4.4Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde:
Als eerste feit is verdachte ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de in sub 2, sub 5 en sub 8 van artikel 273f lid 1 Sr strafbaar gestelde vormen van mensenhandel ten opzichte van de toentertijd 12 jarige [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2006 ( [slachtoffer 1] ).
Bij de beoordeling van het ten laste gelegde gaat de rechtbank uit van de volgende uit het dossier blijkende feiten en omstandigheden.
[slachtoffer 1] heeft bij de politie, kort gezegd, het volgende verklaard.
Zij kwam via Instagram in contact met een meisje, genaamd [slachtoffer 3] , die haar vroeg of zij geld wilde verdienen.Dit meisje maakte gebruik van het account [instagramaccount 1] .
[slachtoffer 1] zou een account van ‘de baas’ krijgen en moest hem haar nummer geven, hetgeen zij heeft gedaan.
De baas zei vervolgens wat zij moest doen.Zij moest naaktfoto’s en filmpjes van zichzelf maken waarop zij seksuele handelingen met zichzelf verrichtte en zij moest deze naar de baas sturen.
De baas gaf aan wat zij op de filmpjes moest doen. Zij moest haar lichaam laten zien en aan zichzelf zitten. Ook moest zij met haar borsten spelen. Toen zij het niet helemaal begreep heeft de baas een filmpje van [slachtoffer 3] gestuurd waarin te zien was hoe het eruit moest zien.Ze moest kreungeluiden maken en zichzelf vingeren.
Ook moest zij afspraken met jongens en mannen maken.Verder moest zij in haar bio van Instagram de tekst: “
foto is 5 euro, filmpje is 15 euro en voor 300 euro ben ik van jou” zetten.Ook moest zij haar leeftijd (12 jaar) vermelden in haar bio.
[slachtoffer 1] stuurde foto’s en filmpjes via Instagram aan klanten. Zij moest van de baas telkens een screenshot van haar beeldscherm maken als zij door een klant werd benaderd. De baas gaf aan of zij het filmpje mocht maken. De baas stuurde dan een tikkie die zij kon doorsturen naar de klant. Als de baas aangaf dat de tikkie was betaald dan kon zij de foto doorsturen.Zij heeft ongeveer 10 tikkies verstuurd.
De baas zou 70 procent krijgen. De rest was voor [slachtoffer 1] .
Er waren meerdere klanten die wilden afspreken. Zij heeft een afspraak gemaakt met een jongen voor seks. Die jongen zou hier € 300,-- voor betalen.
Ze heeft nooit geld van de baas gekregen.De baas zou het geld een keer contant brengen maar dit is nooit gebeurd.
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij ‘de baas’ was, dat hij zich als [slachtoffer 3] had voorgedaan en dat hij van het account [instagramaccount 1] gebruik heeft gemaakt. Ook heeft hij aan [slachtoffer 1] gevraagd om een prijslijst op haar bio van Instagram te zettenen heeft hij via het account van [slachtoffer 1] een prijzenlijst en tikkies naar potentiële klanten verstuurd.
Verdachte heeft ter zitting van 14 januari 2020, kort gezegd, verklaard dat het goed zou kunnen dat hij het account [instagramaccount 1] heeft gebruikt om met [slachtoffer 1] in contact te komen en dat het ook goed zou kunnen dat hij zich daarbij als een meisje onder de naam [slachtoffer 3] heeft voorgedaan.
Hij was de baas en het kan kloppen dat hij aan [slachtoffer 1] heeft gevraagd of zij geld wilde verdienen.
Ook heeft hij [slachtoffer 1] gevraagd of zij naaktfoto's van zichzelf wilde maken. Hij heeft een account voor haar aangemaakt en heeft tegen haar gezegd dat zij mannen moest lokken om daarmee af te kunnen spreken. [slachtoffer 1] heeft hem naaktfilmpjes en foto’s gestuurd.
Hij heeft aanwijzingen aan [slachtoffer 1] gegeven om naaktfilmpjes en foto's van zichzelf te maken terwijl zij seksuele handelingen met zichzelf verrichtte.
Ook heeft hij aanwijzingen gegeven welke poses zij moest aannemen. Het zou kunnen dat hij een pornografisch "instructie-filmpje" van [slachtoffer 3] heeft gestuurd. Hij heeft aan [slachtoffer 1] de optie geboden om zichzelf via Instagram voor de prostitutie aan te bieden. Het is goed mogelijk dat zij dit als opdracht heeft ervaren, aldus verdachte.
Verdachte heeft gezegd welke prijslijst [slachtoffer 1] op haar Instagram account kon plaatsen.
Aangezien hij zelf toegang tot haar Instagram account had heeft hij de prijslijst "
foto is 5 euro, filmpje is 15 euro en voor 300 euro ben ik van jou en trio met vriendin van me (13 j) is 500 euro" uiteindelijk zelf op haar Instagram account gezet.
De onderhandelingen met potentiële klanten van [slachtoffer 1] liepen via verdachte. Zowel [slachtoffer 1] als verdachte hebben de contacten geregeld. Zij hadden het gezamenlijk beheer over het account en werkten samen.
Als [slachtoffer 1] door potentiële klanten werd benaderd dan moest zij daarvan een screenshot voor verdachte maken. Verdachte stuurde dan een tikkie die [slachtoffer 1] naar de klant kon doorsturen. Als de klant betaalde dan kwam dat op de rekening van verdachte.
Verdachte heeft tegen [slachtoffer 1] gezegd dat de richtlijn was dat hij 70% van de verdiensten kreeg en dat 30% voor haar was.
Verdachte ontkent dat hij ook gedreigd geeft om naaktfoto’s en filmpjes van [slachtoffer 1] te verspreiden als zij wilde stoppen. Hij heeft juist gezegd dat het prima was als [slachtoffer 1] zou willen stoppen.
