10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf of andere deelnemers hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit gepleegd wordt door twee of meer verenigde personen.
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
jeugddetentievoor de duur van
44 (vierenveertig) dagen;
-bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de jeugddetentie geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte voorts tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
120 (honderdtwintig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast voor de duur van
60 dagen;
- bepaalt dat deze
taakstraf in zijn geheelnietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Overijssel, afdeling Jeugdreclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de jeugdreclassering, zo frequent en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- dat hij meewerkt aan andere door Jeugdbescherming Overijssel noodzakelijk geachte ondersteuning of verwijzing naar andere hulpverleningsinstanties, die gedurende de begeleiding door de jeugdreclassering noodzakelijk wordt geacht om de kans op herhaling te verkleinen;
- waarbij aan de gecertificeerde instelling te weten Jeugdbescherming Overijssel, afdeling jeugdreclassering (instantiecode [code] ) opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de minderjarige ten behoeve daarvan te begeleiden. Verantwoordelijke gemeente is Zwolle;
- daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa Sr, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] : van een bedrag van € 31,58 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2018) voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering, voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het subsidiair bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 31,58,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2018 ten behoeve van de benadeelde;
- bepaalt dat als verdachte en/of een medeverdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte en/of een medeverdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 1] voor het meer gevorderde niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] : van een bedrag van € 516,51 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2018) voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering, voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het subsidiair bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 516,51,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2018 ten behoeve van de benadeelde;
- bepaalt dat als verdachte en/of een medeverdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte en/of een medeverdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 2] voor het meer gevorderde niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] : van een bedrag van € 150,-- (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2018) voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering, voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het subsidiair bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 150,--,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2018 ten behoeve van de benadeelde;
- bepaalt dat als verdachte en/of een medeverdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte en/of een medeverdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 3] voor het meer gevorderde niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Bruggen, voorzitter, mr. G.M.J. Vijftigschild en
mr. S.H. Peper, kinderrechters, in tegenwoordigheid van mr. M. van Nassau, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 18 november 2019.
Buiten staat
Mr. Vijftigschild is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, districtsrecherche IJsselland, Onderzoek Hanendoorn met onderzoeksnummer ON1R018094 van 6 februari 2019. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van. 14 oktober 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever [slachtoffer 1] :
Feit: Openlijke geweldpleging tegen personen
Plaats delict: Park de Wezenlanden, 8012 BX Zwolle
Pleegdatum/tijd: Tussen zaterdag 13 oktober 2018 om 22:50 uur en zaterdag 13 oktober 2018 om 23:10 uur.(..)
Mijn trui is zonder dat ik daar toestemming voor gegeven heb weggenomen. Mijn trui zat in een tas van een vriend, [slachtoffer 2] , van mij welke weggenomen is.(..)
Op zaterdag 13 oktober 2018 omstreeks 20:30 uur zat ik met nog 2 vrienden op een bankje in het Wezelandenpark in Zwolle.(..) Ik zag dat mijn vrienden, [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] , op het tweede bankje links van het pad zaten. Ik ben bij de jongens op het bankje gaan zitten.(..)
Omstreeks 22:45 uur kwamen er 2 jongens op een lichtkleurige scooter, crème of wit, merk Mio vanuit het park uit de richting van waar ik ook gekomen was naast ons staan. De jongens op de scooter vroegen (..) om een lange vloei en een tip.(..) [slachtoffer 2] gaf de jongens waar ze om vroegen en ik zag ze richting het provinciehuis bij ons wegrijden. (..)
Omstreeks 22:55 uur hoorde ik vanuit de richting van het provinciehuis op het pad een scooter, deze zag ik niet. Ook zag en hoorde ik een groep jongens aan komen lopen. De groep was ongeveer 5 of 6 mensen groot. Ik zag dat drie of 4 jongens op ons af kwamen lopen en met lampen van hun mobiele telefoon in onze richting schenen. Ik hoorde dat een van de jongens aan ons vroeg wat we hier deden.(..) Hier reageerden de jongens niet echt op en ik zag dat een (1) van deze jongens over de fiets die voor ons stond heen bukte en een tas pakte die achter deze fiets stond. Deze tas was van [slachtoffer 2] .
