ECLI:NL:RBOVE:2020:1810

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
25 mei 2020
Publicatiedatum
25 mei 2020
Zaaknummer
08-994546-18, 08-997048-19 (gev. ttz.) en 18-994505-20 (gev. ttz.) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Illegaal bezit van professioneel vuurwerk met veroordeling tot gevangenisstraf

Op 25 mei 2020 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 23-jarige man uit Houten, die werd beschuldigd van het illegaal voorhanden hebben van bijna 8000 kilo professioneel vuurwerk. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 15 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De zaak kwam aan het licht na een onderzoek dat leidde tot de ontdekking van grote hoeveelheden vuurwerk in een loods in Driebergen-Rijsenburg en in voertuigen van de verdachte. Tijdens de zittingen op 10 december 2019, 2 maart 2020 en 11 mei 2020 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het opslaan en voorhanden hebben van professioneel vuurwerk, wat in strijd is met de wetgeving omtrent vuurwerk. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks zijn jonge leeftijd en het ontbreken van een strafblad, een aanzienlijke hoeveelheid gevaarlijk vuurwerk had opgeslagen zonder de noodzakelijke vergunningen, wat grote risico's met zich meebracht voor de omgeving. De rechtbank heeft de verdachte deels vrijgesproken van de primair ten laste gelegde feiten, maar het subsidiair ten laste gelegde is bewezen verklaard. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten en de maatschappelijke risico's die het illegaal voorhanden hebben van professioneel vuurwerk met zich meebrengt.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige economische kamer voor de behandeling van strafzaken
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummers: 08-994546-18, 08-997048-19 (gev. ttz.) en 18-994505-20 (gev. ttz.) (P)
Datum vonnis: 25 mei 2020
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1997 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres 1]
nu verblijvende in de Penitentiaire Inrichting Zwolle.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 10 december 2019, 2 maart 2020 en 11 mei 2020.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. S. Buist en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. B.J.W. Tijkotte, advocaat te Koog aan de Zaan, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte steeds, al dan niet met anderen, in verschillende juridische hoedanigheden illegaal professioneel vuurwerk, voorhanden heeft gehad en/of opgeslagen heeft gehad en/of ter beschikking heeft gesteld aan anderen:
In de zaak met parketnummer 08-994546-18:
89 flowerbeds;
In de zaak met parketnummer 08-997048-19:
72 mortierbommen en 80 vlinders;
In de zaak met parketnummer 18-994505-20:
  • Feit 1:
  • Feit 2:
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
In de zaak met parketnummer 08-994546-18:
1
verdachte op of omstreeks 31 oktober 2018, althans in of omstreeks de maand oktober 2018, te Lichtenvoorde, in de gemeente Oost Gelre, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten : 89, althans een aantal stuks, batterij enkelschotsbuizen (flowerbeds) heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad;
althans, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, subsidiair, terzake dat
verdachte op of omstreeks 31 oktober 2018, althans in of omstreeks de maand oktober 2018, te Lichtenvoorde, in de gemeente Oost Gelre, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis professioneel vuurwerk, te weten 89, althans een aantal stuks, batterij enkelschotsbuizen (flowerbeds) heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad;
In de zaak met parketnummer 08-997048-19:
verdachte op of omstreeks 5 oktober 2019, in de gemeente Utrecht, al dan niet
opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te
weten:
a.
- 72, althans een aantal stuks, shells (mortierbommen) en/of
- 80, althans een aantal stuks, knalvuurwerk (vlinders)
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad en/of
b.
- een aantal stuks shells (mortierbommen) en/of
- een aantal stuks knalvuurwerk (vlinders)
aan een ander, te weten [medeverdachte] en/of [naam 1] ter beschikking heeft
gesteld ;
althans, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, subsidiair, terzake dat
A.
verdachte op of omstreeks 5 oktober 2019, in de gemeente Utrecht, opzettelijk,
als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis professioneel
vuurwerk, te weten:
- 72, althans een aantal stuks, shells (mortierbommen) en/of
- 80, althans een aantal stuks, knalvuurwerk (vlinders)
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad
en/of
B.
verdachte op of omstreeks 5 oktober 2019, in de gemeente Utrecht, al dan niet
opzettelijk, aan een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis, te
weten aan [medeverdachte] en/of aan [naam 1] professioneel vuurwerk, te
weten:
- een aantal stuks shells (mortierbommen) en/of
- een aantal stuks knalvuurwerk (vlinders)
ter beschikking heeft gesteld ;
In de zaak met parketnummer 18-994505-20:
1.
