4.4.3Het oordeel van de rechtbank
4.4.3.1 Vaststelling van de feiten bij feit 1 [adres 2] in Emmen
Op 28 oktober 2018 doet de politie een inval in de woning aan de [adres 2] in Emmen. In de woning worden drugs aangetroffen en drugsgerelateerde goederen: mengbekers met aanslag van wit poeder, bakken met witte substanties en wit poeder, een elektronische weegschaal, drie vacumeermachines, vele vacuüm gesealde zakjes in diverse formaten en met diverse opschriften, lege sealzakjes, enveloppen, plaketiketten, vellen met postzegels voor de Duitse Bundespost, etiketteermachines, telefoons en identiteitskaarten.
De in de woning inbeslaggenomen drugs zijn getest. Het betreft in totaal 53.486,24 gram amfetamine en 8.052,47 gram MDMA.
In de berging van de woning vindt de politie op 31 oktober 2018 119 vuilniszakken met aluminiumkleurige sealbags, latex wegwerphandschoenen, doosjes met gripzakjes, een doos vol lege dvd-hoesjes, cd-hoesjes en enveloppen.
In de dagen voorafgaand aan de inval heeft de politie meegelezen met chatgesprekken die het volgende inhielden.
Op 27 oktober 2018 laat [verdachte] [medeverdachte 3] weten dat hij morgen 50 kilo speed komt leveren en dat de LSD maandag komt. [medeverdachte 3] geeft dit door aan [medeverdachte 4] . Op 28 oktober 2018 wordt [medeverdachte 2] geïnformeerd en moet hij “ [alias 2] connecten” om speed aan te pakken.
[medeverdachte 4] bericht [verdachte] daarop dat hij onderweg is en dat de chauffeur op de plek staat om 16:00 uur. [medeverdachte 4] vraagt hem ook of het wel 50 kilo is en [verdachte] antwoordt dat het 49 is en dat hij het 50 maakt wanneer de LSD en de 2cb worden geleverd. Later laat
[medeverdachte 4] zowel [medeverdachte 3] als [medeverdachte 2] weten dat er 49 kilo binnen is.
Het observatieteam heeft voorafgaand aan de politie-inval in de woning waargenomen dat op 28 oktober 2018 omstreeks 15:40 uur op een parkeerplaats aan de [appellant] in Emmen een Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 1] staat. De bestuurder van de Golf wordt herkend: het is [medeverdachte 6] . Omstreeks 16:00 uur stopt een Volkswagen Polo met kenteken
[kenteken 2] naast de Volkswagen Golf, [medeverdachte 4] is de bestuurder. [medeverdachte 6] en [medeverdachte 4] zetten vier gevulde AH-tassen uit de Golf in de Polo. [medeverdachte 4] rijdt met die Polo naar de [adres 2] . Daar haalt hij met een onbekend gebleven persoon de vier tassen uit de auto en loopt hij de woning op [adres 2] binnen.
Op 28 oktober 2018 bericht [medeverdachte 4] [medeverdachte 3] over de inval in het werkhuis, waarna [medeverdachte 3] [medeverdachte 2] informeert met de tekst “inval in werkhuis Emmen”. [medeverdachte 3] is ontstemd omdat tegen de basisregel om zo weinig mogelijk te hebben, is gehandeld. [medeverdachte 3] laat [medeverdachte 4] ook weten dat het prioriteit is om het bewijsmateriaal weg te doen. [medeverdachte 4] antwoordt dat hij bang is, omdat hij de dozen met dvd’s en dozen met enveloppen heeft aangeraakt.
Ook [verdachte] wordt geïnformeerd over de inval. [verdachte] chat “dus nu snel een nieuw werkhuis” en bevestigt dat net die ‘s’ is geleverd. [verdachte] verzekert [medeverdachte 3] dat er deze week een nieuwe staat.
