In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 14 maart 2019 uitspraak gedaan over een omgevingsvergunning die was verleend aan woningstichting Openbaar Belang voor de renovatie van 60 appartementen in Zwolle. Eiser, die een appartement huurt van de woningstichting, had bezwaar gemaakt tegen de verleende vergunning en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld tijdens een zitting op 12 maart 2019, waar zowel eiser als vertegenwoordigers van de woningstichting en de gemeente aanwezig waren.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de gemeente zich op het standpunt had kunnen stellen dat het bouwplan voldoet aan de voorschriften van het Bouwbesluit. Eiser had verschillende bezwaren ingediend, waaronder onzorgvuldige behandeling van zijn bezwaren door de gemeente en twijfels over de brandveiligheid van de renovatie. De voorzieningenrechter concludeerde dat de gemeente de aanvraag op een zorgvuldige manier had behandeld en dat de bezwaren van eiser niet opgingen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de omgevingsvergunning terecht was verleend en dat er geen aanleiding was voor een voorlopige voorziening.
De uitspraak benadrukt de beoordelingsruimte die de gemeente heeft bij het verlenen van omgevingsvergunningen en de noodzaak voor huurders om hun bezwaren goed te onderbouwen. De voorzieningenrechter heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.