Verdachte heeft in totaal ruim € 3.000,-- verdiend in de vorm van kleinere bedragen, afkomstig van 41 verschillende klanten. Dat betrof deels gestort geld na een tikkie, maar deels betrof het contante betalingen. Het is ook voorgekomen dat richting de klant een afspraak werd voorgewend, waarna verdachte naar de plaats van de afspraak kwam en deze klant verzocht geld te betalen, onder het dreigement dat de klant anders zou worden aangegeven bij de politie omdat deze seksafspraken had gemaakt met een minderjarige meisje, aldus verdachte.
De verklaring van [slachtoffer 1] wordt verder ondersteund door WhatsApp-gesprekken tussen haar en verdachte in de periode van 5 januari 2019 tot en met 7 januari 2019.
Verdachte heeft ter terechtzitting bekend dat hij de in het dossier aangetroffen WhatsApp- en sms gesprekken met [slachtoffer 1] heeft gevoerd.
Uit deze WhatsApp-gesprekken blijkt verder onder meer dat verdachte [slachtoffer 1] heeft opgedragen erotische/pornografische foto's van zichzelf te koop aan te bieden via Instagramen dat hij het bedrag bepaalde dat [slachtoffer 1] zou krijgen voor de door haar te verrichten seksuele handelingen en dat hij ook de prijzen heeft bepaald die de klanten moesten betalen voor de foto's en filmpjes.
Op 5 januari 2019 om 15:04:12 heeft [slachtoffer 1] een screenshot van Instagram aan verdachte verstuurd waarop staat: “
Poppyyy, Promoot me en ik reageer sneller op dm, 12y, Foto € 5, Filmpje € 15, Trio met vriendin van me € 500 (13y), Voor € 300 ben ik helemaal voor jou”.Onder dit bericht staat geschreven:
“Ik moest dit in min bio zetten van [slachtoffer 3] .
De conclusie is op grond van de door verdachte bij de politie en ter terechtzitting afgelegde verklaring dat verdachte de genoemde [slachtoffer 3] is geweest.
Uit onderzoek naar de inhoud van WhatsApp verkeer in de telefoon van [slachtoffer 1] is verder gebleken dat zij op 5 januari 2019 om 20:34:20 uur een filmpje heeft verstuurd waarop zij in hockeykleding is te zien en zichzelf langzaam vingert.Dit filmpje is ook op de Iphone7 van verdachte aangetroffen.
Uit de inhoud van chatgesprekken blijkt dat [slachtoffer 1] verdachte op 7 januari 2019 heeft geblokkeerd op sociale media en dat verdachte vervolgens op 7 januari 2019 om 20:45:35 aan [slachtoffer 1] heeft geschreven: “
Isgoed blok maar prima” waarop [slachtoffer 1] op 7 januari 2019 om 21:07:29 aan verdachte schreef: “
kan je pls die filmpjes verwijderen??” waarop verdachte op 7 januari 2019 om 21:07:42 reageerde met: “
Soek het uit”.
Vervolgens heeft verdachte op 11 januari 2019 om 10:49:41 een sms-bericht naar [slachtoffer 1] gestuurd met als inhoud: “
Weetje wat ik stuur wel alles door je hebt aantal afspraken geskipt en koste mij dus geld”. Op 16 januari 2019 om 19:42:45 uur heeft verdachte een sms-bericht naar [slachtoffer 1] gestuurd met als inhoud: “
Vooral die ene in hockey tenue is heel herkenbaar x”.
Gelet hierop is naar het oordeel van de rechtbank , in tegenstelling tot wat verdachte heeft verklaard, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [slachtoffer 1] heeft gedreigd bedoelde foto’s en filmpjes van haar te verspreiden als zij zou stoppen.
Op grond van het vorenstaande stelt de rechtbank vast dat alle feitelijkheden zoals opgesomd in de tenlastelegging onder 1 hebben plaatsgevonden.
Vervolgens dient te worden beoordeeld hoe dit handelen van verdachte moet worden gekwalificeerd.
Artikel 273f Sr, waarop de tenlastelegging is toegesneden, luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
"1. Als schuldig aan mensenhandel wordt (…) gestraft:
(...)
2º. degene die een ander werft, vervoert, overbrengt, huisvest of opneemt, met het oogmerk van uitbuiting van die ander (…), terwijl die ander de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;
(...)
5º. degene die een ander ertoe brengt zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling (…) dan wel ten aanzien van een ander enige handeling onderneemt waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar stelt tot het verrichten van die handelingen (…), terwijl die ander de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;
(…)
8º. degene die opzettelijk voordeel trekt uit seksuele handelingen van een ander met of voor een derde tegen betaling (…) terwijl die ander de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt.”
Aan de verdachte is onder 1 ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan mensenhandel als bedoeld in artikel 273f lid 1 respectievelijk sub 2, sub 5 en sub 8 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank duidt de verschillende cumulatief tenlastegelegde onderdelen hieronder respectievelijk aan als het ten 1e, ten 2e en ten 3e tenlastegelegde.
Ten aanzien van het ten 1e ten laste gelegde (artikel 273f lid 1 aanhef en sub 2 Sr):
Dit onderdeel ziet op de uitbuiting van minderjarigen, een specialis van mensenhandel zoals strafbaar gesteld in lid 1 onder 1º Sr. Er hoeft met betrekking tot dit sublid geen sprake te zijn van de in lid 1onder 1º Sr genoemde dwangmiddelen. De rechtbank ziet zich met betrekking tot artikel 273f lid1, aanhef en sub 2 ten laste gelegde gesteld voor de volgende vragen:
1. Heeft verdachte de in de tenlastelegging genoemde persoon geworven? (de zogenaamde handeling);
2. Heeft verdachte gehandeld met het oogmerk van uitbuiting?
3. Heeft de in de tenlastelegging genoemde persoon de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt?
Ten aanzien van de onder 1 genoemde vraag overweegt de rechtbank als volgt.
