ECLI:NL:RBOVE:2019:702

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
26 februari 2019
Publicatiedatum
26 februari 2019
Zaaknummer
08-910015-18 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor mensenhandel en ontucht met een minderjarige

Op 26 februari 2019 heeft de Rechtbank Overijssel een 49-jarige man uit Steenwijk veroordeeld tot 30 maanden gevangenisstraf voor het prostitueren van een minderjarig meisje, het hebben van seks met haar en het maken van kinderpornografische afbeeldingen. De rechtbank oordeelde dat de instemming van het meisje niet relevant was, aangezien de wetgeving minderjarigen beschermt, ook tegen zichzelf. De verdachte, die als sociotherapeut in een tbs-kliniek werkte, had misbruik gemaakt van de kwetsbaarheid van het meisje, dat onder intensieve jeugdzorg viel. De rechtbank vond dat hij, gezien het grote leeftijdsverschil, haar had moeten beschermen. De zaak kwam aan het licht na een melding bij de politie dat de verdachte het meisje tegen betaling zou aanbieden voor seks. Tijdens de rechtszaak werd de verdachte geconfronteerd met bewijs van zijn betrokkenheid bij de prostitutie van het meisje, waaronder berichten die hij had verzonden via Kik-messenger en WhatsApp. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan mensenhandel en ontuchtige handelingen met de minderjarige, en dat hij kinderpornografisch materiaal had vervaardigd en verspreid. De rechtbank legde een gevangenisstraf op die in overeenstemming was met de ernst van de feiten, ondanks het verweer van de verdediging dat het meisje geen slachtoffer was en zelf het initiatief had genomen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08-910015-18 (P)
Datum vonnis: 26 februari 2019
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1970 in [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de BRP op het adres: [adres 1] ,
nu verblijvende in de PI Almelo.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 9 oktober 2018, 3 januari 2019 en 12 februari 2019.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van officier van justitie mr. W.E.M. van Erp en van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. M. Mulderij-Anker, advocaat te Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, na een nadere omschrijving van de tenlastelegging op 12 februari 2019, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:in de periode van 7 juni 2018 tot en met 7 juli 2018, terwijl [slachtoffer] nog geen achttien jaar was:
 haar heeft vervoerd en/of overgebracht met het oogmerk van uitbuiting (sub 2 van artikel 273f lid 1 van het Wetboek van Strafrecht (Sr)),
 haar ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling (sub 5 van artikel 273f lid 1 Sr) en/of
 opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van [slachtoffer] met een derde tegen betaling (sub 8 van artikel 273f lid 1 Sr)
feit 2:ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer] toen zij nog geen zestien jaar was, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van haar lichaam;
feit 3:ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer] toen zij nog geen zestien jaar was;
feit 4:kinderpornografische afbeeldingen en video’s van [slachtoffer] heeft verspreid, vervaardigd en in zijn bezit heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 7 juni 2018 t/m 7 juli 2018 in meerdere plaatsen in Nederland, te weten op de parkeerplaats De Ruinen te Ruinerwold, gemeente de Wolden en/of te Stuifzand en/of te Steenwijk en/of te Nijeveen en/of elders in Nederland,
een ander, te weten [slachtoffer] (geboren [geboortedatum 2] 2002)
(sub 2)
heeft vervoerd en/of overgebracht met het oogmerk van uitbuiting van [slachtoffer] , terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
(sub 5)
ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, dan wel (enige) handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten die (seksuele) handelingen en/of
(sub 8)
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele handelingen van die
[slachtoffer] met of voor een derde tegen betaling, terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
Immers heeft verdachte
-die [slachtoffer] aangeboden voor de prostitutie door berichten te plaatsen op [website] en/of
-een of meer personen aangesproken op parkeerplaats de Ruinen, welke parkeerplaats bekend staat als ontmoetingsplek voor seksueel contact met de vraag of hij/zij tegen betaling seksuele handelingen wilden verrichten met die [slachtoffer] en/of
-die [slachtoffer] aangeboden voor de prostitutie via kik-messenger en/of whatsapp en/of
-seksafspraken gemaakt met (potentiële) (prostitutie)klant(en) en/of
-contacten met (potentiële) (prostitutie)klant(en) onderhouden over de aard van de prostitutiewerkzaamheden en/of de daarvoor te betalen bedragen en/of
-erotische/pornografische foto's en filmpjes gemaakt van die [slachtoffer] welke hij naar (potentiële) (prostitutie)klant(en) verstuurde en/of
-die [slachtoffer] vervoerd van/naar escortwerkzaamheden en/of naar een of meer seksparkeerplaatsen en/of
-een loods georganiseerd waar die [slachtoffer] klanten kon ontvangen en/of
-die [slachtoffer] voorzien van allerhande seksattributen en/of condooms en/of seks stimulerende middelen ;
2
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 21 januari 2018
t/m 8 maart 2018 te Zwolle en/of te Steenwijk en/of elders in Nederland, met
[slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2002, die de leeftijd van twaalf jaren maar
nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer
ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit
het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] voornoemd, te
weten
- het brengen van zijn (verdachtes) penis in de vagina van [slachtoffer] voornoemd en/of
- het likken van de vagina van die [slachtoffer] voornoemd en/of
- het vingeren van die [slachtoffer] voornoemd en/of
- het zich door die [slachtoffer] voornoemd laten pijpen en/of;
- het zich door die [slachtoffer] voornoemd laten aftrekken;
3
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 21 januari 2018
t/m 8 maart 2018, te Zwolle en/of te Steenwijk en/of elders in Nederland, met
[slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2002, die toen de leeftijd van zestien
jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen
heeft gepleegd, te weten
- het brengen van zijn (verdachtes) penis in de vagina van [slachtoffer] voornoemd en/of
- het likken van de vagina van die [slachtoffer] voornoemd en/of
- het vingeren van die [slachtoffer] voornoemd en/of
- het zich door die [slachtoffer] voornoemd laten pijpen en/of;
- het zich door die [slachtoffer] voornoemd laten aftrekken;
4
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 21 januari 2018
tot en met 7 juli 2018, te Steenwijk en/of elders in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
afbeeldingen , te weten foto's en/of video's en/of films - en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen - te weten een Apple Iphone 7 en/of een Apple Ipad,
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2002, was betrokken of schijnbaar was betrokken
heeft verspreid en/of aangeboden en/of vervaardigd en/of verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit
het met de/een penis, mond/tong oraal, penetreren van het lichaam van voornoemde [slachtoffer] en/of het met de/een penis, vinger/hand, voorwerp, mond/tong vaginaal penetreren van het lichaam van voornoemde [slachtoffer] en/of het met de/een penis anaal penetreren van het lichaam van voornoemde [slachtoffer] en/of het met de/een vinger vaginaal penetreren van het eigen lichaam van voornoemde [slachtoffer] en/of
(video [bestandsnaam] )
en/of
het met de/een vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel
en/of de billen van het lichaam van een voornoemde [slachtoffer]
(video IMG [bestandsnaam] )
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door voornoemde [slachtoffer] , waarbij zij poseert met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose voornoemde [slachtoffer] en/of de uitsnede van de foto's/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeelding IMG [bestandsnaam] )
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van voornoemde [slachtoffer] waarbij op dat gezicht en/of lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
(afbeelding IMG [bestandsnaam] )

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Aanleiding
Op 7 juli 2018 komt bij de meldkamer van de politie een melding binnen dat een man een minderjarig meisje tegen betaling zou aanbieden voor seks op een parkeerplaats bij Ruinen.
