5.6Verweerder heeft in het kader van het rechtmatigheidsonderzoek bankafschriften opgevraagd, een huisbezoek afgelegd en gesprekken met eiser gevoerd en de bevindingen neergelegd in de rapportage van 9 juli 2018. Volgens verweerder blijkt uit de bankafschriften dat er veel wordt gepind in Amsterdam en Deventer, dat er geen pinopnames zijn en dat er niet wordt gepind bij supermarkten. Verweerder heeft eiser hier in meerdere gesprekken over bevraagd.
Het gesprek van 15 november 2017:
V: In een aantal maanden wordt er niet gepind bij supermarkten of contant geld gepind.
A: In die maanden hadden we geen geld om boodschappen te kopen, dus krijgen we geld van onze kinderen (meestal mijn dochter) of ze geven ons boodschappen. (…) We krijgen nu al 3 maanden geen geld of boodschappen meer van onze kinderen. Ik kan niet zeggen wanneer dit begonnen is. De contante storting van € 200,-- op 11-04-2014 is geld dat ik van een van mijn kinderen heb gekregen. We komen nog geregeld in Rotterdam, omdat mijn zoon daar woont. In Amsterdam komen we ook, omdat mijn dochters daar wonen. (…) Dat er gepind is bij AH to Go en bij Saxion Deventer heeft mijn dochter gedaan. Zij heeft toen ons pasje geleend. Bijschrijving van € 5119,-- van ABN Amro. Er was ingebroken en we hebben dit bedrag terug gekregen van de verzekering.”
Het gesprek van 4 april 2018:
“V: Contante stortingen.
A:Ik heb geld gekregen van mijn kinderen, omdat wij geld tekort hadden. Zij storten het geld voor mij op de bank dacht ik. Dat weet ik niet precies meer. Mijn kinderen verdelen zelf hoeveel geld ze geven aan ons (afhankelijk hoe hoog het bedrag is). Elk kind geeft dan een bedrag.
V: kan er aangetoond worden hoeveel geld u van uw kinderen heeft ontvangen?
A: Mijn dochter kocht voor ons de boodschappen als zij bijv. een weekend bij ons is. Dat is 1 x in de 2 maanden of 6 maanden ongeveer. Ik weet dit niet meer. Het is verschillend. Maar dit is voor de kleine boodschappen ook voor hunzelf. Van mijn kinderen krijg ik wel eens 10 of 20 contant. Dit is verschillend. Het ligt eraan wanneer ik dat vraag. Ik wil geen bewijs opvragen bij mijn kinderen om aan te tonen hoeveel geld ze me hebben gegeven en hoeveel boodschappen. Nu krijg ik geen geld of boodschappen meer van mijn kinderen. De schuld van de Belastingdienst is afgelost. Ik wil ook geen geld of boodschappen meer van mijn kinderen. Dit is nu ongeveer een jaar het geval nu.”
Het gesprek van 24 april 2018:
“V: hoe voorziet u in uw levensonderhoud in de maanden waarop u geen tot weinig geld uitgeeft aan boodschappen?
A: In de maanden dat ik geen geld heb om boodschappen te halen, kreeg ik geld van mijn kinderen om boodschappen te doen. Toen had ik ook nog goed contact met mijn kinderen. Dat is nu niet meer sinds ongeveer een jaar geleden. Mijn kinderen hebben sinds een jaar geen baan meer. Ik krijg sowieso geen geld meer van ze. Ook omdat het niet goed gaat tussen ons. Mijn kinderen kunnen niet aantonen hoeveel geld ze aan mij en mijn vrouw hebben gegeven in de afgelopen jaren,
V: Wat doet u met het geld van de grotere pinopnames?
A: december 2007: € 1000,--
april 2008: € 1200,--
december 2008: € 1000,--
juni 2011: € 950,--
september 2012: € 670,--
november 2012: € 1450,---
Van bovenstaande kasopnames weet ik echt niet meer wat ik ermee heb gedaan. Het kan zijn dat mijn kinderen wat nodig hadden.
mei 2015: € 3420,--. Er is toen bij ons ingebroken. Dit geld hebben we gebruikt om nieuwe dingen te kopen. We hebben toen een schadevergoeding gekregen.”