Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
- het aannemen van opzet bij de schutter(s) gerechtvaardigd is;
- niet bewezen kan worden dat de slachtoffers met voorbedachten rade om het leven zijn gebracht, omdat
- gekwalificeerde doodslag niet bewezen kan worden omdat niet bewezen kan worden dat er op 13 november 2018 naast het om het leven brengen van de slachtoffers geld is gestolen of een poging daartoe is gedaan, dat verdachten dit hebben gedaan en dat dit is gedaan met een van de in artikel 288 Wetboek van Strafrecht (Sr) genoemde oogmerken, dan wel dat slachtoffers om het leven zijn gebracht om het doden van een ander slachtoffer te maskeren;
- hoogstens de impliciet subsidiair tenlastegelegde doodslag, meermalen gepleegd, bewezen zou kunnen worden;
- de meer subsidiair tenlastegelegde diefstal van geld/enig goed of poging daartoe de dood van de slachtoffers ten gevolge hebbend eveneens niet bewezen kan worden.
- een profiel dat overeenkomsten vertoont met het profiel van de zolen van schoenen van onder andere het merk Nike (nabij [slachtoffer 2] , [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en de kassa in het kantoor);
- een profiel dat overeenkomsten vertoont met het profiel van de zolen van schoenen van onder andere het merk Timberland (nabij [slachtoffer 1] , de trap naar zolder, de kassa en nabij het schapje in het kantoor/ de kantine ruimte).
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
- het huidige beleid voldoet nog altijd niet aan de eisen ontleend aan de rechtspraak van het EHRM;
- het huidige beleid voegt ook niets toe aan het onduidelijke en onzekere gratiebeleid dat voorheen van toepassing was;
- het is bezwaarlijk dat de herbeoordeling pas plaatsvindt na 27 jaren en het mechanisme geen vaste termijnen kent voor het proces van herbeoordeling.
8.De schade van benadeelden
- [benadeelde 9] : reiskosten, gederfd levensonderhoud, shockschade, kosten rapport Laumen;
- [benadeelde 3] : gederfd levensonderhoud, as-ring, shockschade, kosten rapport Laumen;
- [benadeelde 2] : reiskosten, uitvaartkosten, shockschade;
- [benadeelde 16] : uitvaartkosten, shockschade;
- [benadeelde 15] (moeder): shockschade;
- [benadeelde 10] : gederfd levensonderhoud, shockschade;
- [benadeelde 1] : gederfd levensonderhoud schatten, uitvaartkosten, shockschade, reiskosten schatten;
- [benadeelde 18] : gederfd levensonderhoud, shockschade, kosten rapport Laumen, kosten rechtsbijstand;
- [benadeelde 4] en [benadeelde 7] : gederfd levensonderhoud, kosten rapport Laumen, kosten rechtsbijstand;
- [benadeelde 5] : uitvaartkosten, kosten rechtsbijstand.
- vordering [slachtoffer 5] : de schade bestaande uit het bewakingssysteem afwijzen nu dit geen rechtstreekse schade is, immateriële schade matigen tot € 5.000,--, proceskosten matigen tot een bedrag gelijk aan 2 punten liquidatietarief;
- vordering [slachtoffer 7] : de schade bestaande uit het bewakingssysteem en de kosten voor inwoning afwijzen nu dit geen rechtstreekse schade is;
- vordering [slachtoffer 6] : immateriële schade matigen tot € 5.000,--.
,levert als zodanig niet een onevenredige belasting van het strafgeding op. Het enkele feit dat er in deze zaak veel vorderingen (in de zaak tegen [medeverdachte 1] en [verdachte] 19 vorderingen en in de zaak tegen [medeverdachte 2] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] 16 vorderingen) zijn ingediend, waarvan een deel bovendien omvangrijk, betekent niet dat daarom de vorderingen niet in de strafzaak meegenomen kunnen worden. De rechtbank zal de vorderingen inhoudelijk bespreken, met uitzondering van de vordering van
[benadeelde 17]. Haar vordering is op grond van artikel 333 Sv kennelijk niet ontvankelijk nu - anders dan de raadsman heeft gesteld - niet is komen vast te staan dat zij een persoon is als genoemd in artikel 6:108 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW): een minderjarig kind van [slachtoffer 1] of een persoon die met hem samenleefde en levensonderhoud van hem ontving. Voor zover de wetgeving al ruimte zou laten – zoals de raadsman stelt – voor het uitgaan van de feitelijke situatie (quod non) is ook die feitelijke situatie onvoldoende vast komen te staan.
Rechtstreekse schade
medische kostendie gevorderd worden door [benadeelde 1] (kosten hulpverlening € 339,48) en [benadeelde 16] (eigen risico behandeling psycholoog € 623,78) en de door [benadeelde 9] en [benadeelde 2] gevorderde reiskosten in verband met medische behandeling (respectievelijk € 331,35 en € 234,24) in een te ver verwijderd verband staan om te worden beschouwd als schade die op grond van het bepaalde in artikel 361 lid 2 Sv voor vergoeding in aanmerking komt. De rechtbank zal deze posten dan ook niet ontvankelijk verklaren.
Gederfd levensonderhoud
Kosten van lijkbezorging
Aantasting in de persoon op andere wijze; shockschade
shockschadeingediend ( [benadeelde 6] , [benadeelde 1] , [benadeelde 8] , [benadeelde 9] , [benadeelde 3] , [benadeelde 2] , [benadeelde 10] , [familienaam 1] (twee broers, zus, vader en moeder).
aantasting in de persoon op andere wijze; schade,nietzijnde shockschade
de immateriële schade betreffende de vorderingen van [slachtoffer 7] , [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6]
reiskosten( [benadeelde 6] , [benadeelde 9] ) en kosten ten behoeve van Laumen expertise ( [benadeelde 9] , [benadeelde 3] ) gevorderd die samenhangen met een eventueel hoger beroep in de strafzaak of van mogelijke toekomstige medische (reis)kosten ( [benadeelde 6] , [benadeelde 9] , [benadeelde 3] , [benadeelde 2] ). Omdat op het moment van beoordeling en beslissing onzeker is of in de strafzaak hoger beroep zal worden ingesteld, noch of de medische kosten zullen worden gemaakt zal de rechtbank de benadeelde partijen in dit gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk verklaren.
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
levenslange gevangenisstraf;
maatregelop dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van na te noemen bedragen,te vermeerderen met de wettelijke rente, telkens vanaf na te noemen datum, ten behoeve van de betreffende benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van na te noemen aantal dagen kan worden toegepast, (een en ander telkens voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;