Van het voertuig waarin zij volgens de melder zijn vertrokken is verdachte de kentekenhouder. Vlak na middernacht wordt het voertuig aangetroffen bij de woning van verdachte. Op dat moment zit [slachtoffer] in het voertuig. Verdachte meldt zich vlak daarna bij het voertuig en na een kort onderzoek aan het voertuig wordt hij aangehouden. Vervolgens wordt door de politie het onderzoek ‘ VAAS ’ gestart.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte van feit 1 dient te worden vrijgesproken. Omdat er niets tegen de wil van [slachtoffer] is gebeurd, is er geen sprake van een ernstige inbreuk op haar lichamelijke of geestelijke integriteit of haar persoonlijke vrijheid, waardoor het voor een bewezenverklaring van sub 2 vereiste ‘oogmerk van uitbuiting’ ontbreekt. Wat betreft sub 5 is er geen sprake van [slachtoffer] ‘ertoe brengen’ zich beschikbaar te stellen voor prostitutie, omdat [slachtoffer] zich ook zelf prostitueerde. Verdachte heeft tot slot ook geen voordeel getrokken uit de seksuele handelingen van [slachtoffer] zoals bedoeld sub 8. Hij is nimmer betaald voor de seksdates en [slachtoffer] heeft haar inkomsten daaruit ook niet aan hem hoeven afdragen.
Ten aanzien van de overige feiten heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.4
Het oordeel van de rechtbank [1]
Ten aanzien van feit 1
Als eerste feit is verdachte ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de in sub 2, sub 5 en sub 8 van artikel 273f lid 1 Sr strafbaar gestelde vormen van mensenhandel ten opzichte van [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2002. [2] Volgens de opsteller van de tenlastelegging heeft verdachte zich hieraan schuldig gemaakt door het begaan van de negen op de tenlastelegging vermelde concrete, feitelijke gedragingen. De rechtbank zal hierna ingaan op deze gedragingen en vervolgens op de vraag of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de hem ten laste gelegde vormen van mensenhandel.
[slachtoffer] aangeboden voor prostitutie door berichten op [website] te plaatsen
Uit de internetgeschiedenis van de iPhone en iPad van verdachte blijkt dat er in de periode van 7 juni 2018 tot en met 7 juli 2018 275 registraties van de website [website] zijn. [3]
Op de website [website] zijn meerdere berichten geplaatst door ‘ [Alias verdachte 1] ’ op de pagina ‘sexparkeerplaats Ruinerwold/Drenthe’. Zo plaatst ‘ [Alias verdachte 1] ’ op 20 juni 2018: ‘
Wij stelletje hebben zin in een date met stel (..)’ en op 29 juni 2018: ‘
Wij stelletje mss vanavond aanwezig!! Wil je meer weten of afspreken… kik [alias verdachte 2]’. [4]
Verdachte heeft verklaard dat ‘ [alias verdachte 2] ’ het account voor Kik-messenger op zijn iPad was, dat de contacten voor seksafspraken werden gelegd via een website, dat dit [website] zou kunnen zijn en dat de gesprekken, die hij (ook) voerde, met deze contacten vervolgens via Kik-messenger verder gingen. [5]
Gelet op het voorgaande kan naar het oordeel van de rechtbank worden bewezen dat verdachte [slachtoffer] heeft aangeboden voor seks door berichten te plaatsen op [website] .
Personen aangesproken op parkeerplaats de Ruinen met de vraag of zij tegen betaling seksuele handelingen wilden verrichten met [slachtoffer] ;
De man die op 7 juli 2018 telefonisch aan de politie meldde dat een minderjarig meisje voor seks zou worden aangeboden op voornoemde parkeerplaats is later als getuige gehoord. In dat verhoor heeft hij onder meer verklaard dat een andere bezoeker tegen hem zei: ‘
pas maar op want dat stel vraagt er geld voor’. Uit zijn verklaring blijkt niet dat hij door verdachte is aangesproken. Ook verdachte heeft ontkend dat hij mensen heeft aangesproken met de vraag of zij tegen betaling seksuele handelingen wilden verrichten met [slachtoffer] . Dit blijkt evenmin uit andere verklaringen.
Omdat het dossier geen bewijs bevat dat verdachte zelf personen heeft aangesproken op de parkeerplaats zal de rechtbank hem van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijspreken.