verdachte op of omstreeks 9 oktober 2019, althans in of omstreeks de maand oktober 2019, te Driebergen-Rijsenburg, in de gemeente Utrechtse Heuvelrug, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis professioneel vuurwerk, te weten:
- 42 stuks, althans een aantal stuks, shells (mortierbommen) en/of
- 161 stuks, althans een aantal stuks, batterij enkelschotsbuizen (flowerbeds)en/of
- 1678 stuks, althans een aantal stuks, knalvuurwerk (Super cobra) en/of
- 600 stuks, althans een aantal stuks knalvuurwerk (geen opschriften) en/of
- een groot aantal stuks knalvuurwerk (TXP010 en/of TP 2 en/of FP3 en/of XP4001 Mad Bull Dog)
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
verdachte op of omstreeks 9 oktober 2019, althans in of omstreeks de maand oktober 2019, te Driebergen-Rijsenburg, in de gemeente Utrechtse Heuvelrug, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 42 stuks, althans een aantal stuks, shells (mortierbommen) en/of
- 161 stuks, althans een aantal stuks, batterij enkelschotsbuizen (flowerbeds)en/of
- 1678 stuks, althans een aantal stuks, knalvuurwerk (Super cobra) en/of
- 600 stuks, althans een aantal stuks knalvuurwerk (geen opschriften) en/of
- een groot aantal stuks knalvuurwerk (TXP010 en/of TP 2 en/of FP3 en/of XP4001 Mad Bull Dog)
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, MEER SUBSIDIAIR, terzake dat
[naam 2] en/of een of meer anderen op of omstreeks 9 oktober 2019, althans in of omstreeks de maand oktober 2019, te Driebergen-Rijsenburg, in de gemeente Utrechtse Heuvelrug, opzettelijk, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis professioneel vuurwerk, te weten:
- 42 stuks, althans een aantal stuks, shells (mortierbommen) en/of
- 161 stuks, althans een aantal stuks, batterij enkelschotsbuizen (flowerbeds) en/of
- 1678 stuks, althans een aantal stuks, knalvuurwerk (Super cobra) en/of
- 600 stuks, althans een aantal stuks knalvuurwerk (geen opschriften) en/of
- een groot aantal stuks knalvuurwerk (TXP010 en/of TP 2 en/of FP3 en/of XP4001 Mad Bull Dog)
heeft / hebben opgeslagen en/of voorhanden heeft / hebben gehad,
bij/tot het plegen van welk bovenomschreven misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van mei 2018 tot en met 9 oktober 2019, althans in 2018 en/of 2019, te Driebergen-Rijsenburg, in de gemeente Utrechtse Heuvelrug, althans in Nederland, op enigerlei wijze, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid en/of (een) middel en/of (een) inlichting(en) heeft verschaft door toen aldaar opslagruimte, te weten een schuur / loods gelegen aan of nabij de [adres 2] ), te huren waarin dat vuurwerk door die [naam 2] en/of één of meer anderen werd opgeslagen of voorhanden werd gehad / gehouden of waarin door die Van Straten of een of meer anderen (professioneel) vuurwerk zou worden opgeslagen of voorhanden zou worden gehad/ gehouden;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, NOG MEER SUBSIDIAIR, terzake dat
[naam 2] en/of een of meer anderen op of omstreeks 9 oktober 2019, althans in of omstreeks de maand oktober 2019, te Driebergen-Rijsenburg, in de gemeente Utrechtse Heuvelrug, opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 42 stuks, althans een aantal stuks, shells (mortierbommen) en/of
- 161 stuks, althans een aantal stuks, batterij enkelschotsbuizen (flowerbeds) en/of
- 1678 stuks, althans een aantal stuks, knalvuurwerk (Super cobra) en/of
- 600 stuks, althans een aantal stuks knalvuurwerk (geen opschriften) en/of
- een groot aantal stuks knalvuurwerk (TXP010 en/of TP 2 en/of FP3 en/of XP4001 Mad Bull Dog)
heeft / hebben opgeslagen en/of voorhanden heeft / hebben gehad,
bij/tot het plegen van welk bovenomschreven misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van mei 2018 tot en met 9 oktober 2019, althans in 2018 en/of 2019, te Driebergen-Rijsenburg, in de gemeente Utrechtse Heuvelrug, althans in Nederland, op enigerlei wijze, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid en/of (een) middel en/of (een) inlichting(en) heeft verschaft door toen aldaar, opslagruimte, te weten een schuur / loods gelegen aan of nabij de [adres 2] ), te huren waarin dat vuurwerk door die [naam 2] en/of één of meer anderen werd opgeslagen of voorhanden werd gehad / gehouden of waarin door die Van Straten of een of meer anderen (professioneel) vuurwerk zou worden opgeslagen of voorhanden zou worden gehad/ gehouden;
2.
