onder die naam met klanten heeft onderhandeld over wanneer zij met [slachtoffer 2] konden afspreken. [65] [slachtoffer 2] wist dat hij op haar account zat. [66] Er heeft geen seks plaatsgevonden. [67]
Verdachte heeft ter zitting van 14 januari 2020 [68] , kort gezegd, verklaard dat het kan kloppen dat hij in december 2018 aan [slachtoffer 2] heeft voorgelegd of zij hoertje wilde zijn. Hij is [verdachte] . Het kan kloppen dat zij foto’s van haar borsten en vagina heeft gestuurd en dat er een prijslijst is gemaakt. Verdachte heeft één of twee foto’s van [slachtoffer 2] ontvangen. Hij ging er daarom vanuit dat [slachtoffer 2] er mee instemde om hoertje te zijn.
Verdachte heeft het wachtwoord van haar persoonlijke Instagramaccount gevraagd maar kreeg dit niet. Ook wilde [slachtoffer 2] geen foto’s meer nemen voor mensen die wilden betalen. Toen was verdachte er klaar mee en wilde hij geen zaken meer met haar doen.
[slachtoffer 2] heeft hierna waarschijnlijk op eigen initiatief afspraken met [klant] gemaakt. Verdachte had toen al afstand van [slachtoffer 2] genomen.
Later kreeg hij het wachtwoord van een ander Instagram account van [slachtoffer 2] . Hij is ingelogd op dat account maar [slachtoffer 2] had het wachtwoord veranderd waardoor hij er niet meer op kon.
De verklaring van [slachtoffer 2] wordt ondersteund door DM (direct message) chatberichten die op (de screenshots van) het Instagramaccount van [slachtoffer 2] zijn aangetroffen. [69] Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte deze berichten aan [slachtoffer 2] heeft verstuurd waarbij hij zich als [verdachte] heeft voorgedaan. Dit blijkt uit het proces-verbaal van onderzoek aan Instagram screenshots van [slachtoffer 2] . [70] Verdachte heeft bij de politie ook verklaard dat de hem getoonde screenshots hem wel wat zeggen. [71]
Verdacht heeft onder meer de volgende berichten verstuurd: “
Ik seg hoe t moet jij voert t uit”, “maak via app die fotos” [72] , “Maak meer van zulke”, [73] “Hb een snapchat vol met klanten, jij logt daarop in en gaat afspreken” [74] , “ik wil vndg al aan de slag met je account en klanten der op”, [75] “Je krijgt ook gwn bonussen, 25 is standaard, hoe meer klanten hoe meer je krijgt”, [76] “ik ben je baas”, [77] “Je bnt mn hoertje” [78] , “had dames van 12 aan t werk, die veel geld pakte”, [79] “ik heb t wachtwoord nodig zodat we er bijde op kunnen”, “Dan kan ik helpen met klanten binnenhalen”, [80] “vanaf nu bn je vn mij en luister je naar mij x” [81] , “Pijpen 100, Neuken 150, Anaal extra 100, Dat is 350 per klant” [82] “Maak een aparte insta aan en noem hem [instagramaccount 2] ofzo” [83] , maak nu is foto ofso zie ik hoe body beetje in elkaar zit”, “stuur die foto’s van je borsten ook” [84] , “geef meestal me dames 25%” [85] , “maar je wordt mijn hoertje dus, afspreken met klanten, dagelijks geneukt worden” [86] , “je bent mijn hoertje, wil je geld met je maken” [87] , “geef je ww en spreek af met klanten” [88] , “ik stuur haar ( [naam 1] ) die foto van jou wel, omdat je ww hebt veranderd” [89] , “als ik terug ben wil ik fotos in me dm zienx” [90] , “wil dat je geld voor me maakt” [91] , “ik moet je account hebben voor supervisie hoe weet ik anders dat je geld achterhoud” [92] , “ik regel klanten, bij t parkje heb je plek waar niemand komt dan, dan doe je dat, hi wou alleen neuken, dat is € 200” [93] , “begin nu fotos te maken, naakt voor de spiegel” [94] , er gaan meeer klanten joun kant op komen” [95] , “ww geven, want anders tuur ik die met hoofd ook in gg”, [96] , “en stuurt dat filmpje via app als je m hebt gemaakt via insta, ik seg hoe te moet jij voert t uit” [97] , “dus ga nu filmpje maken, anders stuur ik junu met gezicht in die gg” [98] , “had je al gefikst met die klant” [99] , “anders zet ik gwn die fotos op joun insta” [100]
Op de inbeslaggenomen telefoon van verdachte, een Ipone7 zijn 4 kinderpornografische afbeeldingen van [slachtoffer 2] aangetroffen. Op deze foto’s is haar gezicht en bovenlichaam met blote borsten te zien. [101]
Op grond van vorenstaande bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat alle feitelijkheden zoals opgesomd in de tenlastelegging onder 2 hebben plaatsgevonden.
Vervolgens dient te worden beoordeeld hoe dit handelen van verdachte moet worden gekwalificeerd.
Aan de verdachte is primair ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan mensenhandel als bedoeld in artikel 273f lid 1 sub 2 respectievelijk sub 5 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en subsidiair een poging daartoe.
De rechtbank duidt de verschillende tenlastegelegde onderdelen hieronder respectievelijk aan als het onder 2(primair dan wel subsidiair) ten 1e en ten 2e tenlastegelegde.
Ten aanzien van het onder 2 (primair) ten 1e ten laste gelegde:
De rechtbank ziet zich met betrekking tot het in artikel 273f lid 1 aanhef en sub 2 tenlastegelegde voor de volgende vragen gesteld:
1. Heeft verdachte de in de tenlastelegging genoemde persoon geworven? (de zogenaamde handeling)?
2. Heeft verdachte gehandeld met het oogmerk van uitbuiting?
3. Heeft de in de ten laste gelegde persoon de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt?
Ten aanzien van de onder 1 genoemde vraag overweegt de rechtbank als volgt.
Werven:
Uit de bewijsmiddelen zoals hiervoor weergegeven blijkt dat verdachte [slachtoffer 2] heeft geworven. Verdachte heeft zich op Instagram voorgedaan als [verdachte] en aan [slachtoffer 2] gevraagd of zij in de prostitutie wilde werken. Toen [slachtoffer 2] dit weigerde bleef hij aandringen. Hij zei dat hij dames van 12 aan het werk had die veel geld verdienden, dat hij zijn dames meestal 25% geeft en dat [slachtoffer 2] ook bonussen zou krijgen.
[slachtoffer 2] is voor de door verdachte op haar uitgeoefende druk bezweken en heeft twee naaktfoto’s naar verdachte gestuurd en ook het wachtwoord van het Instagram account gegeven.
Oogmerk van uitbuiting:
Verdachte heeft ook gehandeld met het oogmerk van uitbuiting. Immers, hij heeft de naaktfoto’s gebruikt om [slachtoffer 2] op snapchat en via Instagram aan te bieden voor betaalde seks. Hij wilde daarmee geld verdienen. Hij bepaalde de prijzen en hij zou 75 procent van de inkomsten krijgen.
Zoals hiervoor overwogen, is bij tewerkstelling van een minderjarige in de seksindustrie per definitie sprake van uitbuiting omdat de lichamelijke en geestelijke integriteit en persoonlijke vrijheid van het slachtoffer in dergelijke gevallen altijd in het geding is.
Het oogmerk van uitbuiting van verdachte kan genoegzaam worden afgeleid uit de bewezenverklaarde gedragingen van verdachte.
Leeftijd:
Nu voorts is gebleken dat [slachtoffer 2] in de ten laste periode de 18-jarige leeftijd nog niet had bereikt komt de rechtbank tot bewezenverklaring van het onder 2 ten 1e ten laste gelegde.
Ten aanzien van het ten 2e ten laste gelegde (artikel 273f lid 1 aanhef en sub 5 Sr):
De rechtbank ziet zich met betrekking tot artikel 273f lid1, aanhef en sub 5 ten laste gelegde gesteld voor de vraag of verdachte [slachtoffer 2] ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, terwijl zij de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt.
Zoals hiervoor is overwogen heeft verdachte de naaktfoto’s van [slachtoffer 2] gebruikt om haar op snapchat en via Instagram aan te bieden voor betaalde seks. Op snapchat verwees hij naar haar Instagramaccount en zette daarbij de tekst: “pijpen, beffen en neuken”. Op het Instagram account van [slachtoffer 2] onderhandelde hij met potentiële prostitutieklanten waarbij hij zich voordeed als [slachtoffer 2] . Vijf of zes klanten hebben haar ook daadwerkelijk benaderd. Door voormelde handelingen heeft verdachte [slachtoffer 2] bewogen om zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen. Dat er niet daadwerkelijk seksuele handelingen zijn verricht doet hier niet aan af nu dit voor een bewezenverklaring niet is vereist.
[slachtoffer 2] had op dat moment de 18-jarige leeftijd nog niet bereikt. Daarmee is de hierboven gestelde vraag in positieve zin beantwoord.
Aldus komt de rechtbank tot bewezenverklaring van het onder 2 primair ten laste gelegde
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde feit:
Aan verdachte is onder 3 primair ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] terwijl zij beneden de leeftijd van zestien jaar waren, welke handelingen (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen.
Dit is cumulatief/alternatief ten laste gelegd als feitelijke aanranding van de eerbaarheid door hen te dwingen ontuchtige handelingen te plegen
Bij de beoordeling van het ten laste gelegde gaat de rechtbank uit van de volgende uit het dossier blijkende feiten en omstandigheden.