[slachtoffer] via Kik-messenger en/of WhatsApp aangeboden voor de prostitutie;
In het onderzoek aan de iPad van verdachte is een Kik-gesprek tussen ‘ [alias verdachte 2] ’ en ‘ [naam 1] ’ aangetroffen, waarin op 29 juni 2018 onder andere de volgende berichten werden gestuurd: [6]
  • door ‘ [alias verdachte 2] ’:
  • door ‘ [naam 1] ’:
  • door ‘ [alias verdachte 2] ’:
  • door ‘ [naam 1] ’:
  • door ‘ [naam 1] ’:
  • door ‘ [alias verdachte 2] ’:
  • door ‘ [alias verdachte 2] ’:
  • door ‘ [naam 1] ’:
  • door ‘ [alias verdachte 2] ’:
  • door ‘ [naam 1] ’: ‘
  • door ‘ [alias verdachte 2] ’: ‘
Ook is een Kik-gesprek tussen ‘ [alias verdachte 2] ’ en ‘ [naam 2] ’ op de iPad van verdachte aangetroffen, waarin op 6 juli 2018 onder meer werd gestuurd: [7]
- door ‘ [alias verdachte 2] ’: ‘
Wij willen wel wat afspreken. Mss dit weekend met meerdere mannen. Spelen en pijpen, wel safe en vergoeding. Interesse?
Verdachte heeft verklaard dat ‘ [alias verdachte 2] ’ het account voor Kik-messenger op zijn iPad was en dat hij berichtjes heeft gestuurd naar anderen over betaalde seksdates met [slachtoffer] . [8]
Gelet op het voorgaande kan naar het oordeel van de rechtbank worden bewezen dat verdachte [slachtoffer] via Kik-messenger heeft aangeboden voor prostitutie. Hoewel verdachte heeft verklaard dat de berichten in gezamenlijk overleg werden gestuurd en dat [slachtoffer] ook berichten via zijn iPad op Kik-messenger heeft gestuurd als zij samen waren, heeft hij erkend ook zelf berichten ten behoeve van ‘paydates’ van [slachtoffer] via Kik-messenger naar derden te hebben gestuurd. Van de hiervoor genoemde berichten is aannemelijk dat deze door verdachte zelf zijn gestuurd. In de berichten aan ‘ [naam 1] ’ spreekt ‘ [alias verdachte 2] ’ over [slachtoffer] met termen als ‘vrouwtje’ en ‘superlekkere meid’. Ook geeft ‘ [alias verdachte 2] ’ te kennen dat eerst moet worden overlegd over orale seks zonder condoom, en antwoordt ‘ [alias verdachte 2] ’ na kennelijk overleg dat ‘ze’ 200 euro te weinig vindt. Ook van het bericht dat ‘ [alias verdachte 2] ’ op 6 juli 2018 naar ‘ [naam 2] ’ heeft gestuurd is aannemelijk dat verdachte dit zelf heeft gestuurd. Dit bericht is namelijk om 11:08 uur UTC +2 gestuurd, terwijl om 12:11 uur UTC +0 (de rechtbank begrijpt: 14:11 uur UTC +2) [alias slachtoffer] naar verdachte stuurt dat zij net wakker is. [9] Vast staat dat dit bericht door [slachtoffer] is verzonden, gelet op onder meer de berichten waarin verdachte [alias slachtoffer] ‘ [slachtoffer] ’ noemt en zij het woonadres van [slachtoffer] als woonadres noemt.
In het dossier is geen bewijs dat verdachte [slachtoffer] via WhatsApp heeft aangeboden voor prostitutie. Van dit onderdeel van de tenlastelegging zal verdachte daarom worden vrijgesproken.
Seksafspraken gemaakt met (potentiele) (prostitutie)klanten;
In het onderzoek aan de iPad van verdachte is een Kik-gesprek tussen ‘ [alias verdachte 2] ’ en ‘ [naam 1] ’ aangetroffen, waarin op 7 juli 2018 onder andere de volgende berichten werden gestuurd: [10]
  • door ‘ [alias verdachte 2] ’; ‘
  • door ‘ [naam 1] ’: ‘
  • door ‘ [alias verdachte 2] ’: ‘
  • door ‘ [naam 1] ’: ‘
  • door ‘ [alias verdachte 2] ’: ‘
(…)
  • door ‘ [alias verdachte 2] ’: ‘
  • door ‘ [naam 1] ’: ‘
Verdachte heeft verklaard dat ‘ [alias verdachte 2] ’ het account voor Kik-messenger op zijn iPad was en dat hij berichtjes heeft gestuurd naar anderen over betaalde dates met [slachtoffer] . [11]
In het onderzoek aan de iPhone van verdachte is een Kik-gesprek tussen ‘ [alias verdachte 2] ’ en ‘ [alias slachtoffer] ’ aangetroffen. ‘ [alias verdachte 2] ’ is het account voor Kik-messenger op de iPhone van verdachte [12] en gelet op de inhoud van de berichten – waarin onder meer over de gezinsleden van verdachte wordt gesproken – staat vast dat deze berichten door verdachte zijn verzonden. Van het account ‘ [alias slachtoffer] ’ staat gelet op hetgeen hiervoor is overwogen reeds vast dat deze berichten door [slachtoffer] zijn verzonden. In het gesprek tussen verdachte en [slachtoffer] worden onder meer de volgende berichten gestuurd:
- op 20 juni 2018 om 21:56 uur van verdachte naar [slachtoffer] : ‘
maar lijkt de globale planning je wat voor vrijdag en zaterdag (..)’; [13]
- op 6 juli 2018 om 13:23 uur van verdachte naar [slachtoffer] : ‘
trouwens … wat dat daten betreft. Waten al 4 die Wss kunnen voor € 50,- alleen pijpen en spelen safe. 2 die miss trio willen een keer tussen de 200-250’; [14]
- op 6 juli 2018 om 13:26 uur van [slachtoffer] naar verdachte: ‘
ben benieuwd wat het gaat worden. Wel leuk als jij dates regelt’; [15]
- op 6 juli 2018 om 20:40 uur van verdachte naar [slachtoffer] : ‘
heb geregeld pay voor € 250,-. Als je wil, hij vroeg tongzoenen en beffen. Gezegd geen tongzoenen, beffen bepaald zij zelf. Mocht neuken niet willen, dan € 200’; [16]
- op 6 juli 2018 om 21:53 uur van [slachtoffer] naar verdachte; ‘
regel je leuk allemaal!’; [17]
- op 6 juli 2018 om 21:54 uur van verdachte naar [slachtoffer] : ‘
vindt jij wel geil toch… ze betalen je allemaal’; [18]
- op 6 juli 2018 om 21:55 uur van verdachte naar [slachtoffer] : ‘
maar leuk hé… krijg het regelen al een beetje te pakken’; [19]
- op 6 juli 2018 om 21:55 uur van verdachte naar [slachtoffer] : ‘(..)
maar stel dat die 8’of die andere Pay zondag doorgaat. Wtf jij de laatste dagen verdient’. [20]
Gelet op het voorgaande kan naar het oordeel van de rechtbank worden bewezen dat verdachte seksafspraken voor [slachtoffer] heeft gemaakt met (potentiele) prostitutieklanten.