verdachte op of omstreeks 9 oktober 2019, althans in of omstreeks de maand oktober 2019, te Driebergen-Rijsenburg, in de gemeente Utrechtse Heuvelrug, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk (ongeveer) 5458 kilogram vuurwerk (bestaande dat vuurwerk uit (onder meer) shells (mortierbommen) en/of enkelschotsbuizen (flowerbeds) en/of knalvuurwerk), buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1.4, 2.2.1,
3.2.1 of 3A.2.1 van het Vuurwerkbesluit, voorhanden heeft gehad, immers had / hadden verdachte en/of verdachtes mededader(s) toen aldaar dit vuurwerk voorhanden in een schuur / loods gelegen aan of nabij de [adres 2] ;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
[naam 2] en/of een of meer anderen op of omstreeks 9 oktober 2019, althans in of omstreeks de maand oktober 2019, te Driebergen-Rijsenburg, in de gemeente Utrechtse Heuvelrug, opzettelijk (ongeveer) 5458 kilogram vuurwerk (bestaande dat vuurwerk uit (onder meer) shells (mortierbommen) en/of enkelschotsbuizen (flowerbeds) en/of knalvuurwerk), buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1.4, 2.2.1, 3.2.1 of 3A.2.1 van het Vuurwerkbesluit, voorhanden heeft gehad, immers had / hadden [naam 2] en/of een of meer anderen toen aldaar dit vuurwerk voorhanden in een schuur / loods gelegen aan of nabij de [adres 2] ,
bij/tot het plegen van welk bovenomschreven misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van mei 2018 tot en met 9 oktober 2019, althans in 2018 en/of 2019, te Driebergen-Rijsenburg, in de gemeente Utrechtse Heuvelrug, althans in Nederland, op enigerlei wijze, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid en/of (een) middel en/of (een) inlichting(en) heeft verschaft door toen aldaar opslagruimte, te weten een schuur / loods gelegen aan of nabij de [adres 2] ), te huren waarin dat vuurwerk door die [naam 2] en/of één of meer anderen werd opgeslagen of voorhanden werd gehad / gehouden of waarin door die Van Straten of een of meer anderen (professioneel) vuurwerk zou worden opgeslagen of voorhanden zou worden gehad/ gehouden;

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van de strafbaarheid van de primair ten laste gelegde feiten in de zaken met parketnummers 08-994546-18 en 08-997048-19 betoogd dat verdachte moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging, conform hetgeen hierna (onder 5) aan de orde zal komen. Wat betreft het bewijs ten aanzien van het subsidiair in de zaak met parketnummer 08-994546-18 ten laste gelegde heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Wat betreft het subsidiair ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 08-997048-19 heeft de raadsman, hier kort weergegeven, betoogd dat de auto van verdachte onrechtmatig is doorzocht. Daarom dienen de vruchten van de onrechtmatige doorzoeking – al het aangetroffen vuurwerk – van het bewijs te worden uitgesloten en dient verdachte te worden vrijgesproken omdat er dan onvoldoende wettig bewijs resteert. Indien de rechtbank anders oordeelt, dient verdachte te worden vrijgesproken ten aanzien van de twee dozen met daarin in totaal 72 shells die in de Volkswagen Golf zijn aangetroffen. Op basis van het dossier kan immers niet worden vastgesteld dat het deze dozen zijn die door verdachte zijn overgedragen. Niet geverbaliseerd is immers dat er verder geen andere dozen zijn aangetroffen, zodat de mogelijkheid open is gebleven dat er nog andere (niet met vuurwerk gevulde) dozen aanwezig waren.
Wat betreft het in de zaak met parketnummer 18-994505-20 ten laste gelegde heeft de raadsman betoogd dat niet kan worden vastgesteld wanneer de lading die op 9 oktober 2019 in de loods is aangetroffen daar terecht is gekomen. Niet kan worden uitgesloten dat dit na de aanhouding van verdachte op 5 oktober 2019 is geweest. Daarnaast heeft verdachte ten tijde van het aantreffen van het vuurwerk geen beschikkingsmacht en niet het bewustzijn over het aangetroffen vuurwerk gehad. Daarom kan niet worden vastgesteld dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking ten aanzien van de opslag en/of het voorhanden hebben van deze specifieke partij vuurwerk. Van het als feit 1 primair en subsidiair en feit 2 primair en esubsidiair ten laste gelegde moet verdachte daarom worden vrijgesproken. Ten aanzien van het als feit 1 en 2 meer subsidiair te laste gelegde heeft de raadsman geen bewijsverweer gevoerd.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
In de zaak met parketnummer 08-994546-18 [1]
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
  • Het proces-verbaal van bevindingen over het aantreffen van het vuurwerk, pagina 17 tot en met 19;
  • Het proces-verbaal van onderzoek aan het in beslag genomen vuurwerk, pagina 126 en verder (in het bijzonder de bijlagen van dit proces-verbaal vanaf de pagina’s 163, 165, 167, 169, 171, 173, 175, 177, 179, 181 en 183 en verder);
  • De verklaring van verdachte tijdens de zitting van 11 mei 2020.
In de zaak met parketnummer 08-997048-19 [2]
Op 5 oktober 2019 neemt verbalisant [verbalisant 1] waar dat op een parkeerplaats in Utrecht, die bekend staat als criminele ontmoetingsplaats, een Mini parkeert naast een Volkswagen Golf. [3] Over zijn waarneming verklaart [verbalisant 1] verder: ‘
ik zag dat de bestuurder van de Mini en van de bestuurder van de Golf, verder te noemen [medeverdachte] , uit stapte. Ik zag dat de kofferbak van de Mini open ging en dat de bestuurder van de Mini een doos, van ongeveer 30 centimeter bij 30 centimeter uit de kofferbak pakte en deze aan [medeverdachte] gaf. Ik zag dat [medeverdachte] achter de golf door liep en de doos op de achterbank van de Golf gooide. Ik zag dat de bestuurder van de Mini wederom een doos uit de kofferbak pakte en de doos over het dak van de Golf naar [medeverdachte] gooide. Ook deze doos werd op de achterbank van de Golf gegooid’. [4] Daarna reden beide voertuigen weg.
Vervolgens is de Mini Cooper doorzocht door verbalisanten [verbalisant 2] , [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , die hierover het volgende verklaren. [5]
Ik hoorde en zag, dat de bestuurder mij een geldig rijbewijs toonde. Ik zag, dat hierop onderstaande gegevens stonden: [verdachte] (..) Ik, verbalisant [verbalisant 3] trof in de kofferbak een doos aan, waarna na opening zwaar illegaal vuurwerk lag’.