4.4.3.2 Vaststelling van de feiten bij feit 2 [adres 3] Roermond
Op 6 november 2018 treft de politie in de woning en garage aan de [adres 3] in Roermond drugs aan:
- ongeveer 32,4 kg amfetaminepasta
- ongeveer 12,8 kilogram xtc-tabletten
- ongeveer 137 gram pillen amfetamine
- ongeveer 1260 gram brokken xtc
- ongeveer 221 gram heroïne
- ongeveer 29,8 gram cocaïne.
Ook zijn enveloppen met adressen in de VS en Australië, twee daarvan met xtc-tabletten, printerrollen, DVD-hoesjes en enveloppen aangetroffen.
De bewoner van de woning is [naam 1] (verder: [naam 1] ).
De rechtbank stelt op basis van de bevindingen van de politie vast dat [naam 1] gebruiker was van het account [accountnaam 8] .
Om de vraag over de betrokkenheid van verdachte bij dit feit te beantwoorden, stelt de rechtbank, ook ten behoeve van feit 3, het volgende vast.
In de periode voorafgaand aan 6 november 2018 hebben verdachte en zijn medeverdachten de volgende drugsgerelateerde activiteiten ontplooid.
Op 15 oktober 2018 maken [verdachte] en [naam 1] in chatgesprekken afspraken over de levering van de pillen aan [naam 1] . Dat heeft nogal wat voeten in aarde omdat de chauffeur verlaat is. [naam 1] laat [verdachte] weten dat hij zijn vrouw uit het ziekenhuis moet halen en niet kan wachten. Observatie van [naam 1] levert op dat hij die dag met de door hem in de chatgesprekken beschreven grijze Renault Kangoo met het aan hem te linken kenteken
[kenteken 3] bij het ziekenhuis in Roermond wordt gezien.
Uiteindelijk komt het toch tot een ontmoeting tussen de chauffeur en [naam 1] . [verdachte] chat over “10k (de rechtbank begrijpt 10.000) 200mg Philip Plein” en [naam 1] appt terug “ik heb de pillen”. Ook chatten zij op 15 oktober 2018 over welke soorten en hoeveelheden pillen er bij [naam 1] liggen: Phillip Plein en Aardbeien.
Op 17 oktober 2018 bespreken [naam 1] en [medeverdachte 4] de levering aan [naam 1] van coke, hash, heroïne en geld.
Op 18 oktober spreken zij voor de dag erna af.
Op 19 oktober 2018 spreken [medeverdachte 4] en [naam 1] af op het adres [adres 4] in Roermond. [naam 1] zegt dat hij met een grijze Renault Kangoo komt. [medeverdachte 4] beschrijft zijn auto als een zwarte Polo.
Om 19:58 uur ziet het observatieteam een Renault Kangoo met kenteken [kenteken 3] ter hoogte van een Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 2] en daarbij [medeverdachte 4] bij een geopende kofferbak, op het terrein aan de [adres 4] in Roermond.
Om 20:04 uur bericht [medeverdachte 4] aan [medeverdachte 3] dat hij het heeft afgegeven. En [naam 1] laat [medeverdachte 2] én [medeverdachte 3] weten dat hij het geld, de coke, de heroïne en de hash heeft.
4.4.3.3 Vaststelling van de feiten bij feit 3 drugshandel in de periode april 2017 tot en met 6 november 2018
Hiervoor heeft de rechtbank feiten en omstandigheden vastgesteld die voor de bewijsvraag van de feiten 1 en 2 relevant zijn. Onder feit 3 wordt verdachte primair verweten dat hij de in artikel 2, aanhef en onder B, Opiumwet verboden handelingen heeft verricht. Kortweg: productie en handel in harddrugs
De feiten die tot een bewezenverklaring van de feiten 1 en 2 leiden, zijn ook van belang bij de bewijsvraag van feit 3. In aanvulling daarop stelt de rechtbank nog het volgende vast.
Op basis van de meegelezen Ironchatberichten stelt de rechtbank vast dat verdachten ook op de volgende datums actief zijn geweest.
Op 9 oktober 2018 bespreken [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] het klaar hebben staan van C en H in Rotterdam.