Contact met (potentiële) (prostitutie)klant(en) onderhouden over de aard van de prostitutiewerkzaamheden en/of de daardoor te betalen bedragen
Uit de hiervoor bij de gedachtestreepjes ‘ [slachtoffer] via Kik-messenger en/of WhatsApp aangeboden voor de prostitutie’ en ‘Seksafspraken gemaakt met (potentiele) (prostitutie)klanten’ opgenomen bewijsmiddelen blijkt al dat verdachte contact heeft onderhouden met (potentiële) prostitutieklanten. Daarom kan dit gedachtestreepje ook worden bewezen.
Erotische/pornografische foto’s en filmpjes van [slachtoffer] gemaakt en die naar (potentiele) (prostitutie)klanten gestuurd;
In het onderzoek aan de iPad van verdachte zijn meerdere Kik-gesprekken aangetroffen waarin door ‘ [alias verdachte 2] ’ afbeeldingen worden verzonden: onder andere een afbeelding naar ‘ [naam 3] ’ op 23 juni 2018 [21] en op 29 juni 2018 drie afbeeldingen naar ‘ [naam 1] ’. [22]
Verdachte heeft verklaard dat hij video’s en foto’s van [slachtoffer] – die in het proces-verbaal zijn aangemerkt als kinderpornografisch - heeft gemaakt en gedeeld. [23]
Naar het oordeel van de rechtbank kunnen deze door ‘ [alias verdachte 2] ’ verzonden afbeeldingen naar ‘ [naam 3] ’ en ‘ [naam 1] ’ – hoewel deze in het proces-verbaal onherkenbaar zijn gemaakt met de opmerking dat deze hoogstwaarschijnlijk kinderporno betreffen – als pornografisch worden aangemerkt gelet op deze opmerking en ook gezien de reacties van de ontvangers (‘ [naam 3] ’: ‘oké geil hoor’ en ‘ [naam 1] ’ onder andere: ‘dat ziet er erg lekker uit’).
Gelet op het voorgaande kan worden bewezen dat verdachte pornografische foto’s van [slachtoffer] heeft gemaakt en die naar (potentiële) prostitutieklanten heeft gestuurd. Hoewel verdachte heeft verklaard dat de afbeeldingen in gezamenlijk overleg werden verzonden en dat [slachtoffer] ook berichten vanaf het account van Kik-messenger op zijn iPad heeft gestuurd als zij samen waren, heeft hij erkend (ook) zelf afbeeldingen van [slachtoffer] via Kik-messenger naar derden te hebben gestuurd. Naar het oordeel van de rechtbank is in ieder geval van één van de naar ‘ [naam 1] ’ verzonden pornografische afbeeldingen aannemelijk dat deze door verdachte zelf is verzonden. Deze is immers verzonden op 29 juni 2018 om 14:55 uur UTC +2, terwijl [slachtoffer] ( [alias slachtoffer] ) en verdachte elkaar op 29 juni 2018 om onder meer 12:54 uur en 12:56 UTC +0 (de rechtbank begrijpt: 14:54 uur en 14:56 uur UTC +2) berichten sturen. Daaruit kan worden opgemaakt dat [slachtoffer] en verdachte op dat moment kennelijk niet samen waren, waardoor [slachtoffer] op dat moment niet de beschikking kon hebben over de iPad van verdachte.
In het dossier is geen bewijs dat verdachte filmpjes van [slachtoffer] heeft verstuurd naar (potentiele) (prostitutie)klanten. Van dit onderdeel van de tenlastelegging zal verdachte daarom worden vrijgesproken.
[slachtoffer] vervoerd van/naar escortwerkzaamheden en/of seksparkeerplaatsen;
Verdachte heeft verklaard dat twee keer een betaalde seksafspraak heeft plaatsgevonden in Stuifzand met [naam 1] (die hij als ‘ [naam 1] ’ via Kik-messenger heeft leren kennen) [24] en dat [slachtoffer] en hij daar zijn geweest met zijn auto. [25]
Verdachte [26] en [slachtoffer] hebben beide verklaard dat zij op een seksparkeerplaats bij Ruinerwold zijn geweest. [27] Verdachte heeft ook verklaard dat [slachtoffer] en hij steeds op de locatie kwamen met zijn auto en dat [slachtoffer] nog niet kan rijden. [28]
[naam 3] heeft verklaard dat hij twee afspraken met verdachte en [slachtoffer] heeft gehad: één in een loods in Steenwijk en één bij hem thuis in [woonplaats] . [29] Verdachte heeft verklaard dat beide afspraken seksafspraken zijn geweest. [30] [naam 3] heeft verder verklaard dat hij werkzaam is bij [bedrijf] en dat hij [slachtoffer] en verdachte op de dag dat hij hen heeft ontmoet entree heeft verleend en hen muntjes (de rechtbank begrijpt: consumptiemunten) heeft gegeven. [31] Bij onderzoek aan de telefoon van [slachtoffer] zijn hierover de volgende door [slachtoffer] verzonden WhatsApp-berichten aangetroffen: ‘
Ik ben gisteren met [verdachte] naar [bedrijf] geweest’, ‘
We zijn binnen gesaten door een date’en ‘
we hebben gratis muntjes van hem’. [32]
De rechtbank overweegt het volgende. De seksafspraken met [naam 1] hebben tegen contante betaling plaatsgevonden. [naam 3] heeft verdachte en [slachtoffer] na hun eerste seksafspraak entree tot [bedrijf] verleend en hen van consumptiemunten voorzien. Zowel de entree als de consumptiemunten vertegenwoordigen een geldelijke waarde, waardoor de seksafspraken met [naam 1] en [naam 3] beide kunnen worden aangemerkt als escortwerkzaamheden. Gelet op het voorgaande kan naar het oordeel van de rechtbank daarom worden bewezen dat verdachte [slachtoffer] heeft vervoerd van/naar escortwerkzaamheden en naar een seksparkeerplaats.
