9.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
medeplegen van bedrieglijke bankbreuk;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot betaling van een geldboete van 10.000,-- (zegge: tienduizend euro).
de inbeslaggenomen voorwerpen
- verklaart verbeurd het inbeslaggenomen geldbedrag van € 20.550,16.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H. Meijer, voorzitter, mr. R.M. van Vuure en mr. drs. H. Vegter, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.R. Lageveen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 24 mei 2019.
Mr. R.M. van Vuure is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar documentnummers, zijn dit documentnummers uit het dossier van de FIOD/Belastingdienst met nummer 55268, Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar documentnummers van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Een proces-verbaal van aangifte (AG-01) van 15 oktober 2014, voor zover inhoudende de verklaring van [curator] (curator) zakelijk weergegeven:
In mijn hoedanigheid als curator van [bedrijf 1] BV (verder te noemen: [bedrijf 1] ) inzake het faillissement dat is uitgesproken op 31 juli 2014, heb ik vastgesteld dat een aanzienlijk bedrag is besteed aan het opstarten van een aan een derde toebehorende onderneming genaamd [verdacht bedrijf] BV (verder te noemen: [verdacht bedrijf] ) zonder dat daar kennelijk goede afspraken aan ten grondslag lagen… [verdacht bedrijf] onderneemt feitelijk dezelfde activiteit als [bedrijf 1] . Volgens een telefoonlijst die ik aantrof in de administratie van [bedrijf 1] is de samenstelling van de directie van [verdacht bedrijf] gelijk aan die van de directie van [bedrijf 1] .
2. Een proces-verbaal van verhoor van 10 september 2018, inhoudende de verklaring van de getuige [curator] afgelegd tegenover de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken, zakelijk weergegeven:
Volgens mij was het geheel bedacht vanuit [bedrijf 1] . [medeverdachte 4] was in mijn ogen niet meer dan de uitvoerder.
3. Een proces-verbaal van bevindingen (AMB-060) van 18 augustus 2015, opgemaakt door de verbalisant [verbalisant] , zakelijk weergegeven:
[bedrijf 1] heeft in de periode van 14 september 2013 tot en met 30 juni 2014 gelden besteed aan [verdacht bedrijf] en deze uitgaven als vordering in rekening courant (op [verdacht bedrijf] ) geboekt……..volgens een print, ter beschikking gesteld door [naam 1] , controller, bedroeg het saldo van deze rekening courant post op 30 juni 2014 € 399.605,04.
4. Een proces-verbaal van verhoor van 17 maart 2015, inhoudende de verklaring van de verdachte [medeverdachte 2] (V03-05), zakelijk weergegeven:
Er zijn dingen voorgeschoten door [bedrijf 1] . Dit betrof de opstart van het verkoopkantoor van [verdacht bedrijf] . We hebben het kantoor overgedragen aan [verdacht bedrijf] . We hebben namens [bedrijf 1] werkzaamheden verricht voor [verdacht bedrijf] .
5. Een proces-verbaal van verhoor van 18 maart 2015, inhoudende de verklaring van de verdachte [medeverdachte 3] (V04-03), zakelijk weergegeven:
[verdacht bedrijf] heeft personeel en marketingdiensten afgenomen van [bedrijf 1] . Ze hebben het [bedrijfsmodel] overgenomen, alsmede kennis en diensten.
6. Een proces-verbaal van de terechtzitting van 10 mei 2019, inhoudende de verklaring van [medeverdachte 4] , zakelijk weergegeven:
het verkooppersoneel van [bedrijf 1] verrichtte tot 1 februari 2014 werkzaamheden voor ons en is per diezelfde datum door ons, [verdacht bedrijf] , overgenomen op basis van een driemaands contract…. Ze hadden zich bewezen…..met bewezen bedoel ik dat ze goed konden verkopen……. De medewerkers die over gingen naar [adres 2] stonden nog een tijdje op de loonlijst van [bedrijf 1] maar werkten alleen voor [verdacht bedrijf] .
7. een e-mailbericht d.d. 19 november 2013 van [naam 2] onder meer gericht aan [medeverdachte 3] , (DOC-099) zakelijk weergegeven.
Uitgangspunten hierbij zijn als volgt: Joint Venture tussen [bedrijf 1] en [bedrijf 2] wordt “ [verdacht bedrijf] ” gedoopt……. [bedrijf 3] op Barbuda is momenteel “gereserveerd” voor [verdacht bedrijf] (USD 25 K reeds betaald) maar contract moet snel geregeld en getekend worden.
8. Een e-mailbericht d.d. 5 december 2013 van [medeverdachte 3] , onder meer gericht aan [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] met als kop “Start [verdacht bedrijf] ” (DOC-100), zakelijk weergegeven:
presentatie van alles aan [medeverdachte 4] . In hoeverre moet hij nog akkoord gaan met bepaalde zaken? Wie regelt dit en wanneer? We willen maandag starten…Zijn er visitekaartjes voor het personeel van [verdacht bedrijf] ? Welke medewerkers krijgen deze? [medeverdachte 2] wil jij dit aangeven?
9. Een schriftelijk bescheid (AG-01, bijlage 10), inhoudende een interne telefoonlijst van [verdacht bedrijf] met daarop de namen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] als directieleden.
10. een proces-verbaal van verhoor van 11 mei 2015, voor zover inhoudende de verklaring van getuige [getuige] (G10-01), zakelijk weergegeven:
[verdacht bedrijf] heeft personeel en marketingdiensten afgenomen van [bedrijf 1] . Zij hebben het [bedrijfsmodel] overgenomen, kennis en diensten overgenomen.
11. Een proces-verbaal van verhoor van 17 maart 2015 inhoudende de verklaring van de verdachte [medeverdachte 2] (V03-01), zakelijk weergegeven:
Mijn betrokkenheid bij [verdacht bedrijf] was het opzetten van de verkoop en ik was hier niet in dienst. Ik werd vanuit [bedrijf 1] betaald. Mijn salaris zit in de schuld die [verdacht bedrijf] nog aan [bedrijf 1] heeft.