Werven:
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de bewijsmiddelen zoals hiervoor weergegeven dat verdachte [slachtoffer 1] heeft geworven. Uit de bewijsmiddelen blijkt namelijk dat verdachte zich heeft voorgedaan als [slachtoffer 3] en in die hoedanigheid aan [slachtoffer 1] heeft gevraagd of zij geld wilde verdienen met het maken van naaktfilmpjes en foto’s van zich zelf. Ook heeft hij gezegd welke handelingen en poses zij daarbij moest aannemen. Daarnaast moest [slachtoffer 1] van verdachte seksafspraken met jongens en mannen maken.
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte lief deed en allemaal leuke dingen zei en dat zij daar blij van werd.Uit WhatsAppberichten valt af te leiden dat verdachte [slachtoffer 1] veel complimentjes gaf en haar regelmatig hartjes en kusjes (xx) stuurde.
Op 5 januari 2019 om 09:15 uur heeft verdachte haar geschreven: “
je luistert al goed” en “
Hb echt wat aan jou x”.
Oogmerk van uitbuiting:
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde dient vervolgens te worden vastgesteld dat verdachte heeft gehandeld met het oogmerk van uitbuiting. Hiervoor is vereist dat “het handelen van verdachte, naar hij moet hebben beseft, als noodzakelijk en dus door hem
gewild gevolgmeebracht dat de ander door hem werd of zou kunnen worden uitgebuit.”
De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend. Immers, uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte [slachtoffer 1] op manipulatieve wijze ertoe heeft aangezet om naaktfoto’s en video’s naar klanten te sturen en seksafspraken met klanten te maken zodat hij deze klanten kon chanteren. Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij [slachtoffer 1] heeft benaderd om samen geld te verdienen en dat hij dacht dat het makkelijk geld verdienen was: “mensen willen seks voor geld en dan pakken wij het af”.
Dit deed hij om er zelf beter van te worden. Verdachte ontving al het geld. Naar het oordeel van de rechtbank is bij tewerkstelling van een minderjarige in de seksindustrie per definitie sprake van uitbuiting omdat de lichamelijke en geestelijke integriteit en persoonlijke vrijheid van het slachtoffer in dergelijke gevallen altijd in het geding is. Uit de bewezenverklaarde gedragingen is voorts voldoende gebleken dat verdachte ook het oogmerk heeft gehad om aangeefster uit te buiten.
Voor zover de raadsvrouw zich op het standpunt heeft gesteld dat [slachtoffer 1] heeft ingestemd met de uitbuiting, overweegt de rechtbank dat instemming met de situatie door het slachtoffer niet relevant is bij het in artikel 273f, lid 1 onder 2º strafbaar gestelde, juist omdat in dit artikel de bescherming van het minderjarige slachtoffer centraal staat.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank ook wettig en overtuigend bewezen dat sprake is van het oogmerk van uitbuiting.
Leeftijd:
Nu voorts is gebleken dat [slachtoffer 1] in de ten laste periode de 18-jarige leeftijd nog niet had bereikt, komt de rechtbank tot bewezenverklaring van het ten 1e ten laste gelegde.
Ten aanzien van het ten 2e ten laste gelegde (artikel 273f lid 1 aanhef en sub 5 Sr):
Ook in lid 1 onder 5º van artikel 273f Sr ontbreekt de eis dat sprake moet zijn van dwangmiddelen, omdat dit onderdeel ziet op de bescherming van minderjarigen.
De rechtbank ziet zich hier gesteld voor de vraag of verdachte [slachtoffer 1] ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, terwijl zij de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt.
Uit de bewijsmiddelen is gebleken dat verdachte aanwijzingen heeft gegeven ten aanzien van wat [slachtoffer 1] op de foto’s en filmpjes moest doen die zij in opdracht van verdachte van zichzelf maakte. Bovendien moest zij een prijslijst van de foto’s, filmpjes en seksafspraken op haar Instagram zetten en moest zij seksafspraken met mannen maken.
Ook verzorgde verdachte de betalingen door tikkies naar [slachtoffer 1] te versturen die zij kon doorsturen. Ook stuurde verdachte via het Instagram account van [slachtoffer 1] zelf tikkies aan klanten.
Door voormelde handelingen heeft verdachte [slachtoffer 1] bewogen om zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met derden tegen betaling.
[slachtoffer 1] had op dat moment de 18-jarige leeftijd nog niet bereikt. Daarmee is de hierboven gestelde vraag in bevestigende zin beantwoord.
Aldus komt de rechtbank tot bewezenverklaring van het ten 2e tenlastegelegde
Ten aanzien van het ten 3e ten laste gelegde (artikel 273f lid 1 aanhef en sub 8 Sr):
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte daadwerkelijk enig voordeel heeft getrokken uit de seksuele handelingen van [slachtoffer 1] . Zoals hiervoor is overwogen verzorgde verdachte de betalingen door tikkies naar [slachtoffer 1] te versturen. Uit de WhatsApp-gesprekken tussen [slachtoffer 1] en verdachte in de periode van 5 januari 2019 en 7 januari 2019 blijkt dat verdachte in totaal acht tikkies naar [slachtoffer 1] heeft verstuurd.Ook heeft verdachte zelf tikkies aan klanten verstuurd.Verdachte heeft op de zitting van 14 januari 2020 verklaard dat als een klant de tikkie betaalde het geld op de rekening van verdachte terecht kwam.
In totaal heeft verdachte in de periode van 26 november 2018 tot en met 13 februari 2019 141 bijschrijvingen op zijn rekening gehad afkomstig via tikkie. Het ging om een totaal bedrag van € 3246,--.
Aldus komt de rechtbank tot integrale bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde feit.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde ( [slachtoffer 2] )
Als tweede feit is verdachte ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de in sub 2, en sub 5 van artikel 273f lid 1 Sr strafbaar gestelde vormen van mensenhandel ten opzichte van [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2003 ( [slachtoffer 2] ),
[slachtoffer 2] heeft bij de politie, kort gezegd, verklaard dat zij in december 2018 via Instagram door een jongen genaamd [verdachte] uit Zwolle werd benaderd met de vraag of zij snel geld wilde verdienen door hoertje te spelen en mannen te neuken. Dat bleef hij zeggen.