Ten aanzien van [slachtoffer 1] :
Na onderzoek zijn op de onder verdachte in beslag genomen gegevensdragers 300 kinderpornografische afbeeldingen van [slachtoffer 1] aangetroffen. Dit betreffen foto’s en video’s [102] waaronder een op zijn Iphone 7 aangetroffen video waarop de toentertijd 12 jarige [slachtoffer 1] zich in hockeykleding over haar eigen schaamstreek wrijft en zich vingert. [103]
[slachtoffer 1] heeft bij de politie verklaard dat zij naaktfoto’s en filmpjes van zichzelf moest maken en daarop seksuele handelingen met zichzelf moest verrichten. Deze naaktfoto’s en filmpjes moest zij naar verdachte sturen. [104]
Verdachte gaf daarbij aan wat zij op deze filmpjes moest doen. Zij moest haar lichaam laten zien en aan zichzelf zitten. Ook moest zij met haar borsten spelen. Toen zij het niet helemaal begreep heeft de baas een filmpje van [slachtoffer 3] gestuurd waarin te zien was hoe het eruit moest zien. [105] Ze moest kreungeluiden maken en zichzelf vingeren. [106]
Uit onderzoek naar het WhatsApp verkeer tussen verdachte en [slachtoffer 1] is gebleken dat [slachtoffer 1] naar aanleiding van de opdrachten die verdachte gaf telkens seksueel getinte zoekvragen op Safari stelde, zoals: ‘hoe moet je vingeren’ en ‘hoe lik je tieten’. [107]
Verder is uit onderzoek van de chatgesprekken gebleken dat verdachte heeft gedreigd foto’s en filmpjes van [slachtoffer 1] te verspreiden als zij zou stoppen.
Verdachte heeft ter terechtzitting [108] verklaard dat hij aanwijzingen aan [slachtoffer 1] heeft gegeven om naaktfilmpjes en foto's van zichzelf te maken terwijl zij daarbij seksuele handelingen met zichzelf verrichtte.
Ook heeft hij aanwijzingen gegeven welke poses zij moest aannemen. Het zou kunnen dat hij ook een pornografisch "instructie-filmpje" van [slachtoffer 3] heeft gestuurd.
Ten aanzien van [slachtoffer 3] :
De toentertijd 12-jarige [slachtoffer 3] heeft bij de politie, kort gezegd, verklaard dat zij eind 2018 op Instagram werd benaderd door een jongen. [109] Hij vroeg haar om naaktfoto’s en filmpjes te sturen. [110]
Zij heeft hem naaktfoto’s en naaktfilmpjes via Instagram gestuurd omdat deze jongen meerdere keren had gedreigd haar familie iets aan te doen en dat hij wist waar zij woonde. [111] Zij was daarom heel bang. De jongen verzon wat zij op de filmpjes moest doen. [112]
Zo stuurde hij een beschrijving van de filmpjes die [slachtoffer 3] moest maken. Als zij dit niet deed dan volgde er een bedreiging over haar familie. [113]
Na onderzoek zijn op de onder verdachte in beslag genomen gegevensdragers meer dan 1000 kinderpornografische afbeeldingen van [slachtoffer 3] aangetroffen. [114]
Op de Iphone 7 van verdachte is een foto aangetroffen waarbij het spreiden van de schaamlippen door [slachtoffer 3] is te zien. [115] Op de Iphone 5 van verdachte is een foto aangetroffen waarbij het uit elkaar trekken van de billen door [slachtoffer 3] is te zien waardoor haar vagina en anus openstaan. [116]
Verder is in de iCloud van verdachte een video aangetroffen waarbij [slachtoffer 3] zichzelf vingert. [117]
Verdachte heeft ter zitting van 14 januari 2020 verklaard dat het kan kloppen dat [slachtoffer 3] naaktfoto’s en filmpjes voor hem moest maken en dat zij deze naar hem heeft gestuurd. Ook kan het kloppen dat er een groot aantal filmpjes en foto’s van [slachtoffer 3] op zijn gegevensdragers is aangetroffen.
[slachtoffer 4]
De toentertijd 15-jarige [slachtoffer 4] heeft bij de politie, kort gezegd, verklaard dat zij via social media in contact is gekomen met iemand die zij ‘ [alias 1] ’ noemde. Deze [alias 1] vroeg haar om naaktfoto’s van zichzelf te sturen. Dit heeft zij gedaan en toen wilde hij meer. Nadat zij dit weigerde begon hij te dreigen dat hij de naaktfoto naar haar familie en vrienden door zou sturen. [118]
Hij had in dit kader een account van een vriendin van haar laten zien aan wie hij de foto zou doorsturen. [119]
Toen heeft zij toch opnieuw foto’s gestuurd. [alias 1] vroeg ook om een naaktvideo te sturen en dat heeft zij ook gedaan. [120] [alias 1] vertelde wat zij in deze video moest doen. Zo moest zij met haar borsten spelen en haar vagina vingeren. [121] Zij wilde dit niet maar deed het toch omdat zij wilde voorkomen dat hij de foto’s naar vrienden zou doorsturen. [122]
Vervolgens kreeg zij van een stuk of 20 onbekende mensen berichten die haar vroegen of zij geil was en zin in seks had. [123] [slachtoffer 4] is bang voor [alias 1] . [124]
[slachtoffer 4] is licht verstandelijk beperkt. [125]
Na onderzoek zijn op de onder verdachte in beslag genomen gegevensdragers 58 kinderpornografische afbeeldingen van [slachtoffer 4] aangetroffen. Dit betreffen 38 foto’s en 20 video’s waaronder een op de Iphone 7 van verdachte aangetroffen video waarop [slachtoffer 4] met de hand en de vingers over haar schaamlippen wrijft. [126]
Uit onderzoek naar de inhoud van het op de Iphone 5 van verdachte aangetroffen WhatsApp verkeer blijkt dat verdachte op 16 januari 2019 aan [slachtoffer 4] heeft geschreven: “
Maak een nieuw insta account voor me aan”.
Waarop [slachtoffer 4] heeft geschreven: “
Ja ben je nog steeds met dat bezig, waarom moet ik nieuw insta account maken”.
Waarop verdachte heeft gereageerd met: “
Omdat ik het zeg. Niet zo’n grote mond. Kan je maken of niet?”. [127]
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij in januari 2019 contact met [slachtoffer 4] heeft gezocht om geld te verdienen met het versturen van foto’s en filmpjes en het maken van seksafspraken. [128]
De op zijn telefoon aangetroffen naaktfoto’s en filmpjes heeft [slachtoffer 4] naar hem verstuurd.
Toen hij de foto’s zag dacht hij dat zij gehandicapt was en wilde hij het niet meer. [129]
Verdachte heeft ter zitting van 14 januari 2020 [130] verklaard dat het goed zou kunnen dat hij [alias 1] was en dat [slachtoffer 4] foto’s van haar borsten en billen naar hem heeft gestuurd. Toen hij naar haar foto keek zag hij dat zij verstandelijk beperkt leek en toen dacht hij: laat maar, en is hij niet verder met haar gegaan.
Beoordeling:
De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] bij zichzelf binnendringende handelingen hebben verricht terwijl er geen lichamelijke aanraking tussen de verdachte en deze meisjes is geweest.
De vraag is of een dergelijke situatie valt onder het seksueel binnendringen van het lichaam zoals bedoeld in de artikel 245 Sr (binnendringen van het lichaam van iemand tussen 12 en 16 jaar).
Uit het zogeheten Pollepel-arrest (ECLI: HR:2004:AQ0950) komt naar voren dat seksuele handelingen die zijn gepleegd door een ander dan degene die de dwang heeft uitgeoefend, geen verkrachting in de zin van artikel 242 Sr oplevert. Het ‘plegen’ is door de Hoge Raad zeer beperkt uitgelegd.
In het WODC onderzoek Herziening van de zedendelicten? Een analyse van Titel XIV, Tweede Boek, Wetboek van Strafrecht met het oog op samenhang, complexiteit en normstelling van mr. dr. K. Lindenberg en mr. dr. drs. A.A. van Dijk uit 2015 wordt beredeneerd dat “
hetgeen de Hoge Raad in het Pollepel‐arrest aanvoert over de wetsgeschiedenis met betrekking tot artikel 242 Sr, evenzeer, gezien die wetsgeschiedenis, lijkt te moeten gelden voor de artikelen 243, 244 en 245 Sr. Ook die bepalingen waren vóór 1991 beperkt tot de ‘vleselijke gemeenschap’ en ook bij die bepalingen is niet gebleken van een wens tot het creëren van een ruimere strekking dan door de Hoge Raad beschreven. Tegen deze achtergrond kan het arrest dus van betekenis worden geacht voor alle delicten die op enigerlei wijze een seksueel binnendringen strafbaar stellen. In deze richting wijst ook de recente jurisprudentie van de Hoge Raad over de aard van het binnendringen (de nieuwe Tongzoen‐arresten), waarin geen onderscheid wordt gemaakt tussen artikel 242 Sr enerzijds en de andere delicten met het bestanddeel ‘seksueel binnendringen’ anderzijds.”
De rechtbank volgt die redenering. Daarbij is ook relevant dat artikel 245 Sr tekstueel gezien onvoldoende ruimte lijkt te bieden om tot een zodanig extensieve uitleg te komen dat het bij zichzelf seksueel binnendringen door het kind jonger dan 12 of 16 daaronder valt.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de betekenis die de Hoge Raad in het Pollepel‐arrest aan het ‘plegen’ heeft gegeven, van toepassing is op alle gevallen waarin de verdachte het binnendringen niet zelf ‘pleegt’, waardoor in deze zaak artikel 245 Sr toepassing mist. Daarom dient de verdachte te worden vrijgesproken van het hem onder 3 primair ten laste gelegde.
Ten aanzien van het onder 3 cumulatief/alternatief ten laste gelegde overweegt de rechtbank vervolgens als volgt.
Artikel 246 van het wetboek van Strafrecht (Sr) behelst strafbaarstelling van het door (bedreiging met) geweld of een andere feitelijkheid dwingen van een ander tot het ondergaan van ontuchtige handelingen.
De vraag is eerst of van het dwingen tot het plegen van ontuchtige handelingen als bedoeld in artikel 246 Sr ook sprake kan zijn ingeval geen lichamelijke aanraking tussen verdachte en de jeugdigen heeft plaatsgevonden.