Vervolgens zag ik dat de jongens met de tas weg renden het pad af en aan het einde linksaf sloegen richting de speeltuin. Ik had op dat moment al 3 van de jongens ingehaald en de jongen met de tas ben ik achteraan blijven rennen.(..) Direct na de brug op de kruising dat je rechts naar de kinderboerderij kan gaan had ik de jongen die de tas van [slachtoffer 2] bij zich had achterhaald. Ik heb de jongen in de loop met 2 armen omarmd en neergehaald. Vervolgens lagen we beiden op de grond en ik voelde dat de jongen zich probeerde los te maken.(..) Op het moment dat ik met de jongen op de grond lag kwamen de andere 3 jongens om ons heen staan. Ik voelde en zag dat ze op een gegeven moment op mij in aan het trappen waren. Ik hield op dat moment de jongens op de grond nog vast. Ik zag vervolgens nadat ik de jongen los moest laten door de trappen dat de jongen op ging staan. Ik ben de jongen om zijn been gaan hangen zodat hij niet weg kon lopen met de tas. Ik weet niet of de jongen de tas nog in zijn hand had of dat deze als ergens op de grond lag. Ik zag dat de andere 3 jongens vervolgens allemaal op mij intrapten waardoor ik het been van de jongen wel los moest laten. Ik voelde dat ze mij op mijn hele bovenlichaam raakten en voornamelijk op mijn hoofd. Nadat ik de jongen los liet heb ik mijn armen voor mijn hoofd gedaan om mij te beschermen.(..) Na de laatste trap zag ik dat de jongens weg renden.(..) Op de helft ongeveer kwam ik [slachtoffer 2] tegen en ik hoorde dat hij zei dat hij bedreigd was met een mes door een jongen. Ik weet bijna zeker dat de jongens die [slachtoffer 2] bedreigd hadden bij de jongens hoorden die mij geschopt hadden.(..) Toen we terug kwamen bij het bankje zag ik [slachtoffer 3] ook weer en hoorde ik van hem dat zijn tas ook weggenomen was. Ik weet niet door hoeveel jongens dit gebeurd is en wie dit hebben gedaan. Ik weet wel dat de telefoon van [slachtoffer 3] gestolen is. Deze zat vermoedelijk in zijn tas.
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 14 oktober 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever [slachtoffer 2] :
Feit: Overige diefstallen met geweld
Plaats delict: Park de Wezenlanden, 8012 BX Zwolle
Pleegdatum/tijd: Tussen zaterdag 13 oktober 2018 om 23:00 uur en zaterdag 13 oktober 2018 om 23:15 uur. (..)
Op zaterdag 13 oktober 2018 omstreeks 21.30 uur, zat ik samen met mijn vrienden [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] in het park de Wezenlanden te Zwolle.(..)
Op zaterdag 13 oktober 2018, omstreeks 22.45 uur hoorde ik een scooter aan komen rijden. Ik zag dat het om een witte scooter met een blauwe plaat. Ik zag dat het om een MIO ging. Ik zag dat er twee gasten op de scooter zaten. Ik zag dat het jongens waren met een donkere huidskleur. Ik schat ze op ongeveer 18 jaar oud. Zij hadden donkere kleding en een zwarte jas aan. Ik hoorde dat een van de jongens aan ons vroeg of wij vloei en een tipje hadden(..)