Daarna wordt ook de Volkswagen Golf doorzocht door verbalisant [verbalisant 5] , die hierover het volgende verklaart. [6]
De bestuurder bleek later te zijn genaamd; [medeverdachte] (..). Ik ben vervolgens naar de bijrijder gelopen (..). Het betrof hier [naam 1] (..). Ik zag dat er op de achterbank twee (2) dozen staan onder een zwart kleurig jasje, wat erover heen lag. (..) Ik heb het jasje van de twee (2) dozen afgehaald en ik had toen duidelijk zicht op de dozen. (..) Ik ben er toen vanuit gegaan dat deze dozen zwaar vuurwerk bevatte. Later bleek dit inderdaad te gaan over een totaal aan 32 kilogram zwaar vuurwerk’.
Het hiervoor genoemde vuurwerk is in beslag genomen en uit onderzoek blijkt dat het gaat om 72 shells (mortierbommen) en 80 stuks knalvuurwerk [7] , te weten vlinders. [8] Zowel de mortierbommen [9] als de vlinders [10] zijn aan te merken als professioneel vuurwerk.
Bewijsoverwegingen
Door de raadsman is het verweer gevoerd dat de auto van verdachte onrechtmatig is doorzocht. Deze doorzoeking heeft plaatsgevonden op basis van overtreding van de APV, zo blijkt uit het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 2] , [verbalisant 3] en [verbalisant 4] . De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 4 april 2018 (ECLI:NL:HR:2018:487) bepaald dat de bevoegdheden van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) geen grondslag bieden voor het doorzoeken van voertuigen indien feitelijk sprake is van opsporing. Dat is in deze zaak het geval. Daarmee is sprake van een vormverzuim. Wat de raadsman betreft dienen de vruchten van de onrechtmatige doorzoeking – al het aangetroffen vuurwerk – van het bewijs te worden uitgesloten. Daarbij heeft de raadsman het belang van het geschonden voorschrift, de ernst van het verzuim en het daardoor veroorzaakte nadeel uitvoerig gemotiveerd.
Met de raadsman is de rechtbank – gezien het arrest van de Hoge Raad – van oordeel dat sprake is van een onrechtmatige doorzoeking van de auto van verdachte, en daarmee van een onherstelbaar vormverzuim als bedoeld in artikel 359a Sv. Het aangetroffen vuurwerk is verkregen door een onherstelbaar vormverzuim.
De rechtbank is echter eveneens van oordeel dat verbalisanten het voertuig van verdachte in het onderhavige geval onder de gegeven omstandigheden (direct) hadden kunnen doorzoeken op grondslag van artikel 96b Sv. Uit het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 2] , [verbalisant 3] en [verbalisant 4] (pagina 13 tot en met 15) blijkt immers van de volgende omstandigheden, op het moment dat zij overgingen tot doorzoeking van de auto van verdachte:
  • De overdracht vond plaats op een parkeerplaats die bekend staat als criminele ontmoetingsplaats (op basis van eerdere waarnemingen die blijken uit het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] op pagina 11 en 12);
  • Op deze parkeerplaats werden twee dozen overgedragen van de ene auto naar de andere auto en binnen enkele minuten vertrokken beide auto’s;
  • Verdachte was bekend in verband met recente vermogensdelicten.
Nu de doorzoeking van de auto van verdachte (direct) op grondslag van artikel 96b Sv had kunnen plaatsvinden, is verdachtes recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer niet geschonden. De rechtbank is van oordeel dat daarom geen sprake is van nadeel dat door het verzuim is veroorzaakt en dat kan worden volstaan met constatering van dit vormverzuim. Het verweer van de raadsman, strekkende tot bewijsuitsluiting, wordt reeds daarom verworpen.
Verder is door de raadsman het verweer gevoerd dat niet is komen vast te staan dat de twee dozen – met daarin de 72 mortierbommen – die in de Volkswagen Golf zijn aangetroffen afkomstig zijn van verdachte. De rechtbank overweegt dat uit voorgaande bewijsmiddelen blijkt dat de dozen uit de auto van verdachte op de achterbank van de Volkswagen Golf zijn geplaatst. Uit het dossier blijkt niet dat er andere dozen op de achterbank van de Volkswagen Golf hebben gestaan, althans dit is niet aannemelijk geworden. De rechtbank is daarom van oordeel dat met een voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat deze dozen – met daarin de 72 mortierbommen – afkomstig zijn van verdachte. Daarbij heeft de rechtbank acht geslagen op het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , waaruit blijkt dat de dozen die door verdachte werden overgedragen ongeveer 30 bij 30 centimeter waren. Op de foto op pagina 39 van het proces-verbaal is te zien dat de dozen een afmeting hebben van 37x28x26 centimeter, en dus overeen komen met de door verbalisant [verbalisant 1] geschatte afmetingen. Bovendien is door verdachte niet verklaard dat hij andere dozen heeft overgedragen dan de dozen die in de Volkswagen Golf zijn aangetroffen. Het verweer van de raadsman wordt dan ook verworpen.
Gelet op voorgaande bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 5 oktober 2019 in de gemeente Utrecht opzettelijk 72 mortierbommen en 80 vlinders voorhanden heeft gehad en een aantal mortierbommen aan [medeverdachte] en [naam 1] ter beschikking heeft gesteld.