Op 11 oktober 2018 laat [medeverdachte 4] weten dat hij dat morgen kan aannemen. De onbekend gebleven “ [accountnaam 9] ” laat in een chat weten dat het adres [adres 5] is. Dit is een adres in Emmen. Vervolgens is er op 12 oktober 2018 een transport naar Emmen. Om 14:41 uur vraagt [medeverdachte 2] aan [medeverdachte 4] of hij de coke al heeft gekregen. [medeverdachte 2] laat ook weten dat hij een order heeft van 25 gram. [medeverdachte 4] zegt dat [medeverdachte 2] die wel kan aannemen. Hij heeft de jongens die het brengen al gesproken en die brengen het vandaag. Om 19:24 uur laat
[medeverdachte 4] zowel [medeverdachte 3] als [medeverdachte 2] weten dat het een halve kilo C en een halve kilo H is.
Op 28 oktober 2018 overleggen [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [verdachte] over een Skoda, een Smart en een Caddy. [medeverdachte 4] vraagt [verdachte] of hij morgen iemand kan sturen die ‘het’ ophaalt. De volgende dag chatten [medeverdachte 4] en [verdachte] over het adres [adres 6] in Ede. [medeverdachte 4] stuurt [verdachte] aan om zijn mensen een stashplek leeg te laten halen met de Caddy.
Op 29 oktober 2018 neemt het observatieteam waar dat een Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 2] in de [adres 6] in Ede parkeert naast een Renault Megane met kenteken
[kenteken 4] . [medeverdachte 4] stapt uit de Renault en stapt in de Polo. De Renault rijdt naar de [adres 7] in Arnhem. De bestuurder stapt uit en gaat bij drie mannen staan, een van hen is [medeverdachte 6] . Deze mannen staan bij een Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 1] . Omstreeks 12:56 uur rijdt deze Golf weg. Er zitten drie mannen in. Om 14:40 uur rijdt de Golf de [adres 8] in Emmen in, waarna één van de mannen uitstapt en als hij terug komt rijdt hij in een Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken 5] . Om 15:00 uur neemt het observatieteam waar dat [medeverdachte 6] uit deze Volkswagen Caddy stapt aan de [adres 9] in Emmen.
Om 15:45 uur rijdt de Caddy naar een garagebox aan de [adres 10] in Emmen. Om 16:02 uur stapt [medeverdachte 6] in de Caddy. Om 16.03 uur rijdt de Caddy weg. Om 17:06 uur krijgt [medeverdachte 6] , de bestuurder van de Caddy, op de A28 een stopteken van de politie. De politie vindt in zijn auto 68 postpakketten, geadresseerd aan personen over de hele wereld, grotendeels voorzien van verzendadressen in Duitsland, gefrankeerd met Duitse postzegels en voor een deel voorzien van een poststicker met het logo van Deutsche Post en een barcode. De postpakketten bevatten geplastificeerde DVD-hoesjes, met daarin in een dubbel vacuümverpakte verpakking gripzakjes met verdovende middelen. [medeverdachte 6] verklaart over de aangetroffen goederen dat hij in Emmen een garagebox moest leeghalen. De aangetroffen pillen, die MDMA blijken te bevatten, komen naar uiterlijk overeen met de in de woning aan de [adres 3] in Roermond aangetroffen xtc-pillen.
4.4.3.4 Opzettelijk aanwezig hebben bij de feiten 1 en 2
Voor het opzettelijk ‘aanwezig hebben’ van verdovende middelen als bedoeld in artikel 2, onder C, Opiumwet, is niet beslissend aan wie die middelen toebehoren. Enige beschikkings- of beheersbevoegdheid ten aanzien van de verdovende middelen is niet vereist. Voldoende is dat de verboden middelen zich in de machtssfeer van de verdachte bevinden, waartoe in elk geval noodzakelijk is dat de verdachte wetenschap heeft van de aanwezigheid van de verdovende middelen, althans van de aanmerkelijke kans daarop. Aan dat vereiste is naar het oordeel van de rechtbank op grond van de hiervoor vastgestelde feiten ruimschoots voldaan.