Of de gedragingen van verdachte - al dan niet in hun onderlinge samenhang bezien - het dwingen tot het plegen van ontuchtige handelingen opleveren, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daarbij komt in het bijzonder betekenis toe aan het antwoord op de vraag of en zo ja, in hoeverre tussen verdachte en de meisjes enige voor het plegen of dulden van ontucht relevante interactie heeft plaatsgevonden. [131]
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] eerst heeft gevraagd, dan wel bij hen heeft aangedrongen om naaktfoto’s en/of naaktfilmpjes van zichzelf te maken en te sturen naar hem. Vervolgens heeft hij tegenover hen herhaaldelijk gedreigd die naaktfoto’s en/of naaktfilmpjes op internet te zetten, dan wel aan derden te sturen, als zij niet meer van dergelijke foto’s zouden maken en naar verdachte zouden sturen.
Uit de bewijsmiddelen is verder gebleken dat hij [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] heeft gevraagd seksuele handelingen bij zichzelf te verrichten, daar foto’s dan wel filmpjes van te maken en deze naar hem te sturen.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op bovenstaande verdachte een als ontuchtig aan te merken handeling van de meisjes heeft verlangd zodat sprake is geweest van bedoelde interactie.
De vraag is verder of sprake is geweest van dwang, inhoudende dat verdachte een zodanige psychische druk op de meisjes heeft uitgeoefend - of deze in een zodanige afhankelijkheidspositie heeft gebracht - dat deze zich niet tegen de ontuchtige handeling konden verzetten. Er kan tevens sprake zijn van dwang in een situatie waarin het voor de jeugdigen erg moeilijk was zich aan bepaalde handelingen te onttrekken. Deze dwang kan tot uitdrukking komen in het leeftijdsoverwicht, het op dwingende wijze voeren van chatgesprekken en het dreigen met het op internet zetten van foto’s.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte door te handelen zoals hierboven omschreven een zodanige psychische druk op de meisjes heeft uitgeoefend dat zij zich niet aan de ontuchtige handelingen konden onttrekken. Hierbij weegt mee dat sprake was van een belangrijk leeftijdsverschil tussen verdachte en de nog (relatief) jonge slachtoffers: [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] waren 12 jaar en [slachtoffer 4] 15 terwijl verdachte (bijna) 20 jaar was. Voorts is gebleken dat [slachtoffer 4] licht verstandelijk beperkt was.
Ook is relevant dat verdachte eerst een vertrouwensrelatie heeft opgebouwd met de meisjes zodat een vorm van afhankelijkheid in het contact ontstond en dat sprake was van beïnvloedbare meisjes. Het leeftijdsoverwicht en voornoemd dreigen dienen te worden gekwalificeerd als ‘andere feitelijkheden’ in de zin van dit artikel. Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat sprake is geweest van dwang.
Daarom is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de minderjarige meisjes heeft gedwongen, dan wel heeft geprobeerd te dwingen, tot het plegen van ontuchtige handelingen, zoals bedoeld in artikel 246 Sr.
Dit leidt tot bewezenverklaring van het onder 3 cumulatief/alternatief ten laste gelegde
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde:
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 4 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij zij - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen .
- Het proces-verbaal l van aantreffen kinderporno, opgesteld door [verbalisant] en [verbalisant] [132] ;
- Het proces-verbaal van verhoor verdachte op 21 juni 2019, opgesteld door [verbalisant] en [verbalisant] [133] ;
- Het proces-verbaal van de terechtzitting van 14 januari 2020, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
Ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde:
[slachtoffer 5] heeft bij de politie, kort gezegd, verklaard zij in februari 2017 via Instagram een vriendschapsverzoek van iemand die zich [verdachte] noemde heeft gekregen. Zij zijn gaan facetimen en daarbij vroeg [verdachte] of [slachtoffer 5] seksuele handelingen bij zichzelf wilde verrichten en dat als zij dit niet zou doen, hij het uit zou maken. Op het moment dat zij dit deed heeft [verdachte] hier, zonder dat zij het wist, een naaktfilmpje van gemaakt. [verdachte] begon te dreigen dat hij dit filmpje openbaar zou maken als zij hem niet € 2.500,-- zou betalen. Toen zij niet betaalde heeft [verdachte] zijn dreigement uitgevoerd en het filmpje in mei 2017 naar leerlingen van de onderbouw van de school van [slachtoffer 5] doorgestuurd.
Nadat [verdachte] vrij kwam uit detentie heeft hij haar eind december 2017, toen [slachtoffer 5] 13 jaar was, opnieuw via Instagram benaderd. Hij zei dat hij haar miste en probeerde haar over te halen om opnieuw contact te hebben als vrienden. Begin januari 2018 begon [slachtoffer 5] weer met hem te chatten en vervolgens dreigde hij begin februari 2018 opnieuw het filmpje openbaar te maken als zij niet € 2.500,-- zou betalen. Een paar dagen later vroeg hij € 5.000,--. [slachtoffer 5] heeft niet betaald.
In de eerste week van februari 2018 heeft [verdachte] het filmpje vervolgens via social media aan leerlingen van de praktijkschool van [school] gestuurd. [134]
De verklaring van [slachtoffer 5] wordt ondersteund door WhatsApp-gesprekken tussen verdachte en [slachtoffer 5] . [135]
Zo is gebleken dat vanaf het telefoontoestel van verdachte op 6 januari 2018 om 8:26 uur een WhatsApp-bericht naar het telefoontoestel van [slachtoffer 5] is gestuurd met als inhoud: “
Maar jij hebt binnekort 2500 voor me dn ben ik goed op weg”. [136]
Waarop vanaf het telefoontoestel van [slachtoffer 5] op 13 januari 2018 om 11:15 uur het bericht is verstuurd: “
Oké ik ga eerlijk tegen je zijn ik ksn dat geld nirt regelen”. [137]
Hierop is vanaf het telefoontoestel van verdachte gereageerd met de volgende WhatsApp berichten:
13 januari 2018 om 11:22 uur: “
Ok ga nu alle foto’s plaatsen”, [138]
18 januari 2018 om 6:39 uur: “
ik ga [naam 2] sturen, [naam 2] , doei doei”, [139]
18 januari 2018 om 6:50 uur: “
Maar weet je, ik post gen, en stuur door, of ik hack je hoofdaccount gwn, en plaats daar, Doei [slachtoffer 5]”. [140]
18 januari 2018 om 6:53 uur “
Ik stuur je vriendinnen wel”,“elke dag 1 pica [141] .
18 januari 2018 om 7:15 uur: “
Nee ik ga dat filmpje doorsturen” “
maar dan ook op joun account”.
18 januari 2018 om 7:25 uur: “
ik hack je account gwn”,
en plaats daarop”. [142]
Op de Samsung tablet van verdachte zijn 8 kinderpornografische afbeeldingen van [slachtoffer 5] aangetroffen waarvan er één nog voor verdachte toegankelijk was. [143]
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij niet precies weet wie [slachtoffer 5] is en dat hij zich niets kan herinneren. Verdachte heeft ter zitting van 14 januari 2020 verklaard dat hij er niets over te zeggen heeft en dat het zou kunnen dat hij voormelde WhatsApp gesprekken met [slachtoffer 5] heeft gevoerd.
Nu de verklaring van aangeefster wordt ondersteund door voormelde WhatsApp berichten acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de poging tot afdreiging van [slachtoffer 5] .
Gelet op het voorgaande komt de rechtbank ook tot een bewezenverklaring van het onder 5 ten laste gelegde.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
1.
hij inof omstreeksde periode van 3 januari 2019 t/m 16 januari 2019te Zwolle en/of te Arnhem en/of te Oosterbeek, althansin Nederland, een ander, te weten [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2006 ( [slachtoffer 1] ),
(sub 2)
heeft geworven met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1] , terwijl die
[slachtoffer 1] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
(sub 5)
ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling,dan wel (enige) handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die (seksuele) handelingen,terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
en/of
(sub 8)
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele handelingen van die [slachtoffer 1] , met of voor een derde tegen betaling, terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
Immers heeft verdachte
-die [slachtoffer 1] op Instagram benaderd onder het account van [instagramaccount 1] , waarbij
hij zich voordeed als een meisje met de naam [slachtoffer 3] en/of
-die [slachtoffer 1] , middels het personage van [slachtoffer 3] , gevraagd of zij geld wilde verdienen en/of
-die [slachtoffer 1] , middels het personage van [slachtoffer 3] , geïntroduceerd bij "de baas" (zijnde (tevens) verdachte) die haar zou helpen om geld te verdienen en/of
-die [slachtoffer 1] heeft opgedragen naaktfoto's van zichzelf naar hem te sturen en/of
-die [slachtoffer 1] heeft opgedragen erotische/pornografische filmpjes en/offoto's te maken van zichzelf terwijl zij seksuele handelingen verrichttemet/bij zich zelf en/of
-die [slachtoffer 1] via whatsapp heeft geïnstrueerd welke seksuele handelingen zij moest verrichten en/ofwelke erotische poses zij moest aannemen en/of
-die [slachtoffer 1] , via whatsapp, een erotisch/pornografisch "instructie-filmpje" van die [slachtoffer 3] toe gestuurd en/of
-die [slachtoffer 1] opgedragen die erotische/pornografische filmpjes en/offoto's van zichzelf te koop aan te bieden via Instagram en/of
-die [slachtoffer 1] opgedragen zichzelf via Instagram voor de prostitutie aan te bieden en/of
-die [slachtoffer 1] geïnstrueerd dat zij op haar bio van Instagram de volgende tekst moest zetten: "foto is 5 euro, filmpje is 15 euro en voor 300 euro ben ik van jou en trio met vriendin van me (13 j) is 500 euro ", waarbij verdachte haar tevens instrueerde haar leeftijd (12 jaar) te vermelden op haar bio en/of
-de prijzen bepaald die [slachtoffer 1] zou krijgen voor de door haar te verrichten seksuele handelingen en/of
-de prijzen bepaald die de klanten moesten betalen voor die erotische/pornografische foto's en filmpjes en/of
-zelf onderhandeld met potentiële klanten van [slachtoffer 1] middels haar account op Instagram waarbij hij, verdachte zich voordeed als [slachtoffer 1] en/of
-die [slachtoffer 1] opgedragen een screenshot te maken van haar beeldscherm telkens als zij werd benaderd met een verzoek door een potentiële klant, waarbij verdachte dan bepaalde of die [slachtoffer 1] die klant kon accepteren en/of
-indien verdachte de klant accepteerde, een tikkie gestuurd naar die [slachtoffer 1] welke [slachtoffer 1] moest doorsturen naar de potentiële klant en/of
-tegen [slachtoffer 1] gezegd dat 70% van de verdiensten voor verdachte waren en 30% voor [slachtoffer 1] , waarbij verdachte aangaf dat zij bonussen kon verdienen als zij veel klanten zou hebben en/of
-gedreigd (via app/sms-bericht(en)pornografische foto's/filmpjes van [slachtoffer 1] , waar zij herkenbaar op stond, te verspreiden naar bekende(n)van [slachtoffer 1] toen zij wilde stoppen met de werkzaamheden en verdachte had geblokt op haar social media;
2.
