Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[verzoeker 1] ,
1.De procedure
2.De beoordeling
, [naam 2] en
3.De beslissing
F. Koster, in tegenwoordigheid van de griffier, mr. P. van der Stroom, en in het openbaar uitgesproken op 8 oktober 2020.
Rechtbank Overijssel
Op 1 september 2020 hebben verzoekers, die als leiders van een motorclub worden beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie, een verzoek tot wraking ingediend tegen de rechters B.T.C. Jordaans en S. Taalman. Dit verzoek is gedaan naar aanleiding van een vonnis dat op 14 juli 2020 is uitgesproken in een andere zaak, waarin deze rechters een oordeel hebben gegeven over de 'bad standing' van een lid van de motorclub. Verzoekers stellen dat dit hen de kans op een eerlijk proces ontneemt, omdat de rechters al een oordeel hebben geveld over de betrokkenheid van de motorclub bij strafbare feiten. De wrakingskamer heeft op 28 september 2020 de mondelinge behandeling van het verzoek gehouden, waarbij de verzoekers en hun advocaten aanwezig waren, maar de rechters en het Openbaar Ministerie niet. De wrakingskamer heeft de argumenten van de verzoekers beoordeeld en geconcludeerd dat er geen objectieve redenen zijn om aan de onpartijdigheid van de rechters te twijfelen. De wrakingskamer oordeelt dat de rechters zich in hun eerdere vonnis niet hebben uitgesproken over de schuld van de verzoekers en dat de vrees voor vooringenomenheid niet objectief gerechtvaardigd is. Daarom heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking afgewezen. De beslissing is op 8 oktober 2020 openbaar uitgesproken.