Op zaterdag 13 oktober 2018, omstreeks 23.00/23.05 uur zag ik twee personen aan komen lopen. Ik zag dit omdat er met licht naar ons geschenen werd. Ik werd hierdoor verblind. Ik weet dat zij uit de richting van het Provinciehuis kwamen. Ik hoorde dat zij tegen ons zeiden: “wat doen jullie hier”. Ik reageerde door te zeggen: “wij chillen, wat doen jullie hier”. Ineens uit het niets kwamen 2 jongens aanrennen uit de richting van het Provinciehuis. Ik zag dat deze twee jongens de rugzak van mijn vriend [slachtoffer 3] pakten en die renden ook direct weg in de richting van de kinderboerderij. (..) Kort hierop kwamen er nog twee personen aanrennen. Ik zag dat deze twee jongens mijn rugzak wegnamen. (..) Ik zag dat [slachtoffer 1] op stond en achter de laatste twee personen aan rende. Ik zag dat een van de jongens die ons in eerste instantie aansprak, wegrende in de richting van het Provinciehuis. Die andere jongen bleef staan. Ik was eigenlijk nog bezig met opstaan om achter de jongens aan te rennen die mijn tas gestolen hadden. Op dat moment kwam die jongen die bleef staan, tegen over mij te staan. Ik zei tegen hem: “waar zijn jullie me bezig”. Ik hoorde dat hij zei dat hij er niets mee te maken had en niet bij de groep hoorde. Ik zei: “ik geloof je helemaal niet”. Op dat moment stonden wij neus aan neus. Ik hoorde dat hij tegen mij zei: “Je moet je mond dicht houden, want anders steek ik je neer.” of woorden van deze strekking. Ik zag dat hij in zijn rechterhand een zakmes had. Het was geen groot mes. Ik schat dat het lemmet van het mes ongeveer 5 a 6 centimeter was. Ik schrok hier van. Ik deinsde achteruit en zei dat hij zich rustig moest houden en dat ik verder geen problemen wilde. Ik voelde mij onmiddellijk bedreigd en dacht echt dat die jongen zou gaan steken. Direct hierop was hij ook in een keer weg. Ik zag nog net dat hij wegrende in de richting van het Provinciehuis.(..) Net toen ik achter [slachtoffer 1] aan wilde gaan, zag ik dat hij mij tegemoet kwam. Ik hoorde dat [slachtoffer 1] een (1) jongen had neergehaald. Ik hoorde dat hij zei dat hij door drie jongens geschopt was. Ik kon niet zien dat hij letsel had.(..)
De weggenomen rugzak kan ik als volgt omschrijven:
Grijze eastpack rugzak met zwarte banden.
In de rugzak zaten de volgende goederen:
zwart lederen portemonnee
blauwe trui van het merk Volcan
witte trui
kleine leger groene softcase van het merk Dakine. Hierin zat een batterij voor een camera
flesje water en andere kleine goederen zonder waarde
In de portemonnee zaten de volgende goederen:
Bankpas ING rekening nummer [rekeningnummer 1]
Rijbewijs
pas voor de Zorgverzekeraar
medewerkerspas van [bedrijf 2]
pas voor EHBO
0,50 cent
OV chipkaart op mijn naam.
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] van 14 oktober 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever [slachtoffer 3] :
Feit: Overige gekwal. diefstal
Plaats delict: Park de Wezenlanden 8012 BX Zwolle
Pleegdatum/tijd Tussen zaterdag 13 oktober 2018 om 22:55 uur en zaterdag 13 oktober 2018 om 23:00 uur(..)
Ik ken het park niet zo goed omdat ik van buiten Zwolle kom, maar we zaten bij twee bankjes. Ik was met de volgende vrienden: [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Wij hoorden een scootergeluid (lopende motor) en kort hierop zagen wij dat er een paar jongens naar ons toe kwamen lopen, ik dacht twee of drie. Ik zag dat zij met een lamp van een mobiele telefoon in onze ogen schenen. Hierdoor kon ik hen niet goed zien. Zij vroegen ons wat wij daar deden. Op dat moment kwamen er nog meer jongens bij ons staan. Ik weet niet vanwaar deze jongens plotseling kwamen. Ik schat dat er toen zo’n zes â zeven jongens waren.(..)
Ik moet u nog even het volgende vertellen: ongeveer 10 a 15 minuten hiervoor waren wij benaderd door twee jongens die op één scooter reden. Het waren qua huidskleur zeer donkere jongens(..). Ze reden op een lichte scooter, wit of beige, van het merk Mio. (..) Zij vroegen ons of wij tip of vloei bij ons hadden.(..) Hierna zijn ze weer vertrokken op de scooter. (..) Ik zal u verder verklaren toen die groep jongens om ons heen stond.