4.4.3.5 Medeplegen bij de feiten 1 t/m 3
Verdachte heeft zich samen met zijn medeverdachten gedurende langere tijd bezig gehouden met omvangrijke drugshandel. Ook werden drugs geproduceerd en vond uitvoer van verdovende middelen naar het buitenland plaats. Zij maakten bij die handel en export onder meer gebruik van het zogenoemde Darkweb en verzonden de bestelde drugs in vermomde postpakketten, zoals bijvoorbeeld DVD-hoesjes. Betaling van Darkwebtransacties vond plaats in bitcoins. De bitcoins werden op gezette tijden omgewisseld in contant geld. De verdachten vormden op basis van gelijkwaardigheid een samenwerkingsverband. De taken waren en werden in overleg verdeeld. Zij communiceerden daarover met elkaar - en met onbekend gebleven derden - door middel van de hiervoor beschreven versleutelde Ironchat-accounts. Op verschillende plaatsen in Nederland hadden zij werkhuizen en stashplekken voor de te produceren en/of te verhandelen drugs. In die panden zijn door de politie niet alleen machines en toebehoren voor de productie van drugs aangetroffen, maar ook verpakkings- en verzendingsmaterialen voor bijvoorbeeld Duitsland, Australië en de Verenigde Staten.
Over de specifieke rollen en activiteiten van de afzonderlijk verdachten overweegt de rechtbank nog het volgende.
[medeverdachte 3] houdt gegevens bij van de te leveren drugs en de financiële afwikkeling.
[medeverdachte 2] houdt nauw contact met [medeverdachte 3] en registreert niet alleen de hoeveelheden maar ook de ontvangst van geld en partijen drugs. Illustratief daarvoor is bijvoorbeeld dat [naam 1] gelijktijdig [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] informeert over de partij drugs en het geld op 19 oktober 2018. De rol van [medeverdachte 2] gaat verder dan enkel het bijhouden van de administratie. Hij voert ook de regie over de drugstransporten en het voorraadbeheer.
Verdachten hebben ieder zeggenschap over de levering van de drugs. [verdachte] bespreekt niet alleen de locatie, maar ook de aan te leveren hoeveelheid en soorten drugs en neemt initiatief in het regelen van een nieuw werkhuis na de inval in Emmen. Ook [medeverdachte 4] houdt zich bezig met de logistiek en zorgt ervoor dat niet alleen het werkhuis in Emmen bevoorraad wordt, hij regelt ook ontmoetingen in Emmen, Roermond en Enschede zodat de leveringen, bevoorradingen en uitbetalingen plaats kunnen vinden.
Uit al hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 4] en [verdachte] tezamen en in vereniging opzettelijk de diverse drugs aanwezig hebben gehad, hebben geproduceerd en een grootschalige drugshandel hebben gedreven.
Er was kortom naar het oordeel van de rechtbank sprake van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking.
4.4.3.6 Periode drugsdelicten
Over de periode waarin deze strafbare feiten werden gepleegd, stelt de rechtbank op basis van de inhoud van het door de politie opgemaakte proces-verbaal van onderzoek op het Darkweb het volgende vast.
Op diverse sites op het Darkweb zijn [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] als vendors (verkopers) actief. Het betreft (onder andere) de sites [site 1] en [site 2] . Uit de chatberichten blijkt dat verdachten opereren onder vendornamen als [alias 3] , [alias 4] en [alias 5] . Zij bedienen zich op die sites en in hun chatcommunicatie van voor het bitcoinbetalingsverkeer kenmerkende termen als ‘FE’ (Finalize Early) en ‘Escro(w)’. Finalize Early wil zoveel zeggen als: betalen voor levering, Escrow betekent betalen na levering. De drugs waarover in de chats wordt gesproken en die in de verschillende panden in Emmen en Roermond zijn aangetroffen, komen overeen met wat [alias 5] aanbiedt op [site 1] .
Op 17 oktober 2018 bekijkt de politie het profiel van [alias 5] op [site 1] en constateert dat:
- de vendornaam [alias 5] is geregistreerd op 16 februari 2016,
- cocaïne, speed, MDMA, 2-CB, xtc-pillen, LSD, ketamine, hash en heroïne worden aangeboden,
- vanuit Nederland verscheept wordt naar Europa, Zuid-Amerika, Azië, Afrika en Canada, Verenigde Staten, Australië, Nieuw Zeeland en Frankrijk.