Ook vroeg [verdachte] om haar wachtwoord van Instagram zodat hij haar bio zou kunnen veranderen en op die manier klanten binnen zou kunnen krijgen. Omdat hij boos werd heeft [slachtoffer 2] haar wachtwoord uiteindelijk aan hem gegeven.Vervolgens heeft zij haar wachtwoord snel veranderd. Daarom heeft verdachte niets op Instagram kunnen zetten.
Vervolgens bleef [verdachte] zeuren dat [slachtoffer 2] naaktfoto’s van zichzelf naar hem moest sturen. Hij vroeg om een foto van haar borsten en van haar vagina.
Omdat zij bang was dat hij boos zou reagerenheeft [slachtoffer 2] een foto van haar borsten en een foto van haar vagina gemaakt en deze foto’s via Instagram naar [verdachte] gestuurd.
[verdachte] heeft een van deze naaktfoto’s op snapchat gezet. Daaronder heeft hij haar Instagramaccount vermeld met de tekst: “pijpen beffen en neuken" met een bepaald bedrag.Dit heeft zij van een klant genaamd [klant] gehoord die met haar wilde afspreken om te neuken voor geld.
Ook vier of vijf andere klanten hebben haar benaderd.
Via WhatsApp vroeg [verdachte] of er nog klanten waren binnen gekomen.
[verdachte] had gezegd dat als [slachtoffer 2] geen zin meer had hij de beide foto’s naar al haar vrienden zou sturen.
[verdachte] heeft zich op het Instagram account van [slachtoffer 2] drie keer als haar voorgedaan en onder haar naam met klanten onderhandeld over wanneer zij konden afspreken voor seks.
Uiteindelijk heeft [slachtoffer 2] hem op WhatsApp en Instagram geblokkeerd.
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij een foto van [slachtoffer 2] heeft ontvangen.
Hij denkt dat als je een foto stuurt je dan ook voor hoertje wil spelen.Ze wilden allebei geld verdienen.
Hij wilde met [slachtoffer 2] hetzelfde doen als met [slachtoffer 1] , te weten via haar Instagramaccount met klanten seksafspraken proberen te maken, deze klanten vervolgens via een tikkie of contant laten betalen en dan het geld krijgen.
Verdachte heeft het wachtwoord van het Instagram account van [slachtoffer 2] ontvangen. Toen hij op haar Instagram account was heeft [slachtoffer 2] het wachtwoord echter weer veranderd. Hierdoor kon hij niet op haar Instagramaccount om mensen binnen te halen en dat irriteerde hem. Hij kan daarom boos zijn overgekomen. Geld is zijn inspiratie.
Het kan het wel kloppen dat hij zich op het Instagram account van [slachtoffer 2] heeft voorgedaan als [slachtoffer 2] en dat hij onder die naam met klanten heeft onderhandeld over wanneer zij met [slachtoffer 2] konden afspreken.[slachtoffer 2] wist dat hij op haar account zat.Er heeft geen seks plaatsgevonden.
Verdachte heeft ter zitting van 14 januari 2020, kort gezegd, verklaard dat het kan kloppen dat hij in december 2018 aan [slachtoffer 2] heeft voorgelegd of zij hoertje wilde zijn. Hij is [verdachte] . Het kan kloppen dat zij foto’s van haar borsten en vagina heeft gestuurd en dat er een prijslijst is gemaakt. Verdachte heeft één of twee foto’s van [slachtoffer 2] ontvangen. Hij ging er daarom vanuit dat [slachtoffer 2] er mee instemde om hoertje te zijn.
Verdachte heeft het wachtwoord van haar persoonlijke Instagramaccount gevraagd maar kreeg dit niet. Ook wilde [slachtoffer 2] geen foto’s meer nemen voor mensen die wilden betalen. Toen was verdachte er klaar mee en wilde hij geen zaken meer met haar doen.
[slachtoffer 2] heeft hierna waarschijnlijk op eigen initiatief afspraken met [klant] gemaakt. Verdachte had toen al afstand van [slachtoffer 2] genomen.
Later kreeg hij het wachtwoord van een ander Instagram account van [slachtoffer 2] . Hij is ingelogd op dat account maar [slachtoffer 2] had het wachtwoord veranderd waardoor hij er niet meer op kon.
De verklaring van [slachtoffer 2] wordt ondersteund door DM (direct message) chatberichten die op (de screenshots van) het Instagramaccount van [slachtoffer 2] zijn aangetroffen.Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte deze berichten aan [slachtoffer 2] heeft verstuurd waarbij hij zich als [verdachte] heeft voorgedaan. Dit blijkt uit het proces-verbaal van onderzoek aan Instagram screenshots van [slachtoffer 2] .Verdachte heeft bij de politie ook verklaard dat de hem getoonde screenshots hem wel wat zeggen.