Ik had mijn zwarte rugtas hij mij op de grond staan. Ik zag in een kort moment dat één van die jongens mijn tas weggriste en daar mee wegrende. Ik wilde er meteen achteraan, maar één van de jongens scheen nog steeds met het lampje in mijn ogen waardoor ik niet goed kon zien. Ik zag achter deze jongen wel meerdere personen, dus het leek mij niet veilig om achter de dader aan te gaan. Daarom besloot ik te blijven staan. Ik heb ook verder niets gezegd. Meteen hierop zag ik dat een andere jongen de zwarte rugtas van mijn vriend [slachtoffer 2] wegpakte en er mee wegrende. Een andere kant op dan degene die mijn rugtas had gepakt. Ik zag dat [slachtoffer 1] achter de jongen aanrende die de tas van [slachtoffer 2] had gepakt. Ik had vervolgens geen zicht meer op [slachtoffer 1] . Later hoorde ik van [slachtoffer 1] dat hij die jongens tegen de grond had gewerkt en dat hij de tas van [slachtoffer 2] vast had. Maar er kwamen nog drie jongens bij hen die [slachtoffer 1] vervolgens sloegen en schopten. Hierdoor moest [slachtoffer 1] de rugtas loslaten en gingen zij er met de tas vandoor.(..)
Toen [slachtoffer 1] weggerend was zag ik dat er uiteindelijk nog maar één jongen van die groep achtergebleven was bij [slachtoffer 2] en mij. Wij werden een beetje boos op deze jongen en zeiden dat het toch niet normaal was wat hier gebeurde. Deze jongen werd hierop boos op ons en zei dat wij niet zo stoer moesten doen. Hij had ineens een zakmesje in zijn handen. Het lemmet was ongeveer een centimeter of 10. Hij hield het vast ter hoogte ven zijn borst met de punt gekeerd richting [slachtoffer 2] . Hij hield het mesje bijna tegen [slachtoffer 2] aan, zo’n 20 â 30 cm. voor [slachtoffer 2] zijn borst. Het was mij onduidelijk waarom deze jongen was blijven staan. Hij wilde kennelijk niets van ons, behalve dan dat wij niet zo stoer moesten doen. Maar op een gegeven moment vroeg hij op een best wel rustige toon aan [slachtoffer 2] of hij ook een telefoon en geld bij zich had. [slachtoffer 2] zei dat hij dit niet had. Hij geloofde [slachtoffer 2] eerst niet, maar [slachtoffer 2] riep nogmaals dat hij dit niet had. Hierop liep de jongen weg in de richting van de jongen
die mijn tas had weggepakt. (..)
Mijn gestolen tas betreft een zwarte rugtas, merk onbekend.(..)
Inhoud van de tas:
- Mijn rode herenjas, merk onbekend (gekocht bij de Decathlon), heupmodel, met capuchon, maat M.
- Een halve zak Doritos, kaas.
- Oordopjes ven de telefoon, meerdere kleuren, draden zijn van stof
- Zwarte dunne handschoentjes.
- Sleutelbos, meerdere fietssleutels, meerdere werksleutels.
- Fietsslot, kettingslot, kleur roze.
- Mobiele telefoon, merk Huawei P20 Lire, tel. [telefoonnummer] . (..)
- In het telefoonhoesje zat mijn rijbewijs, mijn bankpas rekeningnummer [rekeningnummer 2] , mijn OV-pas en rijn sportschoolpasje [sportschool] .
- Zwarte herenportemonnee met mijn ID-bewijs, een briefje van 20 euro en wat losgeld.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 5] van 5 december 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte [medeverdachte 5] :
(V: Wat kun je verklaren over de rol van [verdachte] bij de diefstal met geweld in het Wezenlandenpark te Zwolle, gepleegd op zaterdag 13 oktober 2018?)