In de zaak met parketnummer 18-994505-20 [11]
Op woensdag 9 oktober 2019 vond een doorzoeking plaats in een loods aan de [adres 2] in Driebergen-Rijsenburg waarbij 5458 kilogram vuurwerk werd aangetroffen. [12]
Het hiervoor genoemde vuurwerk is in beslag genomen en uit onderzoek blijkt dat het gaat om 42 shells (mortierbommen) [13] , 131 stuks batterij enkelschotsbuizen (flowerbeds) [14] , 1678 stuks knalvuurwerk (super cobra’s) [15] , 600 stuks knalvuurwerk (zonder opschrift) [16] en een groot aantal stuks knalvuurwerk (genaamd TXP010, TP 2, FP 3 en XP4001 Mad Bull Dog) [17] , die steeds zijn aan te merken als professioneel vuurwerk. [18]
[getuige] is eigenaar van de loods aan de [adres 2] in Driebergen-Rijsenburg. Hij heeft verklaard dat hij die loods verhuurde aan verdachte. [19] [getuige] heeft verder onder meer verklaard [20] : ‘
ik wist niet of die [verdachte] wel het hoofd van de organisatie was. (..) Ik vermoedde dat [verdachte] altijd de man was die alles regelde, want hij was mijn contactpersoon’. Voorts:
‘In oktober/november 2018, volgens mij, stond er een vreemde jongen voor ons hek.’(..) ‘Hij wilde in de schuur kijken van [verdachte] .(..) Hij vroeg of hij erin mocht kijken. Dit mocht niet van mij. De jongen vertelde mij dat ze de schuur leeg wilden halen voordat de politie de schuur zou leeghalen. Hij vertelde dat [verdachte] en [naam 3] waren aangehouden’En: ‘
op 31 december 2018 was de schuur bijna leeg. Er kwam een vreemde bij mij aan de deur. Ik had hem nog nooit eerder gezien. Hij wilde vuurwerk uit de schuur halen. Dat mocht niet van mij. Ik kreeg toen [verdachte] aan de telefoon, die mij vertelde dat het goed was. Toen heeft die man vervolgens wat vuurwerk uit de schuur gehaald.’ Verdachte heeft [getuige] een briefje met zijn telefoonnummer gegeven en afgesproken werd dat [getuige] hem zou sms-en als er onraad was. [getuige] heeft net voor oud en nieuw 2018 van [verdachte] een pakket vuurwerk gekregen en verdachte heeft [getuige] verteld dat ‘
hij een grote man in vuurwerk is in deze regio’. ‘
Afgelopen donderdag of vrijdag’ heeft [getuige] verdachte voor het laatst bij de loods gezien, heeft [getuige] op woensdag 9 oktober 2019 verklaard. Verder heeft [getuige] verklaard dat er ook anderen bij de loods kwamen. [21]
Er is geen vergunning voor het opslaan van vuurwerk in de loods aan de [adres 2] in Driebergen-Rijsenburg. [22]
Verdachte heeft verklaard dat hij de loods aan de [adres 2] in Driebergen-Rijsenburg heeft gehuurd, dat meerdere mensen een sleutel van de loods hadden, dat hij in de loods kwam en dat hij wist dat er vuurwerk werd opgeslagen. [23]
Bewijsoverwegingen
Uit voorgaande bewijsmiddelen blijkt dat 5458 kilogram professioneel vuurwerk is aangetroffen in een loods aan de [adres 2] in Driebergen-Rijsenburg. Hiervoor was geen vergunning aangevraagd en deze loods betrof dus geen inrichting als bedoeld in artikel 1.1.4, 2.2.1, 3.2.1 of 3A.2.1 van het Vuurwerkbesluit.
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat meerdere personen een sleutel van de loods hadden en dat meerdere mensen in de loods kwamen. De verhuurder van de loods heeft in dat verband verklaard over een organisatie. Daarmee kan bewezen worden verklaard dat de feiten in vereniging zijn gepleegd.
Vervolgens dient de vraagt te worden beantwoord of verdachte dit vuurwerk in vereniging voorhanden heeft gehad (feit 1) buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1.4, 2.2.1, 3.2.1 of 3A.2.1 van het Vuurwerkbesluit (feit 2).
Daarbij stelt de rechtbank voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezen verklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met anderen.
Ook indien het ten laste gelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal dan van voldoende gewicht moeten zijn. Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte de loods heeft gehuurd, in de loods kwam en wist dat er vuurwerk werd opgeslagen, naar eigen zeggen ook door anderen. Verder blijkt dat verdachte de verhuurder van de loods telefonisch goedkeuring gaf om een voor de verhuurder onbekende man de loods in te laten om vuurwerk te halen, dat de verhuurder hem moest sms-en bij onraad, dat hij de verhuurder vuurwerk heeft gegeven en de verhuurder heeft verteld dat hij een grote man is in vuurwerk in de regio. De verhuurder van de loods vermoedde dat verdachte degene was die alles regelde en heeft verdachte de donderdag of vrijdag vóór woensdag 9 oktober 2019 voor het laatst bij de loods gezien (de rechtbank begrijpt op donderdag 3 of vrijdag 4 oktober 2019).
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten is komen vast te staan.
Door de raadsman is betoogd dat verdachte ten tijde van de doorzoeking van de loods in verzekering op het politiebureau verbleef en dus geen beschikkingsmacht over en geen bewustzijn van het aangetroffen en op de tenlastelegging vermelde vuurwerk heeft gehad, omdat niet duidelijk is wanneer dit in de loods is gebracht.
