In deze beschikking van de Rechtbank Overijssel, gedateerd 10 maart 2020, is een zorgmachtiging verleend aan betrokkene, aangeduid als [A], geboren in 1988. Het verzoek tot het verlenen van deze zorgmachtiging werd ingediend door de officier van justitie op 10 februari 2020, met als doel verplichte zorg te verlenen op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, die leidt tot ernstig nadeel voor zowel betrokkene als de omgeving. Dit ernstig nadeel omvat agressie naar anderen en hinderlijk gedrag, wat de noodzaak voor verplichte zorg onderstreept.
Tijdens de zittingen is gebleken dat betrokkene zich had onttrokken aan de voortgezette crisismaatregel en niet aanwezig was bij de eerste zitting. De rechtbank heeft de zaak aangehouden en opnieuw behandeld, waarbij betrokkene in afwezigheid werd gehoord. De advocaat van betrokkene heeft namens hem het woord gevoerd. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn, waardoor verplichte zorg noodzakelijk is. De voorgestelde zorg omvat onder andere het toedienen van medicatie en controle op middelen.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de zorgmachtiging te verlenen voor een periode van zes maanden, tot en met 10 september 2020. De beschikking benadrukt dat verplichte opname op een gesloten afdeling als ultimum remedium moet worden beschouwd en dat de verplichte zorg in ambulante omstandigheden moet worden uitgevoerd. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, met specifieke maatregelen die kunnen worden getroffen ter behandeling van de psychische stoornis van betrokkene.