Een loods georganiseerd waar [slachtoffer] klanten kon ontvangen;
In het onderzoek aan de iPhone van verdachte is een Kik-gesprek tussen verdachte (‘ [alias verdachte 2] ’) en [slachtoffer] (‘ [alias slachtoffer] ’) aangetroffen, waarin verdachte op 20 juni 2018 stuurt:
‘(..) Zaterdag loods van wanneer jij kunt tot max 17 uur. (..)’. [33]
[naam 3] heeft verklaard dat hij na een oproep op ‘sexparkeerplaats’ op zaterdag 23 juni 2018 naar een loods aan [adres 2] in Steenwijk is geweest. [34]
Verdachte heeft verklaard dat hij een sleutel van de loods aan [adres 2] in Steenwijk van zijn neef heeft gekregen en dat [slachtoffer] en [naam 3] in die loods seks hebben gehad. [35]
Gelet op het voorgaande kan naar het oordeel van de rechtbank worden bewezen dat verdachte een loods heeft georganiseerd waar [slachtoffer] klanten kon ontvangen.
[slachtoffer] voorzien van seksattributen, condooms en/of seks stimulerende middelen.
In het dossier is geen bewijs dat verdachte [slachtoffer] heeft voorzien van seksattributen, condooms en/of seksstimulerende middelen. In de auto van verdachte zijn weliswaar onder meer vibrators en condooms aangetroffen, en ook drugs en een kaartspel die wellicht als seksstimulerend zouden kunnen worden aangemerkt, maar niet staat vast dat verdachte [slachtoffer] daarvan heeft voorzien. Zo heeft [slachtoffer] verklaard dat de vibrators van haar zijn, wat wordt ondersteund door berichten in Kik-messenger tussen [slachtoffer] en verdachte. Voor de overige in de auto van verdachte aangetroffen goederen is geen bewijs dat verdachte [slachtoffer] hiervan heeft voorzien.
Van dit onderdeel van de tenlastelegging zal verdachte daarom worden vrijgesproken.
Nadere bewijsoverwegingen
In het hierna volgende zal de rechtbank ingaan op de vraag of verdachte zich door de bewezen verklaarde gedragingen schuldig heeft gemaakt aan de hem ten laste gelegde vormen van mensenhandel.
Sub 2: [slachtoffer] heeft vervoerd en/of overgebracht met het oogmerk van uitbuiting van [slachtoffer] , terwijl zij de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt
Voor de uitleg van het bepaalde in artikel 273f lid 1 sub 2 Sr is mede van belang de
Richtlijn inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan van de EU(Richtlijn 2011/36/EU). In deze Richtlijn – die de basis vormt voor de meeste recente wijzigingen in artikel 273f Sr – is in artikel 2 lid 5 bepaald dat de in artikel 273f lid 1 Sr genoemde handelingen zoals het vervoeren en overbrengen van personen ook als mensenhandel strafbaar zijn als geen van de in het eerste lid vermelde (dwang)middelen, zoals dreiging met of gebruik van geweld, zijn gebruikt, als die handelingen betrekking hebben op kinderen. Artikel 2 lid 6 van de Richtlijn bepaalt dat elke persoon beneden de leeftijd van achttien jaar als ‘kind’ of ‘minderjarige’ is aan te merken.
De rechtbank is van oordeel dat het laten werken in de prostitutie van een zestienjarige een dermate grote inbreuk op de lichamelijke en geestelijke integriteit en persoonlijke vrijheid van die minderjarige vormt, dat dit een situatie van uitbuiting oplevert, die door de strafbaarstelling van mensenhandel wordt verboden. Dit komt ook tot uitdrukking in de omstandigheid dat de wetgever seks met een minderjarige strafbaar heeft gesteld (onder meer in artikel 248b Sr) in de titel van de ‘misdrijven tegen de zeden’. Hoe de minderjarige zelf de uitbuitingssituatie waardeert, speelt geen rol gelet op de noodzaak tot bescherming van de minderjarigen. Daarbij is ook niet van belang of de verdachte uit die situatie al dan niet voordeel trekt. Het verweer van de raadsvrouw dat er niets tegen de wil van [slachtoffer] is gebeurd, waardoor er geen sprake zou zijn van een ernstige inbreuk op de haar lichamelijke of geestelijke integriteit of haar persoonlijke vrijheid en dus geen sprake van een oogmerk van uitbuiting, wordt dan ook verworpen.
Gelet op de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte de minderjarige [slachtoffer] heeft vervoerd en overgebracht met het oogmerk haar te faciliteren in haar prostitutiewerk. Het oogmerk van de verdachte is dan ook op uitbuiting in de zin van artikel 273f lid 1 sub 2 Sr gericht geweest.
Sub 5: [slachtoffer] ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, terwijl zij de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt
De rechtbank overweegt dat (ook) artikel 273f lid 1 sub 5 Sr strekt ter bescherming van minderjarigen. Zo stelt de Memorie van Antwoord bij het wetsvoorstel dat heeft geleid tot de wet waarbij het - later tot art. 273f Sr vernummerde - art. 250bis en 250ter is ingevoerd (Kamerstukken II 1990/91, 21 027, nr. 5, p. 11), onder meer:
‘In die bepalingen is de minderjarigheid een geobjectiveerd bestanddeel van de delictsomschrijving. Aan de bepalingen ligt de gedachte ten grondslag dat degene die als exploitant, souteneur of bemiddelaar betrokken is bij exploitatie van prostitutie, zich ervan dient te vergewissen dat hij niet met een minderjarige heeft te maken. Dit betekent dat het een ander tot prostitutie brengen en het ondernemen van enige handeling waarvan de dader weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de ander daardoor in de prostitutie belandt, zonder meer wordt gekwalificeerd als mensenhandel, indien die ander minderjarig is. De wil van de betrokkene is niet relevant.’
