ECLI:NL:RBOVE:2019:949
Rechtbank Overijssel
- Wraking
- J.A.O.M. van Aerde
- A.A.A.M. Schreuder
- H.T. Pos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek in een strafzaak met betrekking tot witwassen
In de zaak van verzoekster, die samen met een medeverdachte wordt verdacht van witwassen, heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel op 12 maart 2019 het verzoek tot wraking van de meervoudige strafkamer afgewezen. Het wrakingsverzoek volgde op een openbare terechtzitting op 12 februari 2019, waar de meervoudige strafkamer, bestaande uit mrs. H.R. Schimmel, S. Taalman en B.T.C. Jordaans, de afwijzing van getuigenverzoeken van verzoekster had gemotiveerd. De advocaat van verzoekster stelde dat deze afwijzing onbegrijpelijk was en dat de meervoudige strafkamer daardoor vooringenomen was. De wrakingskamer oordeelde dat de vrees voor partijdigheid niet objectief gerechtvaardigd was, aangezien de meervoudige strafkamer nog niet inhoudelijk had geoordeeld over de zaak en er ruimte was voor verdere uitleg van de verdachte.
De wrakingskamer benadrukte dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De gronden van verzoekster waren voornamelijk gericht tegen de beslissing van de meervoudige strafkamer om de getuigenverzoeken af te wijzen. De wrakingskamer concludeerde dat de bewoordingen van de meervoudige strafkamer niet als blijk van vooringenomenheid konden worden opgevat, en dat de mogelijkheid voor verzoekster om haar verklaring verder toe te lichten nog steeds bestond. Daarom werd het verzoek tot wraking afgewezen, en er werd geen rechtsmiddel tegen deze beslissing open gesteld.