hij inof omstreeksde periode van 1 december 2018 t/m 9 januari 2019te Zwolle en/of te Delft, althansin Nederland, een ander, te weten [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2003 ( [slachtoffer 2] ),
(sub 2)
heeft geworven met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 2] , terwijl die [slachtoffer 2] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, en/of
(sub 5)
ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling,dan wel (enige) handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die (seksuele) handelingen, terwijl die [slachtoffer 2] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
Immers heeft verdachte
-die [slachtoffer 2] op Instagram (herhaaldelijk) benaderd door haar een persoonlijk bericht te sturen met de vraag of zij snel geld wilde verdienen door hoertje te spelen en met mannen te neuken en/of
-die [slachtoffer 2] onder druk gezet om haar wachtwoord van instagram aan hem te geven en/of
-die [slachtoffer 2] opgedragen naaktfoto's van zichzelf naar hem te sturen en/of
-die [slachtoffer 2] (vervolgens) op snapchat aangeboden voor prostitutie door een naaktfoto van die [slachtoffer 2] , onder vermelding van haar instagramaccount, op snapchat te zetten met daarbij de tekst "pijpen beffen en neuken" en/of
-de prijzen bepaald op pijpen 100, neuken 150, anaal extra 100, dat is 350 per klant en/of
-die [slachtoffer 2] opgedragen een apart instagramaccount aan te maken " [instagramaccount 2] " en/of
-tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij, verdachte, zijn dames meestal 25% geeft en/of
-die [slachtoffer 2] op intimiderende wijze opgedragen en geïnstrueerd om erotische/pornografische foto's te maken van zichzelf en/of
-die [slachtoffer 2] op intimiderende wijze opgedragen seksafspraken te maken met potentiële klanten die reageerden op de betreffende snapchat waarin die [slachtoffer 2] voor prostitutie werd aangeboden en/of
-tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij haar baas is en zij zijn hoertje is en hij haar supervisor is en zij vanaf nu van hem is en naar hem moet luisteren en hij wil dat zij geld voor hem maakt en/of
-zelf onderhandeld met potentiële prostitutieklanten van [slachtoffer 2] middels haar account op instagram waarbij hij, verdachte zich voordeed als [slachtoffer 2] en/of
-die [slachtoffer 2] opgedragen een locatie te regelen waar zij klanten kan ontvangen en/of
-druk gezet en/of gehouden op die [slachtoffer 2] om in de prostitutie te werken door te dreigen naaktfoto's van die [slachtoffer 2] , waar zij herkenbaar op stond, te verspreiden naar vriendinnen van die [slachtoffer 2] ;
3.
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 december 2018 tot en met 12 februari 2019 te Zwolle en/of te Oosterbeek en/of te Arnhem en/of te Gouda en/of te Tiel, in ieder geval telkens in Nederland, met
- [slachtoffer 1] , geboren [geboortedatum 2] 2006 en/of
- [slachtoffer 3] , geboren [geboortedatum 4] 2006 en/of
- [slachtoffer 4] , geboren [geboortedatum 5] 2003 en/of
die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van voornoemde personen, te weten:
-het wrijven over de blote borsten en/of het likken van de blote borsten door/van die [slachtoffer 1] en/of
-het wrijven over de schaamstreek/clitoris door/van die [slachtoffer 1] en/of
-het zichzelf vingeren door die [slachtoffer 1] en/of
-het spreiden van de schaamlippen van/door die [slachtoffer 3] en/of
-het uit elkaar trekken van de billen van/door die [slachtoffer 3] en/of
-het opentrekken van de schaamlippen en de anus van/door die [slachtoffer 3] en/of
-het zichzelf vingeren door die [slachtoffer 3] en/of
-het wrijven met de hand en/of de vinger(s) over de schaamstreek/schaamlippen door/van die [slachtoffer 4] en/of
art 245 Wetboek van Strafrecht
en/of
hij (op meerdere tijdstippen) inof omstreeksde periode van 1 december 2018 tot en met 12 februari 2019te Zwolle en/of te Oosterbeek en/of te Arnhem en/of te Gouda en/of te Tiel,inieder geval telkens in Nederland,
- [slachtoffer 1] , geboren [geboortedatum 2] 2006,
- [slachtoffer 3] , geboren [geboortedatum 4] 2006,
- [slachtoffer 4] , geboren [geboortedatum 5] 2003,
door één of meer feitelijkheden en/of bedreiging met één of meer feitelijkheden heeft gedwongen tot het plegen van een of meer ontuchtige handelingen, bestaande uit
-het wrijven over de blote borsten en/of het likken van de blote borsten door/van die [slachtoffer 1] en/of
-het wrijven over de schaamstreek/clitoris door/van die [slachtoffer 1] en/of
-het zichzelf vingeren door die [slachtoffer 1] en/of
-het spreiden van de schaamlippen van/door die [slachtoffer 3] en/of
-het uit elkaar trekken van de billen van/door die [slachtoffer 3] en/of
-het opentrekken van de schaamlippen en de anus van/door die [slachtoffer 3] en/of
-het zichzelf vingeren door die [slachtoffer 3] en/of
-het wrijven met de hand en/ofde vinger(s)over de schaamstreek/schaamlippen door/vandie [slachtoffer 4] , welkeeen of meerfeitelijkheden en/of bedreiging met één of meer feitelijkheden bestonden uit
-het opzettelijk door gebiedende taal instrueren van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] welke handelingen zij moesten verrichten en/of
-het dreigen met eerder, op aandringen van verdachte, door [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] gemaakte naaktfoto's en/of naaktfilmpjes van zichzelf openbaar te maken en/ofnaar derden te versturen indien zij niet opnieuw naaktfoto's en/of naaktfilmpjes voor hem zouden maken en naar hem zouden sturen en/of
-het misbruik maken van de afhankelijkheidssituatie en/of de vertrouwensrelatie die verdachte met [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] had opgebouwd en/of
-het misbruik maken van een geestelijke overwichtssituatie door het leeftijdsverschil tussen verdachte en [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en het feit dat zij kwetsbaar en beïnvloedbaar waren;
4.
hijop een of meer tijdstippeninof omstreeksde periode van 18 december 2017 met 21 februari 2019,te Zwolle en/of eldersin Nederland, meermalen,althans eenmaal, (telkens)afbeeldingen, te weten foto's en/ofvideo's en/offilms en/ofgegevensdragers bevattende afbeeldingen - te weten een HP Desktop en/ofeen tablet Samsung en/ofeen Samsung Galaxy A5 en/ofeen Iphone 7 en/ofeen Iphone 5 en/ofhet Dropboxaccount van [verdachte] @live.nl en/ofde ICloudaccount van [verdachte] @icloud.com- van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, te weten,
- [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum 2] 2006) en/of
- [slachtoffer 5] (geboren [geboortedatum 6] 2004) en/of
- [slachtoffer 6] (geboren [geboortedatum 7] 2003) en/of
- [slachtoffer 7] (geboren [geboortedatum 8] 2003) en/of
- [slachtoffer 3] (geboren [geboortedatum 4] 2006) en/of
- [slachtoffer 8] (geboren [geboortedatum 9] 2005) en/of
- [slachtoffer 4] (geboren [geboortedatum 5] 2003) en/of
- [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum 3] 2003) en/of
- een of meerdere onbekend gebleven minderjarige(n),was /waren betrokkenof schijnbaar was / waren betrokkenheeft verspreid en/ofaangeboden en/ofvervaardigd en/ofverworven en/ofin bezit heeft gehad en/ofzich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit (onder meer):
het met de penis en/of met de mond/tong oraal penetreren van het lichaam van een minderjarige en/of het met de penis en/of met de mond/tong anaal penetreren van het lichaam van een minderjarige (afbeelding 12: [bestandsnaam] .mp4)
en/of
het met de vinger vaginaal penetreren van het eigen lichaam van de genoemde
minderjarige [slachtoffer 1] en/ofgenoemde [slachtoffer 3] (afbeelding 1: [bestandsnaam] .MOV; afbeelding 2: [bestandsnaam] .MP4)
en/of
het met de penis en/of met de vinger/hand en/of met de mond/tong betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een minderjarige (Afbeelding 12: [bestandsnaam] .mp4)
en/of
het met de vinger/hand betasten en/of aanraken van de eigen geslachtsdelen en/of borsten en/of billen door genoemde [slachtoffer 1] en/of genoemde [slachtoffer 3] en/of genoemde [slachtoffer 4]
(afbeelding 2: [bestandsnaam] .MP4)
en/of
het geheel en/of gedeeltelijk naakt (laten) poseren door genoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 2] , waarbij deze perso(o)n(en) poseert/poseren in een striptease-act/houding en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeelding 3: [bestandsnaam] .JPG;
afbeelding 4: thumbnail [bestandsnaam] .jpg;
afbeelding 5: [bestandsnaam] .PNG
afbeelding 6: [bestandsnaam] .PNG
afbeelding 7: [bestandsnaam] .JPG
afbeelding 8: [bestandsnaam] .jpg
afbeelding 2: [bestandsnaam] .MP4)
en/of
het houden van een (stijve) penis dichtbij het lichaam van een minderjarige (afbeelding 12: [bestandsnaam] .mp4)
van welk(e)misdrijf/misdrijvenhij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
5.