Ja, dat hij eh.. hij zei tegen mij dat hij eh.. dat hij bijvoorbeeld niet die tas had gepakt, maar dat die mannen wel naar hem toe kwamen. Hij heeft bedreigd met een mes. Ik weet dat zij daar waren, maar ik weet niet alle details.
(V: Waarom heeft hij ze bedreigd met een mes?)
Omdat hij zei dat ze hem gingen aanvallen.
(V: Weet je ook wat voor mes?)
Geen idee wat voor mes.(..)
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 4] van 19 december 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte [medeverdachte 4] :
(..) We waren aan het chillen. Het was een rare avond, ik kan me [verdachte] niet herinneren op die avond. Toen zijn er boys gewoon door het park gaan lopen, naar jongens toe. Ja, iedereen liep gewoon door het park heen, een paar zijn naar die jongens gelopen, waaronder [naam 6] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] of hoe die ook heet en [medeverdachte 1] . En toen ehh hebben ze hun spullen geroofd en zijn ze weg gaan rennen. Eentje was gevallen, ze hadden gevochten, ik was er zelf niet bij.
(V: Hoe weet je dit dan?)
Omdat die jongens dat zelf hebben verteld.
(V: Wanneer?)
Die dag.
(V: Die avond?)
Ja.
(V: Want iedereen liep een kant op?)
Ja, ik ben zelf niet meegegaan, ik ben op afstand gebleven met een paar andere jongens. Toen was het gebeurd. We zijn later terug gegaan en weer gaan chillen. Toen ging iedereen naar huis. [medeverdachte 1] vroeg of ik hem naar huis kon brengen en of ik kon helpen zoeken naar zijn bril. We hebben de bril niet gevonden. We werden achtervolgd door een van de jongens. De jongens kwamen naar ons toe. Ze zijn daarna weggegaan. We hebben verder gezocht. Daarna zijn we allebei naar huis gegaan.(..)
(V: Wiens idee was de beroving?)
Ik weet het niet meer om eerlijk te zijn, iemand begon er mee van ehh ik heb zin om iemand te gaan slopen en zo en toen begon iedereen een beetje.. opgefokt te raken. En toen gingen ze.
(V: Wat deed jij toen?)
Ik ben me er niet mee gaan bemoeien.
(V: Waar was je dan?)
Ik was wel zelf in het park.
(V: Waar in het park was je dan?)
Bij het provinciehuis.(..)
Op het moment dat het gebeurde ben ik terug gegaan naar het provinciehuis. Dat was op het moment dat ze wilde toeslaan.(..)
(V: Waarom wist je dat ze gingen toeslaan?)
Omdat ze dat zelf vertelden, ze zeiden: die jongens gaan we beroven.
(V: Wat gebeurde er na de beroving?)
Het duurde wel een tijdje voor de jongens terug kwamen, we zijn gewoon verder gaan chillen, bij het provinciehuis. Op een gegeven moment ging iedereen naar huis. Toen ging ik dus met [medeverdachte 1] zoeken.
(V: Zeiden ze wat over de beroving?)
Dat ze spullen hadden, maar ik weet niet wat de buit was, ik wist ook niet dat ze een telefoon hadden. Ze hebben gewoon verteld dat ze iets hadden.(..)
(V: Een kwartier voor de beroving, ben je toen ook langs de jongens gereden?)
Nee, oh jawel, [medeverdachte 1] vroeg aan één van de jongens of ze tabak hadden. Ik reed en [medeverdachte 1] zat achterop.
(V: Waarom heb je dat gedaan? Langs die jongens gereden?)
[medeverdachte 1] had tabak nodig, dus we zijn door het park gaan rijden, toen kwamen we hun tegen.
(V: Bestond het plan toen al voor die beroving?)
Nee, want toen we terug gingen, hoorde ik de jongens praten over het roven van mensen.(..)
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 2] van 8 januari 2019, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte [medeverdachte 2] :
(..) (V: Wat kun je verklaren over de rol van [verdachte] bij de diefstal met geweld in het Wezenlandenpark te Zwolle, gepleegd op zaterdag 13 oktober 2018?)
