Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats] ,
ENRICHMENT TECHNOLOGY NEDERLAND B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Almelo,
1.De procedure
2.De feiten
Einddatum
De dienstjaren worden als volgt gewogen (waarbij in het kader van de afronding geldt dat een periode van een half jaar en één dag telt als een heel dienstjaar):
Voor de definitie van het maandinkomen zie de definitie in hoofdstuk 2.
De correctiefactor wordt in het kader van dit Sociaal Plan vastgesteld op 1.25.
- [eiser in conventie] is vanaf 1 maart 2015 boventallig.
- De arbeidsovereenkomst eindigt per 1 oktober 2017 met wederzijds goedvinden.
- ETNL betaalt [eiser in conventie] een beëindigingsvergoeding van € 47.246,00 bruto, overeenkomstig artikel 6 van het SP, waarbij de hoogte van de vergoeding wordt herberekend naar de situatie per 1 oktober 2017.
- Partijen verlenen elkaar finale kwijting.
3.Het geschil
- primair € 76.329,00 bruto als restant van de beëindigingsvergoeding (de vergoeding zonder aftopping),
- subsidiair € 45.043,58 bruto als restant van de beëindigingsvergoeding (de vergoeding minus aftopping, maar zonder rekening te houden met IOW-uitkering),
- meer subsidiair bedragen van € 320,91 bruto en € 13.753,72 bruto,
4.De beoordeling
niet hoger is dan de redelijkerwijs te verwachten inkomstenderving tot aan de verwachte AOW-gerechtigde leeftijd. Inkomstenderving wordt gedefinieerd als het verschil tussen wat de werknemer zonder ontslag nog aan loon verdiend zou hebben enerzijds en
de te verwachten inkomsten van de werknemertussen einddatum en AOW-gerechtigde leeftijd anderzijds. Voor de te verwachten inkomsten
wordt daarbij uitgegaanvan het ontvangen door de werknemer van IOAW- of IOW uitkering van 70% van het wettelijk bruto minimumloon.