In de nota naar aanleiding van het eindverslag bij voornoemd wetsvoorstel (Kamerstukken II 1990/91, 21 027, nr. 8, p. 2.) is onder meer te lezen:
‘Een persoon die zich tot prostitutie laat brengen, neemt een beslissing die verstrekkende gevolgen heeft. Ik ben van mening dat een minderjarige in het algemeen te weinig inzicht en ervaring heeft om deze gevolgen te kunnen overzien en bewust de levensloop van een prostitué(e) te kiezen. (...) De leeftijdsgrens berust op de overtuiging van de wetgever dat in het algemeen aan de exploitatie van prostitutie van minderjarigen misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht inherent is.’
In aanvulling hierop blijkt uit het arrest van de Hoge Raad van 20 mei 2014 (ECLI:NL:HR:2014:1174) dat de omstandigheid dat de minderjarige zich reeds met prostitutiewerk bezighield voordat zij met verdachte in contact kwam en dat verdachte op haar verzoek slechts faciliterende activiteiten heeft verricht, niet aan een bewezenverklaring in de weg staat. Het verweer van de raadsvrouw wordt dan ook verworpen.
Uit de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen blijkt dat verdachte [slachtoffer] heeft aangeboden voor prostitutie door berichten te plaatsen op [website] en via Kik-messenger seksafspraken voor [slachtoffer] heeft gemaakt, contacten heeft onderhouden over de aard van de prostitutiewerkzaamheden en de daarvoor te betalen bedragen, pornografische foto’s van [slachtoffer] heeft gemaakt en die naar (potentiële) prostitutieklanten heeft verstuurd, [slachtoffer] heeft vervoerd van/naar escortwerkzaamheden en een loods heeft georganiseerd waar [slachtoffer] klanten kon ontvangen. Gelet daarop is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte de minderjarige [slachtoffer] ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling.
Sub 8: opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van [slachtoffer] met een derde tegen betaling
De tenlastelegging is leidend bij de beantwoording van de vraag of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de hem ten laste gelegde vormen van mensenhandel. Daarin dient feitelijk te worden omschreven op welke wijze verdachte voordeel zou hebben getrokken uit [slachtoffer] seksuele handelingen met een derde tegen betaling. Uit geen van de bewezen verklaarde feitelijke gedragingen vloeit direct voort dat hij op enige wijze voordeel heeft gehad van de seksuele handelingen van [slachtoffer] . Daarom zal de rechtbank verdachte van dit deel van de tenlastelegging vrijspreken.
Ten aanzien van feit 2
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
  • het proces-verbaal van verhoor verdachte op 8 juli 2018, opgesteld door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , pagina 945, derde alinea;
  • het proces-verbaal van bevindingen betreffende het onderzoek aan de iPhone van verdachte, opgesteld door [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , pagina 335 tot en met 338;
  • het proces-verbaal van de terechtzitting van 12 februari 2019, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
Ten aanzien van feit 3
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
  • het proces-verbaal van verhoor verdachte op 8 juli 2018, opgesteld door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , pagina 945, derde alinea;
  • het proces-verbaal van bevindingen betreffende het onderzoek aan de iPhone van verdachte, opgesteld door [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , pagina 335 tot en met 338;
  • het proces-verbaal van de terechtzitting van 12 februari 2019, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
Ten aanzien van feit 4
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
  • het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, opgesteld door [verbalisant 5] , pagina’s 1699 tot en met 1706;
  • het proces-verbaal van de terechtzitting van 12 februari 2019, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
1
hij in de periode van 7 juni 2018 tot en met 7 juli 2018 in meerdere plaatsen in Nederland, te weten Ruinerwold en Stuifzand en Steenwijk en Nijeveen en elders in Nederland,
een ander, te weten [slachtoffer] (geboren [geboortedatum 2] 2002),
heeft vervoerd en overgebracht met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer] , terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
immers heeft verdachte:
-die [slachtoffer] aangeboden voor de prostitutie door berichten te plaatsen op [website] en
-die [slachtoffer] via Kik-messenger aangeboden voor de prostitutie en
-seksafspraken gemaakt met (potentiële) prostitutieklanten en
-contacten met (potentiële) prostitutieklanten onderhouden over de aard van de prostitutiewerkzaamheden en de daarvoor te betalen bedragen en
-pornografische foto's gemaakt van die [slachtoffer] welke hij naar (potentiële) prostitutieklanten verstuurde en
-die [slachtoffer] vervoerd van/naar escortwerkzaamheden en naar een seksparkeerplaats en
-een loods georganiseerd waar die [slachtoffer] klanten kon ontvangen;
2
hij in de periode van 21 januari 2018
tot en met 8 maart 2018 in Nederland, met
[slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2002, die de leeftijd van twaalf jaren maar
nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt,
ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit
het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te
weten
- het brengen van zijn (verdachtes) penis in de vagina van [slachtoffer] en
- het likken van de vagina van die [slachtoffer] en
- het vingeren van die [slachtoffer] en
- het zich door die [slachtoffer] laten pijpen en
- het zich door die [slachtoffer] laten aftrekken;
3
hij in de periode van 21 januari 2018
tot en met 8 maart 2018 in Nederland, met
[slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2002, die toen de leeftijd van zestien
jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen
heeft gepleegd, te weten
- het brengen van zijn (verdachtes) penis in de vagina van [slachtoffer] en
- het likken van de vagina van die [slachtoffer] en
- het vingeren van die [slachtoffer] en
- het zich door die [slachtoffer] laten pijpen en