hij inof omstreeksde periode van december 2017 t/m 18 januari 2018te Zwolle en/of te Oldenzaal, althansin Nederland, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om met het oogmerk om zichen/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging metsmaad,smaadschriftof openbaring van een geheim, [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum 6] 2004, te dwingen tot afgifte van 2500 euro, althanseen ofmeer geldbedragen,geheel of ten deletoebehorende aan die [slachtoffer 5] ,althans aan een ander of anderen dan aan verdachte, met voormeld oogmerk (meermalen) aan die [slachtoffer 5] berichtjes heeft
gestuurd waarin hij, verdachte stelt dat zij, [slachtoffer 5] , hem geld moest geven omdat hij anders naaktfoto's van haar zou sturen aan haar vriendinnen en/ofhaar instagram-account zou hacken en die naaktfoto('s) zou posten op instagram en/ofop andere wijze die naaktfoto's openbaar zou maken; terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 240b, 246, 273f, en 318 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:
mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie de in artikel 273f, eerste lid onder 2º, 5º en 8º omschreven feiten worden gepleegd de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt.
feit 2
het misdrijf:
mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie de in artikel 273f, eerste lid onder 2º en 5º omschreven feiten worden gepleegd de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt.
feit 3
het misdrijf:
feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd;
feit 4
het misdrijf:
een afbeelding of een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken, verspreiden, vervaardigen, verwerven en in bezit hebben, en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd netwerk de toegang verschaffen, meermalen gepleegd, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
Feit 5
Het misdrijf:
poging tot afdreiging.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van wat zij bewezen heeft geacht gevorderd de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, met aftrek van de periode die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat verdachte ter beschikking wordt gesteld (hierna: TBS) en van overheidswege wordt verpleegd.
Verder heeft de officier van justitie gevorderd dat aan verdachte de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel, genoemd in artikel 38z Sr wordt opgelegd.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft bepleit om te volstaan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest aangevuld met de maatregel TBS met voorwaarden, waarbij de voorwaarden dienen te opgelegd zoals deze in het reclasseringsrapport van 24 oktober 2019 zijn vermeld, met uitzondering van de voorwaarden dat verdachte dient mee te werken aan bewindvoering en budgetbeheer, en dat hij op geen enkele wijze – direct of indirect – contact met minderjarigen zoekt zonder het bijzijn van een gezaghebbende indien en zolang de reclassering dat nodig acht.
Verder bestaat er volgens de raadsvrouw geen noodzaak om de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen aangezien de TBS met voorwaarden waarschijnlijk reeds een behoorlijk aantal jaren zal duren.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensenhandel ten opzichte van twee jonge meisjes van toentertijd 12 jaar en 15 jaar.
Hij heeft geprobeerd om hen ertoe aan te zetten zich te prostitueren. Daartoe heeft hij handelingen verricht zoals omschreven in de bewezenverklaring. Aldus heeft hij geprobeerd te beschikken over het lichaam van deze jonge meisje om er zelf financieel beter van te worden.
Hij was daarbij in toenemende mate directief en dwingend. Ook ter terechtzitting heeft hij totaal geen inzicht laten zien in hoe verwerpelijk en kwalijk zijn gedrag is. Dat rekent de rechtbank verdachte aan.
Verder heeft verdachte drie meisjes in de leeftijd van 12 jaar en 15 jaar gedwongen tot het maken van naaktfoto’s of naaktfilmpjes van zichzelf. Zij moesten deze naaktfoto’s of naaktfilmpjes naar hem opsturen. Verder heeft hij hen gedwongen tot het verrichten van seksuele handelingen bij zichzelf.
Ook zijn op de onder verdachte inbeslaggenomen digitale gegevensdragers, 1641 foto’s en 371 filmpjes aangetroffen, die kinderpornografisch materiaal bevatten. Een deel daarvan is door de eerder genoemde meisjes gemaakt en door verdachte via social media verspreid.
De contacten door middel van DM en WhatApp gesprekken met de minderjarige slachtoffers begonnen veelal vriendschappelijk teneinde hun vertrouwen te winnen, maar na verloop van tijd greep verdachte zijn kans om door het uiten van dreigementen meer beeldmateriaal te genereren. De verdachte dreigde de reeds ontvangen naaktfoto’s en/of naaktfilmpjes van de minderjarige slachtoffers op internet te zetten als zij niet meer foto’s en video’s van zichzelf zouden sturen.
Verder heeft hij geprobeerd een 13 jarig meisjes € 2500,-- af te dreigen. Toen zij niet betaalde heeft hij zijn dreigementen waar gemaakt en haar naaktfilmpje daadwerkelijk openbaar gemaakt.
De verdachte heeft door zijn handelen grenzen overschreden en een grote inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de slachtoffers. Algemeen bekend is dat dit soort feiten, juist aan minderjarigen die nog in een seksuele ontwikkelingsfase verkeren, schade toebrengen zoals ook blijkt uit de ter zitting voorgelezen slachtofferverklaringen van [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] .
Dat heeft verdachte er niet van weerhouden de strafbare feiten te plegen. Daarnaast schokken dit soort feiten de rechtsorde in ernstige mate.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de justitiële documentatie van verdachte d.d. 4 oktober 2019, waaruit blijkt dat verdachte bij uitspraak van 20 december 2017 door de meervoudige kamer van de rechtbank Overijssel is veroordeeld voor soortgelijke delicten, te weten feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd, poging tot feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd en een afbeelding of een gegevensdrager van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken, verspreiden, vervaardigen, verwerven en in bezit hebben, meermalen gepleegd, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
Verdachte is toen tot een jeugddetentie voor de duur van 447 dagen veroordeeld waarvan 300 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en bijzonder voorwaarden,
De rechtbank rekent het verdachte bijzonder zwaar aan dat hij binnen zeer korte tijd na zijn vrijlating opnieuw vergelijkebare ernstige strafbare feiten is gaan plegen.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte ter zake van de bewezenverklaarde feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur moet worden opgelegd.
De aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, gelet ook op het strafrechtelijke verleden van verdachte, zouden door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend worden.
Overeenkomstig de eis van de officier van justitie acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren passend en geboden.
De rechtbank heeft rekening gehouden met het feit dat de bewezen verklaarde feiten in verminderde mate aan verdachte kunnen worden toegerekend. De rechtbank heeft bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf acht geslagen op het feit dat zij de maatregel van terbeschikkingstelling (verder: TBS) zal opleggen zoals hieronder wordt overwogen.
Maatregel:
Vooropgesteld dient te worden dat aan vier voorwaarden moet zijn voldaan, wil aan een verdachte op grond van de artikelen 37, tweede en derde lid en 37a Sr de maatregel TBS kunnen worden opgelegd.
In de eerste plaats dient bij de verdachte ten tijde van het begaan van het strafbare feit sprake te zijn van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens. Het betreffende feit dient in de tweede plaats een misdrijf te betreffen waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld, dan wel te behoren tot een der misdrijven zoals specifiek in de wet (artikel 37a eerste lid, onder 1 van het Wetboek van Strafrecht) vermeld. In de derde plaats dient de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van de maatregel te eisen. Ten slotte kan een dergelijke maatregel enkel worden opgelegd nadat de strafrechter zich een met redenen omkleed, gedagtekend en ondertekend advies heeft doen overleggen van ten minste twee gedragsdeskundigen van verschillende disciplines, waaronder een psychiater, die de verdachte hebben onderzocht.
Aan deze voorwaarden is in de onderhavige zaak voldaan. Er bestaat geen discussie over dat verdachte behandeld dient te worden binnen een TBS-kader en dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen oplegging van die maatregel eist. De vraag die de rechtbank in dit geval dient te beantwoorden is welke vorm van TBS opgelegd dient te worden: TBS met dwangverpleging of TBS met voorwaarden. Oplegging van TBS met dwangverpleging is ingevolge artikel 37b Sr mogelijk indien de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen die verpleging eist.
Het dossier bevat diverse rapportages omtrent verdachte, waaronder een rapportage Pro Justitia van psychiater drs. E.L.G. Heinsman-Carlier d.d. 29 juni 2019.
Daarnaast bevat het dossier een rapportage Pro Justitia van psycholoog drs. A.J. de Groot d.d. 4 juli 2019. Beide deskundigen hebben geconcludeerd dat verdachte lijdende is aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens.
Heinsman-Carlier heeft geconcludeerd dat bij verdachte sprake is van een stoornis in cannabisgebruik (ernst matig), en een andere gespecificeerde neurobiologische ontwikkelingsstoornis als voorlopige diagnose en dat sprake is van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale en narcistische trekken. Zowel de persoonlijkheidsstoornis als de aanwezige kenmerken van een ontwikkelingsstoornis, zijn op te vatten als een doorwerking van de eerder gestelde diagnose van een hechtingsstoornis met problemen ten aanzien van aandacht en gedrag.
De Groot heeft geconcludeerd dat bij verdachte sprake is van een stoornis in het gebruik van cannabis en van een neurobiologische ontwikkelingsstoornis (retrospectief) en een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis (met antisociaal- narcistische dynamiek).
Deze stoornissen waren ook aanwezig ten tijde van de ten laste gelegde feiten.
Heinsman-Carlier adviseert verdachte als (licht) verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen en acht het risico op herhaling groot indien verdachte niet wordt behandeld.