Reeds vanwege de prominente rol van verdachte (die blijkt uit de hiervoor weergegeven gedragingen) bij het voorhanden hebben van grote hoeveelheden vuurwerk in de loods aan de [adres 2] in Driebergen-Rijsenburg, waarbij zijn opzet daar ook steeds op was gericht, is de rechtbank van oordeel dat de omstandigheid dat er na zijn aanhouding op 5 oktober 2019 in de kern geen sprake meer was van een gezamenlijke uitvoering van het voorhanden hebben van het op de tenlastelegging vermelde vuurwerk op 9 oktober 2019, meer dan voldoende wordt gecompenseerd. Bovendien acht de rechtbank het niet aannemelijk dat er tussen 3 of 4 oktober 2019 (toen de verhuurder verdachte voor het laatst bij de loods heeft gezien) en 9 oktober 2019 (toen de doorzoeking plaatsvond) al het op die dag aangetroffen vuurwerk in de loods is gelost. Het verweer van de verdediging, dat daaromtrent ook niets inhoudt, wordt daarom verworpen en de rechtbank acht het ten laste gelegde medeplegen bij feit 1 en feit 2 wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank overweegt nog dat verdachte bij feit 1 is ten laste gelegd dat hij (in vereniging) 161 flowerbeds voorhanden heeft gehad. Uit bijlage 3 van het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk (pagina 319 tot en met 324) blijkt dat verdachte 131 stuks lijst III-flowerbeds voorhanden heeft gehad. Daarnaast blijkt uit bijlage 7 van het proces-verbaal aan inbeslaggenomen vuurwerk (pagina 335 tot en met 337) dat daarnaast meerdere lijst II- flowerbeds zijn aangetroffen. Uit deze bijlage blijkt echter niet genoegzaam hoeveel lijst 2-flowerbeds zijn aangetroffen. Weliswaar wordt nog wel het gewicht per stuk en het totaalgewicht vermeld, echter blijkt ook hieruit in veel gevallen niet om hoeveel stuks het gaat omdat het totaalgewicht niet deelbaar is door het gewicht per stuk. Daarom zal de rechtbank bewezen verklaren dat verdachte (in vereniging) 131 flowerbeds voorhanden heeft gehad en hem van het meer ten laste gelegde vrijspreken.
4.4
De bewezenverklaring
Ten aanzien van de strafbaarheid van de primair ten laste gelegde feiten in de zaken met parketnummers 08-994546-18 en 08-997048-19 zal de rechtbank hierna (onder 5) tot de conclusie komen dat verdachte ten aanzien van deze feiten dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen (daarom) wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de subsidiair ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
In de zaak met parketnummer 08-994546-18:
hij op 31 oktober 2018, te Lichtenvoorde, in de gemeente Oost Gelre, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis professioneel vuurwerk, te weten 89, batterij enkelschotsbuizen (flowerbeds) voorhanden heeft gehad;
In de zaak met parketnummer 08-997048-19:
A.
verdachte op 5 oktober 2019, in de gemeente Utrecht, opzettelijk,
als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis professioneel
vuurwerk, te weten:
- 72 shells (mortierbommen) en
- 80 stuks - knalvuurwerk (vlinders)
voorhanden heeft gehad
en
B.
verdachte op 5 oktober 2019, in de gemeente Utrecht,
opzettelijk, aan een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis, te
weten aan [medeverdachte] en aan [naam 1] professioneel vuurwerk, te
weten:
- shells (mortierbommen)
ter beschikking heeft gesteld;
In de zaak met parketnummer 08-994505-20:
1.
verdachte op 9 oktober 2019, te Driebergen-Rijsenburg, in de gemeente Utrechtse Heuvelrug, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis professioneel vuurwerk, te weten:
- 42 shells (mortierbommen) en
- 131 stuks batterij enkelschotsbuizen (flowerbeds)en
- 1678 stuks, knalvuurwerk (Super cobra) en
- 600 stuks knalvuurwerk (geen opschriften) en
- een groot aantal stuks knalvuurwerk (TXP010 en TP 2 en FP3 en XP4001 Mad Bull Dog)
voorhanden heeft gehad;
2.
verdachte op 9 oktober 2019, te Driebergen-Rijsenburg, in de gemeente Utrechtse Heuvelrug, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk 5458 kilogram vuurwerk (bestaande dat vuurwerk uit onder meer shells (mortierbommen) en enkelschotsbuizen (flowerbeds) en knalvuurwerk), buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1.4, 2.2.1,
3.2.1
of 3A.2.1 van het Vuurwerkbesluit, voorhanden heeft gehad, immers hadden verdachte en verdachtes mededaders toen aldaar dit vuurwerk voorhanden in een loods gelegen aan de [adres 2] ;
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

De tenlastelegging is ten aanzien van de primair ten laste gelegde feiten in de zaken met parketnummers 08-994546-18 en 08-997048-19 gebaseerd op artikel 1.2.2, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit. In het derde lid van dit artikel is het opslaan en voorhanden hebben van professioneel vuurwerk ook verboden, maar dan voor een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis. Uit de Nota van Toelichting, behorend bij het besluit van 9 december 2009 tot wijziging van het Vuurwerkbesluit (Stb. 2009, 605), blijkt dat het eerste lid van deze bepaling zich richt tot de fabrikant, de importeur en de distributeur van professioneel vuurwerk, terwijl het derde lid ziet op particulieren. Het derde lid van dit artikel is gelet hierop, waar het gaat om het opslaan en voorhanden hebben van professioneel vuurwerk, als systematische specialis ten opzichte van het eerste lid te beschouwen. Verdachte is een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis, hij heeft het vuurwerk dus als particulier opgeslagen en voorhanden gehad. Dat brengt gelet op artikel 55, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht (Sr) mee dat alleen het derde lid van artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit als strafbepaling in aanmerking komt. Daarom zal de rechtbank verdachte ten aanzien van de primair ten laste gelegde feiten in de zaken met parketnummers 08-994546-18 en 08-997048-19 – waar verdachte overtreding van artikel 1.2.2., eerste lid, van het Vuurwerkbesluit wordt verweten – ontslaan van alle rechtsvervolging.
