ECLI:NL:RBOVE:2020:4654
Rechtbank Overijssel
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in zaak omtrent ondertoezichtstelling van kinderen
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel op 27 oktober 2020 het verzoek tot wraking van mr. K. van Leeuwen afgewezen. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mevrouw G. Land, had op 22 oktober 2020 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. Van Leeuwen, die belast was met de behandeling van een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van de kinderen van verzoeker. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek tijdig was ingediend, maar dat de gronden voor wraking niet voldoende waren om de onpartijdigheid van de rechter in twijfel te trekken.
De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek vond plaats via een Skype-verbinding op 26 oktober 2020. De gemachtigde van verzoeker was verhinderd om aanwezig te zijn, wat leidde tot onvrede over de planning van de zitting. De wrakingskamer oordeelde dat de beslissing om de zitting op deze datum te houden, gezien de urgentie van de ondertoezichtstelling, gerechtvaardigd was. De wrakingskamer concludeerde dat de bezwaren van verzoeker tegen de rechterlijke onpartijdigheid niet objectief gerechtvaardigd waren en dat de procedurele beslissingen van de rechter niet als wrakingsgrond konden dienen.
De wrakingskamer benadrukte dat de rechter in zijn regierol aanzienlijke vrijheid heeft en dat beslissingen over de procedure in beginsel geen grond voor wraking vormen, tenzij er sprake is van vooringenomenheid. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking buiten behandeling gesteld en het verzoek tot wraking van mr. Van Leeuwen afgewezen, waarbij werd opgemerkt dat er geen feiten of omstandigheden waren die de vrees voor partijdigheid objectief konden rechtvaardigen. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.