Ik weet niet wat hij daar heeft gedaan. Ik zag gewoon een groep jongens weglopen, ik bleef over met de rest van de vrienden, Ik zag dat [medeverdachte 1] , [verdachte] , [medeverdachte 4] weg liepen en dat was het volgens mij.(..)
(V: Hoe kwam het idee voor de beroving (diefstal met geweld) tot stand?)
Ze discussieerden met elkaar, ik bedoel praten enzo, ze hadden het over een roof doen ofzo. Vanaf dat moment dacht ik: doe wat jullie willen doen. (..)
(V: Er wordt door de aangevers gesproken over vijf tot zes daders. Wie waren er volgens jou nog meer betrokkenen bij deze beroving?)
Ik denk de mensen die wegliepen toch, dus ja. [naam 6] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 4] was op zijn scooter en ontbreekt er nog iemand? Ik weet niet of ik alle namen nu heb genoemd. [verdachte] , en dat was het dan als het goed is.
(V: Wat kun jij verklaren over wat er is gebeurd na het gepleegde feit?)
Ik zag ze gewoon terug komen, ze waren een tijdje weg.(..)
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3] van16 januari 2019, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte [medeverdachte 3] :
(..) (V: We hebben begrepen dat je nog iets wil toevoegen aan je verklaring?)
Ja, ik wil zeggen dat ik de persoon was die de tas heeft gepakt. Ik weet van al het geweld niks, ik weet alleen dat ik een tas heb gepakt (..)
(V: Kun je vertellen hoe dat is gegaan?)
Ik kwam daar aan met iedereen, ik heb de tas gepakt, ik had de tas na twee seconden. Ik hoorde iemand roepen: Hey”. Ik ben toen maar door gaan rennen.
(V: Waar stond de tas?)
De tas stond op het bankje, waar zij op zaten, ik denk dat het er drie waren.
(V: Kun je die tas nog omschrijven?)
En zwarte tas, wel een grote tas, een rugtas zeg maar.
(V: Je kwam daar aan met iedereen?)
Ja, de mensen die mee waren.
(V: Waar ben je heen gaan rennen?)
Het park uit, hoe heet die wijk ook al weer? Ik ben richting de Wipstrikkerallee gerend.
(V: Wat heb je met die tas gedaan?)
Ik heb die tas leeggehaald en weggegooid.
(V: Heb je die tas dezelfde avond nog leeggehaald?)
Ja.
(V: Wat heb je eruit gehaald?)
Een portemonnee en er zaten wat kleren in. De portemonnee heb ik leeggehaald en de kleren heb ik weggegooid.(..)
(V: Zou je wat willen vertellen of de rol van de andere jongens?)
Twee jongens gingen op de scooter rond kijken ofzo, of er mensen waren in het park. Ze kwamen later terug en ze zeiden ja er zitten daar en daar drie mensen.
(V: Gingen ze bewust rondkijken of er mensen waren om te beroven?)
Het was meer gewoon rond kijken, niet echt met voorbedachten rade ofzo.
(V: Wie waren de jongens op de scooter?)
Durf ik niet meer te zeggen.
(V: Wie kwam toen met het idee van, hey kom we gaan naar die drie jongens?)
[medeverdachte 4] .
(V: Hoezo zeg je dat zo zeker?)
Omdat ik het zeker weet. Het is heel raar gegaan, twee jongens ging rondkijken, we hoorden dat er drie jongens waren, we zijn er toen met vijf of zes man heen gegaan. En toen gebeurde dat.
(V: Wie zijn die vijf of zes man?)
[verdachte] dus, [medeverdachte 2] was daar, [medeverdachte 4] was er ook, verder kan ik even niet zo ehh..
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] van 19 december 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte [verdachte] :
(..) (V: Ik wil jou nogmaals de vraag stellen: Wat kan jij verklaren over de diefstal met geweld in het Wezenlandenpark gepleegd op 13 oktober 2018?)
Ik was er wel in de buurt, ik heb het ook gezien, maar ik heb er zelf niet aan meegedaan.
(V: Wat heb jij gezien?)