- het zich door die [slachtoffer] laten aftrekken;
4
hij in de periode van 21 januari 2018
tot en met 7 juli 2018 te Steenwijk en elders in Nederland,
meermalen,
afbeeldingen, te weten foto’s en video’s en gegevensdragers bevattende afbeeldingen, te weten een Apple iPhone 7 en een Apple iPad,
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2002, was betrokken of schijnbaar was betrokken
heeft verspreid en vervaardigd en in bezit heeft gehad,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis oraal penetreren van het lichaam van voornoemde [slachtoffer] en het met de penis, vinger/hand, en mond/tong vaginaal penetreren van het lichaam van voornoemde [slachtoffer]
(video [bestandsnaam] )
en
het gedeeltelijk naakt poseren van/door voornoemde [slachtoffer] , waarbij zij poseert met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
(afbeelding IMG [bestandsnaam] )
en
het houden van een (stijve) penis bij het gezicht van voornoemde [slachtoffer] , waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
(afbeelding IMG [bestandsnaam] )
De rechtbank heeft in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 240b, 245, 247 en 273f Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf: mensenhandel, meermalen gepleegd
feit 2
het misdrijf: met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen, die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd
feit 3
het misdrijf: met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd
feit 4
het misdrijf: een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, vervaardigen en in bezit hebben, meermalen gepleegd
waarbij sprake is van eendaadse samenloop:
 tussen feit 1 (ten aanzien van ‘pornografische foto’s gemaakt van die [slachtoffer] welke hij naar (potentiële) prostitutieklanten verstuurde’) en feit 4;
 tussen feit 2 en feit 3.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van vijf jaren.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen gelijk aan de tijd die hij reeds in voorarrest heeft doorgebracht.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft veelvuldig ontucht gepleegd met de ongeveer dertig jaar jongere, destijds vijftienjarige [slachtoffer] , onder meer door haar oraal en vaginaal te penetreren. Hij heeft haar, toen zij zestien was, geprostitueerd, althans dat gefaciliteerd en daarmee zich, zij het in een beperkt aantal bewezen gevallen en gedurende een relatief kort gebleven periode, schuldig gemaakt aan mensenhandel. Hij heeft toegestaan, ervoor gezorgd en eraan meegedaan dat volwassen mannen seksuele handelingen met haar verrichtten. Ook heeft verdachte kinderpornografische foto’s en video’s met vergaande seksuele handelingen door en met [slachtoffer] , soms met meerdere mannen tegelijk, gemaakt, in zijn bezit gehad en/of naar een aantal mensen verspreid.
Dat [slachtoffer] zowel bij de politie als ter zitting te kennen heeft gegeven dat zij geen slachtoffer is en geen strafvervolging van verdachte wenst, dat het initiatief bij haar lag en dat zij al actief zou zijn geweest in de prostitutie voordat zij verdachte leerde kennen, doet geen afbreuk aan de strafwaardigheid van verdachtes handelen. De wetgever heeft minderjarigen immers (mede tegen zichzelf) willen beschermen. Een gevangenisstraf gelijk aan de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, zoals door de raadsvrouw is betoogd, doet daarom geen recht aan de aard en ernst van het bewezen verklaarde.
Ten aanzien van de persoon van de verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op de Pro-Justitia rapportage van GZ-psycholoog M.H. Bos van 14 oktober 2018. De psycholoog – tegenover wie verdachte feit 1 overigens heeft ontkend – rapporteert dat er geen sprake is van pedofilie of een andere seksuele stoornis en dat er bij verdachte (ook ten tijde van de ten laste gelegde feiten) geen sprake is (geweest) van een ziekelijke stoornis of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Wel is het waarschijnlijk dat zijn egocentrische perspectief en dus zijn behoefte aan seks en de prettige spanning en aandacht die dat met zich brengt een rol heeft gespeeld in de keuzes die hij gemaakt heeft. Daarnaast is verdachte met zijn enigszins gebrekkig mentaliserend vermogen ook minder goed in staat om zich een voorstelling te maken van de motieven en gevoelens van een ander. Dat hij de sterke ongelijkwaardigheid in het contact met [slachtoffer] niet zo heeft ervaren en [slachtoffer] mogelijke psychische problemen of beperkingen niet heeft gezien, lijkt daarmee samen te hangen. Dit heeft zijn gedragsmogelijkheden echter niet zodanig beperkt dat het feit hem in verminderde mate zou moeten worden toegerekend. Deze conclusie neemt de rechtbank over en het bewezen verklaarde zal verdachte volledig worden toegerekend. Het recidivegevaar wordt door de psycholoog ingeschat als laag. Daarom acht zij het niet noodzakelijk om hem vanuit een justitieel kader behandeling of begeleiding op te leggen. Ook de reclassering acht interventies of toezicht niet noodzakelijk en adviseert een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf aan verdachte op te leggen, zo blijkt uit het rapport van het Leger des Heils van 28 januari 2019.
Verdachte heeft misbruik gemaakt van een door haar belast verleden zeer kwetsbaar en jong meisje, met wie de jeugdzorg intensieve bemoeienis had en heeft. Hij heeft geen enkel oog gehad voor haar belangen. Van verdachte mocht, juist vanwege het grote leeftijdsverschil en bovendien zijn werk als sociotherapeut in een tbs-kliniek, worden verwacht dat hij haar, ook tegen haarzelf, in bescherming zou nemen. In plaats daarvan heeft hij zich volledig laten meeslepen door zijn eigen gevoelens ten aanzien van [slachtoffer] waarbij hij aan het vorenstaande volstrekt voorbij is gegaan en verzeild is geraakt in een ongelijkwaardige relatie met haar waarbinnen de strafbare feiten als bewezen verklaard hebben kunnen plaatsvinden en die hij had moeten verhinderen.
Ten voordele van de verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met de door de reclassering en de psycholoog als laag ingeschatte recidivekans.