Verdacht heeft onder meer de volgende berichten verstuurd: “
Ik seg hoe t moet jij voert t uit”, “maak via app die fotos”, “Maak meer van zulke”,“Hb een snapchat vol met klanten, jij logt daarop in en gaat afspreken”, “ik wil vndg al aan de slag met je account en klanten der op”,“Je krijgt ook gwn bonussen, 25 is standaard, hoe meer klanten hoe meer je krijgt”,“ik ben je baas”,“Je bnt mn hoertje”, “had dames van 12 aan t werk, die veel geld pakte”,“ik heb t wachtwoord nodig zodat we er bijde op kunnen”, “Dan kan ik helpen met klanten binnenhalen”,“vanaf nu bn je vn mij en luister je naar mij x”, “Pijpen 100, Neuken 150, Anaal extra 100, Dat is 350 per klant”“Maak een aparte insta aan en noem hem [instagramaccount 2] ofzo”, maak nu is foto ofso zie ik hoe body beetje in elkaar zit”, “stuur die foto’s van je borsten ook”, “geef meestal me dames 25%”, “maar je wordt mijn hoertje dus, afspreken met klanten, dagelijks geneukt worden”, “je bent mijn hoertje, wil je geld met je maken”, “geef je ww en spreek af met klanten”, “ik stuur haar ( [naam 1] ) die foto van jou wel, omdat je ww hebt veranderd”, “als ik terug ben wil ik fotos in me dm zienx”, “wil dat je geld voor me maakt”, “ik moet je account hebben voor supervisie hoe weet ik anders dat je geld achterhoud”, “ik regel klanten, bij t parkje heb je plek waar niemand komt dan, dan doe je dat, hi wou alleen neuken, dat is € 200”, “begin nu fotos te maken, naakt voor de spiegel”, er gaan meeer klanten joun kant op komen”, “ww geven, want anders tuur ik die met hoofd ook in gg”,, “en stuurt dat filmpje via app als je m hebt gemaakt via insta, ik seg hoe te moet jij voert t uit”, “dus ga nu filmpje maken, anders stuur ik junu met gezicht in die gg”, “had je al gefikst met die klant”, “anders zet ik gwn die fotos op joun insta”
Op de inbeslaggenomen telefoon van verdachte, een Ipone7 zijn 4 kinderpornografische afbeeldingen van [slachtoffer 2] aangetroffen. Op deze foto’s is haar gezicht en bovenlichaam met blote borsten te zien.
Op grond van vorenstaande bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat alle feitelijkheden zoals opgesomd in de tenlastelegging onder 2 hebben plaatsgevonden.
Vervolgens dient te worden beoordeeld hoe dit handelen van verdachte moet worden gekwalificeerd.
Aan de verdachte is primair ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan mensenhandel als bedoeld in artikel 273f lid 1 sub 2 respectievelijk sub 5 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en subsidiair een poging daartoe.
De rechtbank duidt de verschillende tenlastegelegde onderdelen hieronder respectievelijk aan als het onder 2(primair dan wel subsidiair) ten 1e en ten 2e tenlastegelegde.
Ten aanzien van het onder 2 (primair) ten 1e ten laste gelegde:
De rechtbank ziet zich met betrekking tot het in artikel 273f lid 1 aanhef en sub 2 tenlastegelegde voor de volgende vragen gesteld:
1. Heeft verdachte de in de tenlastelegging genoemde persoon geworven? (de zogenaamde handeling)?
2. Heeft verdachte gehandeld met het oogmerk van uitbuiting?
3. Heeft de in de ten laste gelegde persoon de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt?
Ten aanzien van de onder 1 genoemde vraag overweegt de rechtbank als volgt.
Werven:
Uit de bewijsmiddelen zoals hiervoor weergegeven blijkt dat verdachte [slachtoffer 2] heeft geworven. Verdachte heeft zich op Instagram voorgedaan als [verdachte] en aan [slachtoffer 2] gevraagd of zij in de prostitutie wilde werken. Toen [slachtoffer 2] dit weigerde bleef hij aandringen. Hij zei dat hij dames van 12 aan het werk had die veel geld verdienden, dat hij zijn dames meestal 25% geeft en dat [slachtoffer 2] ook bonussen zou krijgen.
[slachtoffer 2] is voor de door verdachte op haar uitgeoefende druk bezweken en heeft twee naaktfoto’s naar verdachte gestuurd en ook het wachtwoord van het Instagram account gegeven.
Oogmerk van uitbuiting:
Verdachte heeft ook gehandeld met het oogmerk van uitbuiting. Immers, hij heeft de naaktfoto’s gebruikt om [slachtoffer 2] op snapchat en via Instagram aan te bieden voor betaalde seks. Hij wilde daarmee geld verdienen. Hij bepaalde de prijzen en hij zou 75 procent van de inkomsten krijgen.
Zoals hiervoor overwogen, is bij tewerkstelling van een minderjarige in de seksindustrie per definitie sprake van uitbuiting omdat de lichamelijke en geestelijke integriteit en persoonlijke vrijheid van het slachtoffer in dergelijke gevallen altijd in het geding is.
Het oogmerk van uitbuiting van verdachte kan genoegzaam worden afgeleid uit de bewezenverklaarde gedragingen van verdachte.
Leeftijd:
Nu voorts is gebleken dat [slachtoffer 2] in de ten laste periode de 18-jarige leeftijd nog niet had bereikt komt de rechtbank tot bewezenverklaring van het onder 2 ten 1e ten laste gelegde.
Ten aanzien van het ten 2e ten laste gelegde (artikel 273f lid 1 aanhef en sub 5 Sr):
De rechtbank ziet zich met betrekking tot artikel 273f lid1, aanhef en sub 5 ten laste gelegde gesteld voor de vraag of verdachte [slachtoffer 2] ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, terwijl zij de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt.
Zoals hiervoor is overwogen heeft verdachte de naaktfoto’s van [slachtoffer 2] gebruikt om haar op snapchat en via Instagram aan te bieden voor betaalde seks. Op snapchat verwees hij naar haar Instagramaccount en zette daarbij de tekst: “pijpen, beffen en neuken”. Op het Instagram account van [slachtoffer 2] onderhandelde hij met potentiële prostitutieklanten waarbij hij zich voordeed als [slachtoffer 2] . Vijf of zes klanten hebben haar ook daadwerkelijk benaderd. Door voormelde handelingen heeft verdachte [slachtoffer 2] bewogen om zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen. Dat er niet daadwerkelijk seksuele handelingen zijn verricht doet hier niet aan af nu dit voor een bewezenverklaring niet is vereist.
[slachtoffer 2] had op dat moment de 18-jarige leeftijd nog niet bereikt. Daarmee is de hierboven gestelde vraag in positieve zin beantwoord.
Aldus komt de rechtbank tot bewezenverklaring van het onder 2 primair ten laste gelegde
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde feit:
Aan verdachte is onder 3 primair ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] terwijl zij beneden de leeftijd van zestien jaar waren, welke handelingen (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen.