Ik zag dat er drie jongens op een bank zaten. Er kwam een groepje van 5 of 6 op deze jongens aflopen. Ik zag toen dat drie jongens een tas pakten en wegrenden.
(V: Wat zag je nog meer?)
Ik hoorde de jongens roepen: “geef terug, geef terug”.(..)
(V: Heb je iemand herkend van de drie jongens van wie de tassen werden weggenomen?)
Nee, dat kon ik ook niet goed zien, ik stond op een afstandje.
(V: Heb jij iemand van de jongens herkend die de tassen hebben weggenomen?)
Eéntje, dat was [medeverdachte 1] . Daar bedoel ik dus [medeverdachte 1] mee die ik van de foto herkende.
(V: Wat heb je gezien dat [medeverdachte 1] deed?)
Ik zag dat [medeverdachte 1] een tas pakte en wegrende. Ik zag dat een jongen achter [medeverdachte 1] aanliep richting het pad waar ik liep. De jongen was sneller dan [medeverdachte 1] en pakte [medeverdachte 1] vast vanaf zijn rug. Ik zag vervolgens dat ze vielen. Ik zag dat de bril van [medeverdachte 1] afviel.(..)
Ik was er wel bij. We liepen met een groepje daarheen. En ik zag dat hun al daar heen renden en een tas pakken. Ik ben blijven staan. Het is allemaal raar gegaan en niet de bedoeling. We waren met een groepje om te chillen. Toen kwam [medeverdachte 1] die zei zullen we rond gaan kijken. We zagen toen die jongens zitten. Hun zijn daar toen naar toe gerend. Ik was er wel bij maar ik heb niets gedaan en ik stond op afstand.
(V: Wie is hun?)
[medeverdachte 4] [medeverdachte 1] [medeverdachte 2] en [naam 6] .(..)
De telefoon die [naam 2] had heeft hij van mij gekregen. Hij wist precies dat het een foute telefoon was. Hij heeft hem van mij gekregen. Ik heb er niet eens geld voor ontvangen.
(V: Hoe is die telefoon bij jou gekomen?)
Die jongen had de telefoon uit de tas gehaald van het slachtoffer. Die gaf hij toen aan mij. Ik wilde hem toen meteen kwijt. Toen gaf ik hem aan [naam 2] . Dit was volgens mij twee dagen na de overval.
(V: Van wie heb jij deze telefoon gekregen?)
Van [medeverdachte 3] . Hij woont in [wijk] . Hij is blank. Hij is ongeveer net zo lang als ik. Net als mijn postuur. Slank.
(V: Wanneer was dit?)
Dit was de zelfde avond.
(V: Jullie zagen een clubje van 3 jongens op het bankje zitten. Wie zijn nu precies de jongens die naar de slachtoffers renden en de tassen weg namen?)
[medeverdachte 4] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [naam 6] en [medeverdachte 3] .(..)
(Wat kun je hierover verklaren?)
(..) Ik heb niet bedreigd met een mes. Het was een fietssleutel. Die twee jongens kwamen op mij af en ik werd bang. Ik heb toen mijn sleutels gepakt en in mijn linkerhand gestopt en een afwerende houding gemaakt. Het was dus geen mes. Ik was bang.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] van 20 december 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte [medeverdachte 1] :
(..) (Verbalisanten laten een filmpje zien van de telefoon van [medeverdachte 1] , waar hij op 13 oktober 2018 omstreeks 16.45 uur in het Park de Weezenlanden te Zwolle is. Dit filmpje is beschreven in proces-verbaalnummer 92. Weet je nu iets meer terug te halen van die dag?(..)
(V: Weet je de rest van de dag?)
Het gedoe met die tas is wel gewoon gegaan zo ja.
(V: Dan hebben we het over de beroving?)
Ja. [verdachte] zegt dat het mijn schuld was. Maar ik weet wel beter. [verdachte] had een mes op zak en zei dat hij wilde gaan kloten. (..)(OV: ik ben blij dat je dit verteld. We gaan rustig terug naar wat je vertelde.)
Ik weet niet hoe laat het was. Het was ‘s avonds rond 21.00 of 20.00 uur. We verveelden ons. Toen kwamen een paar boys erbij met een fles drank.(V: Met wie was je daar?)