Het bewezen verklaarde (het subsidiair ten laste gelegde in de zaken met parketnummers 08-994546-18 en 08-997048-19 en het als feit 1 primair en feit 2 primair ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 18-994505-20) is strafbaar gesteld in artikel 47 Sr en in de artikelen 1.2.2 en 1.2.4 van het Vuurwerkbesluit, in samenhang met artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De rechtbank is van oordeel dat de in de zaak met parketnummer 18-994505-20 als feit 1 primair en feit 2 primair bewezen verklaarde gedragingen steeds in die mate een samenhangend, zich min of meer op dezelfde tijd en plaats afspelend feitencomplex opleveren dat de verdachte daarvan in wezen één verwijt kan worden wordt gemaakt, dat sprake is van eendaadse samenloop.
Het bewezen verklaarde levert op:
het in de zaak met parketnummer 08-994546-18 subsidiair ten laste gelegde:
het misdrijf: medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.
het in de zaak met parketnummer 08-997048-19 subsidiair ten laste gelegde:
het misdrijf: overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd.
en de eendaadse samenloop van:
het in de zaak met parketnummer 18-994505-20 het als feit 1 primair ten laste gelegde:
het misdrijf: medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.
en
het in de zaak met parketnummer 18-994505-20 het als feit 2 primair ten laste gelegde:
het misdrijf: medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 1.2.4 van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde en strafbaar geachte feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van drie jaren geëist.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat de door de officier van justitie geëiste straf niet in verhouding staat met de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd en heeft verzocht een deels voorwaardelijke straf of een taakstraf op te leggen.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich meerdere keren schuldig gemaakt aan het illegaal voorhanden hebben van professioneel vuurwerk. Op 31 oktober 2018 heeft verdachte 2.454,30 kilogram (zie pagina 161 en verder van het proces-verbaal in deze zaak) professioneel vuurwerk voorhanden gehad in het voertuig dat hij had gehuurd en op dat moment bestuurde. Op 5 oktober 2019 in Utrecht heeft verdachte 36 kilogram professioneel vuurwerk voorhanden gehad en 32 kilogram daarvan ter beschikking gesteld aan anderen (zie pagina 1 van het proces-verbaal in deze zaak). Op 9 oktober 2019 werd in een loods in Driebergen-Rijsenburg 5458 kilogram professioneel vuurwerk aangetroffen in een loods die daarvoor niet geschikt was. Met anderen heeft verdachte dit vuurwerk voorhanden gehad.
Verdachte heeft dus een grote hoeveelheid van 7.948,30 kilogram professioneel vuurwerk illegaal voorhanden gehad. Het is aannemelijk dat het handelshoeveelheden betreft. Verdachte verkoopt het gevaarlijke vuurwerk aan iedereen die de gevraagde prijs wil betalen. Hij slaat het op en vervoerd het zonder de noodzakelijke veiligheidsvoorzieningen te treffen, met alle risico’s van dien. Professioneel vuurwerk is als zodanig gekwalificeerd omdat het veel gevaarlijker is dan consumentenvuurwerk. Verdachte heeft kennelijk alleen uit financieel gewin gehandeld en zich niet bekommerd om het gevaar voor anderen. Ontploffing van deze hoeveelheid vuurwerk in de loods of tijdens het vervoeren had enorme gevolgen kunnen hebben voor de omgeving. Ook het afsteken van dergelijk vuurwerk brengt risico’s met zich, niet alleen voor degene die het ontsteekt, maar ook voor omstanders. Ernstige gehoorbeschadiging, zwaar lichamelijk letsel of overlijden kan daarbij het gevolg zijn. Het voorhanden hebben van een dergelijke grote hoeveelheid professioneel vuurwerk levert grote gevaren op voor mens en dier en veroorzaakt dus maatschappelijk onacceptabele risico’s. Verdachte heeft ter zitting een berekenende indruk op de rechtbank gemaakt en niet de indruk gewekt dat hij intrinsiek gemotiveerd is om zijn leven te veranderen, hoewel hij zelf anders verklaart. Met name de omstandigheid dat verdachte, na schorsing van zijn voorlopige hechtenis in de zaak met parketnummer 08-994546-18, onverminderd met de vuurwerkhandel is doorgegaan, moet naar het oordeel van de rechtbank tot uitdrukking komen in de op te leggen straf. Een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf is dan ook op zijn plaats.
