ECLI:NL:RBOVE:2019:4473
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.H. Banda
- W.F. Bijloo
- M. van Loenen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag langdurige zorg voor jeugdige met ernstige problematiek
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 28 november 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een jeugdige, aangeduid als [eiseres], en de raad van bestuur van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). De ouders van [eiseres] hadden een aanvraag ingediend voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz), maar deze aanvraag werd door het CIZ afgewezen. Het CIZ stelde dat er op dat moment geen blijvende behoefte aan 24-uurs zorg kon worden vastgesteld, ondanks de ernstige problematiek van [eiseres], die onder andere het syndroom van Apert heeft en afhankelijk is van zorg en begeleiding.
De rechtbank heeft het procesverloop uiteengezet, waarin de ouders van [eiseres] beroep hebben ingesteld tegen de afwijzing van het CIZ. Tijdens de zitting op 12 april 2019 is [eiseres] verschenen, bijgestaan door haar moeder. De rechtbank heeft het onderzoek geschorst om aanvullende medische informatie te ontvangen, maar uiteindelijk besloten dat verder onderzoek niet nodig was. De rechtbank heeft de argumenten van het CIZ en de ouders van [eiseres] zorgvuldig gewogen.
De rechtbank concludeert dat, hoewel [eiseres] momenteel veel zorg en begeleiding nodig heeft, het CIZ terecht heeft geoordeeld dat niet kan worden vastgesteld dat er een blijvende behoefte aan 24-uurs zorg is. De ouders van [eiseres] zijn het hier niet mee eens en wijzen op de noodzaak van zorg in de toekomst, maar de rechtbank onderschrijft het standpunt van het CIZ. Het beroep van de ouders is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.