[verdachte] , [medeverdachte 4] , [naam 2] . [naam 7] niet. [naam 8] en [naam 9] enzo. [naam 2] denk ik, weet ik niet zeker. ‘s Avonds zeiden ze, kom we gaan kloten. [naam 8] en [naam 9] bleven achter bij het bankje. Ik ging wel gewoon mee. [verdachte] vroeg, schijn een zaklamp van je telefoon. Dat deed ik. Hij trok een mes. Ik had de zaklamp aan en scheen richting de jongens. Zij waren dacht ik dronken. [verdachte] dreigde met een mes (..). Daarna rende hij weg. (..) Toen gingen we weg van het Weezenlanden park en zijn we naar [voetbalclub] gegaan. Het ging in groepjes. (..)
(V: We gaan het over alle personen apart hebben. Laten we beginnen met [verdachte] .)
[verdachte] wilde gaan kloten. Hij had een mes bij zich. Hij trok het mes. Hij zei tegen mij: ik had dat ding getrokken. Ik zei: ik zag het enzo.
(V: Hoe weet je dit?)
Ik zag de personen schrikken. Ik scheen op de personen met de zaklamp zodat zij ons niet zouden zien. Ik zag dat de personen schrokken. Daarom denk ik dat hij een mes had, want ik had het mes zelf niet gezien. Achteraf vertelde [verdachte] aan mij dat hij een mes had getrokken. Ik vroeg hem of hij ook gestoken had. Hij vertelde mij dat het niet zo was.(..)
(V: Dan nu [naam 2] .)
Ik weet niet zeker of hij erbij was. Ik weet alleen dat [verdachte] die telefoon aan [naam 2] verkocht had. Ik was samen met [verdachte] toen zei hij tegen mij dat er politie bij [naam 2] thuis was en dat zijn vader werd meegenomen. [naam 2] zei dat hij het wel regelde.
(V: Was dat het moment waarop [verdachte] vertelde dat hij die telefoon had verkocht?)
Ja. Dat was dat moment. Ik zei tegen [verdachte] : waarom dan? Waarom doe je zo dom? Wat we gedaan hebben was dom. (..)
(V: Jij bent dan de vierde. Wat kan je vertellen over jouw rol?)
[verdachte] vertelde mij dat ik moest schijnen naar die jongens. Ik rende weg toen [verdachte] wegrende, met mijn zaklamp aan. Ik voelde een hand bij mijn nek. Ik dacht dat het een vriend van mij was. Toen ik viel dacht ik: dit is geen vriend. Alles viel toen van mij. Mijn cap, mijn telefoon, mijn bril. Iemand hielp mij snel. Die pakte een tas en is weggegaan. Mijn telefoon stond nog aan en ik vond mijn cap. Ik vond mijn telefoon omdat het licht aanstond. Ik ben toen gaan schijnen, maar kon mijn bril niet vinden en ben toen weggegaan. Degene die mij hielp had dus een tas van de beroving. Ik weet niet wie me hielp omdat het donker was.(..)
(OV: je zegt dat jullie met zijn drieën of vieren waren en je weet niet meer met wie je bij [voetbalclub] was.)
Het was ook zo snel gegaan. We keken in de tas, in de spullen. De tas werd in de bosjes gegooid. De jongens waren blij met de telefoon en de rest werd zo weggegooid. (..)
Ja daar ben ik nog geweest. Ik ben nog teruggekomen met [medeverdachte 4] om de bril te zoeken.(..)
(V: Hoe laat was dat?)
Half 3. Dat weet ik nog. We werden nog gevolgd door een fietser. We, ik en [medeverdachte 4] , reden gewoon zo door. Een jongen sprong zo voor de scooter. Hij zei dat er een beroving was geweest. Wij hielden ons van de domme (..) Toen zij wegwaren voelde ik de ruimte om de bril te gaan zoeken met de zaklamp. Toen heeft [medeverdachte 4] mij naar huis gebracht. Ik heb de bril niet gevonden.(..)