4.3Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt met betrekking tot het aan verdachte onder 1 en 2 ten laste gelegde, gelet op de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting, het volgende vast.
Verdachte heeft verklaard dat hij op 18 juli 2019 te Enschede, het minderjarige kind
[slachtoffer 1] , meermalen op zijn billen heeft geslagen. Ook heeft verdachte verklaard dat hij [slachtoffer 2] heeft geslagen door met zijn elleboog tegen haar kin te stoten waardoor bij [slachtoffer 2] een gezwollen onderlip is ontstaan. Verder heeft verdachte verklaard dat hij bekend is met de door [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] opgelopen letsels waarvan hij de foto’s in het dossier heeft gezien.
[slachtoffer 2] heeft op 19 juli 2019, mede namens haar minderjarige kind
[slachtoffer 1] , aangifte gedaan tegen verdachte. Zij heeft daarover als volgt verklaard:
Op 18 juli 2019 sloeg [verdachte] , [slachtoffer 1] in het gezicht en vervolgens gaf hij [slachtoffer 1] meerdere klappen op zijn billen.
Toen ik [slachtoffer 1] wilde beschermen, kwam [verdachte] naar mij toe lopen en gaf hij mij meerdere klappen op mijn hoofd. Nadat hij mij had geslagen ging hij weer terug naar [slachtoffer 1] en sloeg hij hem weer meerdere malen op zijn billen. Ik trok [verdachte] van [slachtoffer 1] af. Hierop duwde [verdachte] mij op de bank, pakte mijn benen vast en gooide mij op de grond. Daarna sloeg hij mij met zijn vuisten tegen mijn linker-rib, pakte hij mij vervolgens met zijn hand bij de keel en gaf hij mij meerdere kniestoten in mijn buik. Ook drukte hij mij met zijn knie tegen mijn keel en hoofd tegen de grond. Vervolgens pakte hij mijn haar en sloeg hij mijn hoofd tegen de grond.
Uit de geneeskundige verklaring van het Medisch Spectrum Twente van 18 juli 2019blijkt dat het volgende letsel wordt vastgesteld bij [slachtoffer 2] :
- hoofd: gezwollen onderlip aan linkerzijde, geen actieve bloeding, wel hematoom. Op rechteroor hematoom zichtbaar;
- hals: meerdere rode verkleuringen aan ventrale zijde van de hals, krabeffecten zichtbaar;
- thorax: drukpijn aan linkerzijde;
- abdomen: hematoom op linker onderbuik,
waarbij de conclusie wordt getrokken dat sprake is van een mishandeling met multiple hematomen en contusie onderkaak.
Uit de geneeskundige verklaring van het Medisch Spectrum Twente van 18 juli 2019blijkt dat het volgende letsel wordt vastgesteld bij [slachtoffer 1] :
- hoofd: op beide wangen meerdere striemen en hematomen zichtbaar;
- billen: zeer uitgebreide hematomen bdz, diep paars tot bijna zwarte verkleuring;
- genitaliën: hematoom aan linkerzijde scrotum,
waarbij de conclusie wordt getrokken dat sprake is van een mishandeling met uitgebreide hematomen op de billen. In navolging hiervan concludeert de kinderartsdat sprake is van uitgebreide hematomen in het gelaat en ernstige hematomen van de billen passend bij toegebracht stomp letsel.
De rechtbank acht verdachtes verklaring dat hij [slachtoffer 2] heeft mishandeld door haar slechts met zijn elleboog tegen haar kin te stoten en dat hij [slachtoffer 1] niet op het gezicht heeft geslagen, niet aannemelijk. De rechtbank hecht in dit verband meer waarde aan de verklaring van aangeefster, te meer nu deze verklaring wordt ondersteund door de letselomschrijving in voornoemde geneeskundige verklaringen.
Levensgezel
Bij de beoordeling of er sprake is van een ‘levensgezel’ zijn de volgende aspecten van belang:
- of sprake is van een gemeenschappelijke huishouding;
- de duur van de gemeenschappelijke huishouding;
- of er een relatie van affectieve aard is, en met name
- of betrokkenen kennelijk uitgaan van een nauwe lotsverbondenheid.
De rechtbank is, gelet op de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting, van oordeel dat niet is voldaan aan de bovenvermelde aspecten, met name niet aan het aspect van een affectieve relatie en de nauwe lotsverbondenheid. Derhalve wordt [slachtoffer 2] niet als ‘levensgezel’ in de zin van artikel 304 van het Wetboek van Strafrecht aangemerkt en wordt verdachte van dit bestanddeel vrijgesproken.
De rechtbank acht, gelet op vorenstaande bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte, [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] op 18 juli 2019 heeft mishandeld. De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende ondersteunend bewijs aanwezig is voor mishandelingen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] op andere data in de tenlastegelegde periode.