Bij het bepalen van de hoogte van de op te leggen straf heeft de rechtbank de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd als uitgangspunt genomen, maar ook rekening gehouden met de aspecten die door de raadsman naar voren zijn gebracht.
Daarbij heeft de rechtbank er in het bijzonder rekening mee gehouden dat verdachte geen soortgelijke documentatie heeft en nog relatief jong is. De reclassering heeft in het reclasseringsadvies van 17 maart 2020 gerapporteerd dat verdachte beschikt over stabiele huisvesting, bezig is zijn opleiding af te ronden, goed contact heeft met zijn familie en dat er geen aanwijzingen zijn voor schulden of middelenproblematiek. De reclassering ziet geen aanknopingspunten voor interventies of toezicht en adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden. Verdachte dient derhalve ten aanzien van het professionele vuurwerk enkel een veiliger, verstandiger en wijzere keuze te maken dan hij in de bewezen verklaarde gevallen heeft gedaan. Hij dient zich voortaan verre te houden van de handel in en het bezit van zwaar illegaal vuurwerk. Om verdachte daartoe te motiveren, zal de rechtbank als een “stok achter de deur” een fors voorwaardelijk strafdeel opleggen. Dat verdachte vanaf de dag van de uitspraak ook nog ruim een half jaar in detentie moet doorbrengen is naar het oordeel van de rechtbank onvermijdelijk, gelet op de hoeveelheid vuurwerk, de daarmee gepaard gaande gevaarzetting en de straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd.
Alles afwegende acht de rechtbank de duur van de onvoorwaardelijke gevangenisstraf, zoals door de officier van justitie gevorderd, te lang. De rechtbank zal verdachte daarom veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, waarvan zij vijftien maanden voorwaardelijke, met een proeftijd van drie jaren.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van het aan hem toebehorende op de beslaglijst in de zaak met parketnummer 08-994546-18 vermelde geldbedrag (te weten: € 8.370,--), omdat dit geldbedrag niet vatbaar is voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet. Immers kan niet worden vastgesteld dat het in de zaak met parketnummer 08-994546-18 bewezen verklaarde is begaan met dit geld, dat het bij de voorbereiding of uitvoering is gebruikt of dat het geheel of grotendeels door middel van of uit baten van dit feit is verkregen.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de Economische Delicten en op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 55 en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het primair en
subsidiairten laste gelegde in de zaken met parketnummers 08-994546-18 en 08-997048-19 en het als feit 1 primair en feit 2 primair ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 18-994505-20 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart dat het
primairten laste gelegde in de zaken met parketnummers 08-994546-18 en 08-997048-19 geen strafbaar feit oplevert en ontslaat verdachte in zoverre van alle rechtsvervolging;
- verklaart het overige hiervoor bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het overige hiervoor bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
het in de zaak met parketnummer 08-994546-18 subsidiair ten laste gelegde:
het misdrijf: medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.
het in de zaak met parketnummer 08-997048-19 subsidiair ten laste gelegde:
het misdrijf: overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd.
en de eendaadse samenloop van:
het in de zaak met parketnummer 18-994505-20 het als feit 1 primair ten laste gelegde:
het misdrijf: medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.
en
het in de zaak met parketnummer 18-994505-20 het als feit 2 primair ten laste gelegde:
het misdrijf: medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 1.2.4 van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde, voor zover die feiten strafbaar zijn geacht;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
15 (vijftien) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- gelast de teruggave van het in de zaak met parketnummer 08-994546-18 in beslag genomen geld (te weten: € 8.370,--) aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Melaard, voorzitter, mr. M.B. van Werkhoven en mr. R.P. van Campen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.P. Ponsteen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 25 mei 2020.
Mr. R.P. van Campen is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie Oost-Nederland met nummer PL0600-2018491240 (onderzoek: Netel). Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de landelijke eenheid van de politie met nummer PL0900-019298570. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
3.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 19 en 20.
4.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 19.
5.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 14 en 15.
6.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 21 en 22.
7.Proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk, pagina 31.
8.Bijlage 3 van het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk, pagina 54.
9.Bijlage 2 van het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk, pagina 51 tot en met 53.
10.Bijlage 3 van het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk, pagina 54 tot en met 56.
11.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie Rotterdam, dienst regionale recherche, met nummer PL17R4-2019182130 (onderzoek: Dido). Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
12.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 59 en 60.
13.Bijlage 2 van het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk, pagina 316 tot en met 318.
14.Bijlage 3 van het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk, pagina 319 tot en met 324.
15.Bijlage 4 van het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk, pagina 325 tot en met 327 en bijlage 5 van het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk, pagina 328 tot en met 330.
16.Bijlage 6 van het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk, pagina 331 tot en met 334.
17.Bijlage 8 van het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk, pagina 338 tot en met 340.
18.Zie de hiervoor vermelde bewijsmiddelen per vuurwerkcategorie.
19.Verhoor [getuige] op 9 oktober 2019, pagina 78, en verhoor [getuige] op 10 oktober 2019, pagina 83.
20.Verhoor [getuige] op 9 oktober 2019, pagina 76 tot en met 81.
21.Verhoor [getuige] op 14 november 2019, pagina 87
22.Verhoor [getuige] op 9 oktober 2019, pagina 89 en 90.
23.Verklaring ter zitting van 11 mei 2020.