Dit is cumulatief/alternatief ten laste gelegd als feitelijke aanranding van de eerbaarheid door hen te dwingen ontuchtige handelingen te plegen
Bij de beoordeling van het ten laste gelegde gaat de rechtbank uit van de volgende uit het dossier blijkende feiten en omstandigheden.
Ten aanzien van [slachtoffer 1] :
Na onderzoek zijn op de onder verdachte in beslag genomen gegevensdragers 300 kinderpornografische afbeeldingen van [slachtoffer 1] aangetroffen. Dit betreffen foto’s en video’swaaronder een op zijn Iphone 7 aangetroffen video waarop de toentertijd 12 jarige [slachtoffer 1] zich in hockeykleding over haar eigen schaamstreek wrijft en zich vingert.
[slachtoffer 1] heeft bij de politie verklaard dat zij naaktfoto’s en filmpjes van zichzelf moest maken en daarop seksuele handelingen met zichzelf moest verrichten. Deze naaktfoto’s en filmpjes moest zij naar verdachte sturen.
Verdachte gaf daarbij aan wat zij op deze filmpjes moest doen. Zij moest haar lichaam laten zien en aan zichzelf zitten. Ook moest zij met haar borsten spelen. Toen zij het niet helemaal begreep heeft de baas een filmpje van [slachtoffer 3] gestuurd waarin te zien was hoe het eruit moest zien.Ze moest kreungeluiden maken en zichzelf vingeren.
Uit onderzoek naar het WhatsApp verkeer tussen verdachte en [slachtoffer 1] is gebleken dat [slachtoffer 1] naar aanleiding van de opdrachten die verdachte gaf telkens seksueel getinte zoekvragen op Safari stelde, zoals: ‘hoe moet je vingeren’ en ‘hoe lik je tieten’.
Verder is uit onderzoek van de chatgesprekken gebleken dat verdachte heeft gedreigd foto’s en filmpjes van [slachtoffer 1] te verspreiden als zij zou stoppen.
Verdachte heeft ter terechtzittingverklaard dat hij aanwijzingen aan [slachtoffer 1] heeft gegeven om naaktfilmpjes en foto's van zichzelf te maken terwijl zij daarbij seksuele handelingen met zichzelf verrichtte.
Ook heeft hij aanwijzingen gegeven welke poses zij moest aannemen. Het zou kunnen dat hij ook een pornografisch "instructie-filmpje" van [slachtoffer 3] heeft gestuurd.
Ten aanzien van [slachtoffer 3] :
De toentertijd 12-jarige [slachtoffer 3] heeft bij de politie, kort gezegd, verklaard dat zij eind 2018 op Instagram werd benaderd door een jongen.Hij vroeg haar om naaktfoto’s en filmpjes te sturen.
Zij heeft hem naaktfoto’s en naaktfilmpjes via Instagram gestuurd omdat deze jongen meerdere keren had gedreigd haar familie iets aan te doen en dat hij wist waar zij woonde.Zij was daarom heel bang. De jongen verzon wat zij op de filmpjes moest doen.
Zo stuurde hij een beschrijving van de filmpjes die [slachtoffer 3] moest maken. Als zij dit niet deed dan volgde er een bedreiging over haar familie.
Na onderzoek zijn op de onder verdachte in beslag genomen gegevensdragers meer dan 1000 kinderpornografische afbeeldingen van [slachtoffer 3] aangetroffen.
Op de Iphone 7 van verdachte is een foto aangetroffen waarbij het spreiden van de schaamlippen door [slachtoffer 3] is te zien.Op de Iphone 5 van verdachte is een foto aangetroffen waarbij het uit elkaar trekken van de billen door [slachtoffer 3] is te zien waardoor haar vagina en anus openstaan.
Verder is in de iCloud van verdachte een video aangetroffen waarbij [slachtoffer 3] zichzelf vingert.
Verdachte heeft ter zitting van 14 januari 2020 verklaard dat het kan kloppen dat [slachtoffer 3] naaktfoto’s en filmpjes voor hem moest maken en dat zij deze naar hem heeft gestuurd. Ook kan het kloppen dat er een groot aantal filmpjes en foto’s van [slachtoffer 3] op zijn gegevensdragers is aangetroffen.
[slachtoffer 4]
De toentertijd 15-jarige [slachtoffer 4] heeft bij de politie, kort gezegd, verklaard dat zij via social media in contact is gekomen met iemand die zij ‘ [alias 1] ’ noemde. Deze [alias 1] vroeg haar om naaktfoto’s van zichzelf te sturen. Dit heeft zij gedaan en toen wilde hij meer. Nadat zij dit weigerde begon hij te dreigen dat hij de naaktfoto naar haar familie en vrienden door zou sturen.
Hij had in dit kader een account van een vriendin van haar laten zien aan wie hij de foto zou doorsturen.
Toen heeft zij toch opnieuw foto’s gestuurd. [alias 1] vroeg ook om een naaktvideo te sturen en dat heeft zij ook gedaan.[alias 1] vertelde wat zij in deze video moest doen. Zo moest zij met haar borsten spelen en haar vagina vingeren.Zij wilde dit niet maar deed het toch omdat zij wilde voorkomen dat hij de foto’s naar vrienden zou doorsturen.
Vervolgens kreeg zij van een stuk of 20 onbekende mensen berichten die haar vroegen of zij geil was en zin in seks had.[slachtoffer 4] is bang voor [alias 1] .
[slachtoffer 4] is licht verstandelijk beperkt.
Na onderzoek zijn op de onder verdachte in beslag genomen gegevensdragers 58 kinderpornografische afbeeldingen van [slachtoffer 4] aangetroffen. Dit betreffen 38 foto’s en 20 video’s waaronder een op de Iphone 7 van verdachte aangetroffen video waarop [slachtoffer 4] met de hand en de vingers over haar schaamlippen wrijft.
Uit onderzoek naar de inhoud van het op de Iphone 5 van verdachte aangetroffen WhatsApp verkeer blijkt dat verdachte op 16 januari 2019 aan [slachtoffer 4] heeft geschreven: “
Maak een nieuw insta account voor me aan”.