Op 7 november 2018 constateert de politie dat deze vendor in 226 advertenties op [site 1] drugssoorten aanbiedt die overeenkomen met de drugs waarover in de chatgesprekken van 3 oktober 2018 tot en met 2 november 2018 wordt gesproken.
De laatste activiteit van [alias 5] is op 5 november 2018, dus daags voordat de meeste verdachten werden aangehouden. De vendors [alias 5] , [alias 6] en [alias 7] zijn bij onderzoek op 12 november 2018 niet meer op [site 1] te vinden.
Op 3 oktober 2018 vraagt [medeverdachte 3] aan [medeverdachte 2] of hij ista of [alias 3] doet. [medeverdachte 2] laat vervolgens weten dat hij berichten voor [medeverdachte 3] had weggewerkt en dat “eergisteren [alias 5] ook keer 2.5K(de rechtbank begrijpt: 2.500) FE”
Vanuit pseudokoop is van NN [alias 5] (op de website van [site 1] ) via de mail ( [alias 5] @protonmail) het volgende bitcoinadres: [bitcoinadres 1] voor betaling verkregen. In Chainalysis is dit bitcoinadres geclusterd: [naam cluster 1] . Dit cluster bleek in de periode 3 april 2017 tot en met
5 november 2018 bitcoins te hebben ontvangen in 4.446 transacties.
De rechtbank is op grond van vorenstaande van oordeel dat het bitcoinadres waarover verdachte en zijn medeverdachten konden beschikken in de gehele ten laste gelegde periode gebruikt is voor transacties van [alias 5] op [site 1] .
Daarnaast wordt bij onderzoek door de politie de vendornaam [alias 5] ook aangetroffen op [site 2] en [site 3] . Daarbij had [alias 5] dezelfde PGP-sleutel als later op [site 1] werd gebruikt. [site 2] en [site 3] waren ten tijde van het onderzoek door de politie niet meer online maar konden worden bekeken omdat het Team Darkweb van de Landelijke politie de databases ervan had veiliggesteld. Op [site 2] heeft [alias 5] ook gehandeld in speed, MDMA, cocaïne, Ketamine én XTC-pillen met SS-logo die waren aangeboden in juni 2017.
In de chats refereren de verdachten eveneens aan een periode dat ze in de drugshandel actief zijn. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] chatten over hoe lang ze al bezig zijn en wat ze hebben meegemaakt.
[medeverdachte 3] bericht op 3 oktober 2018 [medeverdachte 2] over de vendor [alias 5] en wat ze daar verkochten en dat hij dat een jaar geleden elke dag op elk account had. En in het begin was het een gouden tijdperk: 5-8 K (de rechtbank begrijpt: 5.000 - 8.000). [medeverdachte 3] zegt dat hij er wel een boek over kan schrijven en gaat daarbij verder terug in de tijd. Hij refereert daarbij aan “toen met de kapper” en dat dat “dikke nationale nieuws” was. Het is de rechtbank bekend dat de aanslag op kapper [slachtoffer] van [kapperszaak] te Enschede, op 7 februari 2017 heeft plaatsgevonden.
[medeverdachte 4] vertelt op 1 november 2018 aan [medeverdachte 3] , naar aanleiding van de inval aan de [adres 11] in Emmen, dat hij daar twee jaar zelf een osso (huis) heeft gehad en nooit gezeik heeft gehad.
[verdachte] chat op 6 oktober 2018 met [medeverdachte 3] over [naam 2] . [naam 2] had vorig jaar nog geld gegeven om rekeningen te betalen en [verdachte] deelde met hem de winst en zorgde dat iedereen zijn geld kreeg.
Dit alles maakt dat de rechtbank tot het oordeel komt dat verdachte en zijn medeverdachten in de onder feit 3 ten laste gelegde periode, via het Darkweb in drugs handelden.