Bij het bepalen van de hoogte van de straf heeft de rechtbank verder acht geslagen op de grote mate van samenhang tussen de vier bewezen verklaarde feiten. Ook heeft de rechtbank erop gelet dat sprake is van eendaadse samenloop. Tot slot is acht geslagen op straffen die in vergelijkbare zaken als de onderhavige zijn opgelegd.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank, alles afwegende, een gevangenisstraf van 30 maanden passend en geboden. Gezien de rapportages van de psycholoog en de reclassering ziet de rechtbank geen aanleiding hiervan een deel voorwaardelijk op te leggen.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De officier van justitie heeft ter zitting van 12 februari 2019 te kennen gegeven dat er sprake is van conservatoir beslag in de zin van artikel 94a Sv op het onder verdachte inbeslaggenomen geldbedrag (€ 555,-) en de Volkswagen Polo met kenteken [kenteken] . Daarom zal thans geen beslissing worden genomen over dit beslag, nu de rechtbank op grond van artikel 353 lid 1 Sv slechts verplicht is te beslissen over beslag dat is gebaseerd op artikel 94 Sv.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 55 en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf: mensenhandel, meermalen gepleegd
feit 2
het misdrijf: met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen, die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd
feit 3
het misdrijf: met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd
feit 4
het misdrijf: een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, vervaardigen en in bezit hebben, meermalen gepleegd
waarbij sprake is van eendaadse samenloop:
 tussen feit 1 (ten aanzien van ‘pornografische foto’s gemaakt van die [slachtoffer] welke hij naar (potentiële) prostitutieklanten verstuurde’) en feit 4;
 tussen feit 2 en feit 3.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.P.K. van Rosmalen, voorzitter, mr. F. van der Maden en mr. E. Leentjes, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.P. Ponsteen als griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 26 februari 2019.
Buiten staat
Mr. E. Leentjes is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland, Dienst Regionale Recherche, Team Mensenhandel met onderzoeksnummer ONRCC18024 ‘ VAAS ’. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Proces-verbaal van bevindingen betreffende de aanhouding van verdachte, opgesteld door [verbalisant 6] , pagina 42.
3.Proces-verbaal bevindingen [website] , opgesteld door [verbalisant 7] , pagina 351.
4.Proces-verbaal bevindingen [website] , opgesteld door [verbalisant 7] , pagina 352.
5.Verklaring van verdachte ter zitting van 12 februari 2019.
6.Een ander geschrift als bedoeld in artikel 344 eerste lid onder 5 Sv, te weten berichten in het genoemde Kik-gesprek, pagina 666 tot en met 668.
7.Een ander geschrift als bedoeld in artikel 344 eerste lid onder 5 Sv, te weten berichten in het genoemde Kik-gesprek, pagina 348.
8.Verklaring van verdachte ter zitting van 12 februari 2019.
9.Een ander geschrift als bedoeld in artikel 344 eerste lid onder 5 Sv, te weten berichten in het genoemde Kik-gesprek, pagina 411.
10.Een ander geschrift als bedoeld in artikel 344 eerste lid onder 5 Sv, te weten berichten in het genoemde Kik-gesprek, pagina 672 en 674.
11.Verklaring van verdachte ter zitting van 12 februari 2019.
12.Proces-verbaal bevindingen [website] , opgesteld door [verbalisant 7] , pagina 347.
13.Een ander geschrift als bedoeld in artikel 344 eerste lid onder 5 Sv, te weten berichten in het genoemde Kik-gesprek, pagina 388.
14.Een ander geschrift als bedoeld in artikel 344 eerste lid onder 5 Sv, te weten berichten in het genoemde Kik-gesprek, pagina 416.
15.Een ander geschrift als bedoeld in artikel 344 eerste lid onder 5 Sv, te weten berichten in het genoemde Kik-gesprek, pagina 416.
16.Een ander geschrift als bedoeld in artikel 344 eerste lid onder 5 Sv, te weten berichten in het genoemde Kik-gesprek, pagina 426.
17.Een ander geschrift als bedoeld in artikel 344 eerste lid onder 5 Sv, te weten berichten in het genoemde Kik-gesprek, pagina 434.
18.Een ander geschrift als bedoeld in artikel 344 eerste lid onder 5 Sv, te weten berichten in het genoemde Kik-gesprek, pagina 434.
19.Een ander geschrift als bedoeld in artikel 344 eerste lid onder 5 Sv, te weten berichten in het genoemde Kik-gesprek, pagina 435.
20.Een ander geschrift als bedoeld in artikel 344 eerste lid onder 5 Sv, te weten berichten in het genoemde Kik-gesprek, pagina 435.
21.Een ander geschrift als bedoeld in artikel 344 eerste lid onder 5 Sv, te weten berichten in het genoemde Kik-gesprek, pagina 680.
22.Een ander geschrift als bedoeld in artikel 344 eerste lid onder 5 Sv, te weten berichten in het genoemde Kik-gesprek, pagina’s 662, 665 en 666.
23.Verklaring van verdachte ter zitting van 12 februari 2019.
24.Verklaring van verdachte ter zitting van 12 februari 2019.
25.Het proces-verbaal van verhoor verdachte op 17 december 2018, opgesteld door [verbalisant 4] en [verbalisant 8] , pagina 974, tiende alinea.
26.Het proces-verbaal van verhoor verdachte op 9 juli 2018, opgesteld door [verbalisant 2] en [verbalisant 9] , pagina 950, vierde alinea.
27.Proces-verbaal informatief gesprek mensenhandel, opgesteld door [verbalisant 4] en [verbalisant 3] , pagina 61.
28.Het proces-verbaal van verhoor verdachte op 17 december 2018, opgesteld door [verbalisant 4] en [verbalisant 8] , pagina 964, vierde en tiende alinea.
29.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 3] , opgesteld door [verbalisant 10] en [verbalisant 8] , pagina’s 1195, 1197 en 1198.
30.Verklaring van verdachte ter zitting van 12 februari 2019.
31.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 3] , opgesteld door [verbalisant 10] en [verbalisant 8] , pagina 1200.
32.Een ander geschrift als bedoeld in artikel 344 eerste lid onder 5 Sv, te weten berichten in het genoemde WhatsApp-gesprek, pagina’s 198 en 200.
33.Een ander geschrift als bedoeld in artikel 344 eerste lid onder 5 Sv, te weten berichten in het genoemde Kik-gesprek, pagina 388.
34.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 3] , opgesteld door [verbalisant 10] en [verbalisant 8] , pagina’s 1197 en 1198.
35.Het proces-verbaal van verhoor verdachte op 19 december 2018, opgesteld door [verbalisant 11] en [verbalisant 8] , pagina 983, vijfde, zesde, vijftien en zestiende alinea.