Waarop [slachtoffer 4] heeft geschreven: “
Ja ben je nog steeds met dat bezig, waarom moet ik nieuw insta account maken”.
Waarop verdachte heeft gereageerd met: “
Omdat ik het zeg. Niet zo’n grote mond. Kan je maken of niet?”.
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij in januari 2019 contact met [slachtoffer 4] heeft gezocht om geld te verdienen met het versturen van foto’s en filmpjes en het maken van seksafspraken.
De op zijn telefoon aangetroffen naaktfoto’s en filmpjes heeft [slachtoffer 4] naar hem verstuurd.
Toen hij de foto’s zag dacht hij dat zij gehandicapt was en wilde hij het niet meer.
Verdachte heeft ter zitting van 14 januari 2020verklaard dat het goed zou kunnen dat hij [alias 1] was en dat [slachtoffer 4] foto’s van haar borsten en billen naar hem heeft gestuurd. Toen hij naar haar foto keek zag hij dat zij verstandelijk beperkt leek en toen dacht hij: laat maar, en is hij niet verder met haar gegaan.
Beoordeling:
De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] bij zichzelf binnendringende handelingen hebben verricht terwijl er geen lichamelijke aanraking tussen de verdachte en deze meisjes is geweest.
De vraag is of een dergelijke situatie valt onder het seksueel binnendringen van het lichaam zoals bedoeld in de artikel 245 Sr (binnendringen van het lichaam van iemand tussen 12 en 16 jaar).
Uit het zogeheten Pollepel-arrest (ECLI: HR:2004:AQ0950) komt naar voren dat seksuele handelingen die zijn gepleegd door een ander dan degene die de dwang heeft uitgeoefend, geen verkrachting in de zin van artikel 242 Sr oplevert. Het ‘plegen’ is door de Hoge Raad zeer beperkt uitgelegd.
In het WODC onderzoek Herziening van de zedendelicten? Een analyse van Titel XIV, Tweede Boek, Wetboek van Strafrecht met het oog op samenhang, complexiteit en normstelling van mr. dr. K. Lindenberg en mr. dr. drs. A.A. van Dijk uit 2015 wordt beredeneerd dat “
hetgeen de Hoge Raad in het Pollepel‐arrest aanvoert over de wetsgeschiedenis met betrekking tot artikel 242 Sr, evenzeer, gezien die wetsgeschiedenis, lijkt te moeten gelden voor de artikelen 243, 244 en 245 Sr. Ook die bepalingen waren vóór 1991 beperkt tot de ‘vleselijke gemeenschap’ en ook bij die bepalingen is niet gebleken van een wens tot het creëren van een ruimere strekking dan door de Hoge Raad beschreven. Tegen deze achtergrond kan het arrest dus van betekenis worden geacht voor alle delicten die op enigerlei wijze een seksueel binnendringen strafbaar stellen. In deze richting wijst ook de recente jurisprudentie van de Hoge Raad over de aard van het binnendringen (de nieuwe Tongzoen‐arresten), waarin geen onderscheid wordt gemaakt tussen artikel 242 Sr enerzijds en de andere delicten met het bestanddeel ‘seksueel binnendringen’ anderzijds.”
De rechtbank volgt die redenering. Daarbij is ook relevant dat artikel 245 Sr tekstueel gezien onvoldoende ruimte lijkt te bieden om tot een zodanig extensieve uitleg te komen dat het bij zichzelf seksueel binnendringen door het kind jonger dan 12 of 16 daaronder valt.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de betekenis die de Hoge Raad in het Pollepel‐arrest aan het ‘plegen’ heeft gegeven, van toepassing is op alle gevallen waarin de verdachte het binnendringen niet zelf ‘pleegt’, waardoor in deze zaak artikel 245 Sr toepassing mist. Daarom dient de verdachte te worden vrijgesproken van het hem onder 3 primair ten laste gelegde.
Ten aanzien van het onder 3 cumulatief/alternatief ten laste gelegde overweegt de rechtbank vervolgens als volgt.
Artikel 246 van het wetboek van Strafrecht (Sr) behelst strafbaarstelling van het door (bedreiging met) geweld of een andere feitelijkheid dwingen van een ander tot het ondergaan van ontuchtige handelingen.
De vraag is eerst of van het dwingen tot het plegen van ontuchtige handelingen als bedoeld in artikel 246 Sr ook sprake kan zijn ingeval geen lichamelijke aanraking tussen verdachte en de jeugdigen heeft plaatsgevonden.
Of de gedragingen van verdachte - al dan niet in hun onderlinge samenhang bezien - het dwingen tot het plegen van ontuchtige handelingen opleveren, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daarbij komt in het bijzonder betekenis toe aan het antwoord op de vraag of en zo ja, in hoeverre tussen verdachte en de meisjes enige voor het plegen of dulden van ontucht relevante interactie heeft plaatsgevonden.
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] eerst heeft gevraagd, dan wel bij hen heeft aangedrongen om naaktfoto’s en/of naaktfilmpjes van zichzelf te maken en te sturen naar hem. Vervolgens heeft hij tegenover hen herhaaldelijk gedreigd die naaktfoto’s en/of naaktfilmpjes op internet te zetten, dan wel aan derden te sturen, als zij niet meer van dergelijke foto’s zouden maken en naar verdachte zouden sturen.
Uit de bewijsmiddelen is verder gebleken dat hij [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] heeft gevraagd seksuele handelingen bij zichzelf te verrichten, daar foto’s dan wel filmpjes van te maken en deze naar hem te sturen.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op bovenstaande verdachte een als ontuchtig aan te merken handeling van de meisjes heeft verlangd zodat sprake is geweest van bedoelde interactie.