De combinatie van gerichtheid op geld, het via internet toegang hebben tot potentiële slachtoffers en eerder onttrekken aan toezicht, maken dat zonder behandeling de kans op recidive van een soortgelijk delict als hoog wordt ingeschat.
Het klinische beeld doet vermoeden dat op basis van onderliggende kwetsbaarheid (onwikkelingskenmerken), verdachte in de stappen naar zelfstandig sociaal-maatschappelijk functioneren langdurig wordt overvraagd (en gefrustreerd) waarbij hij zich vanuit die overvraging steeds meer richt op het vele geld willen verdienen door minderjarige meisjes tot seksueel handelingen aan te zetten.
Heinsman-Carlier geeft de TBS maatregel in overweging waarbij hij adviseert dit in het kader van TBS met voorwaarden te doen omdat verdachte gelet op zijn adoptieproblematiek kwetsbaar lijkt voor regressie bij langdurige dwangverpleging.
De Groot adviseert verdachte ook als verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen ten aanzien van de feiten 1, 3 en 4. Ten aanzien van de feiten 2 en 5 onthoudt De Groot zich van advies.
Ook de Groot acht het risico op herhaling groot indien verdachte niet wordt behandeld.
De Groot schrijft dat verdachte is gericht op geld. Dit verschaft hem welllicht status en identiteit ten opzichte van zijn sociale omgeving. Verder heeft hij nauwelijks terughoudendheid om dit soort feiten te plegen op basis van forse empathie- en gewetenstekorten. Mogelijk spelen ook psychoseksuele, afwijkende motieven.
Om het recidiverisico terug te kunnen brengen is volgens De Groot een klinische behandeling binnen een forensische psychiatrische setting nodig
Ook De Groot adviseert de maatregel van TBS op te leggen. Ten aanzien van de vraag of hierbij kan worden volstaan met TBS met voorwaarden overweegt hij dat verdachte gevoelig is voor de dreiging van TBS met verpleging mocht hij de voorwaarden overtreden maar dat verdachte niet gemotiveerd is voor behandeling en enkel zegt te willen meewerken als dit betekent dat hij minder gevangenisstraf krijgt dan wel dat hem geen TBS met dwangverpleging wordt opgelegd.
Verder heeft de rechtbank acht geslagen op een door de reclasseringswerker L. van Raalte opgemaakt maatregelenrapport van 24 oktober 2019 waarin de reclassering adviseert om aan verdachte TBS met voorwaarden op te leggen omdat dit een motivatie voor verdachte lijkt te zijn om zich te conformeren aan de voorwaarden, waaronder de geadviseerde behandeling, teneinde oplegging van TBS met dwangverpleging te voorkomen.
In het rapport zijn de voorwaarden geformuleerd waaronder een klinische behandeling in de Dr. Henri van der Hoevenkliniek of een soortgelijke instelling.
Verder adviseert de reclassering de gedragsbeïnvloedende en vrijheid beperkende maatregel op te leggen. Het recidiverisico wordt door de reclassering ingeschat als hoog.
Oordeel van de rechtbank
Voor wat betreft de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte neemt de rechtbank voormelde conclusies op de in de rapportages daarvoor uiteengezette gronden over en maakt zij het oordeel van de gedragsdeskundigen tot het hare. De rechtbank acht verdachte ten aanzien van het bewezenverklaarde verminderd toerekeningsvatbaar.
De rechtbank volgt de deskundigen niet in hun adviezen om TBS met voorwaarden op te leggen. Zij acht het evenals de officier van justitie noodzakelijk dat verdachte van overheidswege zal worden verpleegd omdat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen die verpleging eist.
Ter onderbouwing van deze beslissing overweegt de rechtbank dat het om ernstige delicten met jonge kwetsbare slachtoffers gaat die in onze samenleving extra bescherming nodig hebben. Verder is het recidiverisico op soortgelijke delicten groot.
Verdachte heeft zich van zijn vorige veroordeling niets aangetrokken en is, hoewel hij een voorwaardelijke straf boven zijn hoofd had hangen, zeer kort na zijn vrijlating opnieuw in de fout gegaan. Hij is bovendien niet open geweest naar de reclassering en heeft doelbewust en berekenend opnieuw contact met kwetsbare jonge slachtoffers gezocht.
Verdachte heeft er ter terechtzitting blijk van gegeven dat hij geen enkel probleembesef heeft en het strafbare van zijn handelen helemaal niet inziet. Verdachte heeft er verder, mede gelet op zijn deels ontkennende houding, laten zien dat hij niet intrinsiek gemotiveerd is om behandeld te worden.
Bovendien is onvoldoende bekend onder welke specifieke condities het recidiverisico ontstaat en hoe deze condities te beïnvloeden zijn.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat de nodige terugdringing van voornoemd recidiverisico en de bescherming van de maatschappij, niet anders kan plaatsvinden dan door middel van het opleggen van TBS met dwangverpleging. Deze maatregel biedt in dit geval de meeste waarborgen voor een optimale risicoreductie. Niet kan worden volstaan met een minder hoog niveau van bescherming.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De rechtbank heeft onder 1 en 2 mensenhandel bewezen verklaard, en onder 3 bewezenverklaard dat verdachte drie minderjarige meisjes heeft gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen bij zichzelf. Hiermee heeft hij ook de fysieke integriteit van zijn slachtoffers geschonden. Dit heeft onmiskenbaar geleid tot een schending van de onaantastbaarheid van het lichaam van zijn slachtoffers.
De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging kan daarom, gelet op het eerste lid van artikel 38e, een periode van vier jaren te boven gaan (ongemaximeerde TBS).
Voorts zal de rechtbank de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel aan
verdachte opleggen zoals op 24 oktober 2019 door L. van Raalte, reclasseringswerker van Reclassering Nederland is geadviseerd.
Genoemde maatregel kan worden opgelegd ter bescherming van de veiligheid van anderen,
dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen (onder meer) indien verdachte ter
beschikking is gesteld. Door de maatregel wordt het mogelijk gemaakt levenslang toezicht te
houden. De maatregel kan enkel bij vonnis worden opgelegd en niet meer op een later
moment. Of het komt tot een daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de maatregel en de
nadere invulling daarvan, is afhankelijk van de daartoe in te dienen vordering van de officier
van justitie bij afloop van de TBS maatregel en de daarop door de rechter die in eerste aanleg
kennis heeft genomen van het misdrijf waarvoor de maatregel is opgelegd, te nemen beslissing.
De rechtbank acht in deze zaak het opleggen van de gedragsbeïnvloedende en
vrijheidsbeperkende maatregel passend en geboden.
Nu aan het gevaarscriterium wordt voldaan en de rechtbank aan verdachte een TBS maatregel zal opleggen is ook aan de wettelijke voorwaarden voor het opleggen van een dergelijke maatregel voldaan.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] ( [slachtoffer 1] , feiten 1, 3 en 4):
[slachtoffer 1] , vertegenwoordigd door haar wettelijk vertegenwoordigers [vader slachtoffer 1] en [naam 3] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces.
Namens de benadeelde partij is mr. L. van Sommeren, advocaat te Nijmegen, opgetreden.
De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 8.458,82, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- reiskosten € 98,54;
- medische kosten € 375,--;
- verlies inkomen ouders € 3.940,--
- aanschaf mobiel € 384,--
- Ipad € 539,--
- aanschaf camera, lampen, beveiligingssysteem € 622,28
Wegens immateriële schade wordt een bedrag van € 2500,-- gevorderd.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich ten aanzien van de posten aanschaf mobiel en Ipad gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De officier van justitie heeft ten aanzien van de overige posten gevorderd dat de vordering wordt toegewezen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de reiskosten en medische kosten (bezoeken aan psycholoog) gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De post ‘verlies inkomen ouders” is volgens de raadsvrouw onvoldoende onderbouwd.
Ten aanzien van de kosten voor de aanschaf van een mobiele telefoon en Ipad heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat verdachte deze goederen nooit voorhanden heeft gehad, de schade mogelijk is veroorzaakt door het handelen van de politie en dat de omstandigheid dat de benadeelde partij van deze goederen afstand wil doen niet voor rekening van verdachte mag komen omdat deze schade in een te ver verwijderd verband met de tenlastegelegde feiten staat.
Ten aanzien van de kosten voor beveiligingsmaatregelen (camera, lampen en beveiligingssysteem) heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat deze niet met bewijsstukken zijn onderbouwd en ook niet voor rekening van verdachte komen.
Ten aanzien van de gevorderde kosten voor immateriële schade heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat het psychische klachten onvoldoende zijn onderbouwd en dat de vordering daarom niet kan worden toegewezen. Subsidiair heeft de raadsvrouw gesteld dat deze immateriële schade aanzienlijk dient te worden gematigd.
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de onder 1, 3 en 4 bewezenverklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
De opgevoerde schadeposten reiskosten en medische kosten kunnen als onbetwist en voldoende onderbouwd worden toegewezen.
De vordering ter zake van ‘verlies inkomen ouders‘ kan in redelijkheid worden toegewezen. Deze post is voldoende gesteld en aannemelijk geworden en inhoudelijk onvoldoende betwist.
Weliswaar betreft het hier geen schade van de minderjarige [slachtoffer 1] zelf, maar van haar ouders. Desondanks komen deze kosten voor toewijzing in aanmerking, aangezien zij deze kosten niet ten behoeve van zichzelf maar als ouders hebben gemaakt om de belangen van hun minderjarige dochter naar behoren te kunnen behartigen. Ouders zijn hiertoe verplicht ingevolge artikel 1:247 van het Burgerlijk Wetboek. Het gaat hier derhalve niet om kosten die de ouders ten gunste van zichzelf hebben gemaakt, maar om kosten die zij in hun hoedanigheid van ouders van de minderjarige en ten behoeve van de minderjarige hebben gemaakt, zogeheten verplaatste schade.
De gevorderde schadevergoeding voor de Ipad en mobiele telefoon staat naar het oordeel van de rechtbank in een te ver verwijderd verband met de bewezenverklaarde feiten, omdat die schade redelijkerwijs niet kan worden aangemerkt als rechtstreekse schade in de zin van artikel 361, lid 2, onder b, Sv. Deze schade is mogelijk door het handelen van de politie veroorzaakt.
