Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
1. op 29 september 2019 te Putten een stroomstootwapen voorhanden heeft gehad;
2. op 29 september 2019 te Putten zich heeft verzet bij zijn aanhouding door de politie.
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
ten laste gelegde met parketnummer 08/952975-18 – diefstal met geweld in vereniging - voor het ten laste gelegde met parketnummer 08/000013-18 – heling van de scooter – en voor het onder 1 en 2 ten laste gelegde met parketnummer 08/760060-19 – voorhanden hebben van een stroomstootwapen en wederspannigheid -.
16 januari 2019 - en derhalve ruim twee à drie maanden na het incident in het park de Wezenlanden - door de politie aangehouden en gehoord. Hierdoor kan niet worden uitgesloten dat tussen de verdachten onderling overleg is geweest voordat zij door de politie zijn gehoord. Daar komt bij dat deze roofoverval op 13 oktober 2018 veel media-aandacht in Zwolle heeft gekregen.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf of andere deelnemers hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit gepleegd wordt door twee of meer verenigde personen;
opzetheling;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II;
wederspannigheid.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
- een advies van Reclassering Nederland d.d. 18 oktober 2019, opgemaakt door |
- een Pro Justitia rapport psychologisch onderzoek d.d. 16 augustus 2019, opgemaakt door D. Breuker, Forensisch GZ psycholoog;
- een advies van Reclassering Nederland d.d. 24 april 2019, opgemaakt door M. Pieffers;
- een uitgebreid advies van de Raad voor de Kinderbescherming d.d. 19 maart 2018, opgemaakt door [naam 4] ;
- een rapportage negatieve terugmelding Jeugdreclassering van Jeugdbescherming Overijssel, afdeling jeugdreclassering d.d. 9 januari 2019, opgemaakt door [naam 5] ;
- een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 4 oktober 2019.
.
29 september 2019. De reclassering ziet op dit moment geen mogelijkheden meer om een geloofwaardig plan van aanpak op te stellen. Daarnaast weet verdachte wat hij wil, kan en waar hij zich kan melden als hij op vrijwillige basis hulp op praktische gebied wenst. Door de reclassering wordt de kans op recidive ingeschat als hoog.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank verder rekening gehouden met het feit dat verdachte tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis meerdere malen zijn schorsingsvoorwaarden heeft overtreden, met zijn aanzienlijke uittreksel justitiële documentatie én met het feit dat verdachte inmiddels meerderjarig is.
8.De schade van benadeelden
€ 281,58 (€ 31,58 plus € 250,--), hoofdelijk, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd en de vordering van [slachtoffer 1] voor het meer gevorderde niet-ontvankelijk verklaren.
€ 166,51, hoofdelijk, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd en de vordering van [slachtoffer 2] voor het meer gevorderde niet-ontvankelijk verklaren.
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf of andere deelnemers hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit gepleegd wordt door twee of meer verenigde personen;
opzetheling;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II.
wederspannigheid;
jeugddetentievoor de duur van
9 (negen) maanden;
3 (drie) maandennietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat verdachte:
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het subsidiair bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 281,58,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2018 ten behoeve van de benadeelde;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het subsidiair bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 166,51,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2018 ten behoeve van de benadeelde;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het subsidiair bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 150,--,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2018 ten behoeve van de benadeelde;
mr. M. van Bruggen, kinderrechters, in tegenwoordigheid van mr. M. van Nassau, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 18 november 2019.