10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
primair
medeplegen van poging tot doodslag
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
5 (vijf) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland te Zwolle (088 - 804 1403) in op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht. De reclassering zal contact met betrokkene opnemen voor de eerste afspraak;
- zich ambulant laat behandelen bij Transfore of een soortgelijke instelling, ter beoordeling van de reclassering, indien en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht. Verdachte zal zich dan houden aan de regels die door of namens de leiding van de polikliniek zullen worden gegeven;
- op geen enkele wijze - direct of indirect - contact opneemt en/of onderhoudt met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. De politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod;
- geen alcohol gebruikt en meewerkt aan controle op dit alcoholverbod. De reclassering
bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd.
Mogelijke controlemiddelen zijn urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest);
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en
verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden. Daarbij gelden als voorwaarden van
rechtswege dat verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] : van een bedrag van € 7.624,87 aan materiële schadevergoeding en een bedrag van € 15.000,00 aan immateriële schadevergoeding (
in totaal € 22.624,87), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast hoofdelijk in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 257,35, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering, voor zover deze kosten niet door een mededader is voldaan;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 22.624,87,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 147 dagen kan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor een deel van
€ 41.000niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M. van Vuure, voorzitter, en mr. E.J.M. van Engelen en mr. B. Rademacher, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.E. Martini, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 12 november 2020.
Buiten staat
Mr. Van Engelen en mr. Rademacher zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.