Ook de gevorderde beveiligingskosten staan in een te ver verwijderd verband met de bewezenverklaarde feiten.
Verder is komen vast te staan dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden.
Op grond van artikel 6:106 lid 1 sub b van het Burgerlijk Wetboek (BW) heeft de benadeelde recht op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding, anders dan vermogensschade als de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in haar eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in haar persoon is aangetast.
De benadeelde partij is door het bewezenverklaarde in haar eer of goede naam geschaad. Aannemelijk is geworden dat zij hierdoor immateriële schade heeft geleden en de rechtbank zal deze grondslag hanteren voor het toewijzen van de immateriële schadevordering. Het
ontbreken van een onderbouwing van het psychische letsel staat in dat geval de toewijzing van de vordering niet in de weg.
De rechtbank zal naar billijkheid oordelen over een redelijke vergoeding ter compensatie en zal de omvang van de immateriële schade op de voet van het bepaalde in artikel 6:106 BW naar maatstaven van billijkheid schatten op € 2000,00.
Dit bedrag is dan ook toewijsbaar.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het gevorderde deels toewijzen tot een bedrag van € 6.413,54 (bestaande uit de reiskosten, medische kosten, verlies inkomen ouders en de immateriële schade) te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
8.2
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] ( [slachtoffer 2] feiten 2 en 4)
[slachtoffer 2] , vertegenwoordigd door haar wettelijk vertegenwoordiger [naam 4] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces.
Namens de benadeelde partij is mr. M.L. Hoogendoorn, advocaat te Leiden, opgetreden.
De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om immateriële schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 2000,-- , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering geheel wordt toegewezen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de immateriële schade niet is onderbouwd en heeft verzocht de vordering af te wijzen dan wel het toe te wijzen bedrag aanzienlijk te matigen.
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de onder 2 en 4 bewezenverklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
Vast staat dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden.
De benadeelde partij is door het bewezenverklaarde in haar eer of goede naam geschaad. Aannemelijk is geworden dat zij hierdoor immateriële schade heeft geleden en de rechtbank zal deze grondslag hanteren voor het toewijzen van de immateriële schadevordering. Het ontbreken van een onderbouwing van het psychische letsel staat in dat geval de toewijzing van de vordering niet in de weg.
De rechtbank zal naar billijkheid oordelen over een redelijke vergoeding ter compensatie en zal de omvang van de immateriële schade op de voet van het bepaalde in artikel 6:106 BW naar maatstaven van billijkheid schatten op € 2000,00.
Dit bedrag is dan ook toewijsbaar.
De rechtbank zal het gevorderde daarom geheel toewijzen, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
8.3
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] ( [slachtoffer 3] , feiten 3 en 4)
[slachtoffer 3] , vertegenwoordigd door haar wettelijk vertegenwoordiger [naam 5] , heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces.
Namens de benadeelde partij is mr. L. van Sommeren, advocaat te Nijmegen, opgetreden.
De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 4.853,35, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- reiskosten € 91,74
- mobiele telefoon € 198,00
- vrije uren moeder [slachtoffer 3] € 383,61
- kosten studiebegeleiding € 1.680,--
Wegens immateriële schade wordt een bedrag van € 2500,-- gevorderd.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich ten aanzien van de post ‘mobiele telefoon’ gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De officier van justitie heeft ten aanzien van de overige posten gevorderd dat deze dienen te worden toegewezen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de reiskosten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Ten aanzien van de kosten voor de vervanging van de mobiele telefoon heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat het causale verband met het tenlastegelegde feiten ontbreekt.
Ten aanzien van de post ‘vrije uren moeder [slachtoffer 3] ’ heeft de raadsvrouw aangevoerd dat door mr. Van Sommeren ter zitting is medegedeeld dat het hier gaat om een bruto bedrag.
Ten aanzien van de post ‘studiebegeleiding’ heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat onvoldoende is onderbouwd dat deze kosten het gevolg zijn van het tenlastegelegde.
De gevorderde immateriële schade is niet onderbouwd en deze gevorderde schade dient daarom te worden afgewezen dan wel aanzienlijk te worden gematigd, aldus de raadsvrouw.
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de onder 3 en 4 bewezenverklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
De opgevoerde schadepost reiskosten is voldoende onderbouwd en niet betwist en zal worden toegewezen.
De gevorderde schadevergoeding voor vervanging van de mobiele telefoon staat in een te ver verwijderd verband staat met het bewezenverklaarde omdat die schade niet kan worden aangemerkt als rechtstreekse schade.
De opgevoerde schadepost ‘vrije uren moeder’ is voldoende onderbouwd en aannemelijk en kan worden toegewezen.
Het causaal verband tussen de kosten van studiebegeleiding en het bewezenverklaarde is onvoldoende komen vast te staan, terwijl deze schadepost gemotiveerd is betwist. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadepost alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onevenredige belasting van de strafrechtelijke procedure, zodat zij de benadeelde partij die gelegenheid niet zal bieden. Gelet hierop zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard voor dit onderdeel van de vordering.
Vast is komen te staan dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden.
De benadeelde partij is door het bewezenverklaarde in haar eer of goede naam geschaad. Aannemelijk is geworden dat zij hierdoor immateriële schade heeft geleden en de rechtbank zal deze grondslag hanteren voor het toewijzen van de immateriële schadevordering. Het ontbreken van een onderbouwing van het psychische letsel staat in dat geval de toewijzing van de vordering niet in de weg.
De rechtbank zal naar billijkheid oordelen over een redelijke vergoeding ter compensatie en zal de omvang van de immateriële schade op de voet van het bepaalde in artikel 6:106 BW naar maatstaven van billijkheid schatten op € 2000,00.
Dit bedrag is dan ook toewijsbaar.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het gevorderde deels toewijzen tot een bedrag van € 2.475,35 (bestaande uit de reiskosten, vrije uren moeder [slachtoffer 3] en immateriële schade) te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
8.4
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] ( [slachtoffer 4] , feiten 3 en 4)
[slachtoffer 4] , vertegenwoordigd door haar wettelijk vertegenwoordiger [naam 6] , heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces.
Namens de benadeelde partij is mr. L. van Sommeren, advocaat te Nijmegen, opgetreden.
De benadeelde partij vordert (na aanvulling bij e-mailbericht van 13 januari 2020) verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 2.590,34, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- medische kosten € 16,26
- reiskosten € 74,08
Wegens immateriële schade wordt een bedrag van € 2500,-- gevorderd.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering geheel wordt toegewezen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de reiskosten gemaakt met betrekking tot (de voorbereiding van) de zitting gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van de reiskosten naar Karakter heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat deze niet nader zijn onderbouwd.
De gevorderde immateriële schade is niet onderbouwd en deze gevorderde schade dient daarom te worden afgewezen dan wel aanzienlijk te worden gematigd, aldus de raadsvrouw.
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de onder 3 en 4 bewezenverklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
De opgevoerde schadepost ‘medische kosten’ is niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal deze post daarom toewijzen.
De opgevoerde schadepost ‘reiskosten’ is voor zover de kosten betrekking hebben op de zitting niet betwist en voldoende onderbouwd.
Ook de overige reiskosten zijn naar het oordeel van de rechtbank voldoende onderbouwd en aannemelijk. De post reiskosten zal daarom integraal worden toegewezen.
Het is komen vast te staan dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden.
De benadeelde partij is door het bewezenverklaarde in haar eer of goede naam geschaad. Aannemelijk is geworden dat zij hierdoor immateriële schade heeft geleden en de rechtbank zal deze grondslag hanteren voor het toewijzen van de immateriële schadevordering. Het ontbreken van een onderbouwing van het psychische letsel staat in dat geval de toewijzing van de vordering niet in de weg.
De rechtbank zal naar billijkheid oordelen over een redelijke vergoeding ter compensatie en zal de omvang van de immateriële schade op de voet van het bepaalde in artikel 6:106 BW naar maatstaven van billijkheid schatten op € 2000,00.
Dit bedrag is dan ook toewijsbaar.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het gevorderde deels toewijzen tot een bedrag van € 2.090,34 (bestaande uit de medische kosten, reiskosten en immateriële schade) te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
De benadeelde partij zal voor het overige (€ 500,-- aan immateriële kosten) niet-ontvankelijk worden verklaard. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
8.5
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] ( [slachtoffer 5] , feiten 4 en 5)
[slachtoffer 5] , vertegenwoordigd door haar wettelijk vertegenwoordiger [naam 7] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces.
Namens de benadeelde partij is mr. L. van Sommeren, advocaat te Nijmegen, opgetreden.
De benadeelde partij vordert (na aanvulling bij e-mailbericht van 13 januari 2020) verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 3.904,45, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- reiskosten € 464,05
- verlies inkomen vader € 940,40
Wegens immateriële schade wordt een bedrag van € 2500,-- gevorderd.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering geheel wordt toegewezen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de reiskosten, voor zover deze betrekking hebben op het bezoeken van de advocaat, de officier van justitie en het bijwonen van de zitting,
gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De reiskosten die betrekking hebben op therapie komen niet voor toewijzing in aanmerking nu deze niet nader zijn onderbouwd.
Ten aanzien van de post ‘verlies inkomen vader’ heeft de raadsvrouw aangevoerd dat deze post onvoldoende is onderbouwd. Onbekend is wie de door de benadeelde partij overgelegde bijlage heeft opgesteld en bovendien is niet toegelicht of het vermelde uurloon een bruto dan wel een netto bedrag betreft.
De gevorderde immateriële schade is niet onderbouwd en deze gevorderde schade komt daarom niet voortoewijzing in aanmerking, in ieder geval niet voor het gevorderde bedrag.