De vraag is verder of sprake is geweest van dwang, inhoudende dat verdachte een zodanige psychische druk op de meisjes heeft uitgeoefend - of deze in een zodanige afhankelijkheidspositie heeft gebracht - dat deze zich niet tegen de ontuchtige handeling konden verzetten. Er kan tevens sprake zijn van dwang in een situatie waarin het voor de jeugdigen erg moeilijk was zich aan bepaalde handelingen te onttrekken. Deze dwang kan tot uitdrukking komen in het leeftijdsoverwicht, het op dwingende wijze voeren van chatgesprekken en het dreigen met het op internet zetten van foto’s.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte door te handelen zoals hierboven omschreven een zodanige psychische druk op de meisjes heeft uitgeoefend dat zij zich niet aan de ontuchtige handelingen konden onttrekken. Hierbij weegt mee dat sprake was van een belangrijk leeftijdsverschil tussen verdachte en de nog (relatief) jonge slachtoffers: [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] waren 12 jaar en [slachtoffer 4] 15 terwijl verdachte (bijna) 20 jaar was. Voorts is gebleken dat [slachtoffer 4] licht verstandelijk beperkt was.
Ook is relevant dat verdachte eerst een vertrouwensrelatie heeft opgebouwd met de meisjes zodat een vorm van afhankelijkheid in het contact ontstond en dat sprake was van beïnvloedbare meisjes. Het leeftijdsoverwicht en voornoemd dreigen dienen te worden gekwalificeerd als ‘andere feitelijkheden’ in de zin van dit artikel. Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat sprake is geweest van dwang.
Daarom is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de minderjarige meisjes heeft gedwongen, dan wel heeft geprobeerd te dwingen, tot het plegen van ontuchtige handelingen, zoals bedoeld in artikel 246 Sr.
Dit leidt tot bewezenverklaring van het onder 3 cumulatief/alternatief ten laste gelegde
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde:
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 4 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij zij - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen .
- Het proces-verbaal l van aantreffen kinderporno, opgesteld door [verbalisant] en [verbalisant];
- Het proces-verbaal van verhoor verdachte op 21 juni 2019, opgesteld door [verbalisant] en [verbalisant];
- Het proces-verbaal van de terechtzitting van 14 januari 2020, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
Ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde:
[slachtoffer 5] heeft bij de politie, kort gezegd, verklaard zij in februari 2017 via Instagram een vriendschapsverzoek van iemand die zich [verdachte] noemde heeft gekregen. Zij zijn gaan facetimen en daarbij vroeg [verdachte] of [slachtoffer 5] seksuele handelingen bij zichzelf wilde verrichten en dat als zij dit niet zou doen, hij het uit zou maken. Op het moment dat zij dit deed heeft [verdachte] hier, zonder dat zij het wist, een naaktfilmpje van gemaakt. [verdachte] begon te dreigen dat hij dit filmpje openbaar zou maken als zij hem niet € 2.500,-- zou betalen. Toen zij niet betaalde heeft [verdachte] zijn dreigement uitgevoerd en het filmpje in mei 2017 naar leerlingen van de onderbouw van de school van [slachtoffer 5] doorgestuurd.
Nadat [verdachte] vrij kwam uit detentie heeft hij haar eind december 2017, toen [slachtoffer 5] 13 jaar was, opnieuw via Instagram benaderd. Hij zei dat hij haar miste en probeerde haar over te halen om opnieuw contact te hebben als vrienden. Begin januari 2018 begon [slachtoffer 5] weer met hem te chatten en vervolgens dreigde hij begin februari 2018 opnieuw het filmpje openbaar te maken als zij niet € 2.500,-- zou betalen. Een paar dagen later vroeg hij € 5.000,--. [slachtoffer 5] heeft niet betaald.
In de eerste week van februari 2018 heeft [verdachte] het filmpje vervolgens via social media aan leerlingen van de praktijkschool van [school] gestuurd.
De verklaring van [slachtoffer 5] wordt ondersteund door WhatsApp-gesprekken tussen verdachte en [slachtoffer 5] .
Zo is gebleken dat vanaf het telefoontoestel van verdachte op 6 januari 2018 om 8:26 uur een WhatsApp-bericht naar het telefoontoestel van [slachtoffer 5] is gestuurd met als inhoud: “
Maar jij hebt binnekort 2500 voor me dn ben ik goed op weg”.
Waarop vanaf het telefoontoestel van [slachtoffer 5] op 13 januari 2018 om 11:15 uur het bericht is verstuurd: “
Oké ik ga eerlijk tegen je zijn ik ksn dat geld nirt regelen”.
Hierop is vanaf het telefoontoestel van verdachte gereageerd met de volgende WhatsApp berichten:
13 januari 2018 om 11:22 uur: “
Ok ga nu alle foto’s plaatsen”,
18 januari 2018 om 6:39 uur: “
ik ga [naam 2] sturen, [naam 2] , doei doei”,
18 januari 2018 om 6:50 uur: “
Maar weet je, ik post gen, en stuur door, of ik hack je hoofdaccount gwn, en plaats daar, Doei [slachtoffer 5]”.
18 januari 2018 om 6:53 uur “
Ik stuur je vriendinnen wel”,“elke dag 1 pica”.
18 januari 2018 om 7:15 uur: “
Nee ik ga dat filmpje doorsturen” “
maar dan ook op joun account”.
18 januari 2018 om 7:25 uur: “
ik hack je account gwn”,“
en plaats daarop”.
Op de Samsung tablet van verdachte zijn 8 kinderpornografische afbeeldingen van [slachtoffer 5] aangetroffen waarvan er één nog voor verdachte toegankelijk was.
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij niet precies weet wie [slachtoffer 5] is en dat hij zich niets kan herinneren. Verdachte heeft ter zitting van 14 januari 2020 verklaard dat hij er niets over te zeggen heeft en dat het zou kunnen dat hij voormelde WhatsApp gesprekken met [slachtoffer 5] heeft gevoerd.
Nu de verklaring van aangeefster wordt ondersteund door voormelde WhatsApp berichten acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de poging tot afdreiging van [slachtoffer 5] .
Gelet op het voorgaande komt de rechtbank ook tot een bewezenverklaring van het onder 5 ten laste gelegde.