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de onder 4 en 5 bewezenverklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
De opgevoerde schadepost ‘reiskosten’ is voor zover de kosten betrekking hebben op de bezoeken van de advocaat, de officier van justitie en het bijwonen van de zitting niet betwist en voldoende onderbouwd.
Ook de overige reiskosten zijn voldoende onderbouwd en aannemelijk. De post reiskosten zal daarom integraal worden toegewezen.
De opgevoerde schadepost ‘verlies inkomen vader’ is voldoende onderbouwd en aannemelijk en kan worden toegewezen.
Het is komen vast te staan dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden.
De benadeelde partij is door het bewezenverklaarde in haar eer of goede naam geschaad. Aannemelijk is geworden dat zij hierdoor immateriële schade heeft geleden en de rechtbank zal deze grondslag hanteren voor het toewijzen van de immateriële schadevordering. Het ontbreken van een onderbouwing van het psychische letsel staat in dat geval de toewijzing van de vordering niet in de weg.
De rechtbank zal naar billijkheid oordelen over een redelijke vergoeding ter compensatie en zal de omvang van de immateriële schade op de voet van het bepaalde in artikel 6:106 BW naar maatstaven van billijkheid schatten op € 2000,00.
Dit bedrag is dan ook toewijsbaar.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het gevorderde deels toewijzen tot een bedrag van € 3.404,45 (bestaande uit de reiskosten, verlies inkomen vader en immateriële schade) te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
De benadeelde partij zal voor het overig niet-ontvankelijk worden verklaard. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
8.6
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen hebben verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd telkens de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal ten aanzien van alle benadeelde partijen de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partijen naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.

9.De vordering tenuitvoerlegging

Bij vonnis van 4 december 2017 van de meervoudige kamer van deze rechtbank is verdachte veroordeeld voor zover van belang tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 300 dagen, met een proeftijd van twee jaar. De proeftijd is ingegaan op 19 december 2017.
De officier van justitie vordert dat de tenuitvoerlegging zal worden gelast van deze voorwaardelijke gevangenisstraf.
De raadsvrouw heeft om afwijzing van de vordering verzocht en daarbij gewezen op een uitspraak van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen van 13 januari 2020, (ECLI:NL:RBGEL:2020:138).
De rechtbank stelt vast dat verdachte zich kort na het vonnis van 4 december 2017 en voor het einde van de in dat vonnis vermelde proeftijd opnieuw schuldig heeft gemaakt aan het plegen van strafbare feiten. De vordering van de officier van justitie moet daarom worden toegewezen, met dien verstande dat de rechtbank de tenuitvoerlegging zal gelasten onder voorwaarde dat het veroordelende vonnis in de zaak met parketnummer 08-952858-18 onherroepelijk is.

10.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14g, 14h, 36f, 37a, 37b, 38e, 38z, 45 en 57 Sr.

11.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1: het misdrijf:
mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie de in artikel
273f, eerste lid onder 2º, 5º en 8º omschreven feiten worden gepleegd de leeftijd van
achttien jaren nog niet heeft bereikt.
feit 2: het misdrijf:
mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie de in artikel
273f, eerste lid onder 2º en 5º omschreven feiten worden gepleegd de leeftijd van
achttien jaren nog niet heeft bereikt.
feit 3: het misdrijf:
feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen
gepleegd;
feit 4: het misdrijf:
een afbeelding of een gegevensdrager bevattende een afbeelding van
een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet heeft bereikt is betrokken, verspreiden, vervaardigen, verwerven en in bezit
hebben, en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd netwerk de toegang
verschaffen, meermalen gepleegd, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte
wordt gemaakt.
Feit 5: Het misdrijf:
poging tot afdreiging.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2, 3, 4 en 5 bewezenverklaarde;
Oplegging straf een maatregel
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
-
gelast dat verdachte ter beschikking wordt gesteld en beveelt dat hij van overheidswege wordt verpleegd;
- legt aan verdachte op de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking;
Schadevergoeding
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] ( [slachtoffer 1] , feiten 1, 3 en 4):
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] (feiten 1, 3 en 4) van een bedrag van € 6.413,54, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 januari 2019;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feiten 1, 3 en 4 tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 6.413,54,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 januari 2019 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat gijzeling voor de duur van 67 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 1] , voor een deel van € 2.045,28 niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] ( [slachtoffer 2] feiten 2 en 4)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] (feiten 2 en 4): van een bedrag van € 2000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 december 2018;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feiten 2 en 4 tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 2000,--,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 december 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat gijzeling voor de duur van 30 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] ( [slachtoffer 3] , feiten 3 en 4)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] (feiten 3 en 4): van een bedrag van € 2.475,35, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2019;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feiten 3 en 4 tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 2.475,35,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2019 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat gijzeling voor de duur van 34 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 3] , voor een deel van € 2378,-- niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] ( [slachtoffer 4] , feiten 3 en 4)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] (feiten 3 en 4): van een bedrag van € 2.090,34, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 januari 2019;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten 3 en 4 tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 2.090,34,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 januari 2019 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat gijzeling voor de duur van 30 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 4] , voor een deel van € 500,-- niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] ( [slachtoffer 5] , feiten 4 en 5)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 5] , (feiten 4 en 5) van een bedrag van € 3.404,45, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 januari 2018;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten 4 en 5 tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 3.404,45,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 januari 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat gijzeling voor de duur van 44 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 5] , voor een deel van € 500,-- niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf
- gelast dat de voorwaardelijke gevangenisstraf van
300 dagen, die bij vonnis van de rechtbank Overijssel d.d. 4 december 2017 is opgelegd in de zaak onder parketnummer 08.760150-17,
ten uitvoer zal worden gelegdonder voorwaarde dat het veroordelende vonnis in de zaak met parketnummer 08-952858-18 onherroepelijk is.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van Holten, voorzitter, mr. C.A.. Peterzon en mr. H. Vegter, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.R. Lageveen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 11 februari 2020.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, Dienst Regionale Recherche, Team Mensenhandel met onderzoeksnummer ONRCC16013 ‘CHIP’. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Pagina 412
3.Pagina 413 tot en met 415 en 418 tot en met 426
4.Pagina 429
5.Pagina 127, 1171 en 1188 e.v.
6.Pagina 211
7.Pagina 221
8.Pagina 723
9.Pagina 731
10.Pagina 1173 en 1206 e.v.
11.Pagina 1174 en 1216.
12.Pagina 227
13.Pagina 228
14.Pagina 227
15.Pagina 228
16.Pagina 228, 235
17.Pagina 228
18.Pagina 235
19.Pagina 236
20.Pagina 227
21.Pagina 228 en 236 (dit kreeg ze van [slachtoffer 3] te horen)
22.Pagina 228
23.Pagina 229 en 236
24.Pagina 230
25.Pagina 229
26.Pagina 230
27.Pagina 230
28.Pagina 230 en 237
29.Pagina 942, 943 en 954
30.Pagina 950 en 952
31.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 14 januari 2020
32.Pagina 264 tot en met 322
33.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 14 januari 2020. Zie ook pagina 923, 924, 927 tot en met 928
34.Pagina 271 tot en met 273
35.Pagina 284, 108
36.Pagina 330,
37.Pagina 399 en 403
38.Pagina 275
39.Pagina 390
40.Pagina 239
41.Pagina 264
42.Pagina 272
43.Pagina 942
44.Pagina 264 tot en met 322, met name 270
45.Pagina 945, 947 en 948
46.Pagina 153
47.Pagina 732
48.Pagina 732
49.Pagina 732
50.Pagina 733
51.Pagina 734
52.Pagina 733
53.Pagina 732, 735
54.Pagina 732
55.Pagina 734
56.Pagina 735
57.Pagina 735
58.Pagina 735
59.Pagina 736
60.Pagina 985
61.Pagina 987
62.Pagina 986
63.Pagina 988
64.Pagina 988
65.Pagina 990
66.Pagina 991
67.Pagina 989
68.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 14 januari 2020
69.Pagina 743 tot en met 842 voor zover het betreft de communicatie tussen [slachtoffer 2] en ‘Instagrammer’ en ‘ [alias 2] ’.
70.Pagina 739 tot en met 742
71.Pagina 986
72.Pagina 744
73.Pagina 749
74.Pagina 747
75.Pagina 750
76.Pagina 751
77.Pagina 752
78.Pagina 754
79.Pagina 758
80.Pagina 760
81.Pagina 762
82.Pagina 764
83.Pagina 765
84.Pagina 765
85.Pagina 768
86.Pagina 772
87.Pagina 774
88.Pagina 777
89.Pagina 784, 785
90.Pagina 769
91.Pagina 791
92.Pagina 793
93.Pagina 794
94.Pagina 805
95.Pagina 807
96.Pagina 810
97.Pagina 813
98.Pagina 819
99.Pagina 820
100.Pagina 822
101.Pagina 846
102.Pagina 402
103.Pagina 403, afbeelding 4.
104.Pagina 228, 235
105.Pagina 228
106.Pagina 235
107.Pagina 325, 327
108.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 14 januari 2020
109.Pagina 558
110.Pagina 570
111.Pagina 559, 572, 573
112.Pagina 571
113.Pagina 573
114.Pagina 598
115.Pagina 598 afbeelding 2
116.Pagina 599, afbeelding 3
117.Pagina 600, afbeelding 6
118.Pagina 686
119.Pagina 694
120.Pagina 688
121.Pagina 695
122.Pagina 696
123.Pagina 703
124.Pagina 709
125.Pagina 675 en 681
126.Pagina 716
127.Pagina 649
128.Pagina 958 en 959
129.Pagina 959
130.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 20 januari 2020
131.vgl. HR 22 maart 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP1379, het zogenaamde interactiecriterium
132.Pagina 852 tot en met 868
133.Pagina 1004
134.Pagina 413 tot en met 415
135.Pagina 427 tot en met 483.
136.Pagina 435
137.Pagina 462
138.Pagina 464
139.Pagina 475
140.Pagina 477
141.Pagina 478
142.Pagina 480
143.Pagina 500